Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 juni 2012
gepubliceerd op 17 juli 2012

Besluit van de Vlaamse Regering voor de toekenning van een facultatieve projectsubsidie aan het ARBOR-project

bron
vlaamse overheid
numac
2012203826
pub.
17/07/2012
prom.
08/06/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JUNI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering voor de toekenning van een facultatieve projectsubsidie aan het ARBOR-project


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, in het bijzonder de artikelen 53 tot en met 57;

Gelet op het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 20/07/2012 numac 2012035647 bron vlaamse overheid Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/2001 pub. 30/03/2001 numac 2001035298 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne type besluit van de vlaamse regering prom. 19/01/2001 pub. 16/03/2001 numac 2001035208 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de criteria van toekenning van onderhoudstoelagen aan centra of diensten voor revalidatie sluiten houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak, laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/07/2009 pub. 22/07/2009 numac 2009035687 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering sluiten tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juni 2012;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1 Er wordt vanuit de energiebegroting een facultatieve projectsubsidie toegekend voor het project ARBOR (Accelerating Renewable Energies through valorisation of Biogenic Organic Raw Material) aan de Universiteit Gent (hierna « de projectverantwoordelijke » genoemd), Sint-Pietersnieuwstraat 25, te 9000 Gent.

Deze financiering betreft een cofinanciering van 6,06 % van de door de Europese Commissie aanvaarde subsidiabele kosten, behoudens deze die betrekking hebben op de BTW-uitgaven die kunnen worden gerecupereerd.

Op een totaal geraamde projectkost van 2.633.230 euro voor de Vlaamse partners komt dit neer op een maximum subsidiebedrag van 159.686 euro.

Art. 2.De subsidie moet worden besteed aan de activiteiten van het Interreg-project ARBOR. Dit project wordt gedefinieerd in de subsidieovereenkomst die PIVAL, POM West-Vlaanderen, VCM, Flanders Bio en Universiteit Gent hebben afgesloten met de Direction Europe et Contrat de Projects van de Conseil régional Nord-Pas-de-Calais die optreedt als bevoegde autoriteit voor het Interreg IVB NWE Programma onder de titel 'Accelerating Renewable Energies through valorisation of Biogenic Organic Raw Material' (referentie 223G - ARBOR). De gesubsidieerde activiteiten en de kostenraming ervan worden beschreven in de goedgekeurde projectaanvraag en het contract met de bevoegde autoriteit die als bijlagen integraal deel uitmaken van dit besluit.

Ingrijpende inhoudelijke en budgettaire wijzigingen aan de projectbeschrijving dienen voorafgaandelijk te worden goedgekeurd.

Art. 3.Voor de opvolging van het project wordt een stuurgroep opgericht.

Na het beëindigen van het project wordt een eindrapport ingediend dat de uitvoering van het project door de Vlaamse partners op een voldoende gedetailleerde wijze behandelt. Dit eindrapport mag beknopter zijn dan het eindrapport dat aan de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma werd bezorgd.

Art. 4.Het toegekende bedrag wordt uitbetaald overeenkomstig de volgende modaliteiten : § 1. 50 % als eerste schijf, onmiddellijk uitbetaalbaar bij de ondertekening van het besluit van de Vlaamse Regering, op aanvraag van de projectverantwoordelijke en na voorlegging van een document waaruit blijkt dat het project gestart is; § 2. 35 % als tweede schijf, wanneer door de projectverantwoordelijke aan de hand van bewijskrachtige facturen en bewijzen van betaling, 40 % van de begrote projectkosten werden verantwoord aan de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma; § 3. de resterende 15 % wordt pas vrijgegeven na voorlegging van de nodige stavingsstukken en na eindcontrole van het project door de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma, op voorwaarde dat het saldo verschuldigd is. Hiervoor is vereist : a) een afschrift van de definitieve afrekening door de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma waaruit blijkt hoeveel subsidie de Europese Commissie heeft toegekend en welke kosten zij als subsidiabel heeft beschouwd;b) een kopie van de bewijsstukken die volgens de bepalingen van het contract ook aan de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma werden voorgelegd;c) het eindrapport dat aan de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma werd bezorgd. De gelden worden gestort op een door de projectverantwoordelijke te voorzien rekeningnummer.

Art. 5.De projectverantwoordelijke verzekert de coördinatie van het project en is financieel eindverantwoordelijke ten aanzien van de Europese Commissie.

De projectverantwoordelijke blijft na verloop van het project instaan voor de gebeurlijke invordering van bedragen voor rekening van de Vlaamse overheid die verband houden met overeenkomsten die hij heeft afgesloten in het kader van het project.

Art. 6.De projectverantwoordelijke houdt een gedetailleerde boekhouding bij van alle uitgaven verbonden aan het project. De werkelijkheid van de uitgaven dient te worden aangetoond aan de hand van bewijskrachtige facturen, aangevuld met bewijzen van kwijting.

Onverminderd de bepalingen in artikelen 53 tot en met 57 van het Rekendecreet over de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, alsook de bepalingen in artikelen 63 tot en met 67 van hetzelfde decreet over de controle door het Rekenhof, dient de boekhouding steeds ter inzage te zijn van de vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid welke ter plaatse controle kunnen uitoefenen over de aanwending van de toegekende bedragen.

Art. 7.De projectpartner verbindt zich ertoe om in elke mondelinge en schriftelijke communicatie te vermelden dat het project wordt uitgevoerd met de steun van het Vlaams Energieagentschap. In elke communicatie, in woord en beeld, moet het logo van het Vlaams Energieagentschap opgenomen worden.

Art. 8.De Vlaamse overheid kan de uitbetaling van de subsidie stopzetten en/of terugbetaling eisen als en in de mate dat : 1° het project niet voldoet aan alle wettelijke bepalingen;2° één of meerdere bepalingen van dit besluit niet werden nageleefd;3° de subsidie niet wordt aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend;4° de controle, vermeld in artikel 6, verhinderd of belemmerd wordt;5° het contract met de bevoegde autoriteit van het Interreg IVB NWE programma vroegtijdig wordt stopgezet.

Art. 9.De wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het KB van 31 mei 1933 betreffende verklaringen te doen in verband met subsidies van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de staat zijn, dient nageleefd te worden.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 juni 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^