gepubliceerd op 31 augustus 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen
8 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 16 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 juni 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat door de decreten van 20 december 1996 en 16 maart 1999 het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden werd gewijzigd en dat deze wijzigingen een dringende aanpassing noodzakelijk maken van het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de verzorgingsinstellingen;
Overwegende dat er een dringende maatschappelijke vraag bestaat naar de uitbouw van de functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis; dat in de ingediende zorgstrategische plannen van de ziekenhuizen de problematiek van de daghospitalisatie aan de orde wordt gesteld; dat de federale overheid al erkenningsnormen heeft vastgesteld voor de functie chirurgische daghospitalisatie bij koninklijk besluit van 25 november 1997; dat de toekenning van investeringssubsidies door de Vlaamse Gemeenschap dringend noodzakelijk is om op dit maatschappelijk gegeven een aangepast beleidsmatig antwoord te geven;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° initiatiefnemer : rechtspersoon die zorg- en dienstverlening organiseert in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, bedoeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;2° investering : kosten voor bouw-, uitbreidings- en verbouwingswerkzaamheden, aankoop, uitrusting of apparatuur door initiatiefnemers, met uitzondering van de aankoop van grond;3° investeringssubsidie : subsidie als bijdrage in de kostprijs of de financiering van de investering door een initiatiefnemer;4° subsidiebelofte : verbintenis, die op het lopende begrotingsjaar wordt vastgelegd, om voor een investering een investeringssubsidie toe te kennen;5° subsidiebeslissing : de beslissing die het gedeelte bepaalt van de subsidiebelofte dat voor een bepaalde projectfase wordt voorbehouden;6° project : het deel van de geplande infrastructuur, zoals omschreven in het masterplan, waarvoor de initiatiefnemer een subsidiebelofte of een subsidiebeslissing vraagt;7° projectfase : één van de hoogstens vier delen van een project waarvoor een subsidiebeslissing getroffen kan worden, deze vier delen kunnen zijn : a) de ruwbouw;b) de technische uitrusting;c) de afwerking;d) de uitrusting en de meubilering;8° masterplan : globale en beschrijvende schets met kostenraming van de door de initiatiefnemer geplande infrastructuur afhankelijk van de doelgroep, de capaciteit, de uitvoeringsterrnijnen en toekomstige ontwikkelingen, met daarbij een financieel plan in verhouding tot de verwachte exploitatie;9° nieuwbouw : een nieuwe bouwconstructie met een eigen, autonome en functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden die een ruwbouw bevat;10° uitbreiding : het bouwen van een nieuwe bouwconstructie aan of bij een bestaande constructie die een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden heeft of voor dergelijke bestemming in aanmerking komt en waarbij de nieuwe constructie functioneel aansluit;11° aankoop : de verwerving van een gebouw dat in aanmerking komt voor een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden;12° verbouwing : elke materiële ingreep, met uitzondering van uitbreiding alsmede van de onderhoudswerken of de door slijtage noodzakelijke vervangingswerken, tot verbetering of vernieuwing van een gebouw met een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden, of dat voor een dergelijke functionele bestemming in aanmerking komt;13° ziekenhuis : de instellingen voor gezondheidszorg waarin op ieder ogenblik geëigende medisch-specialistische onderzoeken en/of behandelingen in het domein van de geneeskunde, de chirurgie en eventueel de verloskunde in pluridisciplinair verband verstrekt kunnen worden, binnen het nodige en aangepaste medische, medisch-technische, verpleegkundige, paramedische en logistieke kader, aan personen die er worden opgenomen en kunnen verblijven, omdat hun gezondheidstoestand deze verzorging vereist om zo vlug mogelijk de ziekte te bestrijden of te verlichten, de gezondheidstoestand te herstellen of te verbeteren of de letsels te stabiliseren;14° rust- en verzorgingstehuis : de instellingen bestemd voor verzorgingsbehoevende personen die zijn aangetast door een aandoening van langdurige aard met dien verstande evenwel dat : a) bij deze personen voor hun opname het nodige diagnostische onderzoek werd verricht, en zij iedere actieve en reactiverende behandeling hebben ondergaan zonder dat de functies met betrekking tot het dagelijks leven volledig hersteld zijn;b) dagelijks medisch toezicht en permanente medische gespecialiseerde behandeling niet vereist zijn;c) de algemene gezondheidstoestand van deze personen een opname in een rust- en verzorgingstehuis vereist om verpleegkundige en paramedische zorg en hulpverlening te ontvangen voor hun noodzakelijke levensactiviteiten;15° psychiatrisch verzorgingstehuis : instellingen bestemd voor : a) personen met een langdurige en gestabiliseerde psychische stoornis, met dien verstande dat zij : - geen ziekenhuisbehandeling vergen; - vanwege de psychische toestand niet in aanmerking komen voor opname in een rust- en verzorgingstehuis; - niet in aanmerking komen voor beschut wonen; - geen behoefte hebben aan een ononderbroken psychiatrisch toezicht; - behoefte hebben aan een continue begeleiding; b) mentaal gehandicapten met dien verstande dat zij : - geen ziekenhuisbehandeling vergen; - niet in aanmerking komen voor beschut wonen; - niet in aamnerking komen voor een opname in een medisch-pedagogische instelling; - geen behoefte hebben aan een ononderbroken psychiatrisch toezicht; - behoefte hebben aan een continue begeleiding; 16° federale wetgeving : de hier opgesomde besluiten evenals de bepalingen die ter aanvulling, wijziging of vervanging ervan worden uitgevaardigd : a) het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend;b) het ministerieel besluit van 4 september 1978 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 juli 1971 tot vaststelling van de maximumkostprijs per bed die in aanmerking moet worden genomen voor de toepassing van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, hierna genoemd het ministerieel besluit van 4 september 1978;c) het ministerieel besluit van 1 september 1978 tot wijziging van de ministeriële besluiten van 1 juli 1971 en 8 november 1973 tot vaststelling van de maximumkostprijs per bed die in aanmerking moet worden genomen voor de toepassing van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, hierna genoemd het ministerieel besluit van 1 september 1978;17° functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis : een aanwijsbare entiteit binnen de vestigingsplaats van een ziekenhuis, met uitzondering van een psychiatrisch ziekenhuis, waarin verstrekkingen worden verricht als bedoeld in de desbetreffende artikelen van de overeenkomst tussen de verplegingsinrichtingen en de verzekeringsinstellingen, zonder dat deze verstrekkingen aanleiding geven tot een ziekenhuisverblijf met overnachting;18° subsidiabele oppervlakte : de som van de per bouwlaag berekende nuttige vloeroppervlakte, buitenmuren inbegrepen, die in aanmerking wordt genomen voor subsidiëring.
Art. 2.§ 1. Medische diensten en medisch-technische diensten zoals opgesomd in § 2 zijn niet begrepen in het aantal m2 zoals bepaald in artikel 4, § 1, noch in de bedragen zoals bepaald in artikel 5, § 1, en artikel 6, § 1. § 2. De medische diensten en medisch-technische diensten bedoeld in § 1 zijn : 1° de diensten voor chronische dialyse in een ziekenhuis;2° de diensten radiotherapie. HOOFDSTUK II. - Bouwtechnische en bouwfysische normen
Art. 3.§ 1. De algemene bouwtechnische en de bouwfysische normen waaraan de infrastructuur met een functionele bestemming als verzorgingsinstelling moet voldoen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen zijn : 1° de regelgeving over de brandveiligheid;2° de regelgeving over de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek;3° de regelgeving over de minimumeisen voor thermische isolatie van woongebouwen;4° de NBN-normen, uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie vzw en het Belgisch Elektrotechnisch Comité;5° het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming en de regelgeving bekeffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;6° het Algemeen Reglement inzake elektrische installaties;7° de typebestekken, gebruikt door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Leefmilieu en Infrastructuur 8° de regelgeving over de stedenbouw en ruimtelijke ordening;9° de regelgeving over de milieuvergunningen;10° de regelgeving over de integratie van kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse Gemeenschap behoren. § 2. De specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen waaraan de infrastructuur met een functionele bestemming als ziekenhuis moet voldoen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen, zijn opgenomen in de besluiten ter uitvoering van artikel 44, 68 en 69 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987. § 3. De specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen waaraan de infrastructuur met een functionele bestemming als rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis moet voldoen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen, zijn opgenomen in de besluiten ter uitvoering van artikel 5 van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging. § 4. De specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen waaraan de infrastructuur met een functionele bestemming als functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis moet voldoen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen, zijn opgenomen in de besluiten ter uitvoering van artikel 44, 68 en 69 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987. HOOFDSTUK III. - Subsidiabele oppervlakte
Art. 4.§ 1. De subsidiabele oppervlakte bedraagt per bed of plaats maximaal : 1° 82 m2 voor een algemeen ziekenhuis met inbegrip van de functie daghospitalisatie binnen een algemeen ziekenhuis, behalve voor de bedden Sp-chronisch, de bedden of plaatsen voor partiële opname in psychiatrische diensten en de diensten zoals bedoeld in artikel 2;2° 120 m2 voor een universitair ziekenhuis met inbegrip van de functie daghospitalisatie binnen een universitair ziekenhuis, behalve voor de bedden Sp-chronisch, de bedden of plaatsen voor partiële opname in psychiatrische diensten en de diensten zoals bedoeld in artikel 2;3° 55 m2 voor een bed Sp-chronisch;4° 67 m2 voor een psychiatrisch ziekenhuis, behalve voor de bedden of plaatsen voor partiële opname in psychiatrische diensten;5° 38 m2 voor partiële dagopname in psychiatrische diensten;6° 50 m2 voor partiële nachtopname in psychiatrische diensten;7° 55 m2 voor een rust- en verzorgingstehuis;8° 60 m2 voor een psychiatrisch verzorgingstehuis. § 2. Bij uitbreiding komt enkel de nieuwgebouwde oppervlakte voor subsidiëring in aanmerking die samen met de oppervlakte van het behouden gedeelte van het bestaande gebouw de maximale subsidiabele oppervlakte vermeld onder § 1 niet overschrijdt. § 3. Van de maximale subsidiabele oppervlakte in §§ 1 en 2 kan enkel op gemotiveerd verzoek afgeweken worden in zoverre de erkennings- en exploitatievoorwaarden het vereisen. § 4. Onverminderd § 1, 7°, komen rust- en verzorgingstehuizen slechts voor een investeringssubsidie in aamnerking op voorwaarde dat het maximum van 65 m2 bruto gebouwde oppervlakte per woongelegenheid niet wordt overschreden. HOOFDSTUK IV. - Investeringssubsidie
Art. 5.§ 1. De investeringssubsidie voor de nieuwbouw van een ziekenhuis wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de federale wetgeving. § 2. Onverminderd artikel 7 van het ministerieel besluit van 1 september 1978 en artikel 6 van het ministerieel besluit van 4 september 1975 moeten de eventuele buitengewone uitgaven aanvaard zijn uiterlijk op het ogenblik van de toekenning van de subsidiebeslissing of van de eerste subsidiebeslissing als het een project met meerdere projectfases betreft. § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de nieuwbouw van een psychiatrisch verzorgingstehuis bedraagt 60 % van de kostprijs van de werkzaamheden, leveringen en diensten met dien verstande dat de kostprijs beperkt wordt tot 2.857.000 frank per PVT-bed (bedrag inclusief uitrusting en meubilering, 7 % algemene onkosten en 20,5 % BTW). § 4. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie voor een ziekenhuis als volgt verdeeld : 1° ruwbouw : 25 %;2° technische uitrusting : 25 %;3° afwerking : 25 %;4° uitrusting en meubilering : 25 %. De Vlaamse minister, bevoegd voor de investeringen voor verzorgingsinstellingen, kan andere aangepaste percentages bepalen met evenwel een maximum van : 1° ruwbouw : 35 %;2° technische uitrusting : 35 %;3° afwerking : 35 %;4° uitrusting en meubilering : 35 %. De Vlaamse minister, bevoegd voor de investeringen voor verzorgingsinstellingen, kan andere aangepaste percentages bepalen met evenwel een maximum van : 1° ruwbouw : 45 %;2° technische uitrusting : 35 %;3° afwerking : 40 %;4° uitrusting en meubilering : 20 %.
Art. 6.§ 1. De investeringssubsidie voor uitbreiding van een ziekenhuis is vastgesteld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de federale wetgeving. § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding van een psychiatrisch verzorgingstehuis bedraagt 60 % van de kostprijs van de werkzaamheden, leveringen en diensten met dien verstande dat de kostprijs beperkt wordt tot 42.750 frank per m2 (bedrag exclusief uitrusting en meubilering en inclusief 7 % algemene onkosten en 20,5 % BTW). § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding van een functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis wordt op een identieke wijze vastgesteld als het basisbedrag vastgesteld voor de uitbreiding van een ziekenhuis. § 4. De investeringssubsidie voor de eerste uitrusting en meubilering bij uitbreiding van een ziekenhuis of een psychiatrisch verzorgingstehuis bedraagt 60 % van de kostprijs met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan 60 % van de goedgekeurde raming. § 5. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste uitrusting en meubilering bij uitbreiding van een functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis is vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming. Dit basisbedrag wordt, indien nodig, verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. § 6. De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding van een ziekenhuis, van een psychiatrisch verzorgingstehuis, of van een functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis kan niet hoger zijn dan het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw zoals bepaald in artikel 5. § 7. Voor een uitbreiding met een deel dat geen verpleegeenheid bevat, wordt de prijs per m2 vastgesteld overeenkomstig de bedragen, bepaald in §§ 1, 2 en 3, voor de bijhorende diensten waarin wel een verpleegeenheid is opgenomen.
Art. 7.De investeringssubsidie voor uitbreiding van een rust- en verzorgingstehuis wordt vastgesteld conform artikel 5, § 3, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, met dien verstande dat de totale som van de subsidie, uitrusting en ineubilering inbegrepen, niet hoger mag zijn dan de subsidie uitgetrokken voor de nieuwbouw van een rusthuis, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de. bouwtechnische normen voor voorzieningen voor bejaarden.
Art. 8.§ 1. De investeringssubsidie voor verbouwing van een ziekenhuis is vastgesteld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de federale wetgeving, met dien verstande dat de subsidie niet hoger kan zijn dan 60 % van de goedgekeurde raming. § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwing van een psychiatrisch verzorgingstehuis is vastgesteld op 60 % van de kostprijs van de werkzaamheden, leveringen en diensten met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan 60 % van de goedgekeurde raming. § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwing van een functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis is vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming. Dit basisbedrag wordt, indien nodig, verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. § 4. De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor verbouwing mag ten hoogste 75 % bedragen van het basisbedrag van de investeringssubsidie voor uitbreiding, zoals bepaald in artikel 6.
Art. 9.De investeringssubsidie voor verbouwing van een rust- en verzorgingstehuis wordt vastgesteld conform artikel 5, § 3, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, met dien verstande dat de totale som van de subsidie, uitrusting en meubilering niet inbegrepen, niet hoger mag zijn dan 75 % van de subsidie uitgetrokken voor de uitbreiding van een rusthuis zoals bepaald in artikel 6, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg.
Art. 10.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop van een psychiatrisch verzorgingstehuis of van een partiële opnamedienst (a, t, k) en de daar noodzakelijk bijbehorende verbouwing, de eerste uitrusting en meubilering inbegrepen, bedraagt maximaal 75 % van het basisbedrag van de investeringssubsidie die geldt voor uitbreiding.
Voor de aankoop kan ten hoogste 60 % van de som van de door het comité van aankoop geschatte venale waarde van het gebouw en de met de aankoop verbonden en bewezen notariskosten en registratierechten of BTW, in aanmerking komen voor de investeringssubsidie.
Art. 11.§ 1. De investeringssubsidie voor meubilering en uitrusting van een ziekenhuis en een rust- en verzorgingstehuis, die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden aangeschaft, wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de federale wetgeving met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan 60 % van de goedgekeurde raming. De algemene onkosten tegen 5 % voor de ziekenhuizen en 7 % voor de rust- en verzorgingstehuizen en de geldende BTW worden tevens gesubsidieerd. § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor meubilering en uitrusting van een psychiatrisch verzorgingstehuis, die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden aangeschaft, bedraagt 60 % van de kostprijs met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan 60 % van de goedgekeurde raming. De algemene onkosten tegen 7 % en de geldende BTW worden tevens gesubsidieerd. § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor meubilering en uitrusting van een functie daghospitalisatie binnen een ziekenhuis, die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden aangeschaft, bedraagt 60 % van de kostprijs met dien verstande dat de subsidie niet hoger is dan 60 % van de goedgekeurde raming. De algemene onkosten tegen 5 % en de geldende BTW worden tevens gesubsidieerd.
Art. 12.In een periode van tien jaar na de voorlopige oplevering van een investering van nieuwbouw, van uitbreiding, van aankoop met verbouwing of van verbouwing kan geen investeringssubsidie worden verkregen voor hetzelfde project, ongeacht of de investeringssubsidie is verkregen in een andere sector van de persoonsgebonden aangelegenheden. Enkel als een verbouwing noodzakelijk wordt opgelegd door de gewijzigde regelgeving of door de opgelegde veiligheidsvoorschriften, kan binnen deze periode een investeringssubsidie voor verbouwing worden verkregen.
Art. 13.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor het onroerend gedeelte van de diensten zoals bedoeld in artikel 2 bedraagt 60 % van de goedgekeurde raming. Dit basisbedrag wordt, indien nodig, verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. § 2. Het roerende gedeelte van de diensten zoals bedoeld in artikel 2 kan ten hoogste gesubsidieerd worden tegen 60 % van de goedgekeurde raming. De investeringssubsidie wordt zo nodig aangepast op basis van de eindafrekening, zonder dat het resultaat van deze aanpassing hoger kan zijn dan 60 % van de goedgekeurde raming. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald.
Art. 14.§ 1. De bedragen zoals omschreven in artikel 5, § 3, en artikel 6, § 2, kunnen aangepast worden aan eventueel wisselende BTW-aanslagvoeten zoals die gelden op het ogenblik van de subsidieberekening. § 2.De bedragen vermeld in artikel 5, § 3, en in artikel 6, § 2 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de bouwindex. De basisindex is die van 1 januari 1994.
Art. 15.Voor de bepalingen vermeld in artikel 6, § 4, en in artikel 8, § 2, omvat de investeringssubsidie, naast het bedrag dat exclusief BTW wordt vastgesteid, een subsidie voor de BTW tegen het geldende tarief en voor de algemene onkosten tegen 7 %. De totale investeringssubsidie wordt dan als volgt berekend : basisbedrag + geldende BTW op het basisbedrag + algemene onkosten à 7 % op het basisbedrag + geldende BTW op de algemene onkosten. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 16.Het besluit van de Vlaamse regering van 30 november 1994 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische norlnen voor de verzorgingsinstellingen, wordt opgeheven.
Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor de investeringen voor verzorgingsinstellingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juni 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER