gepubliceerd op 26 juli 2005
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen
8 JULI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 3 mei 1989 houdende erkenning van adoptiediensten;
Gelet op het decreet van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen, gewijzigd bij het decreet van 22 december 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 8 juni 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 juni 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat een besluitswijziging onverwijld moet worden genomen gelet op de rechtszekerheid die dringend aan de burgers moet worden geboden in het kader van adoptie;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 april 2002 betreffende adoptiediensten die bemiddelen voor binnenlandse kinderen wordt opgeheven.
Art. 2.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 18.De adoptiedienst heeft een duidelijk afgebakend dienstverleningsaanbod dat bestaat uit : 1° een kwalitatieve voorbereiding van kandidaat-adoptanten die moet bijdragen tot een verantwoorde en bewuste keuze om al dan niet een kind te willen adopteren.Het voorbereidingsprogramma moet worden goedgekeurd door Kind en Gezin; 2° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-6 van het Burgerlijk Wetboek, dat de jeugdrechter inlichtingen verschaft over de geschiktheid van de adoptant om te adopteren.Dat maatschappelijk onderzoek moet resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na het vonnis waarbij het is bevolen; 3° het voeren van het maatschappelijk onderzoek, vermeld in artikel 1231-35 van het Burgerlijk Wetboek, dat de jeugdrechter inlichtingen verschaft omtrent de adoptabiliteit van een kind.Dat maatschappelijk onderzoek moet resulteren in een verslag over de adoptant dat neergelegd wordt ter griffie binnen twee maanden na het vonnis waarbij het is bevolen; 4° het begeleiden van ongewenst zwangere vrouwen en ouders die niet zelf voor hun kinderen kunnen zorgen en die overwegen afstand van hun kind te doen, naar een verantwoorde keuze voor de toekomst van het kind, rekening houdend met de bepalingen van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind;5° het verstrekken van de informatie, vermeld in artikel 348-4, tweede en derde lid van het Burgerlijk Wetboek, aan de personen, vermeld in 4°;6° het bemiddelen inzake adoptie voor kinderen uit het binnenland, waarbij de adoptiedienst op gemotiveerd voorstel van het interdisciplinair team een beslissing neemt tot toewijzing van een kind aan de kandidaat-adoptant;7° het verstrekken van eerste nazorg met als doel de integratie van het kind in het gezin te stimuleren, vooral in de eerste periode na de plaatsing.»
Art. 3.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 19.De voorbereiding wordt gegeven binnen een redelijke termijn nadat de adoptant zich bij de adoptiedienst aangeboden heeft. Aan het einde van de voorbereiding geeft de adoptiedienst aan de adoptant een attest waaruit blijkt dat hij de voorbereiding gevolgd heeft. »
Art. 4.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art 20. § 1. Het voorbereidingsprogramma omvat de stappen in de procedure, de juridische en andere gevolgen van de adoptie, de mogelijkheden en het nut van de nazorg na de adoptie. § 2. Het voorbereidingsprogramma duurt minstens 20 uur en wordt volledig door de adoptanten gevolgd. »
Art. 5.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. de adoptiedienst sluit een bemiddelingscontract met de adoptant die via de dienst een kind wil adopteren. »
Art. 6.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 34.§ 1. Als Kind en Gezin vaststelt dat de adoptiedienst niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de minister adviseren om de erkenning van de adoptiedienst onmiddellijk in te trekken of voor een bepaalde termijn te schorsen. Kind en Gezin brengt de adoptiedienst hiervan vooraf per aangetekende brief op de hoogte. De adoptiedienst kan binnen veertien dagen vragen om te worden gehoord. § 2. De minister neemt uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het advies van Kind en Gezin een beslissing over de intrekking van de erkenning of de schorsing ervan. § 3. De minister deelt zijn beslissing mee aan Kind en Gezin die de adoptiedienst daarvan onverwijld op de hoogte brengt. »
Art. 7.In artikel 39, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « of de weigering tot verlenging van de erkenning » geschrapt.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juli 2005.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE