Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 september 1999
gepubliceerd op 28 december 1999

Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de procedure voor het verlenen van de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036500
pub.
28/12/1999
prom.
07/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/07/1999036500/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de procedure voor het verlenen van de vrijstellingen van het inschrijvingsgeld


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 50, § 4;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 1999;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 23 maart 1999, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 juni 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De vrijstellingen vermeld in artikel 50, § 2, 1° tot 6°, en § 3, 2°, van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, worden verleend na overlegging van een attest uitgereikt door : 1° het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, voor de cursisten die aanspraak kunnen maken op het bestaansminimum;2° de bevoegde dienst, voor de cursisten die, in toepassing van de reglementeringen inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid, ingeschreven zijn als uitkeringsgerechtigde werklozen of als niet-werkende verplicht ingeschreven werkzoekenden;3° de bevoegde dienst, voor de cursisten die ouder dan 25 jaar zijn en in toepassing van de reglementeringen inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid, vrij ingeschreven zijn als niet-werkende werkzoekenden;4° het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, voor de cursisten die bij dit fonds ingeschreven zijn;5° de Dienst Vreemdelingenzaken van het ministerie van Binnenlandse Zaken, voor de cursisten die een procedure tot erkenning als politiek vluchteling lopende hebben, voor definitief erkende vluchtelingen volstaat een uittreksel uit het bevolkingsregister;6° de directeur van de strafinrichting, voor de cursisten die als gedetineerde verblijven in één van de Belgische strafinrichtingen;7° de coördinator van het centrum basiseducatie, voor de cursisten die een vooropleiding in de basiseducatie gevolgd hebben. § 2. De in § 1 opgesomde administraties of personen vermelden in het attest of de cursist op het ogenblik van zijn inschrijving voor een afdeling, opleiding of optie aan de voorwaarden van de beschreven categorie voldoet om vrijstelling van het inschrijvingsgeld te genieten. § 3. Cursisten die nog leerplichtig zijn op het ogenblik van hun inschrijving moeten geen attest voorleggen. De vrijstelling wordt verleend op basis van hun leeftijd, die zij op basis van een officieel document moeten aantonen.

Art. 2.Cursisten die ten laste komen van één van de categorieën vermeld in artikel 50, § 2, 1° tot 6°, van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, kunnen slechts vrijgesteld worden als volgende attesten voorgelegd worden : 1° een attest, zoals beschreven in artikel 1, waaruit blijkt dat de persoon, van wie zij ten laste komen, behoort tot één van de categorieën opgesomd in artikel 50, § 2, 1° tot 6°, van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs.2° een gezamenlijke verklaring op eer ondertekend zowel door de cursist als door de persoon van wie hij/zij ten laste komt.

Art. 3.§ 1. De centra voor volwassenenonderwijs bewaren de in artikel 1, § 1 en in artikel 2 opgesomde attesten en verklaringen, alfabetisch gerangschikt op naam van de cursist, in een afzonderlijk klassement. § 2. De daartoe door de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, gemachtigde ambtenaren hebben te allen tijde het recht inzage te nemen van het klassement vermeld in § 1 om na te gaan : 1° of de cursist op het ogenblik van zijn inschrijving aanspraak kan maken op een vrijstelling van het inschrijvingsgeld;2° of de vrijstelling gestaafd wordt door het in dit besluit bepaalde attest of verklaring.

Art. 4.§ 1. Met het oog op de betaling van het inschrijvingsgeld van de vrijgestelde cursisten door het departement Onderwijs, zendt het bestuur vóór 31 maart van elk schooljaar voor elk van zijn centra een alfabetische overzichtlijst van de vrijgestelde cursisten. Op deze lijst mogen enkel de cursisten vermeld worden die zich inschreven binnen de periode van 1 februari van het voorgaande schooljaar tot en met 31 januari van het lopende schooljaar. § 2. Bij wijze van overgang worden op de lijst, die vóór 31 maart 2000 ingezonden moet worden, enkel de cursisten vermeld die zich inschreven binnen de periode van 1 september 1999 tot en met 31 januari 2000. § 3. Indien het bestuur verzuimt de overzichtslijsten vóór 31 maart in te zenden, kan het geen aanspraak meer maken op de betaling van de inschrijvingsgelden van de vrijgestelde cursisten voor de betrokken periode. De datum van de poststempel geldt als bewijs dat de lijsten tijdig ingezonden werden.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^