gepubliceerd op 23 november 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage
7 OKTOBER 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, artikel 82, gewijzigd bij de decreten van 14 februari 2003, 22 juni 2007 en 8 mei 2009, en artikel 84, gewijzigd bij de decreten van 28 april 1993 en 8 mei 2009;
Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, artikel 56, gewijzigd bij de decreten van 14 februari 2003, 22 juni 2007 en 8 mei 2009, en artikel 58, gewijzigd bij de decreten van 28 april 1993 en 8 mei 2009;
Gelet op het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III, titel II, hoofdstuk II, artikel 4, vervangen bij het decreet van 9 juli 2010, artikel 5, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, artikel 7, gewijzigd bij de decreten van 1 december 1998, 20 oktober 2000 en 15 juni 2007, en artikel 10, gewijzigd door de decreten van 14 juli 1998 en 18 mei 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 juni 2011;
Gelet op protocol nr. 759 van 15 juli 2011 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op protocol nr. 526 van 15 juli 2011 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, vermeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op advies 50.071/1 van de Raad van State, gegeven op 22 september 2011 met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010, wordt in punt 11° de woorden "codificatie betreffende het secundair onderwijs" vervangen door de woorden "Codex Secundair Onderwijs".
Art. 2.In artikel 11, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003, 8 september 2006, 17 oktober 2008, 28 mei 2010 en 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de laatste tabel wordt vervangen door wat volgt :
TERBESCHIKKINGSTELLING
WEDERTEWERKSTELLING
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn omdat zij door een beslissing van Medex definitief ongeschikt verklaard werden om op normale en regelmatige wijze hun ambt uit te oefenen, maar die wel geschikt bevonden werden om tewerkgesteld te worden onder bepaalde voorwaarden
wervingsambten, rekening houdend met de beslissing van Medex, van het : - bestuurs- en onderwijzend personeel - opvoedend hulppersoneel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel
2° de laatste tabel wordt vervangen door wat volgt :
TERBESCHIKKINGSTELLING
WEDERTEWERKSTELLING
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn omdat zij door een beslissing van Medex definitief ongeschikt verklaard werden om op normale en regelmatige wijze hun ambt uit te oefenen, maar die wel geschikt bevonden werden om tewerkgesteld te worden onder bepaalde voorwaarden
wervingsambten, rekening houdend met de beslissing van Medex, van het : - bestuurs- en onderwijzend personeel - opvoedend hulppersoneel - ondersteunend personeel - beleids- en ondersteunend personeel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in het kader van een procedure tot re-integratie en door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer geschikt geacht zijn om een andere functie uit te oefenen
wervingsambten, rekening houdend met de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, van het : - bestuurs- en onderwijzend personeel - ondersteunend personeel - beleids- en ondersteunend personeel - opvoedend hulppersoneel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel
".
Art. 3.In artikel 12bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, 23 september 2005, 17 oktober 2008 en 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "codificatie betreffende het secundair onderwijs" vervangen door de woorden "Codex Secundair Onderwijs";2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : "§ 2.Voor de toepassing van dit besluit richt een scholengemeenschap een reaffectatiecommissie op volgens de samenstelling van die scholengemeenschap op 1 september van het schooljaar waarin de toewijzingen van die commissie ingaan." 3° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt : "§ 5.De reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap heeft de volgende bevoegdheden : 1° het verzamelen van gegevens over de vacatures en de ter beschikking gestelde personeelsleden;2° het reaffecteren van ter beschikking gestelde personeelsleden binnen de instellingen van de scholengemeenschap, met inbegrip van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap in het basisonderwijs die de eerste schooldag van oktober als teldag hebben;3° het weder tewerkstellen binnen dezelfde categorie van ter beschikking gestelde personeelsleden binnen de instellingen van de scholengemeenschap, met inbegrip van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap in het basisonderwijs die de eerste schooldag van oktober als teldag hebben;4° het behandelen van de bezwaarschriften tegen reaffectaties en wedertewerkstellingen, uitgesproken door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap.De reaffectaties en wedertewerkstellingen waarvan blijkt dat ze in strijd zijn met het decreet of de regelgeving, worden onmiddellijk ingetrokken en zo mogelijk vervangen door een nieuwe reaffectatie of wedertewerkstelling."; 4° aan paragraaf 5 wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt : "5° Nadat de bepalingen van punt 1° tot en met 4° zijn gerealiseerd, wijst de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap personeelsleden die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking een andere functie toe bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11.Bij die toewijzing houdt de reaffectatiecommissie rekening met de beslissing van Medex, respectievelijk de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. De reaffectatiecommissie bezorgt de gegevens over die personeelsleden en de uitvoering die ze aan de desbetreffende dossiers heeft gegeven aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.".
Art. 4.In artikel 12ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : "§ 2.De reaffectatiecommissie van de scholengroep gaat als volgt te werk : 1° In de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor : a) het gewoon basisonderwijs;b) het buitengewoon basisonderwijs. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd.
In derde instantie wordt weder tewerkgesteld volgens de bepalingen van dit besluit tussen het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs; 2° In de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor : a) het gewoon secundair onderwijs;b) het buitengewoon secundair onderwijs. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd.
In derde instantie wordt wedertewerkgesteld volgens de bepalingen van dit besluit tussen het gewoon en het buitengewoon secundair onderwijs; 3° In de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor het volwassenenonderwijs. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd; 4° In de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor het deeltijds kunstonderwijs. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd; 5° in de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de centra. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd; 6° Nadat de reaffectaties en wedertewerkstellingen, vermeld in 1° tot en met 5°, zijn gerealiseerd, wordt gereaffecteerd en weder tewerkgesteld volgens de bepalingen van dit besluit over de categorieën en onderwijsniveaus heen."; 2° aan paragraaf 2 wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt : "7° Nadat de bepalingen van punt 1° tot en met 6° zijn gerealiseerd, wijst de reaffectatiecommissie van de scholengroep personeelsleden die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking een andere functie toe bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11.Bij die toewijzing houdt de reaffectatiecommissie rekening met de beslissing van Medex, respectievelijk de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer. De reaffectatiecommissie bezorgt de gegevens over die personeelsleden en de uitvoering die ze aan de desbetreffende dossiers heeft gegeven aan de Vlaamse reaffectatiecommissie.".
Art. 5.Aan artikel 25bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002, 5 december 2003, 23 september 2005, 17 oktober 2008, 28 mei 2010 en 10 september 2010, wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 7. Als een instelling op 31 augustus uit een bestaande scholengemeenschap treedt, moet de inrichtende macht van die instelling de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, niet meer meedelen aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap waar de instelling uittreedt. Als die instelling op 1 september toetreedt tot een andere scholengemeenschap, moet de inrichtende macht van die instelling de gegevens, vermeld in paragraaf 2 en 3, meedelen aan de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap waartoe de instelling vanaf 1 september zal behoren. Die gegevens worden meegedeeld conform paragraaf 4. Als die instelling op 1 september niet meer tot een scholengemeenschap zal behoren, is artikel 25ter van toepassing.".
Art. 6.Aan artikel 25ter, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Dit artikel geldt ook voor de instelling die op 31 augustus uit een scholengemeenschap treedt en op 1 september niet tot een andere scholengemeenschap toetreedt.".
Art. 7.In artikel 34 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 en 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt punt A vervangen door wat volgt : "A.Instellingen die behoren tot een scholengemeenschap : Elke inrichtende macht is : 1° verplicht om bij het toewijzen van een betrekking van het ambt van onderwijzer in deze volgorde een beroep te doen : a) op elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die ze ter beschikking heeft gesteld met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs.Als deze inrichtende macht zelf verscheidene directeurs ter beschikking heeft gesteld, begint ze de directeur opnieuw in dienst te roepen die de grootste dienstanciënniteit heeft en, bij gelijke dienst anciënniteit, de directeur met de grootste ambtsanciënniteit; b) op elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die ter beschikking gesteld is met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, en van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs in een lagere school of in een basisschool die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen.2° in volgende volgorde : a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; c) verplicht om elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en bij deze inrichtende macht ter beschikking gesteld is met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs of die ter beschikking werd gesteld in een lagere school die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen in dienst te nemen, zelfs als ze nadien het hogervermelde personeelslid vast benoemd heeft in een van de ambten van onderwijzer, van leermeester godsdienst of van leermeester niet-confessionele zedenleer of van leermeester lichamelijke opvoeding of van bijzonder leermeester;d) verplicht om elke persoon die bij deze inrichtende macht ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt" in een instelling die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die van een andere inrichtende macht is overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen, in dienst te nemen.Die verplichting geldt niet als een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet worden aan een ter beschikking gesteld directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, behalve als de tijdelijk vacante betrekking van directeur zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van adjunct-directeur waarneemt.
Voor de toepassing van 1° en 2° geldt het volgende : - Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken. - Als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang. 3° verplicht om en naar keuze, bij het toewijzen van een functie van adjunct-directeur, als vermeld in artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, een van de directeurs van een basisschool in dienst te nemen die ten gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking;4° vrij om een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven; 5° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie, in dienst te nemen.Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking van directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt niet als een betrekking moet worden aangeboden aan een ter beschikking gestelde directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur in een instelling van een andere inrichtende macht; 6° onverminderd de bepalingen van hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde : a) vrij om een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht om een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij om een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij om een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;7° verplicht om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen; 8° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen."; 2° in paragraaf 1 wordt in punt A een punt 5°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "5°bis.verplicht om de personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11, in dienst te nemen. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die zijn aangesteld voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of een bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden."; 3° in paragraaf 1 wordt punt C vervangen door wat volgt : "C.Instellingen van netoverschrijdende scholengemeenschappen Elke inrichtende macht is in deze volgorde : 1° verplicht om bij het toewijzen van een betrekking van het ambt van onderwijzer bij voorrang een beroep te doen : a) op elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die ze ter beschikking heeft gesteld met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs.Als de inrichtende macht zelf verscheidene directeurs ter beschikking heeft gesteld, begint ze de directeur opnieuw in dienst te roepen die de grootste dienstanciënniteit heeft en, bij gelijke dienst anciënniteit, de directeur met de grootste ambtsanciënniteit; b) op elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die ter beschikking gesteld is met toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, en van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs in een lagere school of in een basisschool die ze van een andere in richtende macht heeft overgenomen;2° is in deze volgorde : a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; c) verplicht om elke directeur van een basisschool die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en bij die inrichtende macht ter beschikking gesteld is bij toepassing van de wettelijke bepalingen tot opheffing van de vierde graden of van artikel 22, a en c, van de gecoördineerde wetten op het lager onderwijs, of nog van de bepalingen van het koninklijk besluit houdende de eerste maatregelen tot rationalisatie van het gewoon lager onderwijs of die ter beschikking werd gesteld in een lagere school die ze van een andere inrichtende macht heeft overgenomen in dienst te nemen, zelfs als ze nadien het hogervermelde personeelslid vast benoemd heeft in een van de ambten van onderwijzer, van leermeester godsdienst of van leermeester niet-confessionele zedenleer, van leermeester lichamelijke opvoeding of van bijzonder leermeester;d) verplicht om elke persoon die bij deze inrichtende macht ter beschikking gesteld is in "hetzelfde ambt" in een instelling die tot dezelfde scholengemeenschap behoort en die van een andere inrichtende macht is overgenomen, hetzij door gewone overname, hetzij door fusie van instellingen in dienst te nemen.Die verplichting geldt niet als een tijdelijk vacante betrekking aangeboden moet worden aan een ter beschikking gesteld directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur, behalve als de tijdelijk vacante betrekking van directeur zich voordoet in de school waar het personeelslid de functie van adjunct-directeur waarneemt.
Voor de toepassing van 1° en 2° geldt het volgende : - Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken. - Als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang; 3° verplicht om en naar keuze, bij het toewijzen van een functie van adjunct-directeur, als vermeld in artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, een van de directeurs van een basisschool in dienst te nemen die ten gevolge van de vrijwillige fusie ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking.4° vrij om een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven; 5° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie, in dienst te nemen.Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt niet als een betrekking moet worden aangeboden aan een ter beschikking gestelde directeur die met toepassing van artikel 129 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 belast is met de functie van adjunct-directeur in een instelling van een andere inrichtende macht. Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het personeelslid wordt gereaffecteerd of weder tewerkgesteld, is het personeelslid niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden; 6° onverminderd de bepalingen van hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde : a) vrij om een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht om een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij om een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij om een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;7° verplicht om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen; 8° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen."; 4° in paragraaf 1 wordt in punt C een punt 5°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "5°bis.verplicht om de personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11, in dienst te nemen. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die zijn aangesteld voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of een bevorderingsambt. Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het personeelslid wordt gereaffecteerd of wedertewerkgesteld, is het personeelslid niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden. De gegevens van dat personeelslid worden dan gemeld aan de eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.".
Art. 8.In artikel 36 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, 17 oktober 2008, 28 mei 2010 en 10 september 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 2 wordt punt A vervangen door wat volgt : "A.Instellingen die behoren tot een scholengemeenschap Elke inrichtende macht is in deze volgorde : 1° a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling of pedagogische entiteit.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.
Voor de toepassing van a en b geldt het volgende : - als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken; - als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang; 2° vrij om een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid. De vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven. 3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie, in dienst te nemen.Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur of adjunct-directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen van directeur of adjunct-directeur die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan een van haar personeelsleden. Als het gaat om ter beschikking gestelde personeelsleden van het ondersteunend personeel, moet de toewijzing bij voorrang plaatsvinden in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dat niet mogelijk is, gebeurt de toewijzing in een betrekking met een andere puntenwaarde; 4° onverminderd de bepalingen van hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde : a) vrij om een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht om een personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij om een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij om een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;5° verplicht om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen; 6° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen."; 2° in paragraaf 2 wordt in punt A een punt 3°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "3°bis.Verplicht om de personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11, in dienst te nemen.
Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die zijn aangesteld voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of een bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur of adjunct-directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden."; 3° in paragraaf 2 wordt in punt B punt 1° vervangen door wat volgt : "1° a) Verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling of pedagogische entiteit.Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt. b) Verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort of in een instelling van deze inrichtende macht die vóór 1 september 1999 werd gesloten, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van deze inrichtende macht die niet tot een scholengemeenschap behoort.Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en voor personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.
Voor de toepassing van a en b geldt het volgende : - als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken; - als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;"; 4° in paragraaf 2 wordt punt C vervangen door wat volgt : "C.Instellingen van netoverschrijdende scholengemeenschappen Elke inrichtende macht is in deze volgorde : 1° a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling of pedagogische entiteit van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in die instelling of pedagogische entiteit.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van die volgorde worden afgeweken. Als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang.
Voor de toepassing van 1° en 2° geldt het volgende : - als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken; - als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang : 2° vrij om een van de terbeschikkinggestelde personeelsleden van de instellingen van de inrichtende macht die tot de scholengemeenschap behoren, in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in een instelling van de inrichtende macht die tot dezelfde scholengemeenschap behoort.Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid.
Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur; 3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie, in dienst te nemen.Dat geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur of adjunct-directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen van directeur of adjunct-directeur die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan een van haar personeelsleden.
Als het gaat om ter beschikking gestelde personeelsleden van het ondersteunend personeel, moet de toewijzing bij voorrang plaatsvinden in een vacante betrekking met dezelfde puntenwaarde als die van het ter beschikking gestelde personeelslid. Als dat niet mogelijk is, gebeurt de toewijzing in een betrekking met een andere puntenwaarde.
Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het personeelslid wordt gereaffecteerd of weder tewerkgesteld, is het personeelslid niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden.
De gegevens van dat personeelslid worden dan gemeld aan de eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie; 4° onverminderd de bepalingen van hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs hetzij het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in deze volgorde : a) vrij om een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht om een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij om een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij om een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;5° verplicht om in het gemeenschapsonderwijs de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen; 6° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen."; 5° in paragraaf 2 wordt in punt C een punt 3°bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "3°bis.verplicht om de personeelsleden van de instellingen van de scholengemeenschap die met toepassing van artikel 5, § 1bis, § 1ter of § 1quater, van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking zijn gesteld wegens ontstentenis van betrekking en die door de reaffectatiecommissie van de scholengemeenschap worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling over de categorieën heen conform artikel 11, in dienst te nemen. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die zijn aangesteld voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of een bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur of adjunct-directeur op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Als de instelling waar het ter beschikking gestelde personeelslid geaffecteerd is, behoort tot een ander net dan de instelling waarnaar het personeelslid wordt gereaffecteerd of weder tewerkgesteld, is het personeelslid niet verplicht de reaffectatie of wedertewerkstelling te aanvaarden. De gegevens van dat personeelslid worden dan gemeld aan de eerstvolgende bevoegde reaffectatiecommissie.".
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt in het opschrift van titel VI, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, het woord "instelling" vervangen door het woord "onderwijsinstelling".
Art. 10.In artikel 47 van hetzelfde besluit, vervangen bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 augustus 1999 en 23 september 2005, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder onderwijsinstelling : school, instelling, centrum voor volwassenenonderwijs of centrum voor leerlingenbegeleiding.
De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de personeelsleden, die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking aan een van de volgende onderwijsinstellingen : 1° onderwijsinstellingen van het Technisch Instituut van het Kempens Bekken;2° de School voor Moderne Beroepen in Kortrijk;3° het Hof ter Linden in Evergem;4° het Instituut voor Secundair Beroepsonderwijs in Zelzate;5° de Vrije Beroepsschool voor Beenhouwers-Charcutiers in Brussel;6° de gesubsidieerde vrije niet-confessionele onderwijsinstellingen die gesloten zijn;7° de gesubsidieerde vrije lagere school in Horebeke, Abraham Hansstraat 1;8° de gesubsidieerde vrije basisschool in Boechout, Lange Kroonstraat 1; 9° de gesloten onderwijsinstellingen die werden of worden overgedragen naar een inrichtende macht die behoort tot een ander net voorzover de personeelsleden ervoor opteren om niet mee over te gaan naar een onderwijsinstelling van het overnemende net en voorzover er voor die gesloten onderwijsinstellingen enkel de Vlaamse reaffectatiecommissie bestaat."
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt artikel 52, opgeheven door het decreet van 18 december 2009, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : "
Art. 52.De reaffectaties en wedertewerkstellingen voor het schooljaar 2011-2012 die vóór 1 september 2011 door een reaffectatiecommissie van een scholengemeenschap van het basisonderwijs zijn uitgesproken in een school die op 1 september 2011 niet meer tot die scholengemeenschap behoort, worden geacht gebeurd te zijn volgens dit besluit.
De reaffectaties en wedertewerkstellingen voor het schooljaar 2011-2012 die vóór 1 september 2011 zijn uitgesproken door een reaffectatiecommissie van een scholengemeenschap van het basisonderwijs t.a.v. personeelsleden die ter beschikking worden gesteld wegens ontstentenis van betrekking in een school die op 1 september 2011 niet meer tot die scholengemeenschap behoort, worden geacht gebeurd te zijn volgens dit besluit.".
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2011, met uitzondering van artikel 2, 2°, artikel 3, 4°, artikel 4, 2°, artikel 7, 2° en 4°, en artikel 8, 2° en 5°, die in werking treden op 1 september 2012.
Artikel 3, 2°, artikel 5 en artikel 6 hebben uitwerking met ingang van 1 augustus 2011.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 oktober 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET