Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 oktober 2017
gepubliceerd op 31 oktober 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, wat betreft de subsidie voor het generatiepact en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord

bron
vlaamse overheid
numac
2017031371
pub.
31/10/2017
prom.
06/10/2017
ELI
eli/besluit/2017/10/06/2017031371/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 OKTOBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, wat betreft de subsidie voor het generatiepact en tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/03/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017040188 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord sluiten betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 6, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2006 en 20 april 2012, artikel 12;

Gelet op het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/03/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017040188 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord sluiten betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

Gelet op advies 61.869/3 van de Raad van State, gegeven op 29 september 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFSTUK 1. - Wijzigingen van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014

Artikel 1.In artikel 1 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014 wordt een punt 22° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "22° /1 werknemer in het kader van het generatiepact: een werknemer voor wie een organisator aanspraak kan maken op een tegemoetkoming conform het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 12/06/2007 numac 2007022686 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten houdende de algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van tewerkstelling van jongeren in social profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;".

Art. 2.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017, wordt het opschrift van hoofdstuk 10 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 10. Subsidie voor ex-generatiepact".

Art. 3.In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat volgt: "Afdeling 1. Organisatoren van opvanglocaties in het Nederlandse taalgebied".

Art. 4.In hoofdstuk 10, afdeling 1, van hetzelfde besluit worden voor artikel 90 een artikel 89/1 tot en met 89/5 ingevoegd, die luiden als volgt: "

Art. 89/1.Een organisator van opvanglocaties in het Nederlandse taalgebied die een tegemoetkoming krijgt of kreeg voor een aantal voltijdsequivalenten van werknemers in het kader van het generatiepact, kan een subsidie voor ex-generatiepact krijgen van Kind en Gezin, conform artikel 89/2 tot en met 89/5.

De subsidie voor ex-generatiepact kan op zijn vroegst worden toegekend vanaf het moment dat een werknemer geen tegemoetkoming meer krijgt in het kader van het generatiepact.

De subsidie voor ex-generatiepact wordt toegekend voor de realisatie van specifieke dienstverlening in een opvanglocatie van de organisator die in dezelfde gemeente ligt als de opvanglocatie waar de werknemer in het kader van het generatiepact werkte.

Als de organisator niet onmiddellijk de opvangplaatsen of de specifieke dienstverlening volgens de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 89/2 of 89/3, kan realiseren, kan hij een voorbehoud van de subsidie vragen. Het voorbehoud geldt uiterlijk tot en met 31 december 2018.

Art. 89/2.Een organisator met een subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang kan per voltijdsequivalent van een werknemer in het kader van het generatiepact een subsidie voor ex-generatiepact voor 6,84 equivalentvolle opvangplaatsen ontvangen als hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. De subsidie voor ex-generatiepact bedraagt 3265,68 euro per equivalentvolle opvangplaats.

De subsidie voor ex-generatiepact kan alleen toegekend worden voor de opvangplaatsen waarvoor de organisator: 1° voldoet aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 19 en artikel 21 tot en met 31;2° geen subsidie voor initiatief buitenschoolse opvang ontvangt.

Art. 89/3.Een organisator met een subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte kan per voltijdsequivalent van een werknemer in het kader van het generatiepact een subsidie voor ex-generatiepact voor tien opvangplaatsen ontvangen als hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. De subsidie voor ex-generatiepact bedraagt 2081,06 euro per opvangplaats.

De subsidie voor ex-generatiepact kan alleen toegekend worden voor de opvangplaatsen waarvoor de organisator: 1° voldoet aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 42 en artikel 44 tot en met 48;2° geen subsidie voor buitenschoolse opvang in een afzonderlijke binnenruimte ontvangt.

Art. 89/4.Als blijkt dat een organisator als vermeld in artikel 89/3, voor een aantal opvangplaatsen niet kan voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 89/3, tweede lid, kan hij de subsidie voor ex-generatiepact conform artikel 89/2 krijgen.

Art. 89/5.Als er na de toekenning van de subsidie conform artikel 89/2 en 89/3 nog middelen resteren, kan de minister beslissen om die middelen toe te kennen aan de organisatoren, vermeld in artikel 89/2 en 89/3, minstens volgens de voorwaarden vermeld in artikel 89/2, tweede lid, en artikel 89/3, tweede lid en met toepassing van de bedragen vermeld in artikel 89/2, eerste lid, en artikel 89/3, eerste lid.".

Art. 5.In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt voor artikel 90 een opschrift ingevoegd, dat luidt als volgt: "Afdeling 1/1. Organisatoren van opvanglocaties in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad".

Art. 6.Artikel 90 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 90.De organisator van opvanglocaties in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad die een tegemoetkoming krijgt of kreeg voor een aantal voltijdsequivalenten van werknemers in het kader van het generatiepact kan een subsidie voor ex-generatiepact krijgen van Kind en Gezin. Voor de subsidie voor ex-generatiepact gelden de bepalingen, vermeld in artikel 91 tot en met 94.

Art. 7.In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift "Afdeling 2. Bedrag van de subsidie" opgeheven.

Art. 8.Artikel 91 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 91.De subsidie voor ex-generatiepact voor een organisator in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad bedraagt per kalenderjaar 5874,57 euro per voltijdsequivalent van een laaggeschoolde jongere die in dienst is.".

Art. 9.In hoofdstuk 10 van hetzelfde besluit wordt het opschrift "Afdeling 3. Voorwaarden voor specifieke dienstverlening" opgeheven. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014

Art. 10.Aan titel 3, hoofdstuk 4, afdeling 1, van het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014 wordt een onderafdeling 8, dat bestaat uit artikel 101/1, toegevoegd, dat luidt als volgt: "Onderafdeling 8. Aanvraag van een subsidie voor ex-generatiepact

Art. 101/1.De aanvraag van een subsidie voor ex-generatiepact als vermeld in artikel 89/1 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014, wordt ingediend met het aanvraagformulier van Kind en Gezin, dat de volgende gegevens bevat: 1° de naam, de rechtsvorm en het ondernemingsnummer van de organisator;2° het aantal en welke plaatsen ex-generatiepact dat wordt aangevraagd;3° de reden waarom de aanvraag wordt ingediend;4° de datum vanaf wanneer de organisator de subsidies wenst te ontvangen;5° de gegevens van de opvanglocatie waar de organisator de subsidies zal inzetten;6° de verklaring of er al voldoende erkende opvangplaatsen beschikbaar zijn of dat deze nog moeten worden aangevraagd.

Art. 11.In artikel 103 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 80 tot en met 101" vervangen door de zinsnede "artikel 80 tot en met 101/1".

Art. 12.In artikel 111 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 80 tot en met 101" vervangen door de zinsnede "artikel 80 tot en met 101/1". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/03/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017040188 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord sluiten betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord

Art. 13.In artikel 5, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/03/2017 pub. 18/04/2017 numac 2017040188 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord sluiten betreffende de subsidiëring van de organisatoren kinderopvang en buitenschoolse opvang ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het bedrag "4.445.085,71 euro" wordt vervangen door het bedrag "4.682.890,18 euro" en het bedrag "877.590,78 euro" wordt vervangen door het bedrag "746.240,08 euro"; 2° de zinsnede "vermeld in artikel 19, 24, 27, 31, 35 en 40" wordt vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 19, 24, 27, 31, 32/1 en 35".

Art. 14.In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6, die bestaat uit artikel 32/1, toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling 6. Ex-generatiepact

Art. 32/1.Een organisator met een subsidie voor ex-generatiepact, die geen openbaar bestuur is, ontvangt van Kind en Gezin een subsidie voor werkdrukvermindering. De subsidie wordt berekend conform artikel 5.

In het eerste lid wordt verstaan onder subsidie voor ex-generatiepact: een subsidie voor buitenschoolse opvang als vermeld in artikel 89/1 tot en met 91 van het Subsidiebesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014.".

Art. 15.In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 6, dat bestaat uit artikel 38 tot en met 40, opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 maart 2017, met uitzondering van artikel 13, 1°, en artikel 15 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2017.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 oktober 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^