gepubliceerd op 30 april 2009
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 21 november 2008 betreffende de ondersteuning van de circuskunsten in Vlaanderen
6 MAART 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van 21 november 2008 betreffende de ondersteuning van de circuskunsten in Vlaanderen
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 21 november 2008 betreffende de ondersteuning van de circuskunsten in Vlaanderen;
Gelet op het advies 179-13 van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 2 december 2008;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 januari 2009;
Gelet op het advies 45.815/3 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden;2° de administratie : het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Sociaal-Cultureel Werk, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005;3° het decreet : het decreet van 21 november 2008 betreffende de ondersteuning van de circuskunsten in Vlaanderen. HOOFDSTUK II. - Subsidiëring van de creatie van circuskunstproducties
Art. 2.§ 1. Ter uitvoering van artikel 4 van het decreet kan bij de administratie een subsidieaanvraag worden ingediend voor de creatie van een circuskunstproductie, uiterlijk op 1 april of op 1 oktober. De aanvraag wordt ingediend per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag wordt ingediend met een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd. Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen : 1° administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de aanvrager, het ondernemingsnummer als de aanvrager een rechtspersoon is en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief : visie, concept, doelstellingen;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd wordt en beargumenteerd wordt in het kader van de doelstellingen van het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zo veel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum;5° een gedetailleerde begroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven;6° een communicatiestrategie, waarin ook de communicatieve return voor de Vlaamse overheid wordt toegelicht.
Art. 3.De administratie legt de subsidieaanvragen voor aan een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de beoordelingscommissie formuleert de administratie een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister uiterlijk op 15 mei of 15 november.
De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk op 15 juni of 15 december.
Art. 4.§ 1. De subsidie wordt als volgt uitbetaald : 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° een saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden, en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en het werkingsverslag. § 2. De aanvrager stuurt uiterlijk twee maanden na afloop van het project een financieel verslag en een werkingsverslag naar de administratie, op basis van een door de administratie opgesteld formulier.
Art. 5.De gesubsidieerde circuskunstproductie is beschikbaar voor een publieksgericht moment als vermeld in artikel 5, vierde lid, van het decreet, tot een jaar na de einddatum van de creatie. HOOFDSTUK III. - Subsidiëring van de spreiding van circuskunstproducties Afdeling I. - Subsidiëring van een nomadische tournee
Art. 6.§ 1. Ter uitvoering van artikel 9 van het decreet kan bij de administratie, uiterlijk op 1 oktober, een subsidieaanvraag worden ingediend voor een nomadische tournee. De aanvraag wordt ingediend per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag wordt ingediend met een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd. Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen : 1° administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de aanvrager, het ondernemingsnummer en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief : visie, concept, doelstellingen;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd wordt en beargumenteerd wordt in het kader van de doelstellingen van het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zo veel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum;5° een gedetailleerde begroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven;6° een communicatiestrategie, waarin ook de communicatieve return voor de Vlaamse overheid wordt toegelicht.
Art. 7.De administratie legt de subsidieaanvragen voor aan een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de beoordelingscommissie formuleert de administratie een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister uiterlijk op 15 november.
De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk op 15 december.
Art. 8.§ 1. De subsidie voor een nomadische tournee wordt als volgt uitbetaald : 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° een saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden, en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en het werkingsverslag. § 2. De aanvrager stuurt uiterlijk twee maanden na afloop van het project een financieel verslag en een werkingsverslag naar de administratie, op basis van een door de administratie opgesteld formulier. Afdeling II. - Subsidiëring van een festival
Art. 9.§ 1. Ter uitvoering van artikel 10 van het decreet kan bij de administratie, uiterlijk op 1 april van het jaar dat voorafgaat aan de periode waarvoor de subsidie wordt gevraagd, een subsidieaanvraag worden ingediend voor een festival. De aanvraag wordt ingediend per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag wordt ingediend met een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd. Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen : 1° administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de aanvrager, het ondernemingsnummer en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een beleidsnota voor de periode van de subsidieaanvraag, waarin minstens wordt ingegaan om de kwaliteitscriteria, vermeld in artikel 10 van het decreet;3° de periode waarvoor de subsidie wordt gevraagd;4° een meerjarenbegroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven;5° een communicatiestrategie, waarin ook de communicatieve return voor de Vlaamse overheid wordt toegelicht.
Art. 10.De administratie legt de subsidieaanvragen voor aan een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de beoordelingscommissie formuleert de administratie een ontwerp van beslissing een ontwerp van beslissing met inbegrip van een inhoudelijk advies en een indicatieve waardering ten aanzien van het gevraagde bedrag dat uiterlijk op 15 juli aan de minister wordt bezorgd.
De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk op 15 september.
Art. 11.§ 1. De minister sluit voor 15 december met de festivals een overeenkomst waarin ten minste de strategische en operationele doelstellingen en bijhorende resultaats- en inspanningsindicatoren worden bepaald, alsook het subsidiebedrag en de duurtijd van de overeenkomst. § 2. Jaarlijks uiterlijk op 1 april bezorgen de festivals aan de administratie een voortgangsrapport, dat een terugblik biedt op het voorbije jaar en een vooruitblik op het komende jaar. Dat voortgangsrapport bestaat minimaal uit : 1° een werkingsverslag en een financieel verslag van het voorbije jaar.2° een jaarplan voor het komende jaar, waarin per concrete actie een beoogd resultaat wordt vermeld met opgave van een of meer resultaatsindicatoren, alsook de manier waarop de bereikte resultaten geëvalueerd zullen worden.Bij dat jaarplan moet een door de algemene vergadering goedgekeurde begroting gevoegd worden. § 3. De subsidies worden verstrekt per kalenderjaar. De festivals ontvangen per kwartaal een voorschot ten bedrage van 22,5 procent van het voor dat jaar toe te kennen subsidiebedrag. Het saldo wordt uitbetaald voor 1 juli van het volgende jaar, nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend. Dat moet blijken uit het voortgangsrapport. Afdeling III. - Subsidiëring van de internationale spreiding van een
circuskunstproductie
Art. 12.§ 1. Ter uitvoering van artikel 11 van het decreet kan bij de administratie, uiterlijk op 1 april of op 1 oktober, een subsidieaanvraag worden ingediend voor de internationale spreiding van een circuskunstproductie.
De aanvraag wordt ingediend per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag gebeurt aan de hand van een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd. Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen : 1° administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de aanvrager, het ondernemingsnummer en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief : visie, concept, doelstellingen;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd wordt en beargumenteerd in het kader van de doelstellingen van het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zo veel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum;5° een gedetailleerde begroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven;6° een communicatiestrategie, waarin ook de communicatieve return voor de Vlaamse overheid wordt toegelicht.
Art. 13.De administratie legt de subsidieaanvragen voor aan een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de beoordelingscommissie formuleert de administratie een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister uiterlijk op 15 mei of 15 november.
De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk op 15 juni of 15 december.
Subsidieaanvragen die worden ingediend voor 1 april en een spreiding beogen in het daaropvolgende jaar, kunnen door de minister slechts principieel worden goedgekeurd uiterlijk op 15 juni. Het subsidiebedrag wordt door de minister vastgesteld uiterlijk op 15 december.
Art. 14.§ 1. De subsidie voor internationale spreiding wordt als volgt uitbetaald : 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° een saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden, en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en het werkingsverslag. § 2. De aanvrager stuurt uiterlijk twee maanden na afloop van het project een financieel verslag en een werkingsverslag naar de administratie, op basis van een door de administratie opgesteld formulier. HOOFDSTUK IV. - Subsidiëring van bijscholingen en opleidingen voor circuskunstenaars
Art. 15.§ 1. Ter uitvoering van artikel 12 en 16 van het decreet kan bij de administratie een subsidieaanvraag worden ingediend voor : 1° een beurs voor een internationale bijscholing of voortgezette opleiding in de circuskunsten;2° de deelname aan een opleiding tot docent in de circuskunsten. De aanvraag wordt minimaal twee maanden voor de start van de opleiding ingediend, per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag wordt ingediend met een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd en omvat zowel een begroting als een motiverend advies voor de ondersteuning, waarbij de circuskunstenaar de aanvraag situeert ten opzichte van de criteria in het decreet. § 3. De administratie formuleert, als dat van toepassing is op basis van het advies van de beoordelingscommissie, een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister uiterlijk een maand nadat de aanvraag is ingediend. De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk twee maanden na de aanvraag.
Art. 16.De subsidie wordt per kalenderjaar als volgt uitbetaald : 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° een saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden, en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend.Dat moet blijken uit een bewijs van de gemaakte kosten en een attest van de instelling dat de opleiding werd gevolgd.
De aanvrager stuurt uiterlijk twee maanden na afloop van de bijscholing of opleiding de vereiste bewijzen naar de administratie.
Als verblijfskosten worden gesubsidieerd, kan éénmaal de heen- en terugreis ingebracht worden.
Art. 17.Bijscholingen of opleidingen met een duurtijd van twee tot vier jaar kunnen door de minister principieel worden goedgekeurd voor de volledige periode.
In de aanvraag wordt de begroting per kalenderjaar gegeven.
De minister moet zich jaarlijks, binnen de perken van de kredieten, formeel uitspreken over de wenselijkheid van de voortzetting van de opleiding. De aanvrager bezorgt uiterlijk een maand voor de aanvang van het nieuwe opleidingsjaar aan de administratie een attest van de instelling waaruit blijkt dat het vorige jaar van de opleiding met succes werd afgerond. HOOFDSTUK V. - Ondersteuning en promotie van de circuskunsten Afdeling I. - Ondersteuning van een circuscentrum
Art. 18.Ter uitvoering van artikel 18 van het decreet kunnen verenigingen zonder winstoogmerk een subsidieaanvraag indienen uiterlijk op 1 april van het jaar dat voorafgaat aan de periode waarvoor de subsidie wordt gevraagd, zolang geen vereniging met dat doel is gesubsidieerd, of in het jaar waarin een lopende overeenkomst afloopt.
Subsidieaanvragen worden ingediend bij de administratie, per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs.
Art. 19.§ 1. Bij de beoordeling van de aanvraagdossiers worden de volgende criteria in aanmerking genomen : 1° de mate waarin wordt tegemoetgekomen aan de vooropgestelde doelstellingen, vermeld in artikel 19 van het decreet;2° de mate waarin complementair wordt gewerkt aan en wordt samengewerkt met andere relevante actoren; 3° de verhouding tussen de voorziene kosten en baten;. 4° de mate waarin de aanvrager haar visie, doelstellingen en de werking van het circuscentrum op een professionele wijze formuleert. § 2. De administratie formuleert een ontwerp van beslissing, met inbegrip van een inhoudelijk advies en een indicatieve waardering ten aanzien van het gevraagde bedrag, dat uiterlijk op 1 juni aan de minister wordt bezorgd.
De minister beslist over de toekenning van de subsidies uiterlijk op 15 juli en sluit een overeenkomst met de vereniging voor 15 november. Afdeling II. - Promotie van de circuskunsten
Art. 20.§ 1. Ter uitvoering van artikel 22 van het decreet kan bij de administratie een subsidieaanvraag worden ingediend voor een project voor de promotie van de circuskunsten. De aanvraag gebeurt minstens zes maanden voor de aanvang van het project. De aanvraag wordt ingediend per aangetekende brief of per brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, en elektronisch. Als datum geldt de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs. § 2. De aanvraag wordt ingediend met een aanvraagformulier dat door de administratie wordt aangeleverd. Een aanvraagdossier bevat minstens de volgende elementen : 1° administratieve gegevens : minstens de identificatiegegevens van de aanvrager, het ondernemingsnummer en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden;2° een algemene omschrijving van het initiatief : visie, concept, doelstellingen;3° een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd wordt en beargumenteerd wordt in het kader van de doelstellingen van het decreet, met een beschrijving van de beoogde resultaten, zo veel mogelijk vertaald in concrete gegevens;4° de beoogde start- en einddatum;5° een gedetailleerde begroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere verwachte inkomsten worden aangegeven;6° een communicatiestrategie, waarin ook de communicatieve return voor de Vlaamse overheid wordt toegelicht.
Art. 21.De administratie legt de subsidieaanvragen voor aan een beoordelingscommissie. Op basis van het advies van de beoordelingscommissie formuleert de administratie een ontwerp van beslissing en legt dat ontwerp voor aan de minister, die beslist.
Art. 22.§ 1. De subsidie wordt als volgt uitbetaald : 1° een voorschot van 80 procent wordt uitbetaald na de ondertekening van het besluit waarin de subsidie wordt toegekend;2° een saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden, en dat de subsidie aangewend werd voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend.Dat moet blijken uit het financieel verslag en het werkingsverslag. § 2. De aanvrager stuurt uiterlijk twee maanden na afloop van het project een financieel verslag en een werkingsverslag naar de administratie, op basis van een door de administratie opgesteld formulier. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen in verband met de beoordelingscommissie
Art. 23.§ 1. De minister benoemt de leden van de beoordelingscommissie, vermeld in artikel 3, 7, 13 en 15. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden, allemaal deskundigen uit het werkveld. De minister kan op verzoek van de betrokkene een einde maken aan een mandaat van de voorzitter of een lid van de beoordelingscommissie. Bovendien kan de minister in de volgende gevallen ambtshalve een einde stellen aan een mandaat : 1° als de mandaathouder driemaal na elkaar zonder voorafgaande kennisgeving de vergaderingen van de beoordelingscommissie niet bijwoont;2° als de mandaathouder activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar zijn met het mandaat of die een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben. § 2. De leden van de beoordelingscommissie kunnen alle initiatieven nemen die ze nodig achten. Ze kunnen onder meer de organisatie of persoon die de aanvraag tot subsidiëring heeft ingediend, horen, deskundigen horen, aanvullende documenten en gegevens opvragen en een bezoek ter plaatse brengen of aan de administratie vragen een onderzoek ter plaatse uit te voeren. § 3. De beoordelingscommissie stelt binnen twee maanden na de samenstelling ervan een huishoudelijk reglement op. Dat reglement, evenals elke latere wijziging ervan, wordt eenparig aangenomen door de aanwezige leden en wordt goedgekeurd door de minister. De werking van de beoordelingscommissie wordt geregeld in het huishoudelijk reglement. § 4. De zetel van de beoordelingscommissie is gevestigd in de lokalen van de administratie. Het secretariaat van de beoordelingscommissie wordt waargenomen door een personeelslid van de administratie. De werkingskosten van de beoordelingscommissie en van haar secretariaat worden aangerekend op de begroting van de administratie. § 5. De leden van de beoordelingscommissie ontvangen per vergadering een vergoeding, die gelijk is aan het bedrag dat door de minister is vastgesteld voor de leden van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
De vergoeding voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden, wordt toegekend, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid. § 6. Het lidmaatschap van de beoordelingscommissie is onverenigbaar met een mandaat in het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, met het ambt van minister, staatssecretaris en kabinetslid, met het ambt van personeelsleden van de Vlaamse overheid of van instellingen van de Vlaamse overheid die in het kader van hun functie betrokken zijn bij de uitvoering van het decreet, met het ambt van personeelslid van het Vlaams Parlement, en van personeelsleden en leden van de raad van bestuur van steunpunten en belangenbehartigers uit de sector van de circuskunsten. § 7. De beoordelingscommissie wordt bijgestaan door de administratie. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 24.De minister kan voorzien in een procedure voor een louter elektronische subsidieaanvraag en -beoordeling.
Art. 25.Subsidieaanvragers gaan de verbintenis aan om de gegevens te verstrekken die door de administratie gevraagd worden. De aanvrager verbindt zich ertoe alle informatie over de openbare activiteiten in het kader van de subsidies aan de administratie te melden.
Art. 26.Indien een organisatie verantwoordelijk is voor de organisatie van een grote publieksparticipatie welke gesubsidieerd wordt door het decreet, dan zal de vereniging de administratie hiervan een maand op voorhand verwittigen om ad hoc afspraken te maken met betrekking tot een extra communicatieve return.
Art. 27.Subsidieaanvragen die zijn ingediend krachtens het 'Reglement voor 2009 betreffende de ondersteuning van de circuskunsten in Vlaanderen' worden na goedkeuring van dit besluit afgehandeld op basis van dit besluit.
Art. 28.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 maart 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX