Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 juli 2007
gepubliceerd op 11 september 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de distributienetbeheerders voor elektriciteit en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt

bron
vlaamse overheid
numac
2007036515
pub.
11/09/2007
prom.
06/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/06/2007036515/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de distributienetbeheerders voor elektriciteit en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op de artikelen 3, § 2 en 4, § 3, gewijzigd bij decreet van 25 mei 2007;

Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, inzonderheid op de artikelen 4, § 2 en 5, § 3, gewijzigd bij decreet van 25 mei 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de distributienetbeheerders voor elektriciteit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 mei 2006;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 22 juni 2006;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 12 juli 2006;

Gelet op het advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt, gegeven op 29 juni 2006;

Gelet op het advies 43.206/3 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, 2° en 3° van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de distributienetbeheerders voor elektriciteit worden de woorden « de ondernemingen, met uitsluiting van de gemeenten en de netbeheerders, » vervangen door de woorden « de ondernemingen, met uitsluiting van de gemeenten, de netbeheerders en de werkmaatschappijen ».

In artikel 1, 6°, a) van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « in een vennootschap of vereniging die goederen of diensten levert aan de netbeheerder » en de woorden « of aan met de netbeheerder verbonden of geassocieerde ondernemingen » de woorden « , zijn werkmaatschappij, » ingevoegd.

Art. 2.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « De netbeheerder mag » vervangen door de woorden « De netbeheerder en de werkmaatschappijen, mogen ».

Art. 3.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen de woorden « met eigen personeel en middelen » en de woorden « in voor de voorbereiding van de beslissingen » de woorden « of via een werkmaatschappij, » ingevoegd;2° in § 2 worden de woorden « De netbeheerder kan » vervangen door de woorden « De netbeheerder en de werkmaatschappijen, kunnen »;3° een § 4 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Als de netbeheerder een beroep doet op een werkmaatschappij, mag geen afbreuk worden gedaan aan de onafhankelijkheid van de netbeheerder en moet de netbeheerder hiervan de garanties geven, vermeld in de artikelen 11 tot en met 16 en 18 tot en met 21. Als de netbeheerder een distributienet beheert op een spanningsniveau, lager dan 20 kV, voorziet deze werkmaatschappij minstens in de oprichting van een orgaan dat bevoegd is voor de voorbereiding van de beslissingen over de voor het netbeheer strategische en vertrouwelijke aangelegenheden, vermeld in § 1. »

Art. 4.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « ten hoogste 30 % van het kapitaal van de netbeheerder » en het woord « bezitten » de woorden « en de werkmaatschappijen, » ingevoegd.

Art. 5.In artikel 14, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « De netbeheerder houdt » vervangen door de woorden « De netbeheerder en de werkmaatschappijen, houden ».

Art. 6.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « De netbeheerder bevoordeelt » vervangen door de woorden « De netbeheerder en de werkmaatschappijen, bevoordelen »;2° in § 1 wordt het woord « kent » vervangen door het woord « kennen »;3° in § 2 worden tussen de woorden « Het is de netbeheerder » en de woorden « in ieder geval verboden » de woorden « en de werkmaatschappijen, » ingevoegd.

Art. 7.Aan artikel 16 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een § 2 en een § 3 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 2. Als de netbeheerder die beantwoordt aan de vereisten, vermeld in § 1, eerste zin, een beroep doet op een werkmaatschappij, moet het bestuursorgaan van de werkmaatschappij minstens voor 70 % samengesteld zijn uit onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 1, 6°. § 3. Als de netbeheerder die beantwoordt aan de vereisten, vermeld in artikel 16, § 1, eerste zin, een beroep doet op een werkmaatschappij, moet het orgaan, vermeld in artikel 12, § 4, volledig samengesteld zijn uit bestuurders die voorgedragen zijn door de gemeenten-aandeelhouders van de netbeheerder. In alle andere gevallen moet het orgaan volledig samengesteld zijn uit onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 1, 6°. ».

Art. 8.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Met betrekking tot de werking van het bestuursorgaan van de netbeheerder bepalen de statuten van de netbeheerder minstens dat : » worden vervangen door de woorden « Met betrekking tot de werking van het bestuursorgaan van een netbeheerder die een distributienet beheert op een spanningsniveau, lager dan 20 kV, bepalen de statuten van de netbeheerder minstens dat : » 2° in 1°, a) worden tussen de woorden « met een dominerende aandeelhouder verbonden of geassocieerde ondernemingen » en « anderzijds » de woorden « of met de werkmaatschappijen » toegevoegd;3° aan 1°, b) worden de woorden « van de netbeheerder of van de werkmaatschappijen » toegevoegd;4° in 1°, c) worden tussen de woorden « binnen de netbeheerder » en « toezien op de naleving » de woorden « en binnen de werkmaatschappijen » toegevoegd;5° aan 2° worden de woorden « en van de werkmaatschappijen » toegevoegd;6° aan 3° worden de woorden « ook indien deze zich bevindt bij de werkmaatschappijen » toegevoegd.

Art. 9.Aan artikel 19 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Met betrekking tot de besluitvorming binnen het bestuursorgaan van de werkmaatschappijen, bepalen de statuten van deze werkmaatschappijen minstens dat, onverminderd de wettelijke bepalingen inzake de vereiste aanwezigheid van bestuurders, de instemming of aanwezigheid van een of meer bestuurders niet als voorwaarde kan worden gesteld voor de rechtsgeldige totstandkoming van beslissingen waarvoor in het bestuursorgaan van de werkmaatschappijen, een meerderheid bestaat. »

Art. 10.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het bestuursorgaan neemt de netbeheerder » vervangen door de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het bestuursorgaan van de netbeheerder nemen de netbeheerder en de werkmaatschappijen ».

Art. 11.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de woorden « de dagelijkse leiding van de netbeheerder » en de woorden « en de personeelsleden van de netbeheerder » worden de woorden « of van een werkmaatschappij, » ingevoegd;2° tussen de woorden « en de personeelsleden van de netbeheerder » en de woorden « mogen geen enkele functie of activiteit » worden de woorden « of van een werkmaatschappij, » ingevoegd.

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIIbis, bestaande uit artikel 26bis tot en met 26quater, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk IIIbis. De procedure tot het bekomen van de toestemming om beroep te doen op een werkmaatschappij

Art. 26bis.§ 1. Binnen een maand nadat in het terzake bevoegde bestuursorgaan van de netbeheerder beslist wordt om beroep te doen op een werkmaatschappij, vraagt de netbeheerder de toestemming van de reguleringsinstantie hiertoe aan per aangetekende brief. In deze brief geeft de netbeheerder aan hoelang hij beroep wenst te doen op deze werkmaatschappij. § 2. Ingeval een netbeheerder reeds voor 1 juli 2007 een beroep doet op een werkmaatschappij, brengt hij de reguleringsinstantie hiervan per aangetekende brief op de hoogte tegen uiterlijk 30 september 2007.

In deze brief geeft de netbeheerder aan hoelang hij beroep wenst te doen op deze werkmaatschappij.

Art. 26ter.§ 1. Na ontvangst van de in artikel 26bis vermelde aanvraag, meldt de reguleringsinstantie aan de netbeheerder welke stukken overgemaakt moeten worden om na te gaan of de werkmaatschappij voldoet aan de vereisten vermeld in de artikelen 11 tot en met 21 en binnen welke termijn deze stukken moeten overgemaakt worden. § 2. De netbeheerder dient het aanvraagdossier per aangetekende brief in of geeft het tegen ontvangstbewijs af bij de reguleringsinstantie. § 3. De reguleringsinstantie gaat na of het aanvraagdossier volledig is.

Indien het aanvraagdossier niet volledig is, brengt de reguleringsinstantie de netbeheerder per aangetekende brief op de hoogte binnen een maand na ontvangst van het aanvraagdossier. Daarbij worden de redenen vermeld waarom het aanvraagdossier niet volledig werd bevonden en de termijn waarbinnen de netbeheerder, op straffe van verval van de aanvraag, het dossier kan vervolledigen.

Art. 26quater.§ 1. Na ontvangst van een volledig aanvraagdossier gaat de reguleringsinstantie op grond van de inlichtingen over de eigen situatie van de betrokken werkmaatschappij en/of van de inlichtingen en documenten waarover ze beschikt na of de werkmaatschappij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21. In voorkomend geval geeft zij de netbeheerder de toestemming om een beroep te doen op de werkmaatschappij binnen de drie maanden na de ontvangst van het volledige aanvraagdossier. § 2. Indien de werkmaatschappij niet aan de voorwaarden vermeld in § 1 voldoet, brengt de reguleringsinstantie de netbeheerder daarvan per aangetekende brief op de hoogte binnen drie maanden na ontvangst van het volledige dossier. Hierbij worden de redenen vermeld waarom niet aan de voorwaarden werd voldaan alsook de termijn waarbinnen de netbeheerder, op straffe van verval van de aanvraag, aan deze voorwaarden moet voldoen. § 3. Ingeval de betrokken werkmaatschappij nog niet opgericht werd op het ogenblik van de kennisgeving vermeld in artikel 26bis, vangt de in § 2 vermelde termijn van drie maanden pas aan op het ogenblik waarop de reguleringsinstantie in kennis gesteld werd van de datum van oprichting van de werkmaatschappij en hiervan de nodige bewijsstukken ontvangen heeft. In dat geval dient de netbeheerder de reguleringsinstantie ter gelegenheid van de kennisgeving van de oprichting tevens in het bezit te stellen van alle stukken die zij nodig heeft om na te gaan of de werkmaatschappij voldoet aan de gestelde eisen. De reguleringsinstantie bepaalt welke stukken zij hiervoor nodig heeft. § 4. De reguleringsinstantie maakt haar beslissing waarmee de toestemming verleend wordt aan de netbeheerder om beroep te doen op de werkmaatschappij, alsmede de naam en het adres van de betrokken netbeheerder en de betrokken werkmaatschappij bekend in het Belgisch Staatsblad. »

Art. 13.Aan artikel 29 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Onverminderd de verplichtingen, vermeld in artikel 27 en 28, kan de reguleringsinstantie voor de informatie die de netbeheerders moeten verstrekken zoals bepaald in § 1 en in de artikelen 27 en 28, zich ook wenden tot de werkmaatschappijen, zonder dat het informatieverstrekkingsrecht en de informatieverstrekkingsplicht van de netbeheerder zelf hierdoor kunnen worden aangetast. »

Art. 14.In artikel 1, 4° en 5° van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt worden de woorden « de ondernemingen, met uitsluiting van de gemeenten en de netbeheerders, » vervangen door de woorden « de ondernemingen, met uitsluiting van de gemeenten, de netbeheerders en de werkmaatschappijen, ».

In artikel 1, 8°, a) van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « in een vennootschap of vereniging die goederen of diensten levert aan de aardgasnetbeheerder » en de woorden « of aan met de aardgasnetbeheerder verbonden of geassocieerde ondernemingen » de woorden « , zijn werkmaatschappij, » ingevoegd.

Art. 15.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « De aardgasnetbeheerder mag » vervangen door de woorden « De aardgasnetbeheerder en de werkmaatschappijen, mogen ».

Art. 16.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « De aardgasnetbeheerder staat met eigen personeel en middelen in voor de voorbereiding van de beslissingen met betrekking tot de volgende aangelegenheden : » vervangen door de woorden « De aardgasnetbeheerder staat met eigen personeel en middelen of via een werkmaatschappij, in voor de voorbereiding van de beslissingen met betrekking tot de volgende, voor het netbeheer strategische en vertrouwelijke aangelegenheden : »;2° in § 2 worden de woorden « De aardgasnetbeheerder kan geen beroep doen op invoerders van buitenlands aardgas, houders van een leveringsvergunning of tussenpersonen of met die ondernemingen verbonden of geassocieerde ondernemingen, voor de uitvoering van de beslissingen met betrekking tot de volgende aangelegenheden : » vervangen door de woorden « De aardgasnetbeheerder en de werkmaatschappijen, kunnen geen beroep doen op invoerders van buitenlands aardgas, houders van een leveringsvergunning of tussenpersonen of met die ondernemingen verbonden of geassocieerde ondernemingen, voor de uitvoering van de beslissingen met betrekking tot de volgende, voor het netbeheer strategische en vertrouwelijke aangelegenheden : »;3° een § 3 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.In voorkomend geval adviseert de reguleringsinstantie aan de Vlaamse regering om te bepalen welke aanvullende aangelegenheden als strategisch en vertrouwelijk moeten worden beschouwd in de zin van § 1 of § 2. » 4° een § 4 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Als de aardgasnetbeheerder een beroep doet op een werkmaatschappij, mag geen afbreuk worden gedaan aan de onafhankelijkheid van de aardgasnetbeheerder en moet de aardgasnetbeheerder hiervan de garanties geven, vermeld in de artikelen 11 tot en met 16 en 18 tot en met 21. De werkmaatschappij voorziet minstens in de oprichting van een orgaan dat bevoegd is voor de voorbereiding van de beslissingen over de voor het netbeheer strategische en vertrouwelijke aangelegenheden, vermeld in § 1. »

Art. 17.Aan artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « en van de werkmaatschappij ».

Art. 18.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « De aardgasnetbeheerder houdt » vervangen door de woorden « De aardgasnetbeheerder en de werkmaatschappijen, houden ».

Art. 19.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « De aardgasnetbeheerder bevoordeelt » vervangen door de woorden « De aardgasnetbeheerder en de werkmaatschappijen, bevoordelen »;2° in § 1 wordt het woord « kent » vervangen door het woord « kennen »;3° in § 2 worden tussen de woorden « Het is de aardgasnetbeheerder » en de woorden « in ieder geval verboden » de woorden « en de werkmaatschappijen, » ingevoegd.

Art. 20.Aan artikel 16 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een § 2 en een § 3 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 2. Als de aardgasnetbeheerder een beroep doet op een werkmaatschappij, moet het bestuursorgaan van de werkmaatschappij minstens voor 70 % samengesteld zijn uit onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 1, 8°. § 3. Als de aardgasnetbeheerder die beantwoordt aan de vereisten, vermeld in § 1, eerste zin, een beroep doet op een werkmaatschappij, moet het orgaan, vermeld in artikel 12, § 3, volledig samengesteld zijn uit bestuurders die voorgedragen zijn door de gemeenten-aandeelhouders van de aardgasnetbeheerder. In alle andere gevallen moet het orgaan volledig samengesteld zijn uit onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 1, 8°. »

Art. 21.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, a) worden tussen de woorden « met een dominerende aandeelhouder verbonden of geassocieerde ondernemingen » en « anderzijds » de woorden « of met de werkmaatschappijen » toegevoegd;2° aan 1°, b) worden de woorden « van de aardgasnetbeheerder of van de werkmaatschappijen » toegevoegd;3° in 1°, c) worden tussen de woorden « binnen de aardgasnetbeheerder » en « toezien op de naleving » de woorden « en binnen de werkmaatschappijen » toegevoegd;4° aan 2° worden de woorden « en van de werkmaatschappijen » toegevoegd;5° aan 3° worden de woorden « ook indien deze zich bevindt bij de werkmaatschappijen » toegevoegd.

Art. 22.Aan artikel 19 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Met betrekking tot de besluitvorming binnen het bestuursorgaan van de werkmaatschappijen, bepalen de statuten van deze werkmaatschappijen minstens dat, onverminderd de wettelijke bepalingen inzake de vereiste aanwezigheid van bestuurders, de instemming of aanwezigheid van een of meer bestuurders niet als voorwaarde kan worden gesteld voor de rechtsgeldige totstandkoming van beslissingen waarvoor in het bestuursorgaan van de werkmaatschappijen, bedoeld in artikel 12, § 1, een meerderheid bestaat. »

Art. 23.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het bestuursorgaan neemt de aardgasnetbeheerder » vervangen door de woorden « Onverminderd de bevoegdheden van het bestuursorgaan van de aardgasnetbeheerder nemen de aardgasnetbeheerder en de werkmaatschappijen ».

Art. 24.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de woorden « de dagelijkse leiding van de aardgasnetbeheerder » en de woorden « en de personeelsleden van de aardgasnetbeheerder » worden de woorden « of van een werkmaatschappij » ingevoegd;2° tussen de woorden « en de personeelsleden van de aardgasnetbeheerder » en de woorden « mogen geen enkele functie of activiteit » worden de woorden « of van een werkmaatschappij, » ingevoegd.

Art. 25.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IIbis, bestaande uit artikel 26bis tot en met 26quater, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk IIbis. De procedure tot het bekomen van de toestemming om beroep te doen op een werkmaatschappij

Art. 26bis.§ 1. Binnen een maand nadat in het terzake bevoegde bestuursorgaan van de aardgasnetbeheerder beslist wordt om beroep te doen op een werkmaatschappij, vraagt de aardgasnetbeheerder de toestemming van de VREG hiertoe aan per aangetekende brief. In deze brief geeft de aardgas netbeheerder aan hoelang hij beroep wenst te doen op deze werkmaatschappij. § 2. Ingeval een aardgasnetbeheerder reeds voor 1 juli 2007 een beroep doet op een werkmaatschappij, brengt hij de VREG hiervan per aangetekende brief op de hoogte tegen uiterlijk 30 september 2007. In deze brief geeft de aardgasnetbeheerder aan hoelang hij beroep wenst te doen op deze werkmaatschappij.

Art. 26ter.§ 1. Na ontvangst van de in artikel 26bis vermelde aanvraag, meldt de VREG aan de aardgasnetbeheerder welke stukken overgemaakt moeten worden om na te gaan of de werkmaatschappij voldoet aan de vereisten vermeld in de artikel 11 tot en met 21 en binnen welke termijn deze stukken moeten overgemaakt worden. § 2. De aardgasnetbeheerder dient het aanvraagdossier per aangetekende brief in of geeft het tegen ontvangstbewijs af bij de VREG. § 3. De VREG gaat na of het aanvraagdossier volledig is.

Indien het aanvraagdossier niet volledig is, brengt de VREG de aardgasnetbeheerder per aangetekende brief op de hoogte binnen een maand na ontvangst van het aanvraagdossier. Daarbij worden de redenen vermeld waarom het aanvraagdossier niet volledig werd bevonden en de termijn waarbinnen de aardgasnetbeheerder, op straffe van verval van de aanvraag, het dossier kan vervolledigen.

Art. 26quater.§ 1. Na ontvangst van een volledig aanvraagdossier gaat de VREG op grond van de inlichtingen over de eigen situatie van de betrokken werkmaatschappij en/of van de inlichtingen en documenten waarover ze beschikt na of de werkmaatschappij voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 11 tot en met 21. § 2. Indien de werkmaatschappij niet aan de voorwaarden vermeld in § 1 voldoet, brengt de VREG de aardgasnetbeheerder daarvan per aangetekende brief op de hoogte binnen drie maanden na ontvangst van het volledige dossier. Hierbij worden de redenen vermeld waarom niet aan de voorwaarden werd voldaan alsook de termijn waarbinnen de aardgasnetbeheerder, op straffe van verval van de aanvraag, aan deze voorwaarden moet voldoen. In voorkomend geval geeft zij de aardgasnetbeheerder de toestemming om een beroep te doen op de werkmaatschappij binnen de drie maanden na de ontvangst van het volledige aanvraagdossier. § 3. Ingeval de betrokken werkmaatschappij nog niet opgericht werd op het ogenblik van de kennisgeving vermeld in artikel 26bis, vangt de in § 2 vermelde termijn van drie maanden pas aan op het ogenblik waarop de VREG in kennis gesteld werd van de datum van oprichting van de werkmaatschappij en hiervan de nodige bewijsstukken ontvangen heeft.

In dat geval dient de aardgasnetbeheerder de VREG ter gelegenheid van de kennisgeving van de oprichting tevens in het bezit te stellen van alle stukken die zij nodige heeft om na te gaan of de werkmaatschappij voldoet aan de gestelde eisen. De VREG bepaalt welke stukken zij hiervoor nodig heeft. § 4. De VREG maakt haar beslissing waarmee de toestemming verleend wordt aan de aardgasnetbeheerder om beroep te doen op de werkmaatschappij, alsmede de naam en het adres van de betrokken aardgasnetbeheerder en de betrokken werkmaatschappij bekend in het Belgisch Staatsblad. »

Art. 26.Aan artikel 29 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Onverminderd de verplichtingen, vermeld in artikel 27 en 28, kan de VREG voor de informatie die de aardgasnetbeheerders moeten verstrekken zoals bepaald in § 1 en in de artikelen 27 en 28, zich ook wenden tot de werkmaatschappijen, zonder dat het informatieverstrekkingsrecht en de informatieverstrekkingsplicht van de aardgasnetbeheerder zelf hierdoor kunnen worden aangetast. »

Art. 27.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS

^