Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 05 oktober 2001
gepubliceerd op 12 december 2001

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van subsidies aan Vlaamse universiteiten in 2001 voor de uitvoering van interfaceactiviteiten

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001036364
pub.
12/12/2001
prom.
05/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/05/2001036364/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 OKTOBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van subsidies aan Vlaamse universiteiten in 2001 voor de uitvoering van interfaceactiviteiten


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van de Vlaamse regering van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 4 en artikel 169ter;

Gelet op het decreet van de Vlaamse regering van 22 februari 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening door de universiteiten of de hogescholen en betreffende de relaties van de universiteiten en de hogescholen met andere rechtspersonen;

Gelet op het innovatiedecreet van 18 mei 1999, waarbij de voorwaarden worden geregeld waarmee de Vlaamse regering een beleid inzake technologische innovatie kan voeren;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 houdende de erkenning, het beheer en de subsidiëring van researchparken en incubatie- en innovatiecentra en de wijziging van dit besluit van 22 april 1997;

Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 oktober 2000 betreffende de toekenning van subsidies aan Vlaamse universiteiten in 2000 voor de uitvoering van interfaceactiviteiten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Begroting, verleend op 26 september 2001;

Op voordracht van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, in overleg met de Vlaamse minister voor Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op de volgende Vlaamse universiteiten : - de Katholieke Universiteit Leuven; - de Katholieke Universiteit Brussel; - het Limburgs Universitair Centrum; - de Universiteit Antwerpen; - de Universiteit Gent; - de Vrije Universiteit Brussel.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Interfaceactiviteiten : Activiteiten ter bevordering van : - de samenwerking tussen Vlaamse universiteiten en bedrijven; - de economische valorisatie van het universitair onderzoek; - de oprichting van spin-off bedrijven door de universiteiten; 2° Interfacediensten : De diensten of rechtspersonen die door de Vlaamse universiteiten belast zijn met de uitvoering van interfaceactiviteiten.3° IWT-Vlaanderen : Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen.4° Spin-off bedrijven : ondernemingen met rechtspersoonlijkheid overeenkomstig de wetten op de handelsvennootschappen, waarvan de bedrijfsactiviteit gericht is op de maatschappelijke of industriële valorisatie van wetenschappelijke of technologische kennis, van resultaten van wetenschappelijk of technologisch onderzoek of van administratieve of logistieke innovaties van de universiteit en waar de universiteit aan deelneemt.5° Vlaamse bedrijven: bedrijven gevestigd in het Vlaams Gewest.

Art. 3.§ 1. Ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, programma 71.3 (Wetenschappelijk onderzoek met economische finaliteit) basisallocatie 40.05 (subsidie aan universitaire interfacediensten) worden aan de Vlaamse universiteiten subsidies toegekend voor de ondersteuning van interfaceactiviteiten voor een totaal maximum bedrag van 52 miljoen BEF (1.289.046,30 EUR). § 2. De universiteiten ontvangen een subsidie van maximaal : De Katholieke Universiteit Leuven 21 527 000 BEF of 533.640,39 EUR De Katholieke Universiteit Brussel 348 000 BEF of 8.626,69 EUR Het Limburgs Universitair Centrum 1 759 000 BEF of 43.604,47 EUR De Universiteit Antwerpen 7 070 000 BEF of 175.260,72 EUR De Universiteit Gent 15 175 000 BEF of 376.178,42 EUR De Vrije Universiteit Brussel 6 121 000 BEF of 151.735,63 EUR

Art. 4.IWT-Vlaanderen staat in voor de opvolging, begeleiding en coördinatie van de uitvoering van deze maatregel.

Art. 5.De subsidie dient aangewend te worden voor de financiering van personeels- en specifieke en algemene exploitatiekosten die volgen uit initiatieven met betrekking tot : 1. bevordering van de samenwerking tussen de universiteiten en bedrijven, in het bijzonder : - stimuleren en organiseren van contacten - promotie van het aanbod aan kennis van de universiteit - opvolging van de vraag bij de bedrijven - partnersearch - begeleiding bij technologische advisering - ondersteuning hij het opstellen van contracten (juridische en financiële assistentie) - speciale aandacht voor de samenwerking met Vlaamse bedrijven in het bijzonder de Vlaamse K.M.O.'s 2. bevordering van economische valorisatie van het onderzoek, in het bijzonder : - sensibiliserings- en opleidingsactiviteiten m.b.t. valorisatie van het onderzoek - actieve opsporing van valoriseerbare resultaten die ondersteuning nodig hebben bij het valorisatieproces - begeleiding bij opstellen valorisatieplan (inschakelen externe consultants) - marktonderzoek - opsporen van bedrijven voor mogelijke exploitatie - bescherming van intellectuele eigendom (octrooibeheer, licentieovereenkomsten, auteursrechten) 3. bevordering van de oprichting van spin-off bedrijven, in het bijzonder : - begeleiding bij de ontwikkeling van een business plan - begeleiding bij financiering/investeringen - opleiding management Art.6. § 1. De interfacediensten stellen een werkplan op en bezorgen dit aan IWT-Vlaanderen vóór 31 oktober 2001. Dit werkplan beschrijft de geplande activiteiten en de financiële uitwerking ervan voor de periode van 1 oktober 2001 tot 30 september 2002. § 2. Het IWT-Vlaanderen gaat na of de in de werkplannen voorgestelde activiteiten en aanwending van de middelen conform zijn met de vereisten vermeld in artikel 5 van dit besluit. IWT rapporteert hierover aan de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening en aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, vóór 30 november 2001 met toevoeging van de goedgekeurde werkplannen.

De interfacediensten kunnen in overleg met IWT-Vlaanderen aanpassingen doorvoeren aan de ingediende, nog niet goedgekeurde werkplannen.

Art. 7.§ 1. De interfacediensten dienen vóór 31 oktober 2002 een verslag in van de activiteiten in het kader van dit besluit die uitgevoerd werden tussen 1 oktober 2001 en 30 september 2002 en een verantwoording van de gemaakte kosten. § 2. IWT-Vlaanderen rapporteert over de ingediende documenten aan de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening en aan de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming vóór 15 november 2002.

Art. 8.Voor de uitwisseling van informatie en voor het opzetten van samenwerking kunnen de universitaire interfacediensten deelnemen aan een netwerk, gecoördineerd en ondersteund door het IWT-Vlaanderen.

Art. 9.De subsidie wordt aan de universiteiten ter beschikking gesteld volgens de volgende kalender : - een eerste schijf van 40 % van de subsidie wordt uitbetaald na de ondertekening van dit besluit, - een tweede schijf van 40 % van de subsidie wordt uitbetaald na indiening en goedkeuring door IWT-Vlaanderen van het werkplan vermeld in artikel 6 van dit besluit; - het saldo van maximaal 20 % wordt uitbetaald na indiening en goedkeuring door IWT van het activiteitenverslag vermeld in artikel 7 van dit besluit.

Art. 10.De beslissingen die de universiteit neemt en de handelingen die zij stelt op grond van dit besluit zijn onderworpen aan het toezicht van de commissaris van de Vlaamse regering en van de inspecteur van Financiën volgens de voorschriften, vastgelegd in hoofdstuk IX van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2001.

Art. 12.De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, in overleg met de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 oktober 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^