gepubliceerd op 04 februari 2009
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten
5 DECEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten
De Vlaamse Regering, Gelet op het Bosdecreet van 13 juni 1990, inzonderheid op artikelen 10, 12 en 14, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, inzonderheid op artikelen 13 en 28, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, artikelen 32 en 33, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999, artikel 34, gewijzigd bij het decreet van 19 mei 2006 en artikelen 35, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002 en van 3 december 2008, en 36, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 1992 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 1999, 14 september 2001, 17 oktober 2003 en 23 december 2005;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 januari 1996 en 9 maart 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurgebieden en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 april 2004 en 21 april 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 oktober 1975 houdende reglementering van de bewaking, de politie en het verkeer in de staatnatuurreservaten, buiten de wegen die voor het openbaar verkeer openstaan;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2007;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 december 2007;
Gelet op het advies van de Minaraad, gegeven op 28 februari 2008;
Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Leefmilieu op 28 maart 2008;
Gelet op advies 45.309/3 van de Raad van State, gegeven op 28 oktober 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° beheerder : de eigenaar of mede-eigenaar, de houder van andere zakelijke rechten of de houder van een persoonlijk recht aan wie het beheer toekomt;2° bevoegde administratie : het Agentschap voor Natuur en Bos;3° Bosdecreet : het bosdecreet van 13 juni 1990;4° Natuurdecreet : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;5° Jachtdecreet : het jachtdecreet van 24 juli 1991;6° subsidiebesluit natuurreservaten : besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies;7° beheerplan : het beheerplan voor natuurreservaten, vermeld in artikel 34 van het Natuurdecreet, of het beheerplan voor bossen, vermeld in artikel 43 van het Bosdecreet;8° toegankelijkheidsregeling : een reglement dat aangeeft wat op het vlak van openstelling en toegankelijkheid wordt beoogd in een bos of natuurreservaat.Voor bossen stemt deze toegankelijkheidsregeling overeen met het reglement, vermeld in artikel 12, § 4, van het Bosdecreet. Voor de erkende natuurreservaten stemt de toegankelijkheidsregeling overeen met de toegankelijkheidsregeling, vermeld in rubriek 5 van bijlage III van het subsidiebesluit natuurreservaten. De toegankelijkheidsregeling voor bossen of natuurreservaten wordt beschouwd als een onderdeel van het beheerplan, indien er een beheerplan vereist is; 9° voetganger : de gewone voetganger, de rolstoelgebruiker en de fietser die jonger is dan negen jaar;10° wegen : de boswegen, vermeld in artikel 4 van het Bosdecreet, en de wegen en paden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 13, § 1, 6°, en artikel 35, § 1, van het Natuurdecreet;11° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud;12° gespan : dieren die met elkaar in een span lopen met niet meer dan vier dieren achter elkaar en niet meer dan drie dieren naast elkaar;13° bivakzone : de ruimte tot tien meter rondom een daartoe bestemde paal waar recreatief gebivakkeerd kan worden;14° speelzone : zone die bestemd is voor spel door jongeren onder de achttien jaar en hun begeleiders of door het jeugdwerk zoals omschreven in artikel 2 van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid;15° hondenzone : zone die bestemd is voor niet-aangelijnde honden en hun begeleiders;16° vrij toegankelijke zone : zone die vrij toegankelijk is voor voetgangers zoals een ligweide, een picknickweide en struinnatuur;17° niet-gecatalogeerde waterlopen : oud-gerangschikte waterlopen, niet-gerangschikte waterlopen en afgeschafte waterlopen;18° risicovolle activiteiten : activiteiten die door hun aard of omvang schade kunnen teweegbrengen aan fauna, flora of derden, zoals onder meer wedstrijden en activiteiten waarvoor toegangsgelden, inschrijvingskosten of deelnamekosten worden aangerekend aan de deelnemers of aan het publiek. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.§ 1. In bossen is er geen machtiging van de bevoegde administratie nodig voor : 1° de werkzaamheden die nodig zijn voor het beheer, het onderhoud of de bewaking;2° het faunabeheer;3° de activiteiten die toegestaan zijn door of krachtens het Jachtdecreet;4° de regelmatig verpachte visserij. § 2. In bossen en natuurreservaten kunnen activiteiten met een occasioneel karakter die niet geregeld worden via de toegankelijkheidsregeling, met behoud van de toepassing van artikel 35, § 2 van het Natuurdecreet, plaatsvinden indien er een toestemming van de beheerder is verleend.
Indien de beheerder de bevoegde administratie is, wordt deze toestemming gelijkgesteld aan een machtiging. De aanvraag tot machtiging moet minstens 14 dagen van tevoren, schriftelijk of via elektronische drager worden toegezonden aan de provinciale zetel van de bevoegde administratie. § 3. Voor de uitoefening van risicovolle activiteiten is er steeds een machtiging vereist van de bevoegde administratie en een toestemming van de beheerder. Zowel de beheerder als de bevoegde administratie kunnen voorwaarden opleggen.
De aanvraag tot machtiging van risicovolle activiteiten moet schriftelijk of via elektronische drager en minstens 35 dagen van tevoren aan de provinciale zetel van de bevoegde administratie worden toegezonden. De bevoegde administratie geeft binnen veertien dagen schriftelijk te kennen of de activiteit al dan niet gemachtigd wordt. § 4. De organisator moet bij de uitoefening van de activiteit zoals bepaald in artikel § 2 en § 3, in het bezit zijn van de machtiging of de toestemming.
Art. 3.In bossen en natuurreservaten moeten honden aan de leiband gehouden worden en mogen honden de wegen niet verlaten, tenzij in de volgende gevallen : 1° bij het scheperen van schaapskuddes die ingezet worden bij het beheer van het gebied;2° bij deelname aan activiteiten die toegestaan zijn door of krachtens het Jachtdecreet;3° in de daartoe voorziene hondenzones;4° in het kader van trainingen met speurhonden door politie en operationele diensten van de civiele veiligheid. Andere gezelschapsdieren moeten altijd aan de leiband gehouden worden en mogen de wegen niet verlaten, tenzij wanneer ze ingezet worden bij wettige vormen van jacht of bestrijding van wild en andere dieren. HOOFDSTUK III. - Het regelen van de toegankelijkheid
Art. 4.Indien privébossen geheel of gedeeltelijk, voor bepaalde of onbepaalde duur ontoegankelijk worden gesteld conform artikel 10, § 2, van het Bosdecreet, moet deze ontoegankelijkheid voor dat gedeelte en die periode zichtbaar gemaakt worden via het verbodsbord V.14 vermeld in de bijlage van dit besluit. Deze verbodsborden worden aan de voornaamste ingangen van het bos aangebracht.
Art. 5.§ 1. Een toegankelijkheidsregeling wordt opgemaakt voor de bossen en de natuurreservaten, met uitzondering van de ontoegankelijk gestelde privébossen overeenkomstig artikel 4 en met uitzondering van de bossen waarvoor er conform artikel 43, § 3, van het Bosdecreet, geen verplichting tot opmaak van een beheerplan bestaat. § 2. De toegankelijkheidsregeling regelt voor voetgangers de toegankelijkheid op de wegen.
De toegankelijkheidsregeling kan voor fietsers, ruiters, bestuurders van gespannen de toegankelijkheid op de wegen toestaan en de toegankelijkheid ervan regelen.
De toegankelijkheidsregeling kan voor vissers, zwemmers, schaatsers, duikers, kajakkers, zeilers, roeiers en surfers de toegankelijkheid toestaan op de stilstaande wateren en de niet-gecatalogeerde waterlopen en hun oevers en de toegankelijkheid regelen. § 3. De toegankelijkheidsregeling kan voor voetgangers de toegankelijkheid buiten de wegen toestaan. Daartoe bakent de toegankelijkheidsregeling één of meer van de volgende zones af : speelzone, hondenzone, bivakzone en vrij toegankelijke zone. Het regelt ook de toegankelijkheid van die zones.
Op bivakzones mogen ten hoogste drie tenten voor samen ten hoogste tien personen geplaatst worden. Elke tent mag ten hoogste 48 uur blijven staan in diezelfde bivakzone. Bivakzones dienen zodanig te zijn ingeplant dat ze niet bereikbaar zijn voor gemotoriseerde voertuigen en dat ze niet gelegen zijn in een straal van één kilometer tot een terrein voor openluchtrecreatieve verblijven. § 4. Een begrazingszone met grote loslopende grazers wordt uit veiligheidsoverwegingen aangeduid via het zonebord Z.03. De toegankelijkheidsregeling regelt de toegankelijkheid van die zones.
Art. 6.Een toegankelijkheidsregeling bevat minstens de volgende informatie : 1° een omschrijving en kaart met alle zones, wegen, stilstaande wateren, niet-gecatalogeerde waterlopen en hun oevers en het toegestane gebruik voor de gebruikers, vermeld in artikel 5, § 2;2° de periode van toegankelijkheid.
Art. 7.§ 1. De toegankelijkheidsregeling wordt op het terrein zichtbaar gemaakt via infopanelen aan de voornaamste ingangen van het gebied. Die verplichting geldt niet voor privébossen indien de toegankelijkheid tot het gebied beperkt blijft tot de voetgangers op de wegen conform artikel 10, § 2, van het Bosdecreet. § 2. De toegankelijkheid wordt in overeenstemming met de toegankelijkheidsregeling op het terrein aangeduid via het plaatsen van aanwijzingsborden, zoneborden en verbodsborden uit de bijlage bij dit besluit. § 3. Routes of routenetwerken voor fietsers, ruiters of bestuurders van gespannen die gedeeltelijk door bos of natuurreservaat gaan, moeten voor dat gedeelte in overeenstemming zijn met de toegankelijkheidsregeling van het gebied. De toegankelijkheid wordt in dat geval op het terrein geregeld via het plaatsen van wegwijzers, eigen aan de route of het netwerk op voorwaarde dat deze wegwijzers duidelijk het corresponderende type van weggebruiker afbeelden. Indien dit niet het geval is, worden de aanwijzingsborden uit de bijlage gebruikt.
Art. 8.De gehele of gedeeltelijke ontoegankelijkheid van bossen en natuurreservaten om specifieke redenen, voor een welbepaalde periode of permanent, wordt aangegeven aan de voornaamste toegangen via het verbodsbord V.15 vermeld in de bijlage bij dit besluit. Die verplichting geldt niet voor de krachtens artikel 4 ontoegankelijk gestelde privébossen.
Art. 9.§ 1. Bij brandgevaar, voor de bescherming van kwetsbare fauna en flora, bij gevaarlijke beheerwerkzaamheden en bij jachtactiviteiten kunnen de bossen en de natuurreservaten geheel of gedeeltelijk ontoegankelijk worden gesteld via de verbodsaffiches V.16, V.17, V.18 en V.19, vermeld in de bijlage bij dit besluit. § 2. De verbodsaffiches V.16, V.17, V.18 en V.19 worden door de beheerder aangebracht aan de belangrijkste toegangen van het ontoegankelijk te stellen geheel of deel. De borden worden volgens de specificaties in de bijlage bij dit besluit uiterlijk 48 uren voor de inwerkingtreding van de maatregel geplaatst, tenzij wanneer de inwerkingtreding onverwijld moet plaatsvinden. § 3. De verbodsaffiches V.16, V.17, V.18 en V.19 worden in een perfecte staat van zichtbaarheid en leesbaarheid gehouden tijdens de volledige duur van de toepassing van de maatregel. De verbodsborden worden uiterlijk 24 uur na het einde van de toepassing van de maatregel verwijderd. § 4. De verbodsaffiches V.16, V.17, V.18 en V.19 bevatten de volgende gegevens : 1° de plaats waar de maatregel van toepassing is;2° het begin en het einde van de duur van de toepassing van de maatregel;3° de groep van gebruikers waarop de maatregel van toepassing is;4° de verantwoordelijke voor het plaatsen van het verbodsbord. HOOFDSTUK IV. - Procedure toegankelijkheidsregeling
Art. 10.Een ontwerp van toegankelijkheidsregeling wordt opgemaakt door de beheerder.
Art. 11.§ 1. De toegankelijkheidsregeling voor een bos volgt dezelfde bepalingen inzake termijn, indiening, consultatie, goedkeuring, inzagerecht en beroep van het overeenkomstige beheerplan, vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van bossen, met uitzondering van de goedkeuring, die steeds door de minister moet worden gegeven. Ook voor wijzigingen in bestaande toegankelijkheidsregelingen wordt dezelfde procedure gevolgd. § 2. De toegankelijkheidsregeling voor een natuurreservaat volgt dezelfde bepalingen inzake termijn, indiening en goedkeuring van het overeenkomstige beheerplan, vermeld in artikel 34, § 1, § 2 en § 3 van het Natuurdecreet voor wat betreft de Vlaamse natuurreservaten en artikelen 10, 11, 12 en bijlage 3 van het subsidiebesluit natuurreservaten voor wat betreft de erkende natuurreservaten. Ook voor wijzigingen in bestaande toegankelijkheidsregelingen wordt dezelfde procedure gevolgd. § 3. Het ontwerp toegankelijkheidsregeling wordt vóór de indiening door de beheerder of de gevolmachtigde voor advies bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeentes waar het bos of natuurreservaat is gelegen. Indien er speelzones in het ontwerp zijn opgenomen, dan moet de beheerder ook een advies van de gemeentelijke jeugdraad inwinnen. Binnen 60 dagen na aangetekende verzending van het ontwerp bezorgen het college van burgemeester en schepenen en desgevallend de gemeentelijke jeugdraad aan de beheerder het gemotiveerde advies. Als die termijn overschreden wordt, dan wordt aan deze adviesvereiste voorbijgegaan. § 4 Bij de indiening van het ontwerp toegankelijkheidsregeling wordt het in § 3 bedoelde advies en een planning betreffende het gebruik en het plaatsen van wegwijzers, infopanelen en borden, als vermeld in artikel 7 toegevoegd. Die planning wordt samen met de toegankelijkheidsregeling goedgekeurd.
Art. 12.De toegankelijkheidsregeling wordt na goedkeuring bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De minister stuurt een afschrift van de toegankelijkheidsregeling naar elke betrokken gemeente, waar dit document kan worden ingekeken.
Art. 13.De toegankelijkheidsregeling treedt in werking na het plaatsen van de infopanelen en de bijbehorende borden en wegwijzers volgens de goedgekeurde planning. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 14.§ 1. In artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 1992 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij wordt in het eerste lid het punt 1° opgeheven. § 2. In artikel 1 van bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt het eerste pictogram vervangen door het bord V.06.
Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 januari 1996 en 9 maart 1999, wordt opgeheven.
Art. 16.Het ministerieel besluit van 23 oktober 1975 houdende reglementering van de bewaking, de politie en het verkeer in de staatsnatuurreservaten, buiten de wegen die voor het openbaar verkeer openstaan, wordt, wat de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest betreft, opgeheven.
Art. 17.§ 1. Binnen een termijn van zes jaar, te rekenen vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, moet de toegankelijkheid op het terrein geregeld worden volgens dit besluit en de bijbehorende bijlage. § 2. De borden G.02 en G.02bis, G.03 en G.03bis, G.04 en G.04bis, V.02 en V.02bis, V.03 en V.03bis en V.05 en V.05bis die al werden geplaatst conform het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 1993 betreffende de toegankelijkheid en het occasionele gebruik van de bossen blijven rechtsgeldig.
Die borden worden als volgt gelijkgesteld aan de borden en hun overeenkomstige betekenis, vermeld in de bijlage bij dit besluit : 1° de borden G.02 en G.02bis aan het bord A.01; 2° de borden G.03 en G.03bis aan het bord A.02; 3° de borden G.04 en G.04bis aan de borden Z.01 en Z.01bis ; 4° de borden V.02 en V.02bis aan het bord V.01; 5° de borden V.03 en V.03bis aan het bord V.02; 6° de borden V.05 en V.05bis aan het bord V.05.
Art. 18.In de gemeenten, vermeld in de artikelen 7 en 8, 3°, 4°, 6°, 8° en 10°, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 worden de in bijlage opgenomen, tweetalige borden gebruikt.
Art. 19.Bij de goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling, of bij het verlenen van een machtiging overeenkomstig artikel 2 § 3, houdt de minister of de bevoegde administratie rekening met de ecologische en de sociale en educatieve draagkracht van het gebied en van de directe omgeving.
De minister kan, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de inhoudelijke bepalingen van het besluit, de bijlage bij dit besluit aanpassen.
Art. 20.De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 december 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten.
Brussel, 5 december 2008.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS