Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 februari 2011
gepubliceerd op 01 maart 2011

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand

bron
vlaamse overheid
numac
2011035192
pub.
01/03/2011
prom.
04/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/04/2011035192/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen;

Gelet op het decreet van 7 maart 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/03/2008 pub. 15/04/2008 numac 2008201168 bron vlaamse overheid Decreet inzake bijzondere jeugdbijstand sluiten inzake bijzondere jeugdbijstand, artikel 48, § 2, artikel 52;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2010;

Gelet op adviesnummer 49.102/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 66 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009, wordt opgeheven.

Art. 2.In artikel 67, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 25/06/2010 pub. 30/07/2010 numac 2010035528 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand sluiten, worden de woorden « artikel 26nonies, tweede lid » opgeheven.

Art. 3.Bijlage 6 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 januari 2009, wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 februari 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Bijlage 6 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand Bijlage 6. - Forfaitaire subsidie voor de voorzieningen categorie 8 en 9 Categorie 8 : Diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling De voorzieningen van categorie 8 ontvangen voor het geheel van hun werking een forfaitaire subsidie.

De subsidie wordt berekend op basis van de te behandelen dossiers. Dat aantal wordt berekend op basis van het gemiddelde van het aantal te behandelen dossiers aangemeld in het derde en tweede jaar voorafgaand aan het betrokken jaar.

Er is sprake van een dossier als voor herstelbemiddeling de aanmelding van de minderjarige gebeurt door de procureur des Konings, de jeugdrechter of de jeugdrechtbank. Voor herstelgericht groepsoverleg, gemeenschapsdienst en leerproject is er sprake van een dossier als de aanmelding van de minderjarige gebeurt door de jeugdrechter of jeugdrechtbank.

De subsidie voor een voorziening categorie 8 bedraagt jaarlijks 302.620 euro.

De subsidie wordt vermeerderd met een supplement van 5.917 euro voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt. Die anciënniteit wordt berekend op 1 januari van het betreffende jaar en afgerond op 1 decimaal.

De subsidie wordt vermeerderd met 1.475 euro per bijkomend dossier gemeenschapsdienst, te tellen vanaf 40 dossiers gemeenschapsdienst, en per bijkomend dossier leerproject, te tellen vanaf 40 dossiers leerproject. Als het een leerproject van 40 uren betreft, wordt de subsidie vermeerderd met 2.950 euro per bijkomend dossier.

Per bijkomend dossier herstelbemiddeling wordt de forfaitaire subsidie vermeerderd met 737,50 euro te tellen vanaf 80 dossiers herstelbemiddeling.

Per bijkomend dossier herstelgericht groepsoverleg wordt de forfaitaire subsidie vermeerderd met 2.360 euro, te tellen vanaf 25 dossiers herstelgericht groepsoverleg.

Per bijkomend dossier gemeenschapsdienst en leerproject wordt de subsidie vermeerderd met 29,30 euro voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt. Per bijkomend dossier herstelbemiddeling wordt de subsidie vermeerderd met 14,65 euro voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt.

Per bijkomend dossier herstelgericht groepsoverleg wordt de subsidie vermeerderd met 46,80 euro voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt.

De bovenvermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex die van kracht was op 1 juni 2008.

Categorie 9 : Diensten voor crisishulp aan huis De forfaitaire subsidie per erkende begeleiding bedraagt 6.024 euro voor 2009, en bedraagt 6.052 euro vanaf 2010.

De forfaitaire subsidie wordt vermeerderd met 121 euro voor 2009, en met 122 euro vanaf 2010 voor elk jaar dat de gemiddelde anciënniteit van alle personeelsleden de basisanciënniteit van vijf jaar overschrijdt. De anciënniteit wordt berekend op 1 januari van het betreffende jaar en afgerond op 1 decimaal.

De bovenvermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex die van kracht was op 1 juni 2008.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand.

Brussel, 4 februari 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^