Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 03 april 2009
gepubliceerd op 29 april 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
vlaamse overheid
numac
2009035339
pub.
29/04/2009
prom.
03/04/2009
ELI
eli/besluit/2009/04/03/2009035339/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 APRIL 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, op artikel 42, laatst gewijzigd bij het decreet van 7 mei 2004;

Gelet op het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, op artikel 70, 75, § 3, 3°, artikel 157, artikel 162, § 2, derde lid, artikel 165, § 3, artikel 180, artikel 206, tweede lid, en artikel 285, § 1, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1997 pub. 08/04/1998 numac 1998035375 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/06/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007035946 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van artikelen 71 en 274 van het gemeentedecreet, artikel 21ter van de OCMW-wet en artikel 69 van het provinciedecreet sluiten houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van artikel 71 en 274 van het Gemeentedecreet, artikel 21ter van de O.C.M.W.-wet en artikel 69 van het Provinciedecreet;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2007 pub. 24/12/2007 numac 2007037220 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007037221 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 januari 2009;

Gelet op het protocol nummer 2009/2 van 19 februari 2009 van de eerste afdeling van het Comité voor de provinciale en plaatselijke besturen, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op advies 45.945/1 van de Raad van State, gegeven op 26 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De volgende bepalingen van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn treden in werking op 1 juli 2009 : 1° artikel 1 tot en met 4;2° artikel 5, met uitzondering van § 1, tweede lid, en § 2, tweede lid;3° artikel 6 en 7;4° artikel 8, met uitzondering van het tweede lid;5° artikel 9;6° artikel 10, met uitzondering van het vereiste dat elke voordrachtsakte een of meer opvolgers moet vermelden, als vermeld in het § 1, vierde lid, en dit voor de voordrachtsakten die werden ingediend voor de inwerkingtreding van het artikel;7° artikel 11 tot en met 15;8° artikel 16, met uitzondering van § 4, eerste lid, tweede zin;9° artikel 17 en 18;10° artikel 19, met uitzondering van § 4, derde en vierde lid;11° artikel 20, met uitzondering van het derde lid, tweede zin;12° artikel 21 tot en met 26;13° artikel 27, § 1, § 2, eerste en tweede lid, § 3, § 4 en § 6;14° artikel 28 tot en met 36; 15° artikel 37, uitgezonderd wat betreft het vereiste vermeld in § 2, 1° en 2°, voor die zaken waarbij men in toepassing van artikel 37, eerste lid, 3., van de organieke wet belangen behartigde of de belangen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verdedigde op het moment van inwerkingtreding van dit artikel; 16° artikel 38 tot en met 52;17° artikel 53, met uitzondering van § 1, eerste lid, eerste zin;18° artikel 54, met uitzondering van het tweede lid en derde lid, punt 1° en 2°;19° artikel 55 tot en met 59;20° artikel 60, met uitzondering van : a) § 1, eerste lid;b) § 3, tweede lid en vierde lid;21° artikel 61 tot en met 67;22° artikel 68, § 4;23° artikel 69 tot en met 72;24° artikel 74;25° artikel 75, § 2;26° artikel 76 tot en met 78;27° artikel 80 tot en met 98;28° artikel 99, § 1 en § 2;29° artikel 100 tot en met 102;30° artikel 103, met uitzondering van § 4;31° artikel 105 tot en met 114;32° artikel 116;33° artikel 144 en artikel 145;34° artikel 146, § 1, met uitzondering van de woorden « start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en » in het tweede lid, en § 4;35° artikel 147 tot en met 164;36° artikel 166 tot en met 170;37° artikel 172;38° artikel 175;39° artikel 180, eerste lid;40° artikel 181 tot en met 216;41° artikel 217, § 1 en § 3;42° artikel 218, met uitzondering van § 1, derde lid;43° artikel 219 tot en met 264;44° artikel 267;45° artikel 270 en 271;46° artikel 272, punt 1° tot en met 7°, 9° tot en met 11°, en 13°;47° artikel 273 tot en met 275;48° artikel 276 wat betreft : a) punt 1°, behoudens wat betreft artikel 6, § 3, van de organieke wet;b) punt 2° tot en met 25°;c) punt 26°, behoudens wat betreft artikel 25, § 1, eerste lid, eerste zin, en § 5, tweede lid, wat betreft de woorden « De bepalingen van § 1 tot § 4 zijn van toepassing op de vervulling van de functie van ondervoorzitter », van de organieke wet;d) punt 27° en 28°;e) punt 29°, behoudens wat betreft de opheffing van artikel 27, § 1, de zinsnede « De raad richt in zijn midden een vast bureau op », van de organieke wet en behoudens wat betreft de opheffing van artikel 27, § 3, tweede lid, van de organieke wet;f) punt 30° tot en met 41°; g) punt 42°, behoudens voor die zaken waarbij men in toepassing van artikel 37, eerste lid, 3., van de organieke wet belangen behartigde of de belangen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn verdedigde op het moment van inwerkingtreding van dit artikel; h) punt 43°, wat betreft de opheffing van artikel 38, vijfde lid, derde zin, en zevende lid, van de organieke wet;i) punt 44° tot en met 47°;j) punt 48°, behoudens wat betreft de opheffing van artikel 41, § 1, van de organieke wet;k) punt 49°, wat betreft de opheffing van artikel 42, eerste tot en met vierde lid, van de organieke wet, maar met uitzondering van het vereiste van 1 maatschappelijk werker, als vermeld in artikel 42, eerste lid van de organieke wet;l) punt 50°;m) punt 51°, behoudens wat betreft de opheffing van artikel 43, § 1, tweede zin, van de organieke wet;n) punt 52° tot en met 60°;o) punt 61°, behoudens c), en behoudens f), wat betreft de opheffing van artikel 46, § 6, vijfde lid, van de organieke wet;p) punt 62°;q) punt 64° en 65°;r) punt 69° tot en met 74°;s) punt 75°, wat betreft artikel 79, eerste lid, van de organieke wet;t) punt 76° tot en met 79°;u) punt 80°, behoudens wat betreft artikel 87, § 1, tweede lid van de organieke wet;v) punt 81° en 82°;w) punt 83°, wat betreft a) artikel 89, § 1, eerste lid, van de organieke wet;b) artikel 89, § 1, derde lid, van de organieke wet de woorden « en van elk ziekenhuis dat onder zijn beheer valt », c) artikel 89, § 1, vierde lid, laatste zin, van de organieke wet;d) artikel 89, § 3, van de organieke wet;x) punt 84°, behoudens wat betreft artikel 90, § 2 en § 3, van de organieke wet;y) punt 85°, behoudens wat betreft artikel 91, tweede lid, van de organieke wet;z) punt 86° en 87°; aa) punt 89° tot en met 95°; bb) punt 97° tot en met 144°; 49° artikel 277, punt 1°, 5° en 6°;50° artikel 280, § 1, § 2, § 3 en § 4 51° artikel 281 tot en met 284. De uitzondering vermeld in het eerste lid, 15°, geldt niet voor een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.

Art. 2.De volgende bepalingen van hetzelfde decreet treden in werking op 2 januari 2013 : 1° artikel 5, § 1, tweede lid;2° artikel 8, tweede lid.

Art. 3.De volgende bepalingen van hetzelfde decreet treden in werking op 7 januari 2013 : 1° artikel 16, § 4, eerste lid, tweede zin;2° artikel 19, § 4, derde en vierde lid;3° artikel 20, derde lid, tweede zin;4° artikel 54, tweede lid en derde lid, punt 1° en 2°;5° artikel 60, § 1, eerste lid en § 3, tweede en vierde lid;6° artikel 276, wat betreft : a) punt 26°, wat betreft artikel 25, § 1, eerste lid, eerste zin, en § 5, tweede lid, wat betreft de woorden « De bepalingen van § 1 tot § 4 zijn van toepassing op de vervulling van de functie van ondervoorzitter », van de organieke wet;b) punt 29°, wat betreft de opheffing van artikel 27, § 1, de zinsnede « De raad richt in zijn midden een vast bureau op », van de organieke wet en wat betreft de opheffing van artikel 27, § 3, tweede lid, van de organieke wet;7° artikel 277, punt 2°, a).

Art. 4.Als artikelen van hetzelfde decreet in werking worden gesteld waarin een verwijzing naar een ander artikel van dat decreet is opgenomen en het artikel waarnaar wordt verwezen nog niet in werking is getreden, moet de tekst gelezen worden als een verwijzing naar de overeenstemmende bepaling in de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor zover er een overeenstemmende bepaling bestaat.

Art. 5.In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/12/1997 pub. 08/04/1998 numac 1998035375 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt het vierde lid opgeheven.

Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.In titel II van hetzelfde besluit wordt een artikel 9bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 9bis.Interne kredietaanpassingen zijn, wat betreft de exploitatie, kredietaanpassingen die het totaalbedrag aan kaskosten en kasopbrengsten van een bepaald activiteitencentrum niet wijzigen, interne facturatie niet meegerekend.

Interne kredietaanpassingen zijn, wat betreft investeringen, kredietaanpassingen die uitgevoerd worden binnen dezelfde investeringsenveloppe en die het totaalbedrag aan investeringsuitgaven niet verhogen of die niet tot gevolg hebben dat de financieringswijze van een investeringsproject wordt gewijzigd. »

Art. 8.Artikel 67 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 9.In titel IV, hoofdstuk II, van hetzelfde besluit wordt een artikel 68bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 68bis.In de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van gemeenten waarvan het inwonersaantal 20 000 inwoners of minder bedraagt, kunnen de verrichtingen, waarvan het bedrag niet hoger is dan 7.500 euro, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, door de raad voor maatschappelijk welzijn uitgesloten worden van de visumverplichting.

In de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van gemeenten waarvan het inwonersaantal meer dan 20 000 inwoners maar niet meer dan 35 000 inwoners bedraagt, kunnen de verrichtingen, waarvan het bedrag niet hoger is dan 25.000 euro, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, door de raad voor maatschappelijk welzijn uitgesloten worden van de visumverplichting.

In de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van gemeenten waarvan het inwonersaantal meer dan 35 000 inwoners bedraagt, kunnen de verrichtingen, waarvan het bedrag niet hoger is dan 67.000 euro, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, door de raad voor maatschappelijk welzijn uitgesloten worden van de visumverplichting.

In afwijking van het eerste, tweede en het derde lid kunnen de aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar, door de raad voor maatschappelijk welzijn uitgesloten worden van de visumverplichting. Contracten van onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.

De beperking tot aanstellingen van niet meer dan één jaar vermeld in het vierde lid geldt niet in de volgende gevallen : 1° een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;2° een tewerkstelling ter uitvoering van andere dan in het 1° vermelde werkgelegenheidsmaatregelen van hogere overheden voor maximum 4 jaar in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 1, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of in het kader van de opdracht van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vermeld in artikelen 8, 9 of 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. In afwijking van het eerste, tweede en het derde lid kunnen investeringssubsidies door de raad voor maatschappelijk welzijn niet uitgesloten worden van de visumverplichting. »

Art. 10.In artikel 71 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de tweede zin opgeheven;2° in het tweede lid worden de woorden « de budgethouder » telkens vervangen door de woorden « de budgethouder of zijn gemachtigde ».

Art. 11.Artikel 72 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.Artikel 77 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 77.§ 1. De personen, vermeld in artikel 165, § 3, van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zijn de kredietinstellingen en de financiële instellingen die erkend zijn overeenkomstig de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.

De opeisbare schulden die aangegaan zijn door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij die personen, kunnen in mindering gebracht worden op de rekeningen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. § 2. De opeisbare schulden voortkomende uit verbintenissen uit leasingovereenkomsten zijn opeisbare schulden, vermeld in artikel 165, § 3, van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

De opeisbare schulden die aldus aangegaan zijn door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen, als dat zo overeengekomen werd tussen het bestuur en de leasinggever, in mindering gebracht worden op de rekeningen van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. § 3. De aan de Vlaamse overheid verschuldigde bijdrage door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voor de wedde, de kantoor-, de vormings- en de reiskosten van de gewestelijk ontvanger en de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke overheidsdiensten verschuldigde sommen zijn opeisbare schulden, als vermeld in artikel 165, § 3, van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. »

Art. 13.In artikel 79 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 14.Artikel 90 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.In artikel 9, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007037221 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger sluiten houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger wordt de zinsnede « artikel 43, § 2, 3°, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn » vervangen door de zinsnede « artikel 75, § 3, 3°, van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ».

Art. 16.Aan artikel 219 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/12/2007 pub. 24/12/2007 numac 2007037220 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Voor de toepassing van paragraaf 1 en 2 geldt het bevolkingscijfer van de gemeente, vermeld in artikel 5, § 2, eerste lid, van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. »

Art. 17.De raad voor maatschappelijk welzijn kan geen taalpremie instellen of behouden voor de personeelsleden. Onder taalpremie wordt verstaan elke toelage, toegekend aan het personeelslid dat op grond van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966, verplicht is tot kennis van de tweede taal, of elke andere toelage, toegekend aan het personeelslid voor het gebruik van een andere taal dan het Nederlands.

In afwijking van het eerste lid, behoudt het personeelslid dat al een taalpremie ontvangt op de datum dat dit besluit in werking treedt, die taalpremie verder tot het uit dienst van het bestuur treedt.

Art. 18.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/06/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007035946 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van artikelen 71 en 274 van het gemeentedecreet, artikel 21ter van de OCMW-wet en artikel 69 van het provinciedecreet sluiten houdende vaststelling van de tuchtprocedure voor de mandatarissen in uitvoering van artikel 71 en 274 van het Gemeentedecreet, artikel 21ter van de O.C.M.W.-wet en artikel 69 van het Provinciedecreet worden de woorden « artikel 21ter van de O.C.M.W.-wet » vervangen door de woorden « artikel 70 van het decreet van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2008 pub. 24/12/2008 numac 2008036450 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ».

Art. 19.Onder belangrijke aangelegenheden van de beleidsvoering en dienstverlening van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn in de zin van artikel 206 van het decreet 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden alle aangelegenheden als vermeld in artikel 270, § 1, 4° tot en met 6°, van het decreet 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn verstaan.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

In afwijking van het eerste lid treden artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18 en 19 in werking op 1 juli 2009.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 april 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, V. HEEREN

^