gepubliceerd op 21 maart 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning
2 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 81, gewijzigd bij het decreet van 8 december 2000, en op artikel 83;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 1994, 28 november 2003, 26 februari 2004, 23 april 2004, 19 mei 2006 en 30 juni 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 januari 2007;
Gelet op het advies 42.154/3 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het agentschap Wonen-Vlaanderen van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed;2° aanvraagdatum : de datum van het bewijs van afgifte van de aanvraagdocumenten op een dienst van het agentschap, de postdatum bij verzending van de aanvraagdocumenten of de datum van de digitale indiening van het aanvraagformulier;3° woning : onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, met uitzondering van de woonentiteiten als vermeld in het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers;4° bewoner : de meerderjarige particulier en, in voorkomend geval, de persoon met wie hij wettelijk of feitelijk samenwoont, die de woning waarop de aanvraag betrekking heeft op de aanvraagdatum zelf bewoont op grond van een zakelijk recht;5° verhuurder : de meerderjarige particulier en, in voorkomend geval, de persoon met wie hij wettelijk of feitelijk samenwoont, die de woning waarop de aanvraag betrekking heeft met het oog op de onderverhuring ervan op de aanvraagdatum verhuurt aan een sociaal verhuurkantoor voor de duur van minstens negen jaar;6° sociaal verhuurkantoor : een sociaal verhuurkantoor dat erkend is overeenkomstig artikel 56 van de Vlaamse Wooncode;7° inkomen : het aan de personenbelasting onderworpen inkomen van het derde kalenderjaar dat voorafgaat aan de aanvraagdatum;8° gezondheidsindexcijfer : het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen;9° persoon ten laste : a) het op de aanvraagdatum inwonende kind dat ofwel jonger is dan achttien jaar, ofwel voor de bewoner het recht op kinderbijslag of wezentoelage doet ontstaan, ofwel, na voorlegging van de bewijzen, door de administrateur-generaal van het agentschap wordt beschouwd als persoon ten laste;b) de bewoner die, of een op de aanvraagdatum inwonend gezinslid dat erkend is als persoon met een ernstige handicap;10° Vlaamse Wooncode : het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
Art. 2.Binnen de kredieten die daartoe worden ingeschreven op de begroting van het Vlaamse Gewest en onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit en overeenkomstig het tweede lid nader geregeld bij ministerieel besluit, wordt aan de bewoner of de verhuurder die daartoe een aanvraag indient een tegemoetkoming verleend in de kosten van de renovatie van zijn woning die in het Vlaamse Gewest ligt.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, bepaalt welke renovatie-, verbeterings- en aanpassingswerkzaamheden voor de tegemoetkoming in aanmerking worden genomen overeenkomstig artikel 5, § 1. Hij kan de voorwaarden, vermeld in dit besluit, nader preciseren met detailmaatregelen en met uitvoeringsmaatregelen van bijkomende aard. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de bewoner
Art. 3.Het inkomen van de bewoner mag niet meer bedragen dan : 1° 35.000 euro voor alleenstaanden; 2° 50.000 euro voor wettelijk of feitelijk samenwonenden, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste; 3° 50.000 euro voor alleenstaanden met één persoon ten laste, te verhogen met 2.800 euro per persoon ten laste vanaf de tweede persoon ten laste.
De bedragen, vermeld in het eerste lid, worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 104,32 van oktober 2006. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober, die voorafgaat aan de aanpassing, en afgerond op het hogere tiental.
Art. 4.De bewoner mag naast de woning die het voorwerp van de aanvraag uitmaakt, geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben op de aanvraagdatum of gehad hebben in de periode van drie jaar voor de aanvraagdatum, tenzij hij die woning in dezelfde periode zelf heeft bewoond en ze het voorwerp is van de toepassing van artikel 19 van de Vlaamse Wooncode. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor de woning en de in aanmerking te nemen werkzaamheden
Art. 5.§ 1. De woning moet minstens 25 jaar oud zijn op de aanvraagdatum.
De werkzaamheden moeten structurele of bouwfysische ingrepen omvatten die erop gericht zijn de woning minstens te doen beantwoorden aan de normen, vastgesteld overeenkomstig artikel 5 van de Vlaamse Wooncode.
Daarbij wordt ook rekening gehouden met werkzaamheden die het levenslang wonen bevorderen.
Voorafgaand aan de uitvoering van de geplande renovatie-, verbeterings- en aanpassingswerkzaamheden kan bij het agentschap een verzoek worden ingediend om de gebreken van de woning te beoordelen en de prioritaire of de noodzakelijke werkzaamheden te bepalen. § 2. De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd overeenkomstig het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat. § 3. De totale kostprijs van de werkzaamheden die in aanmerking kunnen worden genomen moet minstens 10.000 euro bedragen, exclusief btw. HOOFDSTUK IV. - Procedure en berekening van de tegemoetkoming
Art. 6.§ 1. De aanvraag tot het verkrijgen van de tegemoetkoming wordt ingediend na de uitvoering van de werkzaamheden, vermeld in artikel 5, § 1, met een daartoe door het agentschap of een gemeentelijke dienst ter beschikking gesteld formulier.
De aanvraag bevat : 1° het ondertekende en volledig ingevulde aanvraagformulier;2° een opsomming van de uitgevoerde werkzaamheden;3° een afschrift van de facturen voor de overeenkomstig artikel 5 in aanmerking komende werkzaamheden;4° als er facturen worden voorgelegd die betrekking hebben op de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen, een verklaring van de aanvrager dat hij de werkzaamheden zelf heeft uitgevoerd;5° als de bewoner de aanvraag indient, de documenten of verklaringen waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikelen 3 en 4;6° als de verhuurder de aanvraag indient, het huurcontract met het sociaal verhuurkantoor en, in voorkomend geval, de overeenkomst over de uitvoering van de werkzaamheden voor rekening van het sociaal verhuurkantoor. De bewoner geeft door de indiening van de aanvraag de toestemming aan het agentschap om bij de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën, bij het Rijksregister, bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en bij de lokale besturen digitaal de noodzakelijke gegevens te verkrijgen over het inkomen, de gezinssamenstelling en de patrimoniale voorwaarde, vermeld in artikel 4. § 2. Het agentschap controleert de volledigheid van de aanvraag. Als de aanvraag onvolledig is, stuurt het agentschap binnen een maand na de aanvraagdatum een ontvangstmelding en vraagt het de ontbrekende stukken op. Als de aanvraag volledig is, stuurt het agentschap een ontvangstmelding waarin de normale behandelingstermijn en de beroepsmogelijkheid zijn aangegeven.
Art. 7.Binnen drie maanden nadat de aanvraag volledig is, betekent het agentschap de beslissing tot het verlenen of weigeren van de tegemoetkoming aan de aanvrager.
Tegen de beslissing of tegen het stilzitten van het agentschap kan met een aangetekende brief beroep worden ingesteld bij de administrateur-generaal van het agentschap, binnen een maand na de betekening van de beslissing of na het verstrijken van de termijn, vermeld in het eerste lid.
Als de beslissing in beroep niet wordt betekend binnen drie maanden na de datum van de aangetekende brief, vermeld in het tweede lid, dan wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
Art. 8.Het bedrag van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op 30 % van de kostprijs, exclusief btw, van de in aanmerking genomen werkzaamheden als vermeld in artikel 5. Het wordt berekend op basis van de daartoe voorgelegde facturen, die : 1° betrekking hebben op werkzaamheden die uitgevoerd zijn door een geregistreerde aannemer of op de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die door de aanvrager zelf zijn verwerkt of geplaatst en die passen binnen de in aanmerking genomen werkzaamheden;2° niet dateren van voor 1 januari 2006, noch van meer dan drie jaar voor de aanvraagdatum. De tegemoetkoming wordt afgerond op het hogere tiental. Ze kan maximaal 10.000 euro bedragen.
Art. 9.Het agentschap betaalt de tegemoetkoming uit binnen vier maanden na de beslissing tot het verlenen ervan, vermeld in artikel 7, eerste lid, of na de inwilliging van het beroep overeenkomstig artikel 7, derde lid.
De tegemoetkoming wordt uitbetaald aan de aanvrager. Als daartoe met het sociaal verhuurkantoor een overeenkomst werd gesloten als vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid, 5°, wordt de tegemoetkoming uitbetaald aan het sociaal verhuurkantoor dat de uitvoering van de werkzaamheden op zich genomen heeft. HOOFDSTUK V. - Cumulatiebeperking, controle en sancties
Art. 10.Voor dezelfde woning kan geen tegemoetkoming als vermeld in dit besluit worden verleend binnen een periode van : 1° drie jaar na de uitbetaling van een verbeteringspremie overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen;2° tien jaar na de uitbetaling van een tegemoetkoming als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 tot instelling van een tegemoetkoming bij het bouwen van een nieuwe woning of bij het uitvoeren van werken aan een woning;3° tien jaar na de uitbetaling van een tegemoetkoming als vermeld in artikel 2 van dit besluit.
Art. 11.Het agentschap is belast met de controle op de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Als de begunstigde van de tegemoetkoming die moet terugbetalen met toepassing van artikel 57 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, dan wordt het terug te betalen bedrag overeenkomstig artikel 59 van de Vlaamse Wooncode gestort ten voordele van het Fonds voor de Huisvesting. Als de begunstigde niet vrijwillig terugbetaalt, wordt de invordering toevertrouwd aan het agentschap Inspectie RWO. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen
Art. 12.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en 6 februari 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 9° wordt het getal « 60 » vervangen door het getal « 65 »;2° punt 10° wordt opgeheven.
Art. 13.In artikel 2, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, worden de woorden « of persoon met een handicap » geschrapt.
Art. 14.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en 23 april 2004, wordt punt 5° opgeheven.
Art. 15.In artikel 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006, worden de woorden « of persoon met een handicap » geschrapt.
Art. 16.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « of gehandicapt » geschrapt.
Art. 17.Artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 10.Voor dezelfde woning kan geen verbeteringspremie als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, a), worden verleend binnen een periode van tien jaar na de uitbetaling van een tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden als vermeld in : 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 tot instelling van een tegemoetkoming bij het bouwen van een nieuwe woning of bij het uitvoeren van werken aan een woning;2° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie van een woning.» HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen
Art. 18.De termijn, vermeld in artikel 7, eerste lid, begint op zijn vroegst te lopen op 1 juli 2007 en de termijn, vermeld in artikel 7, derde lid, begint op zijn vroegst te lopen op 1 september 2007.
Art. 19.In afwijking van artikel 10, 1°, kan de begunstigde van een verbeteringspremie die wordt verleend op basis van facturen van 2006 of 2007, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit met een aangetekende brief een verzoek tot inherzieningstelling van zijn premiedossier indienen bij de administrateur-generaal van het agentschap.
Dat verzoek wordt ingewilligd als de kostprijs van de werkzaamheden, die blijkt uit de facturen, vermeld in het eerste lid, die aanleiding hebben gegeven tot de verbeteringspremie, minstens 10.000 euro bedraagt, exclusief btw.
Als het verzoek wordt ingewilligd, vraagt het agentschap de stukken of verklaringen op, vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid, 4° en 5° of 6°, waarbij de datum van het verzoek tot inherzieningstelling geldt als aanvraagdatum.
Na de indiening van de aanvullende stukken of verklaringen waaruit blijkt dat de bewoner of de verhuurder voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit, berekent het agentschap de tegemoetkoming overeenkomstig artikel 8 op basis van de facturen, vermeld in het tweede lid. Het agentschap betekent het resultaat van de berekening aan de begunstigde van de verbeteringspremie en betaalt het verschil ten opzichte van de verleende verbeteringspremie binnen vier maanden na de betekening uit.
Art. 20.De aanvragen tot het verkrijgen van een aanpassingspremie of een verbeteringspremie die ingediend zijn voor de datum van de inwerkingtreding van de bepalingen van hoofdstuk VI worden verder afgehandeld op basis van de oude bepalingen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 26 maart 2007, met uitzondering van artikel 12, 1°, dat in werking treedt op 31 maart 2008.
Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 maart 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN