2 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 12/05/2023 numac 2023042001 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 04/05/2023 numac 2023041988 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 12/05/2023 numac 2023042001 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 04/05/2023 numac 2023041988 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1°, en tweede lid, artikel 10, § 1, eerste lid, 1°, 3°, 4° en 5°, en § 3, artikel 44, tweede lid, artikel 70, 1° en artikel 71, 1°.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 18 december 2023; - Er is op 4 januari 2024 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De Raad van State heeft op 10 januari 2024 beslist geen advies te geven, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving - verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21

april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen

Artikel 1.Aan hoofdstuk 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 12/05/2023 numac 2023042001 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 04/05/2023 numac 2023041988 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 2/1.In dit artikel wordt verstaan onder verordening (EU) 2022/2472: verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L327 van 21 december 2022, blz. 1-81, met inbegrip van de latere wijzigingen.

Op de steunmaatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit besluit, zijn de voorwaarden, vermeld in artikel 42 van verordening (EU) 2022/2472, van toepassing De steunmaatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit besluit, voldoet aan de volgende voorwaarden en aan alle andere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk I en hoofdstuk II van verordening (EU) 2022/2472: 1° de steun wordt verstrekt aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's) als vermeld in artikel 1, lid 1, a), van de voormelde verordening;2° bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat als gevolg van een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde verordening, komen niet in aanmerking voor steun;3° bedrijven in moeilijkheden als vermeld in artikel 1, lid 5, h), van de voormelde verordening, komen niet in aanmerking voor de steun; 4° de steun is transparant als vermeld in artikel 5, lid 3, a), van de voormelde verordening, en heeft een stimulerend effect overeenkomstig artikel 6 van de voormelde verordening.". Afdeling 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit

Art. 2.In artikel 3, eerste lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 12/05/2023 numac 2023042001 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit type besluit van de vlaamse regering prom. 21/04/2023 pub. 04/05/2023 numac 2023041988 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen sluiten tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 8°, a), wordt punt 3) opgeheven;2° in punt 11°, inleidende zin, worden de woorden "van bouwland" vervangen door de woorden "in de bodem";3° aan punt 11°, b), 2), worden de woorden "of champost" toegevoegd;4° in punt 14° worden tussen het woord "erosiebestrijdende" en het woord "teelttechnieken" de woorden "en bodemverbeterende" ingevoegd.

Art. 3.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen de woorden "de verzamelaanvraag" en de woorden "wordt ingediend" de zinsnede ", en nooit later dan 30 april van het verbintenisjaar," ingevoegd;2° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het tweede lid begint de verbintenis voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 8°, vanaf het verbintenisjaar 2024 op 1 januari of 30 april.De landbouwer vermeldt de startdatum in de verzamelaanvraag.".

Art. 4.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt telkens het woord "maximaal" opgeheven;2° in het tweede lid, 1°, wordt het bedrag "200 euro" vervangen door het bedrag "300 euro".

Art. 5.Aan artikel 35 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt punt 4° opgeheven;2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, moet de maatregel toegepast worden op minstens 0,50 hectare van het bedrijf.

De landbouwer mag een verbintenis sluiten voor verschillende percelen overeenkomstig artikel 34 om aan de oppervlaktevoorwaarde te voldoen.

Als een of meerdere percelen niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 2, zal hij alleen een subsidie ontvangen voor de percelen die wel voldoen aan de voorwaarden, op voorwaarde dat die laatst vermelde percelen een totale oppervlakte van minstens 0,50 hectare hebben.".

Art. 6.In artikel 37, § 2, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "Vlaamse Regering" en het woord "tot" wordt de zinsnede "van 12 mei 2023" ingevoegd;2° de zinsnede ", of ligt in het gebied op Linkerscheldeoever dat is aangewezen als beheergebied voor de beheerdoelstelling soortenbescherming conform artikel 18, § 2, van het voormelde besluit, voor de soort bruine kiekendief" wordt toegevoegd.

Art. 7.Aan artikel 40, § 2, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° tussen de woorden "Vlaamse Regering" en het woord "tot" wordt de zinsnede "van 12 mei 2023" ingevoegd;2° de zinsnede ", of ligt in het gebied op Linkerscheldeoever dat is aangewezen als beheergebied voor de beheerdoelstelling soortenbescherming conform artikel 18, § 2, van het voormelde besluit, voor de soort bruine kiekendief" wordt toegevoegd.

Art. 8.Aan artikel 44, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen de woorden "Vlaamse Regering" en het woord "tot" wordt de zinsnede "van 12 mei 2023" ingevoegd;2° de zinsnede ", of ligt in het gebied op Linkerscheldeoever dat is aangewezen als beheergebied voor de beheerdoelstelling soortenbescherming conform artikel 18, § 2, van het voormelde besluit, voor de soort bruine kiekendief" wordt toegevoegd.

Art. 9.In artikel 45, 2°, van hetzelfde besluit wordt het woord "vanaf" vervangen door het woord "in".

Art. 10.In artikel 47, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan punt 1° worden de woorden "en runderen van superieure tot goede bevleesheid die deelnemen aan melkproductieregistratie" toegevoegd;2° aan punt 2° worden de woorden "die niet deelnemen aan melkproductieregistratie" toegevoegd.

Art. 11.In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Het voormelde actieve rundveebeslag voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het is actief vanaf de startdatum van de verbintenis tot en met 31 december van het verbintenisjaar; 2° het heeft subsidiabele dieren als vermeld in het tweede lid."; 2° in het tweede lid, 2°, wordt de zinsnede "3) tot en met" vervangen door de zinsnede "4) en"; 3° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De verbintenis voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 8°, a), 5), kan alleen worden gesloten op voorwaarde dat ook een verbintenis voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 8°, a), 1), wordt gesloten.".

Art. 12.In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Het voormelde actieve rundveebeslag voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het is actief vanaf de startdatum van de verbintenis tot en met 31 december van het verbintenisjaar; 2° het heeft subsidiabele dieren als vermeld in het tweede lid."; 2° tussen het eerste en tweede lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De landbouwer sluit de verbintenis, vermeld in het eerste lid, voor een of meer van de volgende categorieën: 1° vrouwelijke dieren van minstens zes maanden die nog niet gekalfd hebben;2° vrouwelijke dieren van minstens zes maanden die al gekalfd hebben;3° stieren van minstens zes maanden; Voor iedere categorie, vermeld in het tweede lid, sluit de landbouwer een afzonderlijke verbintenis."; 3° in het bestaande tweede lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "in dat geval" opgeheven;4° in het bestaande tweede lid, dat het vierde lid wordt, wordt de zinsnede ", vermeld in het eerste lid, vanaf de leeftijd van zes maanden," vervangen door de woorden "die onder de verbintenis vallen en";5° in het bestaande tweede lid, dat het vierde wordt, worden de woorden "het verbintenisjaar" vervangen door de woorden "verbintenistermijn".

Art. 13.Aan artikel 50, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "of als rastypte gemengd toegevoegd.

Art. 14.In artikel 51, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zin "De subsidie bedraagt 4 cent per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd." vervangen door de zin "De voormelde subsidie bedraagt per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd: 1° voor 2024: 10 cent;2° voor 2025: 8 cent;3° voor 2026: 6 cent; 4° vanaf 2027: 5 cent.".

Art. 15.In artikel 52, § 2, van hetzelfde besluit, wordt de zin `De subsidie bedraagt 7 cent per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd." vervangen door de zin "De voormelde subsidie bedraagt per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd: 1° voor 2024: 18 cent;2° voor 2025: 16 cent;3° voor 2026: 12 cent; 4° vanaf 2027: 9 cent.".

Art. 16.In titel 3, hoofdstuk 8, afdeling 3, van hetzelfde besluit, wordt onderafdeling 3, die bestaat uit artikel 53, opgeheven.

Art. 17.In artikel 54, § 2, van hetzelfde besluit, wordt de zin "De subsidie bedraagt 8 cent per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd." vervangen door de zin "De voormelde subsidie bedraagt per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd: 1° voor 2024: 11 cent;2° voor 2025: 10 cent;3° voor 2026: 7 cent; 4° vanaf 2027: 6 cent.".

Art. 18.In artikel 55, § 2, wordt de zin "De subsidie bedraagt 8 cent per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd." vervangen door de zin "De voormelde subsidie bedraagt per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd: 1° voor 2024: 24 cent;2° voor 2025: 21 cent;3° voor 2026: 15 cent; 4° vanaf 2027: 12 cent.".

Art. 19.In artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zin "De subsidie bedraagt 4 eurocent per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd." vervangen door de zinsnede "De voormelde subsidie bedraagt per dier voor iedere dag van de toedieningsperiode die binnen de verbintenistermijn valt en waarop de voormelde maatregel wordt nageleefd: 1° voor 2024: 10 cent;2° voor 2025: 8 cent;3° voor 2026: 6 cent; 4° vanaf 2027: 5 cent.".

Art. 20.In titel 3 van hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk 11 de woorden "van bouwland" vervangen door de woorden "in de bodem".

Art. 21.In artikel 66, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De verbintenis, vermeld in paragraaf 1, wordt gesloten per perceel.

Het voormelde perceel wordt in het jaar van de verbintenisaanvraag en in de twee jaar die voorafgaan aan dat jaar, op de volgende wijze aangegeven in de verzamelaanvraag: 1° als bouwland voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 11°, a); 2° als bouwland of blijvende teelten voor de maatregel, vermeld in artikel 3, eerste lid, 11°, b) en c).".

Art. 22.Aan artikel 69 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De maatregelen, vermeld in artikel 3, eerste lid, 11°, b), kunnen gecombineerd worden op een perceel.".

Art. 23.Aan artikel 71, § 2, van hetzelfde besluit wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: " 4° de landbouwer beschikt over de mestrechten in het verbintenisjaar.".

Art. 24.In artikel 72 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden tussen het woord "stalmest" en het woord "op" de woorden "of champost" ingevoegd;2° in paragraaf 3 worden in punt 1° tussen het woord "stalmest" en de woorden "per hectare" de woorden "of champost" ingevoegd;3° aan paragraaf 3 wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt: "4° de landbouwer beschikt over de mestrechten in het verbintenisjaar".4° In paragraaf 4 wordt tussen het woord "stalmest" en het woord "en" de zinsnede "of de champost," ingevoegd.

Art. 25.Aan artikel 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het bedrag "482 euro" vervangen door het bedrag "602,5 euro";2° in paragraaf 2, 1°, wordt de zinsnede "hagen, heggen, en houtkanten" vervangen door de woorden "houtachtige elementen";3° in paragraaf 2 wordt punt 2° opgeheven;4° aan paragraaf 3 wordt de zinsnede "en kan bepalen waaraan de houtachtige elementen als vermeld in paragraaf 2, 1°, moeten voldoen" toegevoegd;5° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: "De minister bepaalt hoeveel houtsnippers de houtachtige elementen als vermeld in paragraaf 2, 1°, per lopende meter, per hectare of per stuk opleveren, voor deze maatregel.De bevoegde entiteit berekent voor de aanvraag in kwestie op basis hiervan en op basis van de houtachtige elementen aangegeven in de verzamelaanvraag, hoeveel houtsnippers voor de verbintenis kunnen worden aangewend.".

Art. 26.Aan artikel 78, § 3, van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de verbintenissen die worden afgesloten in 2024, geldt, als uitzondering op de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, dat de grasbufferstrook moet ingezaaid worden voor 1 mei 2024.".

Art. 27.Aan artikel 79, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de zinsnede "eerste lid, 3° " vervangen door de zinsnede "eerste lid, 4° "; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de verbintenissen die worden afgesloten in 2024, geldt, als uitzondering op de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, dat de grasbufferstrook moet ingezaaid worden voor 1 mei 2024.".

Art. 28.Aan artikel 80, § 2, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, worden tussen het woord "bouwland" en het woord "De" de woorden "of een blijvende teelt" ingevoegd;2° het eerste lid, 4°, wordt vervangen door wat volgt: "4° de bufferstrook wordt minstens eenmaal in het verbintenisjaar gemaaid.Het maaien gebeurt: a) ofwel voor 15 juli van het verbintenisjaar.Minstens een derde van de strook wordt pas na 15 juli en uiterlijk op 31 december gemaaid; b) ofwel na 15 juli van het verbintenisjaar;"; 3° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de verbintenissen die worden afgesloten in 2024, geldt, als uitzondering op de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 3°, dat de bufferstrook moet ingezaaid worden voor 1 mei 2024.".

Art. 29.In artikel 81, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° worden tussen het woord "bouwland" en het woord "De" de woorden "of een blijvende teelt" ingevoegd;2° in punt 5° wordt de zinsnede "tussen 15 september en 15 oktober" vervangen door de zinsnede "vanaf 15 september tot en met 31 december".

Art. 30.In artikel 83 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, 3°, wordt het woord "openluchtteelt" vervangen door het woord "teelt";2° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Als het perceel in kwestie in het kader van de biologische productiemethode aangemeld is bij en onder controle staat van een erkend controleorgaan, en als het perceel als zodanig is aangemeld in de verzamelaanvraag van het verbintenisjaar, zijn paragraaf 2, 4° en 5° en artikel 84 niet van toepassing.".

Art. 31.In titel 3 van hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk 14 tussen het woord "erosiebestrijdende" en het woord "teelttechnieken" de woorden "en bodemverbeterende" ingevoegd.

Art. 32.In artikel 87 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het bedrag "60 euro" vervangen door het bedrag "86 euro";2° in paragraaf 2, 1°, worden de woorden "of een" vervangen door de zinsnede ", een";3° in paragraaf 2, 1°, worden tussen het woord "lage" en het woord "erosiegevoeligheid" de woorden "of een verwaarloosbare" ingevoegd.

Art. 33.In artikel 92, § 3, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "11°, b), 3)" vervangen door de zinsnede "16°, b),".

Art. 34.In artikel 93, § 4 en § 5, van hetzelfde besluit wordt telkens het woord "maximaal" opgeheven.

Art. 35.In artikel 97, § 2, wordt telkens het woord "maximaal" opgeheven.

Art. 36.In artikel 99 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden het tweede en derde lid opgeheven;2° er worden een paragraaf 3/1 en een paragraaf 3/2 ingevoegd, die luiden als volgt: " § 3/1.De landbouwer ontvangt de subsidie, vermeld in paragraaf 2, voor elke diercategorie, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 5° tot en met 7°, waarvoor hij de verbintenis sluit en waarvoor hij de verbetering, vermeld in paragraaf 3, voor dat jaar behaalt.

Als er verschillende veebeslagen of inrichtingen van dezelfde diercategorie zijn als vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 5° tot en met 7°, wordt de verbetering, vermeld in het eerste lid, berekend als de gemiddelde verbetering van de verschillende veebeslagen of inrichtingen. Er mag voor geen enkel veebeslag een verslechtering van de BD100-waarde in het verbintenisjaar zijn.

In het tweede lid wordt onder inrichting verstaan: een inrichting als vermeld in artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 16 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/01/2006 pub. 02/03/2006 numac 2005023114 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. § 3/2. De landbouwer ontvangt maar één keer de subsidie, vermeld in paragraaf 2, voor alle diercategorieën, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 1° tot en met 4°, samen. De landbouwer sluit de verbintenis voor elk van de voormelde diercategorieën en voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de verbetering, vermeld in paragraaf 3, wordt in afwijking van paragraaf 3 berekend als de gemiddelde verbetering over de diercategorieën in kwestie; 2° er is voor geen enkele van de diercategorieën in kwestie voor geen enkel beslag een verslechtering van de BD100-waarde in het verbintenisjaar.". HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen

Art. 37.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 38.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 februari 2024.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw, J. BROUNS