Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 februari 1999
gepubliceerd op 17 maart 1999

Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van het beheer en de werking van het Fonds culturele infrastructuur

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035294
pub.
17/03/1999
prom.
02/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/02/1999035294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van het beheer en de werking van het Fonds culturele infrastructuur


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, inzonderheid op artikel 49 tot en met 54;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 2 februari 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat krachtens het decreet van 19 december 1998 het Fonds culturele aangelegenheden zijn werkzaamheden dient aan te vatten op 1 januari 1999, zodat het beheer en de werking van dit fonds onverwijld moeten worden geregeld;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999;2° het Fonds : het Fonds culturele infrastructuur, bedoeld in artikel 49 van het decreet;3° de Vlaamse minister : het lid van de Vlaamse regering, bevoegd voor de cultuur;4° de directeur-generaal : de leidend ambtenaar, bedoeld in artikel 2;5° het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 : het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen;6° het ministerieel besluit van 16 december 1998 : het ministerieel besluit van 16 december 1998 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake cultuur aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;7° subsidiebeslissing : verbintenis om voor een investering een investeringssubsidie toe te kennen.

Art. 2.De leidend ambtenaar van de administratie Cultuur wordt namens de Vlaamse regering belast met de leiding, het dagelijkse en het financiële beheer van het Fonds.

Art. 3.Onder het dagelijkse en het financiële beheer van het Fonds wordt verstaan : 1° het ondertekenen van de dagelijkse briefwisseling, de nota's, de ambtberichten en de documenten met betrekking tot het Fonds;2° het ontvangen van de gewone en de aangetekende zendingen, inclusief de dagvaardingen betekend aan het Fonds;3° het eensluidend verklaren van uittreksels en afschriften van documenten;4° het geven van alle goedkeuringen en het nemen van alle beslissingen die voor de afhandeling van de dossiers investeringssubsidies als bedoeld in artikel 51, 1°, van het decreet noodzakelijk zijn, met inbegrip van het ontvangen, het nazien, het doorsturen en de voortgangsbewaking van de dossiers, maar met uitzondering van het nemen van de subsidiebeslissing;5° het nemen van de beslissingen die nodig zijn voor de uitvoering van artikel 51, 2°, van het decreet conform artikel 8 van het ministerieel besluit van 16 december 1998, dat van overeenkomstige toepassing is;6° de terugvordering van ten onrechte gedane betalingen.

Art. 4.De directeur-generaal kan de taken, bedoeld in artikel 3, geheel of gedeeltelijk overdragen aan onder zijn gezag geplaatste ambtenaren van niveau A. Indien de periode van de overdracht ten hoogste dertig dagen duurt, deelt hij dit mee aan de Vlaamse minister.

Indien die periode langer is dan dertig dagen, vraagt hij vooraf een machtiging aan de Vlaamse minister.

Art. 5.Driemaandelijks rapporteert de directeur-generaal aan de Vlaamse minister. over de aanwending van de krachtens dit besluit verleende machtigingen, de betalingen en de ontvangsten.

Art. 6.De directeur-generaal van de administratie Cultuur beslist welke personeelsleden, uitrusting en installaties van zijn administratie ter beschikking worden gesteld van het Fonds.

Art. 7.Het Fonds maakt jaarlijks een begroting op conform de richtlijnen van de Vlaamse regering.

Art. 8.Teneinde de Vlaamse regering in staat te stellen te voldoen aan de verplichting, haar opgelegd bij artikel 53 van het decreet, stelt de directeur-generaal jaarlijks een verslag op over de werking en het beheer van het Fonds. Conform artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 mei 1997 wordt het verslag uiterlijk 30 juni van het jaar volgend op het boekjaar bezorgd aan de Vlaamse minister en aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting.

Art. 9.Het Rekenhof en de in artikel 2 bedoelde ambtenaar ontvangen voor kennisgeving een eensluidend afschrift van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 februari 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS

^