Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 april 2021
gepubliceerd op 22 april 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de verplichte bijdrage van de reders van Belgische vissersvaartuigen aan het Fonds voor Scheepsjongeren

bron
vlaamse overheid
numac
2021031081
pub.
22/04/2021
prom.
02/04/2021
ELI
eli/besluit/2021/04/02/2021031081/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor de verplichte bijdrage van de reders van Belgische vissersvaartuigen aan het Fonds voor Scheepsjongeren


Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 23 september 1931 op de aanwerving van het personeel der zeevisscherij, artikel 3, § 2, tweede lid, vervangen bij de wet van 13 augustus 1990 en gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2017.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Raad van het Fonds voor Scheepsjongeren heeft advies gegeven op 18 september 2020. - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 maart 2021. - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 29 maart 2021. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat het door de Brexit en de onzekerheid over de vangstmogelijkheden in Engelse wateren niet eerder mogelijk was om het percentage van brutobesomming op basis waarvan de verplichte bijdrage van de reders wordt berekend, met voldoende zekerheid vast te stellen, terwijl de bijdrage voor 2021 al vanaf 1 januari 2021 verschuldigd is.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.De verplichte bijdrage voor rekening van de reders van Belgische vissersvaartuigen, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 3°, van de wet van 23 september 1931 op de aanwerving van het personeel der zeevisscherij, wordt vastgesteld op 0,05% van de brutobesomming van de vangsten die jaarlijks in Belgische en buitenlandse havens verkocht zijn.

De jaarlijkse periode neemt telkens een aanvang op 1 januari.

Art. 2.Als de Raad van het Fonds voor Scheepsjongeren vaststelt dat de reserve van het Fonds voor Scheepsjongeren niet langer toereikend is om in normale omstandigheden de werking van het Fonds te garanderen, vraagt de Raad van het Fonds voor Scheepsjongeren een verhoging van de verplichte bijdrage, vermeld in artikel 1, na daarover een gemotiveerd advies te hebben uitgebracht aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij.

Nadat de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, het gemotiveerd advies en het verzoek, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen, legt de minister een voorstel ter beslissing aan de Vlaamse Regering voor.

Art. 3.Voor de omzetting in euro's van de brutobesommingen van de vangsten die in het Verenigd Koninkrijk en in Denemarken zijn verkocht, worden de indicatieve wisselkoersen, vermeld in artikel 212, § 2, van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, die gelden op de respectieve verkoopdata op de gereglementeerde wisselmarkt, als basis genomen.

Art. 4.De bijdragen, vermeld in artikel 1, worden gestort of overgeschreven op het postrekeningnummer BE94 6791 7491 1814 van het Fonds voor Scheepsjongeren, VAC - Jacob Van Maerlantgebouw, Koning Albert I-laan 1-2, bus 101, 8200 Brugge.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 april 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

^