gepubliceerd op 31 oktober 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de Lokale Overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen
1 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de Lokale Overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen
De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 20 en 87, § 1;
Gelet op het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I, inzonderheid op de artikelen III.5 § 1, IV.5, 2°, V.5 en V.6, vervangen bij het decreet van 15 juli 2005;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake onderwijskansen;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 mei 2006;
Gelet op het advies 40.725/1 van de Raad van State, gegeven op 6 juli 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen worden punt 12° en 13° vervangen door wat volgt : « 12° de wijze waarop de ouders en de leerlingen betrokken worden bij een bemiddeling in de zin van de artikelen V.2 en V.5 van het decreet. 13° de wijze waarop de Commissie inzake leerlingenrechten, vermeld in artikel IV.6 van het decreet, op de hoogte gebracht moet worden van het falen van een bemiddeling. »
Art. 2.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° het departement berekent de relatieve aanwezigheid in het werkingsgebied overeenkomstig artikel III.5, § 1, van het decreet; » 2° in punt 2° wordt de zin « De in artikel V.1, § 1 en § 2, tweede lid en V.5 van het decreet bedoelde bemiddeling wordt waargenomen door : » vervangen door de zin « De bemiddeling, vermeld in de artikelen V.2 en V.5 van het decreet wordt waargenomen door : ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 september 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE