Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 december 2023
gepubliceerd op 12 februari 2024

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de hoofdstukken II en V van het decreet van 3 april 2014 betreffende de beeldende kunsten

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2023048643
pub.
12/02/2024
prom.
14/12/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 DECEMBER 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de hoofdstukken II en V van het decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 14/08/2014 numac 2014029384 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de beeldende kunsten sluiten betreffende de beeldende kunsten


De regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20, gewijzigd door de wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 14/08/2014 numac 2014029384 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de beeldende kunsten sluiten betreffende de beeldende kunsten, de artikelen 9, 10, eerste lid, 12, eerste lid, 15, § 3, 16, § 2, 1°, 21, § 1, eerste lid, 24, § 2, 1° en § 3, 1°, 29, eerste lid, 30, derde lid, 32, § 2, 1°, 39, eerste lid, 41, eerste lid, 44, § 2, 2°, 51, eerste lid, en 53, eerste lid, gewijzigd bij de decreten van 28 maart 2019 en 13 oktober 2022 ;

Gelet op de gendertest uitgevoerd op 11 april 2023 met toepassing van artikel 4, lid 2, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in alle beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 20 april 2023;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 28 april 2023;

Gelet op het advies van de Overlegkamer voor de beeldende kunsten van 15 juni 2023;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 74.452/4, uitgebracht op 23 oktober 2023, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 3 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/04/2014 pub. 14/08/2014 numac 2014029384 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de beeldende kunsten sluiten betreffende de beeldende kunsten;2° Commissie: de Commissie voor Beeldende Kunsten bedoeld in de artikelen 73 tot 75 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbestuur;3° Minister: de minister bevoegd voor beeldende kunsten;4° Administratie: de Dienst Hedendaagse Beeldende Kunsten van de Algemene Administratie van Cultuur of de Eenheid Architectuur van het Secretariaat-Generaal, naargelang het geval, indien nodig bijgestaan door de Algemene Inspectie Cultuur;5° gebieden: de gebieden bedoeld in artikel 1, 1°, van het decreet;6° ethische aanpak: een aanpak die erop gericht is om producenten en onderaannemers te laten profiteren van eerlijke arbeidsomstandigheden en respect voor de menselijke waardigheid;7° duurzaamheid: het duurzame karakter op lange termijn van een project in artistieke, economische, sociale en milieutermen. HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de toekenning van steun voor activiteiten en concrete acties Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 2.Na raadpleging van de overlegkamer bepaalt de Administratie de termijnen waarbinnen de steunaanvragen moeten worden ingediend, per sector en per type activiteit. Deze termijnen worden bekendgemaakt op de website van de Administratie.

Subsidies en eenmalige steun kunnen minimaal één en maximaal vier keer per jaar worden aangevraagd.

Het project waarvoor de subsidie of eenmalige steun wordt aangevraagd, kan niet volledig zijn afgerond vóór de uiterste datum voor het indienen van de aanvraag. Alleen kosten die na deze termijn worden gemaakt, komen in aanmerking.

Overeenkomsten en programmaovereenkomsten kunnen één keer per jaar worden aangevraagd, uiterlijk op 31maart van het jaar voordat ze van kracht worden.

Art. 3.Voor elk type steun voorziet de Administratie de aanvragers van een formulier dat kan worden gedownload of online kan worden ingevuld, tot precisering van: 1° het gebied van artistieke expressie waarop de aanvraag betrekking heeft;2° de identificatie van de aanvrager en, indien van toepassing, het type uitgeoefende activiteit;3° de gegevens die nodig zijn om de voorwaarden met betrekking tot het aangevraagde soort steun na te gaan;4° het verzamelen van de informatie die nodig is opdat de bevoegde adviescommissie de beoordelingscriteria, vermeld in de artikelen 19, 27, 35 en 47 van het decreet, zou kunnen beoordelen. Het formulier gaat samen met een vademecum waarin de verwachte elementen en de te volgen procedure worden uitgelegd. Dit vademecum wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de minister.

Art. 4.De beslissing over een steunaanvraag wordt meegedeeld en gaat samen met het advies van de Commissie of met het uittreksel uit het advies van de Commissie betreffende de aanvrager.

Er wordt een Administratief beroep georganiseerd bij de minister volgens de principes van artikel 96, § 1van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbeleid.

In geval van afwijzing kan voor een project een nieuwe steunaanvraag worden ingediend, mits het project is gewijzigd of beter met redenen is omkleed om rekening te houden met de opmerkingen van de Adviescommissie. Eenzelfde project mag slechts eenmaal worden ingediend.

Art. 5.Beurzen, eenmalige subsidies en jaarlijkse subsidies in het kader van programmaovereenkomsten en overeenkomsten worden in twee termijnen betaald: 1° een eerste schijf, die 85% van het toegekende bedrag vertegenwoordigt, wordt na budgettaire vastlegging als voorschot betaald;2° het saldo, zijnde 15% van het steunbedrag, wordt betaald na ontvangst, verificatie en aanvaarding van de bewijsstukken bedoeld in de artikelen 21, 29, 39 of 51 van het decreet. De Administratie stelt de modellen op voor de activiteitenverslagen die de begunstigden moeten indienen. Afdeling 2. - Bepalingen betreffende beurzen

Art. 6.In alle gebieden ligt het bedrag dat kan worden toegekend als beurs ter ondersteuning van onderzoek, opleiding, artistieke creatie en productie tussen 1.000 euro en 15.000 euro.

Art. 7.§ 1. De onderzoeksbeurs is bedoeld ter ondersteuning van: 1° onderzoekswerk van esthetische, technische of conceptuele aard;2° tentoonstellings- of residentieprojecten die theoretische ondersteuning of redactioneel werk vereisen om een benadering, proces of onderzoek te onderbouwen, gecoördineerd met een vernieuwende fundamentele of formele ontwikkeling. § 2. Het doel van de opleidingsbeurs is het ondersteunen van deelname aan activiteiten op het gebied van voortgezette opleiding.

Art. 8.§ 1. De subsidie voor artistieke creatie of productie heeft tot doel: 1° de creatie van een werk, een praktijk of ter ondersteuning van esthetisch, technisch of conceptueel onderzoek dat een creatieve benadering of een culturele of artistieke productie onderbouwt;2° de ontwikkeling van de loopbaan van een schepper uit de Franse Gemeenschap. De beurs voor artistieke creatie of productie houdt niet noodzakelijk de verplichting in om de resultaten van dit werk te tonen. § 2. Naast de algemene voorwaarden bepaald in artikel 15, § 2 van het decreet, is de toekenning van een subsidie voor artistieke creatie of productie onderworpen aan de volgende specifieke voorwaarden: 1° het project moet blijk geven van een ethische en duurzame aanpak;2° op het gebied van architectuur heeft de beurs tot doel projecten van experimentele en toekomstgerichte aard te ondersteunen;3° op het gebied van design en mode moet het werk leiden tot de creatie van een prototype of een capsulecollectie.

Art. 9.Het activiteitenverslag met betrekking tot een subsidie moet worden ingediend binnen zes maanden na de voltooiing van het project en uiterlijk binnen zesendertig maanden na de beslissing tot toekenning van de subsidie. Afdeling 3. - Bepalingen betreffende eenmalige steun

Art. 10.Op alle gebieden ligt het bedrag dat kan worden toegekend als steun voor de creatie, de productie, de tentoonstelling, de verspreiding, de promotie en de uitrusting van een of meer werken tussen 1.000 euro en 50.000 euro.

Art. 11.Het activiteitenverslag met betrekking tot eenmalige steun moet worden ingediend binnen zes maanden na de voltooiing van het project en uiterlijk binnen zesendertig maanden na de toekenningsbeslissing. Afdeling 4. - Bepalingen met betrekking tot overeenkomsten

Art. 12.Op alle gebieden ligt het jaarlijkse bedrag dat door middel van een overeenkomst kan worden toegekend tussen 15.000 euro en 500.000 euro.

Art. 13.Het jaarlijkse activiteitenverslag met betrekking tot een overeenkomst wordt aan het einde van elk boekjaar ingediend, binnen zes maanden na het einde van het boekjaar. Afdeling 5. - Bepalingen betreffende programmaovereenkomsten

Art. 14.Voor alle gebieden samen ligt het jaarlijkse bedrag dat via een programmaovereenkomst kan worden toegekend tussen 400.000 euro en 3.000.000 euro.

Art. 15.Het jaarlijks activiteitenverslag met betrekking tot een programmaovereenkomst wordt ingediend op het einde van elk boekjaar, binnen zes maanden na het einde van het boekjaar. HOOFDSTUK 3. - Opschorting, wijziging of beëindiging van overeenkomsten en programmaovereenkomsten - Sturen van een waarnemer

Art. 16.§ 1. De begunstigde van een overeenkomst of programmaovereenkomst is verplicht de Administratie op de hoogte te brengen van elke wijziging die van invloed kan zijn op de uitvoering van de opdrachten waarvoor hij steun ontvangt. § 2 Wanneer de Administratie in kennis wordt gesteld van een dergelijke wijziging of wanneer zij deze op eigen initiatief vaststelt, stelt zij een met redenen omkleed verslag op dat: 1° een overzicht van de opdrachten waarop de overeenkomst of de programmaovereenkomst betrekking heeft;2° de informatie die de begunstigde in zijn recentste activiteitenverslag heeft verstrekt;3° wijzigingen waarvan de Administratie op de hoogte werd gebracht of die zij heeft vastgesteld;4° de voorstellen van de Administratie, met inbegrip van de eventuele opschorting, wijziging of vervroegde beëindiging van de overeenkomst of de programmaovereenkomst. Het verslag wordt naar de betrokken begunstigde gestuurd, die dertig dagen de tijd heeft om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen. § 3 Indien de opmerkingen verzonden in toepassing van § 2, tweede lid, het niet mogelijk maken de vaststellingen van de Administratie op te heffen, zendt de Administratie haar verslag en de opmerkingen van de begunstigde naar de Commissie. Indien de begunstigde geen opmerkingen heeft ingediend binnen de voorgeschreven termijn, wordt enkel het verslag doorgestuurd.

De Commissie brengt binnen zestig dagen na de verwijzing advies uit over de voorstellen van de Administratie. Indien dit niet gebeurt, kan de procedure worden voortgezet zonder rekening te houden met eventuele adviezen die na het verstrijken van de termijn zijn uitgebracht.

De betrokken begunstigde kan vragen door de Commissie te worden gehoord. § 5. Het verslag van de Administratie, het advies van de Commissie en de schriftelijke opmerkingen van de begunstigde worden naar de Minister gestuurd, die kan beslissen: 1° de schorsing op te heffen waartoe hij eerder had besloten in toepassing van § 4;2° de betaling van subsidies op te schorten - of de opschorting waartoe in toepassing van § 4 is beslist, te verlengen - totdat de begunstigde de reglementering naleeft;deze opschorting of verlenging mag niet langer dan zes maanden bedragen; 3° of de overeenkomst of de programmaovereenkomst te wijzigen;4° of de overeenkomst of de programmaovereenkomst te beëindigen;5° of de overeenkomst of de programmaovereenkomst ongewijzigd te laten. De wijziging of beëindiging wordt heeft uitwerking met ingang van de 1ste dag van de maand volgend op de kennisgeving van de beslissing, onverminderd de mogelijkheid voor de Administratie, in toepassing van de regels voor de controle op het gebruik van subsidies: 1° de betaling van nog niet betaalde subsidieschijven geheel of gedeeltelijk te weigeren als de voorgelegde bewijsstukken ontoereikend zijn;2° reeds betaalde subsidietranches die onvoldoende met redenen omkleed zijn, geheel of gedeeltelijk terug te vorderen. § 6. Indien de begunstigde na afloop van de opschortingsperiode bedoeld in § 5, eerste lid, 2°, de vastgestelde tekortkomingen niet heeft verholpen, stelt de Administratie de wijziging of de beëindiging van de overeenkomst voor overeenkomstig de §§ 2 tot en met 5.

De schorsing blijft gehandhaafd tot het einde van de procedure en kan niet opnieuw worden verlengd. § 7. De opschorting van de betaling van subsidies in afwachting van de indiening van de jaarlijkse bewijsstukken is niet onderworpen aan de bepalingen van dit artikel.

Art. 17.§ 1. Overeenkomstig artikel 59 van het decreet wordt de beslissing om een waarnemer naar het beheersorgaan van de begunstigde van een programmaovereenkomst of overeenkomst te sturen, genomen door de minister na ontvangst van het advies van de Commissie. § 2. Wanneer de aanwezigheid van een waarnemer nuttig of noodzakelijk is, stelt de Administratie een met redenen omkleed verslag op met: 1° een overzicht van de opdrachten waarop de overeenkomst of de programmaovereenkomst betrekking heeft;2° de informatie die de begunstigde in zijn recentste activiteitenverslag heeft verstrekt;3° de redenen waarom de Administratie de aanwezigheid van een waarnemer nuttig of nodig acht;4° de reikwijdte van de opdracht die aan de waarnemer zal worden toevertrouwd, in overeenstemming met artikel 100 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe cultuurbestuur. Het verslag wordt naar de betrokken begunstigde gestuurd, die dertig dagen de tijd heeft om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen. § 3. Indien de opmerkingen verzonden in toepassing van § 2, tweede lid, het niet mogelijk maken de vaststellingen van de Administratie op te heffen, zendt deze laatste haar verslag en de opmerkingen van de begunstigde aan de Commissie. Indien de begunstigde geen opmerkingen heeft ingediend binnen de voorgeschreven termijn, wordt enkel het verslag doorgestuurd.

De Commissie brengt binnen zestig dagen na de verwijzing advies uit over de voorstellen van de Administratie. Indien dit niet gebeurt, kan de procedure worden voortgezet zonder rekening te houden met eventuele adviezen die na het verstrijken van de termijn zijn uitgebracht.

De betrokken begunstigde kan vragen door de Commissie te worden gehoord. § 4. Het verslag van de Administratie, het advies van de Commissie en de schriftelijke opmerkingen van de begunstigde worden toegezonden aan de minister, die beslist over het al dan niet sturen van de waarnemer en over de reikwijdte van de aan hem toevertrouwde opdracht. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 19.De minister bevoegd voor beeldende kunsten is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2023.

Voor de regering: De minister-president, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor Sociale Promotie, P.-Y. JEHOLET De minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD

^