Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 19 oktober 2023
gepubliceerd op 25 januari 2024

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2023046950
pub.
25/01/2024
prom.
19/10/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 OKTOBER 2023. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd, artikel 20;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. », de artikelen 2 en 3;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 24/04/2019 pub. 20/11/2019 numac 2019042362 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 02/05/2019 pub. 27/08/2019 numac 2019014101 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de goedkeuring en subsidiëring van specifieke ouderschapsondersteunende diensten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning;

Gelet op de « gendertest » van 13 juli 2023 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juli 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 31 augustus 2023;

Gelet op de beslissing van het inter-Franstalig overlegorgaan gegeven op 6 september 2023, zoals bedoeld in het kaderakkoord tot samenwerking van 27 februari 2014 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn;

Gelet op het advies nr. 74.414/4 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het advies van 28 juni 2023 van de Raad van bestuur van de « Office de la Naissance et de l'Enfance »;

Op de voordracht van de Vicepresident en Minister van Kind;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Definities en algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° pleegzorger en pleegzorgster: persoon die is aangesteld om de opdrachten van de Ontmoetingsplaats voor kinderen en ouders (Lieu de Rencontre Enfants et Parents) (LREP) met kinderen en ouders uit te voeren; 2° raad van beroep: de raad van beroep ingesteld binnen de « O.N.E. »; 3° decreet: het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » ; 4° naaste : eenieder in de familiale sfeer van het kind, eenieder die recht heeft op persoonlijke betrekkingen met het kind, eenieder die verantwoordelijk is voor het kind wanneer er een contact is met de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning;5° administratief beheerder: een publiek- of privaatrechtelijke rechtspersoon die de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning beheert;6° RIZIV: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering ingesteld bij de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;7° optredende persoon: persoon aangesteld om de opdrachten van de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning te vervullen;8° werkdag: een dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een wettelijke feestdag is;9° lid van de dienst: de persoon die betrokken is bij de uitvoering van de opdrachten van de specifieke ouderschapsondersteuning, ongeacht of deze persoon betaalt, gedetacheerd wordt door een andere instelling of dienst of vrijwillig wordt tewerkgesteld; 10° O.N.E. : de « Office de la Naissance et de l'Enfance »; 11° beheersorgaan : orgaan voorzien door de wet, het decreet of de ordonnantie met bestuursbevoegdheden dat in staat is om voor rekening van de betrokken vereniging zonder winstoogmerk, stichting van openbaar nut of openbare dienst de in dit besluit bedoelde verbintenissen aan te gaan;12° PEP's : Partenaire Enfant-Parents (Partner Kind-Ouders).Personeel van de « O.N.E » belast met de preventieve medisch-psycho-sociale opvolging van de zwangere vrouwen of van kinderen in het kader van de door de « O.N.E. » erkende raadplegingen; 13° inrichtende macht: een overheid opgericht in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk;14° specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning: dienst die ouders en naasten kinderopvang en ondersteuning aanbiedt;15° kwetsbaarheid: een situatie met kwetsbaarheidsfactoren die beoordeeld kunnen worden vanuit geldelijk, administratief, medisch, gezondheids-, sociaal, cultureel of psychologisch oogpunt. Afdeling 2. - Algemene bepalingen

Art. 2.Het besluit heeft als doel de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning te erkennen, ondersteunen en ontwikkelen die erop gericht zijn kinderen op te vangen en te ondersteunen in hun ontwikkeling en ouders en toekomstige ouders in de praktische uitoefening van hun ouderschap of in het licht van de sociaaleconomische, juridische, medische, psychologische, relationele of affectieve moeilijkheden waarmee zij dagelijks worden geconfronteerd.

Deze diensten bevorderen de uitoefening van hun fundamentele rechten en die van hun kinderen, de individuele en collectieve emancipatie van gezinnen en de opbouw van een inclusieve samenleving van alle gezinnen omvat, ongeacht hun vorm, statuut of leefsituatie.

Deze diensten besteden bijzondere aandacht aan eenoudergezinnen om de risico's van armoede en sociaal isolement tegen te gaan.

Art. 3.O.N.E. erkent en subsidieert specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning die passen in het kader bepaald in artikel 2, volgens de voorwaarden en de procedure bepaald in dit besluit.

De specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning die door O.N.E. kunnen worden erkend en gesubsidieerd, ontwikkelen acties die passen in het kader van de gemeenschappelijke opdrachten bepaald in artikel 4 en in een van de specifieke opdrachten bepaald in de artikelen 5 tot 8.

O.N.E. is verantwoordelijk voor het programmeren, het opvolgen, het ondersteunen, het controleren en het evalueren van deze specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning. Afdeling 3. - Algemene opdrachten van specifieke diensten voor

ouderschapsondersteuning

Art. 4.§ 1. De specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning hebben de volgende gemeenschappelijke opdrachten: 1° bijdragen tot de harmonieuze ontwikkeling van het kind;2° ouders verwelkomen en ondersteunen bij de uitoefening en uitoefening van hun ouderschap, en hen steunen bij eventuele moeilijkheden;3° de relatie tussen kind en ouder ondersteunen en aanmoedigen. § 2. Om deze opdrachten uit te voeren, verwijzen de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning naar de volgende vier principes: 1° het kind staat centraal in de acties: de belangen en behoeften van het kind moeten centraal blijven staan in de zorgen van de pleegzorgers en pleegzorgsters of bij de optredende persoon;2° de acties van de diensten moeten gebaseerd zijn op de vaardigheden en alle middelen van de ouders, met naleving van hun tempo en zonder hen te stigmatiseren;3° Steun voor ouderschap richt zich tot alle ouders en toekomstige ouders, iedereen die vertrouwd is met kinderen en gezinnen van allerlei aard.Bijzondere aandacht gaat naar eenoudergezinnen. Het doel is om iedereen op het juiste moment en zonder enige vorm van discriminatie de steun en zorg te bieden die ze nodig hebben, zodat ze hun relatie met hun kind ten volle kunnen ontwikkelen; 4° de noodzaak om rekening te houden met de levenssituaties van ouders en kinderen, inzonderheid eenoudergezinnen, stelt ons in staat om individuen te respecteren en rekening te houden met de diversiteit van culturele codes, en om hun autonomie te versterken. § 3 De opdrachten van de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning zijn preventief van aard en gebaseerd op een vrijwillige aanpak door de ouder. De diensten kunnen geen psycho-medisch-sociale evaluaties uitvoeren of begeleiding bieden op verzoek van een derde opdrachtgever. § 4 Specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning garanderen vertrouwelijkheid of anonimiteit voor de ouders die er gebruik van maken. § 5 Specifieke ouderschapsondersteuning moet financieel toegankelijk zijn. Afdeling 4. - Specifieke opdrachten van de diensten

Art. 5.De ontmoetingsplaatsen voor kinderen en ouders (hierna "LREP's" genoemd) voeren de volgende opdrachten uit: 1° het begeleiden en ondersteunen van de relatie tussen het kind, zijn ouders en zijn familie;2° de socialisatie van het kind bevorderen;3° het sociale isolement van gezinnen doorbreken;4° de algemene ontwikkeling van het kind bevorderen. Deze opdrachten worden uitgevoerd in een vriendelijke omgeving, waar kinderen en ouders kunnen praten, zich kunnen uiten en vrij kunnen spelen. De spellen en activiteiten moeten zo worden ontworpen dat ze de relaties tussen volwassenen en kinderen bevorderen.

Naast de opdrachten die zijn gedefinieerd in paragraaf 1, streven deze centra een of meer van de nadere specifieke doelstellingen na die zijn gedefinieerd in bijlage 2.

LREP's voeren geen psychotherapeutische beoordelingen of optredens uit.

Art. 6.De opdrachten van de "Espaces Parents dans la Séparation" (hierna EPS genoemd) zijn: 1° een opvang-, sensibiliserings- en luisterplaats bieden aan ouders die aan het scheiden zijn of al gescheiden zijn en die moeilijkheden ervaren in hun ouderlijke relatie;2° om ouders te helpen zich opnieuw te concentreren op de behoeften van hun kind en een verantwoorde co-ouderschapsregeling op te bouwen die is afgestemd op de situatie;3° samen met de ouders evolueren en het tempo van de gesprekken aanpassen aan hun realiteit en wensen;4° indien nodig passende verwijzingen naar gezinnen voorstellen. EPS voeren hun opdrachten uit in overeenstemming met het dienstverleningshandvest "Espace Parents dans la Séparation" (zie bijlage 3).

Art. 7.De opdrachten van de diensten voor perinatale ondersteuning (hierna "SAP" genoemd) zijn: 1° multidisciplinaire begeleiding van gezinnen en toekomstige ouders tijdens de zwangerschap, rond de geboorte en tot de derde verjaardag van het kind;2° het ondersteunen van het ontstaan en de ontwikkeling van de band tussen ouder en kind en het begeleiden van het ouderschap tijdens de perinatale periode, met als uiteindelijk doel het verzekeren van een harmonieuze ontwikkeling van het kind;3° psycho-medisch-sociale opvolging van het kind en zijn familie, inzonderheid via huisbezoeken.Deze opvolging is complementair aan en wordt gecoördineerd met het werk van de PEP's; 4° het opbouwen of versterken van het netwerk van hulpverleners vanaf de prenatale periode om de continuïteit van de ondersteuning en zorg tijdens de hele perinatale periode te verzekeren. Deze opdrachten worden uitgevoerd ten behoeve van kinderen, families en toekomstige ouders die risico lopen.

Art. 8.Familiale ondersteuningsdiensten (hierna SAF) voeren minstens drie van de volgende opdrachten uit: 1° holistische ondersteuning bieden om het algemene welzijn van het kind en het gezin te bevorderen;2° een plaats bieden waar ouders welkom zijn, naar hen geluisterd wordt en zij begeleid worden in een geest van zorgzaamheid die bijdraagt tot het welzijn van kinderen, ouders, toekomstige ouders en het gezin;3° ouders helpen materiële steun te vinden, in hun basisbehoeften te voorzien en de levenskwaliteit van hun gezin te verbeteren;4° het onthullen, ontwikkelen en versterken van ouderlijke hulpbronnen, waarbij ouders verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen autonomie;5° ouders en gezinnen ondersteunen in hun dagelijks leven en hen helpen een netwerk van hulpbronnen op te bouwen om aan hun behoeften te voldoen;6° het sociale isolement van kinderen, ouders en gezinnen doorbreken, sociale cohesie bevorderen en gezinnen helpen om stevig geworteld te raken in hun omgeving, met respect voor hun sociaal-culturele codes;7° het bestrijden van kwetsbaarheden en hun gevolgen, discriminatie en sociale ongelijkheden die een impact hebben op het ouderschap. De Familiale ondersteuningsdiensten voeren geen psychotherapeutische beoordelingen of optredens uit.

TITEL II. - Kaderdocument

Art. 9.Elke specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning stelt een kaderdocument op, waarin de waarden en doelstellingen worden uiteengezet die alle leden van de dienst gemeen hebben en waarin wordt gespecificeerd op welke manier de algemene en specifieke opdrachten van de dienst, zoals bedoeld in de artikelen 4 tot 8, worden uitgevoerd.

Dit kaderdocument maakt het mogelijk de bestaande middelen te mobiliseren en te organiseren met het oog op een coherent project, dat is afgestemd op de behoeften van de doelgroep en wordt ontwikkeld in partnerschap met andere lokale actoren wier betrokkenheid bijdraagt aan de verwezenlijking van de in dit besluit beschreven opdrachten.

Er wordt aandacht besteed aan partnerschappen met andere diensten die door O.N.E. worden georganiseerd, goedgekeurd of gesubsidieerd.

Dit kaderdocument specificeert ook de kenmerken van de omgeving, de betekenis van de dienst, de gebruikte instrumenten, beroepsethiek, ethiek en reflexiviteit.

Op verzoek van een begunstigde verbindt de dienst zich ertoe de inhoud van het kaderdocument mee te delen in een versie die toegankelijk is voor het publiek dat er gebruik van maakt.

Art. 10.Het kaderdocument bevat minstens de volgende elementen: 1° identificatie van de rechtsvorm;2° de samenstelling van het beheersorgaan;3° in voorkomend geval, de samenstelling van de partnerschappen die de dienst uitmaken en de organisatie ervan mogelijk maken;4° de samenstelling van het team: titel en bewijs van academische graden of kwalificaties behaald voor elk lid, ervaring en tijd besteed door elk lid van de dienst;5° het doelpubliek en de criteria voor de opvang van gezinnen en toekomstige ouders, inzonderheid op het vlak van kwetsbaarheid, in overeenstemming met de opdrachten van de dienst;6° de uit te voeren projecten en activiteiten, met inbegrip van de te ontwikkelen methodologie, inzonderheid met het oog op de aanpassing aan de behoeften van de begunstigden;7° het systeem dat ontwikkeld is op basis van de bevindingen en observaties die geleid hebben tot de oprichting van de dienst;8° de tijden waarop de dienst toegankelijk en beschikbaar zal zijn;9° de wijze waarop het team wordt gecoördineerd;10° opgerichte of op te richten partnerschappen;11° methoden van reflexiviteit, met inbegrip van permanente opleiding en supervisie;12° beoordelingsprocedures;13° elk ander element dat aanvullende informatie verschaft voor een goed begrip van het ingevoerde systeem. De gegevens bedoeld in 2° en 4° worden maximaal 10 jaar bewaard vanaf de datum van erkenning. Aan het einde van deze periode worden ze vernietigd.

TITEL III. - Erkenning Afdeling 1. - Voorwaarden voor erkenning

Art. 11.Om goedgekeurd te worden als specifieke ouderschapsondersteuning moet de dienst aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° opgericht zijn als een publieke of private rechtspersoon zonder winstoogmerk ;2° een kaderdocument hebben dat voldoet aan de vereisten van Titel II ;3° regelmatige teamvergaderingen plannen, minstens om de zes weken behalve tijdens de zomervakantie, en een reflectieve aanpak, inzonderheid via supervisie, intervisie of permanente vorming;4° als de dienst gebruik maakt van lokalen, beschikken over lokalen die specifiek bestemd zijn voor de activiteit en over apparatuur die de veiligheid van ouders en kinderen en de beveiliging van de informatie-inhoud, inzonderheid de privacy, garandeert;5° de gezinnen op vrijwillige basis verwelkomen en erbij betrekken;6° ervoor zorgen dat de dienst toegankelijk is;7° partnerschap en netwerking bevorderen.

Art. 12.De inrichtende overheid waarborgt de naleving van de erkenningsvoorwaarden en de coördinatie van de specifieke opvoedingsondersteunende dienst. De coördinatie bestaat uit : 1° uitvoering van het kaderdocument ;2° dagelijks beheer van de afdeling, boekhouding en naleving van de geldende voorschriften;3° de relaties met de RVA organiseren;4° de coördinatie met partners en andere belanghebbenden organiseren.

Art. 13.Om specifiek als LREP te worden goedgekeurd, moet de dienst niet alleen voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 11 en 12, maar ook aan de volgende voorwaarden: 1° beschikken over lokalen waar minstens 5 kinderen onder begeleiding van hun ouders tegelijk kunnen verblijven;2° minstens 37 weken per jaar open zijn.

Art. 14.Om specifiek als EPS te worden erkend, moet de dienst, naast de voorwaarden van de artikelen 11 en 12, voldoen aan de bepalingen van het charter waarnaar in aanhangsel 3 wordt verwezen.

Art. 15.Om specifiek erkend te worden als SAP moeten, naast de voorwaarden in artikel 11 en 12, de psychologische, (para)medische en sociale ambten intern of via een samenwerkingsverband worden aangeboden.

Binnen dit kader moeten, naast de administratieve en coördinerende ambten, ten minste twee van de volgende ambten binnen de perinatale hulpdienst zelf worden uitgevoerd: - de sociale ambt; - de (para)medische ambt; - de paramedische ambt; - de psychologische ambt. Afdeling 2. - Aanvraag tot erkenning

Art. 16.De erkenningsaanvraag wordt door het beheersorgaan bij O.N.E. ingediend volgens de door O.N.E. vastgelegde procedures.

Naast de in de artikelen 9 tot en met 15 bedoelde informatie moet de aanvraag samen gaan met de volgende documenten: 1° de naam van de inrichtende macht, zijn juridisch statuut, het adres van zijn maatschappelijke zetel, het paritair comité of het sectoraal overlegorgaan waaronder hij ressorteert, zijn rekeningnummer;2° de samenstelling van het beheersorgaan;3° de kwalificaties en werkuren van elk lid van de dienst;4° de ontwerpbegroting, met inbegrip van andere financieringsbronnen en de materiële en menselijke middelen die nodig zijn om zijn opdrachten uit te voeren. De gegevens bedoeld in paragraaf 2, 2° en 3° worden maximaal 10 jaar bewaard als de erkenning wordt verleend. Aan het einde van deze periode worden ze vernietigd.

Binnen vijftien werkdagen na de datum van de aanvraag bevestigt O.N.E. de ontvangst van het volledige aanvraagdossier per e-mail aan de aanvrager.

In voorkomend geval laat de dienst "O.N.E." de aanvrager per e-mail weten dat de aanvraag niet volledig is en welk(e) document(en) ontbreekt (ontbreken). Hij nodigt de aanvrager uit om de aanvraag binnen vijftien werkdagen na het verzoek van O.N.E. aan te vullen.

Binnen vijftien werkdagen na ontvangst van ontbrekende documenten bevestigt O.N.E. de ontvangst per e-mail aan de aanvrager.

Als de aanvraag na deze herinnering nog steeds onvolledig is, wordt deze niet-ontvankelijk verklaard en niet aan de jury voorgelegd.

O.N.E. zal de kandidaat per e-mail op de hoogte brengen van de beslissing.

Art. 17.Binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 16 onderzoekt een jury de aanvraag tot erkenning. Hij brengt een gunstig of ongunstig advies uit. De jury bestaat voor de helft uit personeelsleden van O.N.E. en voor de andere helft uit deskundigen met minstens vijf jaar ervaring op het gebied van kinderen, jongeren of jeugdwerk, die hebben gereageerd op een openbare oproep tot kandidaatstelling. De Raad van Bestuur van O.N.E. benoemt de leden van deze jury voor een hernieuwbare termijn van drie jaar en bepaalt het huishoudelijk reglement van de jury.

Het lidmaatschap van de jury is onverenigbaar met het lidmaatschap van de Raad van Bestuur van O.N.E. of het lidmaatschap van het personeel van een specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning die een erkenning heeft aangevraagd, een erkenning reeds geniet of gesubsidieerd is.

O.N.E. beslist over de aanvraag tot erkenning na eensluidend advies van de jury. O.N.E. zal de aanvrager binnen 15 werkdagen na de vergadering van de jury per e-mail op de hoogte stellen van zijn beslissing.

In geval van een positieve beslissing wordt de erkenning verleend voor een periode van vijf jaar, overeenkomstig artikel 14, § 2, van het organiek reglement van de dienst "Office de la Naissance et de l'Enfance".

Art. 18.Na een positieve beslissing van O.N.E. verstrekt de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning de volgende aanvullende informatie aan O.N.E.: 1° de contactgegevens van de administratief verantwoordelijke;2° de gegevens van de contactpersoon indien deze verschilt van de administratief verantwoordelijke. Deze gegevens worden maximaal 10 jaar bewaard vanaf de datum van erkenning. Aan het einde van deze periode worden ze vernietigd. Afdeling 3. - Vernieuwing van de erkenning

Art. 19.De aanvraag tot hernieuwing van de toelating moet door het beheersorgaan niet vroeger dan twaalf maanden en niet later dan zes maanden voor het verstrijken van de lopende erkenning per e-mail worden ingediend bij O.N.E..

Zij moet samen gaan met een actualisering van het in artikel 16 bedoelde erkenningsdossier.

De vernieuwingsprocedure is identiek aan de erkenningsprocedure. Afdeling 4. - Intrekking van de erkenning

Art. 20.Als O.N.E. vaststelt dat de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning de bepalingen van dit besluit en de bepalingen van het decreet waarvan het is afgeleid, overtreedt, maant het de dienst aan om zijn verplichtingen na te leven.

De specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning heeft dertig werkdagen de tijd om te voldoen aan de bepalingen van de ingebrekestelling en het bewijs daarvan naar O.N.E. te sturen.

O.N.E. kan afdelingen helpen bij het opstellen van een actieplan om eventuele tekortkomingen te verhelpen.

De specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning kan vragen om gehoord te worden door O.N.E. De houder van de toelating wordt dus gehoord op basis van een volledig dossier waarin de informatie en documenten die relevant zijn voor het administratief dossier voorafgaand aan de hoorzitting ter kennis van O.N.E. worden gebracht, en dit binnen een termijn van vijftien dagen zodat hij, indien nodig, hierover kan worden gehoord.

Als de dienst na het verstrijken van deze termijn niet heeft voldaan aan de bepalingen van de ingebrekestelling, kan O.N.E. de erkenning intrekken.

Onder dezelfde voorwaarden kan de erkenning worden ingetrokken als de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning het kaderdocument niet implementeert.

O.N.E. kan besluiten om de erkenning onmiddellijk in te trekken als de ernst van de geconstateerde tekortkomingen dit rechtvaardigt.

De erkenning kan ook onmiddellijk worden ingetrokken als de dienst hierom vraagt, om welke reden dan ook, op voorwaarde dat de dienst continuïteit van zorg heeft georganiseerd met netwerkpartners, indien nodig.

Intrekking van de erkenning beëindigt het recht op subsidies en elke andere tussenkomst (tegemoetkoming) van O.N.E.. Afdeling 5. - Opschorting van de erkenning

Art. 21.Opschorting van de erkenning kan georganiseerd worden op initiatief van zowel de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning als van O.N.E. indien de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning tijdelijk niet meer in staat is om te werken overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. Als het initiatief van de dienst komt, organiseert deze, indien nodig, de continuïteit van de zorg met de netwerkpartners. Tijdens de opschorting van de erkenning schort de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning zijn activiteiten op.

O.N.E. stelt de dienst voor ouderschapsondersteuning per aangetekende brief in kennis van de opschorting van de erkenning binnen 15 werkdagen nadat O.N.E. het verzoek per e-mail heeft ontvangen of nadat O.N.E. heeft vastgesteld dat de dienst tijdelijk niet langer in staat is om de continuïteit van zijn opdrachten te garanderen.

Als er binnen twee jaar na de datum van kennisgeving van de opschorting geen verzoek tot opheffing van de opschorting van de erkenning naar O.N.E. is gestuurd, wordt de erkenning door O.N.E. ingetrokken volgens de procedures die in artikel 20 zijn gedefinieerd.

Tijdens de opschorting van de erkenning zal O.N.E. de betaling van subsidies opschorten vanaf het moment dat O.N.E. kennis neemt van de opschorting. Afdeling 6. - Beroepsprocedure

Art. 22.De specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning kan beroep aantekenen bij de Kamer van Beroep tegen de volgende beslissingen: 1° weigering of intrekking van de erkenning;2° de weigering om de erkenning te vernieuwen;3° de weigering om opschorting van de erkenning of om opheffing van de schorsing van de erkenning;4° de schorsing van de erkenning; 5° het nalaten van O.N.E. om binnen de toegestane termijn een beslissing te nemen over een aanvraag tot erkenning.

De specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning kan vragen om gehoord te worden door de Kamer van Beroep.

Art. 23.Het beroep moet per aangetekend schrijven naar O.N.E. worden gestuurd binnen dertig werkdagen na ontvangst van de betwiste beslissing of van het uitblijven van een beslissing binnen de termijn.

O.N.E. kan, overeenkomstig de procedures die hij vaststelt, verzoeken dat hem op een andere wijze een afschrift van het beroep wordt toegezonden.

Art. 24.Het beroep tegen een beslissing waarbij wordt geweigerd een erkenning te vernieuwen of waarbij een erkenning wordt ingetrokken of geschorst, heeft schorsende werking.

In afwijking van het voorgaande lid kan de Kamer van Beroep besluiten dat het beroep geen schorsende werking heeft. Deze mogelijkheid is beperkt tot gevallen waarin de gezondheid en veiligheid van personen ernstig in gevaar kunnen komen.

Wanneer de intrekking wordt beslist op basis van de bepalingen van artikel 20, lid 7, heeft het beroep nooit schorsende werking.

Art. 25.De Kamer van Beroep beschikt over een termijn van drie maanden vanaf de datum van verzending van het beroep om uitspraak te doen over de beslissing of het verzuim om een beslissing te nemen binnen de termijn die aanleiding gaf tot het beroep.

De deadline loopt niet van 1 juli tot 31 augustus.

TITEL IV. - Subsidieregelingen

Art. 26.§ 1. O.N.E. kan subsidies toekennen op de volgende niveaus van erkende specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning: - Niveau 1: 7.000 euro; - Niveau 2: 14.000 euro; - Niveau 3: 31.000 euro; - Niveau 4: 62.000 euro; - Niveau 5: 125.000 euro; - Niveau 6: 175.000 euro;

In geval van subsidiëring ontvangt de als EPS erkende dienst als omschreven in artikel 6 en de als SAF erkende dienst als omschreven in artikel 8 een subsidie van minimaal niveau 3. De als SAP erkende dienst als omschreven in artikel 7 ontvangt een subsidie van minimaal niveau 5. De LREP-erkende dienst als bedoeld in artikel 5 ontvangt een minimumsubsidie van niveau 1.

Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de volgende formule: subsidieniveau X (gezondheidsindex voor januari van jaar N/gezondheidsindex voor januari 2021).

O.N.E. beoordeelt periodiek of deze niveaus voldoen aan de behoeften van de diensten op basis van vooraf aan de sector meegedeelde criteria. In voorkomend geval worden de subsidies verhoogd volgens de in paragraaf 2 beschreven procedures.

De uitgaven kunnen de huishoudelijke kosten en de bezoldiging van het personeel in loondienst of als zelfstandige dekken en zijn bedoeld om de opdrachten van de verschillende gezinsondersteunende diensten te dekken. Met voorafgaande toestemming van O.N.E. kunnen zij ook kapitaaluitgaven dekken. § 2 Ten minste eenmaal per legislatuur maakt de Regering een oproep bekend tot het indienen van aanvragen door erkende specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning. De dienst die wenst in te gaan op de oproep moet een met redenen omklede aanvraag indienen. De oproep is bedoeld om één of meer van de volgende doelstellingen te bereiken: 1° om erkende diensten te financieren;2° toelaten dat de subsidieniveaus worden verhoogd voor diensten die al gesubsidieerd worden. O.N.E. bepaalt de procedures en deadlines voor het indienen van aanvragen, evenals de selectiecriteria.

De kandidaat-diensten worden geëvalueerd door de jury bedoeld in artikel 17 volgens de criteria bedoeld in het vorige lid. Zij worden opgenomen in een programma dat wordt opgesteld door de Regering, op advies van de Raad van Bestuur van O.N.E., binnen de grenzen van de door de Regering toegekende middelen.

Art. 27.Indien de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning van een paritaire commissie afhangt, mag de bezoldiging van het bezoldigde personeel slechts gesubsidieerd worden binnen de perken van de barema's die door deze paritaire commissie zijn vastgelegd.

Indien de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning wordt georganiseerd door een openbare dienst, mag de bezoldiging van het bezoldigde personeel alleen worden gesubsidieerd binnen de perken van de barema's die van toepassing zijn op het personeel van deze openbare dienst.

In beide gevallen kan de te waarderen anciënniteit niet hoger zijn dan het aantal jaren werkelijke ervaring.

De bezoldiging van zelfstandigen die kunnen worden gesubsidieerd, is beperkt tot de maximale bezoldiging van de bezoldigde werknemers bedoeld in lid 1, vermeerderd met maximaal 50%, met uitzondering van artsen wier bezoldiging wordt vastgesteld aan de hand van de RIZIV-schalen na instemming van O.N.E. Wat de personeelskosten betreft, kunnen de subsidies de brutobezoldiging, de werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid, de eindejaarspremie, de voorzieningen voor vakantiegeld en pensioenen, de ontslagvergoedingen of andere verplichtingen die voortvloeien uit de paritaire commissie waarvan de dienst deel uitmaakt, dekken.

Art. 28.O.N.E. gaat na of het personeel van de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning, waarvan het loon gesubsidieerd kan worden als werknemer of zelfstandige, over een kwalificatie beschikt die overeenstemt met het uitgeoefende ambt.

Specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning stellen O.N.E. onmiddellijk op de hoogte van alle wijzigingen met betrekking tot aanwerving, wijzigingen in diensten of het vertrek van hun personeel in loondienst of onafhankelijke dienstverleners.

Art. 29.1. Vóór 15 februari van elk jaar betaalt O.N.E. aan de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning een voorschot dat overeenstemt met 70% van de subsidie.

Vóór 30 september betaalt O.N.E. het saldo dat overeenkomt met 30% van de subsidie. § 2 Met het oog op de verantwoording van hun subsidies sturen de specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning O.N.E. vóór 15 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarin de uitgaven werden gedaan: 1° een activiteitenverslag, waarvan het model wordt vastgelegd door O.N.E. Het bevat een evaluatie van het project en cijfers over het gebruik van de specifieke dienst voor ouderschapsondersteuning; 2° een exploitatierekening die overeenstemt met de inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de opdrachten door de dienst;3° een kopie van de bewijsstukken opgenomen in bijlage 1. § 3 Indien het overeenkomstig paragraaf 2 gerechtvaardigde bedrag lager is dan het in paragraaf 1 bedoelde bedrag, wordt het verschil terugbetaald aan O.N.E. ; § 4 Als de gepromote subsidies slechts een deel van het jaar dekken, worden ze pro rata verminderd.

Art. 30.O.N.E. wijst onder haar personeel de personeelsleden aan die gemachtigd zijn om: 1° ter plaatse de juistheid van de boekhoudkundige en financiële gegevens met betrekking tot de gesubsidieerde activiteiten na te gaan en daartoe toegang te hebben tot alle bewijsstukken die overeenstemmen met;2° ter plaatse de juistheid van de verschillende elementen van het activiteitenverslag te verifiëren.Daartoe kunnen ze alle originele documenten raadplegen en, indien nodig, kopieën ervan verkrijgen; 3° een ontmoeting hebben met personeelsleden of directies van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning. TITEL V. - O.N.E.-steun voor specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning

Art. 31.O.N.E. verbindt zich ertoe de begeleiding aan de sector te ontwikkelen en wijst onder zijn personeel de personen aan die gemachtigd zijn deze steun te verlenen. De ondersteuning van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning heeft tot doel de continuïteit of de uitbreiding van het aanbod van diensten, de creatie van synergiën, partnerschappen en netwerking, alsook de ondersteuning van projecten in opbouw te verzekeren.

O.N.E. geeft informatie over hoe je toegang kunt krijgen tot specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning.

Art. 32.O.N.E. verbindt zich ertoe cursussen voor voortgezette opleiding voor erkende en gesubsidieerde diensten ter beschikking te stellen.

TITEL VI. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 33.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 24/04/2019 pub. 20/11/2019 numac 2019042362 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen en het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 02/05/2019 pub. 27/08/2019 numac 2019014101 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de goedkeuring en subsidiëring van specifieke ouderschapsondersteunende diensten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning worden opgeheven.

Art. 34.De diensten die zijn erkend en gesubsidieerd in het kader van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 april 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 24/04/2019 pub. 20/11/2019 numac 2019042362 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van de perinatale begeleidingsdiensten van de gezinnen of het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 02/05/2019 pub. 27/08/2019 numac 2019014101 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de goedkeuring en subsidiëring van specifieke ouderschapsondersteunende diensten sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van specifieke diensten voor ouderschapsondersteuning behouden het voordeel van die erkenning of subsidiëring onder de voorwaarden bepaald door die besluiten tot het einde van de erkennings- of subsidieperiode.

Zes maanden voor het einde van de erkennings- of subsidieperiode brengt O.N.E. deze diensten op de hoogte van de procedures voor het aanvragen van de erkenning en subsidie voorzien in dit besluit.

Diensten die in dit verband een aanvraag hebben ingediend, blijven erkend of gesubsidieerd tot kennisgeving van de beslissing op deze aanvraag.

Art. 35.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 36.De minister van Kind is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2023.

Voor de Regering: De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor Sociale Promotie, P.-Y. JEHOLET De Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^