gepubliceerd op 28 november 2022
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van de vergoedingen bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het decreet van 25 april 2019 betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap
8 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de toekenning van de vergoedingen bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het decreet van 25 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019013214 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 25/04/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019041206 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de verzekeringsinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap
De regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 25 april 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
25/04/2019
pub.
18/06/2019
numac
2019013214
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap
type
decreet
prom.
25/04/2019
pub.
18/06/2019
numac
2019041206
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet betreffende de verzekeringsinstellingen van de Franse Gemeenschap
sluiten betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap, artikel 15, vervangen bij het decreet van 15 december 2021;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 19 mei 2022;
Gelet op de instemming van de minister van Begroting, gegeven op 25 mei 2022;
Gelet op de "gendertest" van 13 mei 2022 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, lid 2, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in alle beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Kamer van overleg inzake het cultureel erfgoed, uitgebracht op 20 juni 2022 Gelet op het advies nr. 71.893/2/V van de Raad van State, uitgebracht op 3 augustus 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities 1° "decreet": het decreet van 25 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019013214 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 25/04/2019 pub. 18/06/2019 numac 2019041206 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de verzekeringsinstellingen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de museumsector in de Franse Gemeenschap;2° "museum" : het museum van de Franse Gemeenschap alsook de musea en museumclusters, erkend of genietend één van de steunmaatregelen bedoeld in hoofdstuk 5 van het decreet;3° "culturele bemiddeling": alle initiatieven en benaderingen die erop gericht zijn de toegang tot de cultuur, de ontmoetingen met scheppende kunstenaars, de toe-eigening van werken en de deelname aan het culturele leven van alle individuen en groepen te bevorderen;4° "culturele basisbemiddeling": de toelichtingen die integraal deel uitmaken van de scenografie alsook het boekje of de educatieve gids bedoeld in artikel 6, eerste lid, 3° ;5° "specifieke culturele bemiddeling": elk cultureel bemiddelingsinitiatief of elke culturele bemiddelingsstap die verder gaat dan de culturele basisbemiddeling bedoeld in 4°, zoals begeleid bezoeken, bezoeken met een audiogids of workshops;6° "onbegeleid bezoek": een bezoek van een schoolgroep zonder begeleiding van een specifieke museummedewerker die zorgt voor de culturele bemiddeling;7° "begeleid bezoek": een bezoek van een schoolgroep onder begeleiding van een specifieke museummedewerker die zorgt voor de culturele bemiddeling;8° "jaarlijks schoolbezoek": totaal aantal leerlingen dat in een kalenderjaar een museum heeft bezocht in het kader van een schoolgroep;9° "meerjarenovereenkomst": overeenkomst gesloten tussen de Franse Gemeenschap en de begunstigde van een subsidie die voor meerdere jaren wordt toegekend, teneinde de modaliteiten en voorwaarden voor de toekenning, de vereffening en de verantwoording van de subsidie te bepalen in toepassing van artikel 58 van het decreet van 20 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2011 pub. 17/01/2012 numac 2012029001 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende regeling van de begroting en de boekhouding van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap sluiten houdende de organisatie van de begroting en van de boekhouding van de regeringsdiensten van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK 2. - Organisatorische regelingen voor de gratis toegang tot musea voor schoolgroepen
Art. 2.Schoolgroepen hebben vanaf het begin van het schooljaar 2022 gratis toegang tot de permanente tentoonstellingsruimten van de musea.
Art. 3.Musea mogen aan schoolgroepen extra kosten in rekening brengen indien zij toegang wensen tot tijdelijke tentoonstellingen en/of gebruik wensen te maken van specifieke culturele bemiddelingsdiensten.
Art. 4.De musea kunnen de toelating van schoolgroepen, ook voor rondleidingen op eigen gelegenheid, afhankelijk stellen van voorafgaande reservering, afhankelijk van de capaciteit in de permanente galerijen.
Art. 5.In het kader van rondleidingen op eigen gelegenheid kan de begeleider van de schoolgroep een culturele bemiddeling verrichten in de permanente tentoonstellingsruimten van het museum. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de toekenning van een vergoeding voor de gratis toegang tot musea voor schoolgroepen
Art. 6.Om voor vergoeding in aanmerking te komen, moet het museum aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° een erkenning genieten als museum, museumcluster of een van de steunmaatregelen bedoeld in hoofdstuk 5 van het decreet, op voorwaarde dat deze erkenning of deze steunmaatregel is toegekend in het kader van een meerjarenovereenkomst die uiterlijk op 1 januari 2023 ingaat;2° aantonen dat in het schooljaar 2021-2022 aan schoolgroepen een vergoeding werd gevraagd voor de toegang tot de permanente tentoonstellingsruimten;3° een educatieve brochure voor leerlingen en/of een pedagogische gids voor begeleiders ter beschikking te stellen, die gratis kan worden gedownload op de website van het museum;4° tussen 2017 en 2021 gedurende ten minste één jaar schoolbezoek in het museum hebben geregistreerd. In afwijking van lid 1 kunnen musea die het gehele schooljaar 2021-2022 voor het publiek gesloten waren, aantonen dat in het schooljaar voorafgaand aan de sluiting van de musea een vergoeding voor de toegang tot de permanente tentoonstellingsruimten werd gevraagd aan schoolgroepen.
In afwijking van lid 1 hoeven musea die op 1 januari 2023 voor het eerst worden erkend, niet te voldoen aan de voorwaarden onder 2° en 4°.
Art. 7.De vergoeding wordt jaarlijks toegekend aan de musea die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 en die erom verzoeken, tot het einde van hun meerjarenovereenkomst.
Voor de volgende verlenging van hun erkenning moeten musea gratis toegang voor schoolgroepen opnemen in het meerjarenbegrotingsvoorstel bij hun aanvraag.
Art. 8.Het museum dient voor de resterende duur van zijn overeenkomst een verzoek tot compensatie in met gebruikmaking van het door de rijksdiensten ter beschikking gestelde formulier: 1° uiterlijk op 15 oktober 2022, voor musea met een meerjarenovereenkomst 2° of ten laatste op het ogenblik van de ondertekening van hun meerjarenovereenkomst voor musea die in 2022 geen van kracht zijnde overeenkomst hadden en die een overeenkomst hebben gekregen die ingaat op 1 januari 2023. HOOFDSTUK 4. - Berekening van het bedrag van de vergoeding
Art. 9.§ 1. De jaarlijkse vergoeding wordt berekend door het bedrag van de toegangsprijs te vermenigvuldigen met het jaarlijkse aantal leerlingen van het museum.
Onverminderd paragraaf 1 wordt de vergoeding voor het jaar 2022 berekend door het bedrag van de referentietoegangsprijs te vermenigvuldigen met het aantal bezoekers van het museum tussen het begin van het schooljaar 2022 en 31 december 2022. § 2. Het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde toegangsprijs is het bedrag dat door het museum in rekening werd gebracht voor de toegang tot zijn permanente tentoonstellingsruimten, exclusief de kosten van aanvullende diensten, in het schooljaar 2021-2022.
Wanneer de toegangsprijs betrekking heeft op de scholengroep als geheel, wordt het bedrag van de referentietoegangsprijs berekend op basis van het bedrag dat voor de groep wordt gevraagd in verhouding tot het maximumaantal leerlingen dat per groep door het museum wordt toegelaten.
Indien het museum verschillende toegangsprijzen hanteert voor verschillende niveaus van schoolgroepen of voor verschillende leeftijden van leerlingen, wordt de referentietoegangsprijs berekend op basis van het pro rata gemiddelde van de toegangsprijzen, en niet op basis van het absolute gemiddelde. § 3 In afwijking van paragraaf 2 komt voor musea die gedurende het gehele schooljaar 2021-2022 voor het publiek gesloten waren, het bedrag van de referentietoegangsprijs overeen met het bedrag dat in het schooljaar voorafgaand aan de sluiting in rekening werd gebracht.
In afwijking van paragraaf 2 wordt voor musea die op 1 januari 2023 voor het eerst worden erkend, het bedrag van de referentietoegangsprijs door de regeringsdiensten vastgesteld met inachtneming van de referentietoegangsprijzen die door soortgelijke musea worden gehanteerd. HOOFDSTUK 5. - Vereffening van de vergoeding
Art. 10.§ 1. De vergoeding wordt jaarlijks in twee termijnen uitbetaald. § 2. Een eerste schijf wordt betaald in het eerste kwartaal van elk jaar van de resterende duur van de overeenkomst.
Het bedrag van deze eerste schijf wordt als volgt berekend: 1° het bedrag van de referentietoegangsprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 9, §§ 2 en 3, wordt vermenigvuldigd met het hoogste jaarlijkse schoolbezoek dat door het museum tussen 2017 en 2021 is vastgesteld;2° het onder 1° verkregen bedrag wordt teruggebracht tot 85%. § 3. Een tweede schijf wordt betaald na ontvangst en aanvaarding van: 1° de verantwoordingsstukken bedoeld in hun meerjarenovereenkomst ;2° een verslag over het schoolbezoek voor het betrokken kalenderjaar, opgesteld volgens het door de regeringsdiensten verstrekte model. Het bedrag van deze tweede schijf wordt verkregen door het overeenkomstig § 2 verkregen bedrag af te trekken van het overeenkomstig artikel 9, § 1, berekende bedrag op basis van de werkelijke aanwezigheid in het betrokken kalenderjaar.
Indien het bedrag van de tweede schijf negatief is, zal dit worden afgetrokken van de volgende subsidie of worden terugbetaald door het betrokken museum.
Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 10, § 2, wordt het bedrag van de eerste schijf van de vergoeding voor het jaar 2022 betaald vóór 31 december 2022.
Het bedrag van deze eerste schijf wordt als volgt berekend: 1° het bedrag van de referentietoegangsprijs, vastgesteld overeenkomstig artikel 9, §§ 2 en 3, wordt vermenigvuldigd met het hoogste jaarlijkse schoolbezoek dat door het museum tussen 2017 en 2021 is vastgesteld; 2° het onder 1° verkregen bedrag verminderd naar rata van het aantal maanden tussen het begin van het schooljaar 2022 en het einde van het schooljaar 2022, d.w.z. 4/12; 3° het onder 2° verkregen bedrag wordt teruggebracht tot 85%. § 2. In afwijking van artikel 10, § 3, wordt het bedrag van de tweede schijf verkregen door het overeenkomstig § 1er verkregen bedrag af te trekken van het overeenkomstig artikel 9, § 1, berekende bedrag op basis van het werkelijke aantal schoolbezoekers tussen het begin van het schooljaar 2022 en 31 december 2022
Art. 12.De regeringsdiensten zijn gemachtigd de in de bezoeklijsten meegedeelde gegevens te verifiëren en te corrigeren door ze te vergelijken met de gegevens in de bewijsstukken die uit de overeenkomst voortvloeien, en door toegang te vragen tot alle documenten en gegevens van de boekhoud- en reserveringssoftware die door het museum wordt gebruikt voor het beheer van de follow-up en de registratie van de dienstverlening aan schoolgroepen. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 13.De minister bevoegd voor het museumbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 september 2022.
Voor de regering: De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD