gepubliceerd op 01 juli 2020
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 38 waarbij afgeweken kan worden van de termijn voorgeschreven in het kader van de automatische overgang van de volledige tijdelijke integratie naar de volledige permanente integratie alsook van de tellingsregels die van toepassing zijn op de scholen van het gespecialiseerd onderwijs alsook op de internaten, opvangtehuizen en permanente opvangtehuizen
18 JUNI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 38 waarbij afgeweken kan worden van de termijn voorgeschreven in het kader van de automatische overgang van de volledige tijdelijke integratie naar de volledige permanente integratie alsook van de tellingsregels die van toepassing zijn op de scholen van het gespecialiseerd onderwijs alsook op de internaten, opvangtehuizen en permanente opvangtehuizen
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het
decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
17/03/2020
pub.
20/03/2020
numac
2020040696
bron
ministerie van de franse gemeenschap
Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus
type
decreet
prom.
17/03/2020
pub.
18/03/2020
numac
2020040687
bron
waalse overheidsdienst
Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19
type
decreet
prom.
17/03/2020
pub.
18/03/2020
numac
2020040688
bron
waalse overheidsdienst
Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet
sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, artikel 1, f) en g);
Gelet op de gendertest van 28 mei 2020 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap ;
Gelet op het advies 67.576 van de Raad van State, gegeven op 15 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;
De dringende noodzakelijkheid wordt gemotiveerd door de noodzaak om de Franse Gemeenschap in staat te stellen, vóór het einde van het schooljaar 2019-2020, te reageren op de maatregelen die zijn genomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, met toepassing van de besluiten van 18 maart 2020, vervolgens van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19 te beperken. Deze maatregelen hebben de lessen en activiteiten in het kleuter-, lager en secundair onderwijs geschorst.
De hervatting van de lessen bedoeld in artikel 6 van het bovenvermelde besluit van 23 maart 2020, zoals gewijzigd op afgelopen 15 mei, zal slechts geleidelijk en gedeeltelijk gebeuren voor sommige groepen leerlingen. De maatregelen betreffende de termijn voorgeschreven voor de automatische overgang van de volledige tijdelijke integratie naar de volledige permanente integratie en de telling van de leerlingen moeten dus genomen worden zodat de inrichtingen voor het gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs niet benadeeld worden door de gevolgen van de gezondheidstoestand gebonden aan het COVID-19 bij de telling op 30 september 2020;
Overwegende dat artikel 133, § 1, vijfde lid, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs, zoals gewijzigd bij het decreet van 3 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake leerplichtonderwijs en schoolgebouwen, de leerling die het geheel van de lessen volgt in het gewoon onderwijs in het kader van een volledige tijdelijke integratie automatisch ingeschreven wordt in de volledige permanente integratie in deze gewone school de laatste werkdag van de maand mei van hetzelfde jaar;
Overwegende dat het niet de bedoeling is om de leerlingen en de schoolinrichtingen te benadelen gezien, enerzijds, het voorontwerp van decreet betreffende de afschaffing van de ITT in het kader van de toekomstige territoriale pools bedoeld in het advies nr. 3 en dat op 1 september 2020 in werking zal treden en, anderzijds, de huidige gezondheidscrisis gebonden aan het COVID-19 ;
Overwegende dat de artikelen 36, § 1, en 88, § 1, eerste lid, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs bepalen dat een nieuwe berekening van de omkadering op 1 oktober uitgevoerd wordt indien de schoolbevolking op 30 september met ten minste 5% is gewijzigd ten opzichte van die van afgelopen 15 januari;
Overwegende dat de schoolbevolking op 30 september voor de types 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 de omkadering bepaalt van de inrichtingen van het gespecialiseerd onderwijs vanaf 1 oktober van het schooljaar in geval van een schommeling van 5 %;
Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat inrichtingen van het gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs niet benadeeld worden door de gevolgen van de gezondheidstoestand in verband met het COVID-19 bij de telling op 30 september 2020 ;
Overwegende dat er op 30 september 2020 slechts rekening moet worden gehouden met de opwaartse schommelingen van 5 % ten opzichte van de schoolbevolking op 15 januari 2020;
Overwegende dat er geen herberekening zal plaatsvinden in geval van een schommeling van 5% naar beneden ten opzichte van de schoolbevolking op 15 januari 2020;
Overwegende dat er op 30 september 2020 slechts rekening moet worden gehouden met de opwaartse schommelingen van 5 procent ten opzichte van de schoolbevolking op 15 januari 2020;
Overwegende dat wat betreft het gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs van type 5, de artikelen 35, eerste lid, 2°, en 87, eerste lid, 2°, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs bepalen dat het aantal betrekkingen bepaald wordt door het aantal leerlingen dat in het voorafgaande schooljaar gemiddeld aanwezig was, indien dit type onderwijs in deze periode werd georganiseerd en in de andere gevallen gedurende de eerste 30 dagen vanaf het begin van het schooljaar of vanaf de uitvoering van dit type onderwijs;
Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de inrichtingen van het gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs van het type 5 niet benadeeld worden door de gevolgen van de gezondheidstoestand gebonden aan het COVID-19 op 1 september 2020 ;
Overwegende dat daarom op 1 september 2020 de gemiddelde aanwezigheid van regelmatige leerlingen van type 5 tijdens de laatste vijf schooljaren (2014 tot 2018) in aanmerking moet worden genomen, tenzij de gemiddelde aanwezigheid van regelmatige leerlingen van type 5 tijdens het schooljaar 2019-2020 gunstiger blijkt te zijn ;
Overwegende dat, wat de internaten, de opvangtehuizen en de permanente opvangtehuizen betreft, artikel 4, § 2, van koninklijk besluit nr. 184 van 30 december 1982 tot vaststelling van de wijze waarop voor de Rijksinstituten voor gespecialiseerd onderwijs en opvangtehuizen de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in het kader van het internaat bepaalt dat de in aanmerking genomen interne leerlingen de leerlingen zijn die als regelmatig ingeschreven leerlingen moeten worden beschouwd, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 juni 1978 houdende de omschrijving van de types en de organisatie van het buitengewoon onderwijs en vaststellende de toelatings- en behoudsvoorwaarden in de diverse niveaus van het buitengewoon onderwijs, en regelmatig ingeschreven leerlingen als interne leerlingen op de dertigste dag vanaf het begin van het schooljaar en die de lessen bijwonen in een school voor gespecialiseerd onderwijs;
Overwegende dat, wat de permanente opvangtehuizen betreft, in artikel 15 bis van het koninklijk besluit nr. 184 van 30 december 1982 tot vaststelling van de wijze waarop voor de Rijksinstituten voor gespecialiseerd onderwijs en de opvangtehuizen de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in het kader van het internaat wordt bepaald dat een aanvullend lestijdenpakket toegekend worden aan de permanente opvangtehuizen en dat het lestijdenpakket, per type en per niveau, wordt verkregen aan de hand van de volgende formule : gemiddeld aantal leerlingen x richtgetal x 1,96 ;
Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de internaten, opvangtehuizen en permanente opvangtehuizen niet benadeeld worden door de gevolgen van de gezondheidstoestand in verband met COVID-19 bij de telling op 30 september 2020 ;
Overwegende dat op 30 september 2020 het aantal regelmatige interne leerlingen berekend op 30 september 2019 in aanmerking moet worden genomen, tenzij het aantal regelmatige interne leerlingen op 30 september 2020 gunstiger blijkt te zijn;
Overwegende dat wat betreft de permanente opvangtehuizen, op 30 september 2020, het gemiddelde aantal leerlingen tijdens het schooljaar 2018-2019 in aanmerking moet worden genomen tenzij dit gemiddelde aantal leerlingen tijdens het schooljaar 2019-2020 gunstiger blijkt te zijn;
Overwegende dat de besluiten van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken van 18 maart 2020 en vervolgens van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de lessen en activiteiten in het kleuter-, lager en secundair onderwijs hebben geschorst en dat de hervatting van de lessen bedoeld in artikel 6 van het bovenvermelde besluit van 23 maart, zoals gewijzigd op afgelopen 15 mei, slechts geleidelijk en gedeeltelijk voor sommige groepen leerlingen zal gebeuren;
Gelet op het gevolg van deze maatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken op het schoolbezoek en de procedures in verband met het schoolbezoek van de leerlingen in het gewoon onderwijs en in het gespecialiseerd onderwijs;
Overwegende dat deze maatregelen enerzijds kunnen voorkomen dat leerlingen die een volledige tijdelijke integratie ondergaan, alle lessen op hun school van het gewoon onderwijs volgen, en anderzijds een hele reeks activiteiten in verband met het opstellen van integratieprojecten kunnen voorkomen, door de aanwezigheid of de toegang tot de lokalen aanzienlijk te beperken, door de voorbereiding van werken of activiteiten te verhinderen, door te verhinderen dat de bevoegde diensten de leerlingen ontmoeten voor wie een integratieproject nodig is, en door aldus de werking van de instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en ondertekenen van de integratieprotocollen te belemmeren ;
Overwegende dat deze maatregelen dus waarschijnlijk zullen verhinderen dat wordt voldaan aan de verplichtingen die een voorwaarde zijn voor de uitvoering van de protocollen inzake volledige tijdelijke integratie, waardoor automatische inschrijving in volledige permanente integratie mogelijk wordt als deze vóór 29 mei 2020 worden uitgevoerd, en dat bijgevolg de schoolopleiding van deze leerlingen met bijzondere behoeften in gevaar wordt gebracht ;
Overwegende dat het gelijkheidsbeginsel moet worden gewaarborgd en de rechtszekerheid moet worden gehandhaafd, en dat derhalve maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat geen enkele leerling wordt gehinderd bij de uitoefening van zijn rechten of bij het afmaken van zijn schoolopleiding ;
Overwegende dat het daarom passend is de overgang van volledige tijdelijke integratie naar volledige permanente integratie mogelijk te maken voor leerlingen die een protocol voor volledige tijdelijke integratie hebben gesloten, hoewel zij vanwege de gezondheidscrisis niet de hele lessen kunnen volgen, en dat de instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en ondertekenen van de genoemde integratieprotocollen voldoende tijd moeten krijgen om hun werk te doen en dat de integratieprojecten die dit jaar eventueel zijn opgezet, uiterlijk op 3 juli moeten worden ondertekend;
Overwegende dat het genummerde besluit uitwerking zal hebben met ingang van 28 mei 2020, de dag vóór de datum waarop de leerlingen in volledige permanente integratie hadden moeten worden ingeschreven. In dit opzicht voldoet het aan de voorwaarden die worden gesteld in de rechtspraak van de Raad van State en het Grondwettelijk Hof over de terugwerkende kracht van regelgevende bepalingen in het licht van de uitzonderlijke omstandigheden die tot de aanneming ervan hebben geleid;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 17 maart 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/03/2020 pub. 20/03/2020 numac 2020040696 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de gezondheidscrisis in verband met het Covid-19 coronavirus type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040687 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 type decreet prom. 17/03/2020 pub. 18/03/2020 numac 2020040688 bron waalse overheidsdienst Decreet tot toekenning van de bijzondere machten aan de Waalse Regering in het kader van de gezondheidscrisis Covid-19 voor de aangelegenheden geregeld bij artikel 138 van de Grondwet sluiten tot toekenning van bijzondere machten aan de Regering in het kader van de COVID-19-gezondheidscrisis, de besluiten bedoeld in artikel 1 aangenomen kunnen worden zonder dat vooraf de door de wet of regelgeving vereiste adviezen, overlegraadplegingen en onderhandelingen zijn genomen of georganiseerd;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs ;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Onverminderd de toepassing van artikel 133, § 1, vijfde lid, van het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 03/06/2004 numac 2004029137 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs type decreet prom. 03/03/2004 pub. 19/04/2004 numac 2004029120 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende dringende maatregelen inzake niet verplicht onderwijs sluiten houdende organisatie van het gespecialiseerd onderwijs wordt de leerling voor wie tussen 15 januari 2020 en 3 juli 2020 een protocol van volledige tijdelijke integratie werd ondertekend, op 3 juli 2020 automatisch ingeschreven in de gewone school waar hij of zij alle lessen moet volgen.
Art. 2.In afwijking van artikel 35, eerste lid, 2°, van het bovenvermelde decreet, wordt de omkadering op 1 september 2020 bepaald door de gemiddelde aanwezigheid van de regelmatige leerlingen in het onderwijs van type 5 tijdens de laatste 5 schooljaren (2014 tot 2018) tenzij de gemiddelde aanwezigheid van regelmatige leerlingen van het onderwijs van type 5 tijdens het schooljaar 2019-2020 gunstiger blijkt te zijn.
Art. 3.In afwijking van artikel 36, § 1, van het bovenvermelde decreet, wordt een nieuwe berekening van de omkadering op 1 oktober 2020 pas uitgevoerd indien de schoolbevolking op 30 september 2020 met ten minste 5 % is toegenomen ten opzichte van die op 15 januari 2020.
Art. 4.In afwijking van artikel 87, eerste lid, 2°, van het bovenvermelde decreet, wordt de omkadering op 1 september 2020 bepaald door de gemiddelde aanwezigheid van regelmatige leerlingen van het onderwijs van type 5 tijdens de laatste 5 schooljaren (2014 tot 2018) tenzij de gemiddelde aanwezigheid van de regelmatige leerlingen van het onderwijs van type 5 tijdens het schooljaar 2019-2020 gunstiger blijkt te zijn.
Art. 5.In afwijking van artikel 88, § 1, eerste lid, van het bovenvermelde decreet wordt een nieuwe berekening van de omkadering op 1 oktober 2020 pas uitgevoerd tenzij de schoolbevolking opn 30 september 2020 met ten minste 5 % is toegenomen ten opzichte van die van 15 januari 2020.
Art. 6.In afwijking van artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit nr. 184 van 30 december 1982 tot vaststelling van de wijze waarop voor de Rijksinstituten voor gespecialiseerd onderwijs en de opvangtehuizen de ambten worden bepaald van het paramedisch personeel en van het personeel, toegekend in het kader van het internaat, wordt een nieuwe berekening van de omkadering op 1 oktober 2020 pas uitgevoerd tenzij het aantal interne regelmatige leerlingen op 30 september 2020 gunstiger blijkt te zijn dan het aantal interne regelmatige interne leerlingen op 30 september 2019.
Art. 7.In afwijking van artikel 4, § 2, van het bovenvermelde koninklijk besluit wordt de omkadering op 30 september 2020 in de permanente opvangtehuizen bepaald door het gemiddelde aantal leerlingen tijdens het schooljaar 2018-2019 tenzij het gemiddelde aantal leerlingen tijdens het schooljaar 2019-2020 gunstiger blijkt te zijn.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 mei 2020.
Art. 9.De Minister van Leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 juni 2020.
De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Onderwijs, C. DESIR