Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 mei 2019
gepubliceerd op 29 juli 2019

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het project voor het kind

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019041532
pub.
29/07/2019
prom.
15/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/15/2019041532/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MEI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het project voor het kind


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, artikel 24, vijfde lid, en artikel 41;

Gelet op de "gendertest", op 30 oktober 2018 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, verleend op 7 januari 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 januari 2019;

Gelet op het advies nr. 178 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, verleend op 25 maart 2019;

Gelet op het overleg bepaald in het kader samenwerkingsakkoord van 27 februari 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/02/2014 pub. 19/05/2014 numac 2014203119 bron waalse overheidsdienst Kaderakkoord tot samenwerking tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het inter-Franstalig overleg inzake gezondheid en bijstand aan personen en betreffende gemeenschappelijke principes die op deze laatsten van toepassing zijn sluiten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende het overleg tussen Franstaligen inzake gezondheidsbeleid en bijstand aan personen en de gemeenschappelijke beginselen die in deze aangelegenheden toepasselijk zijn;

Gelet op het advies nr. 65.921/2 van de Raad van State, op 6 mei 2019 verleend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat hulp en bescherming doelstellingen nastreven op het gebied van opvoeding, responsabilisering, emancipatie en maatschappelijke inschakeling (artikel 1, 6°, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming);

Dat deze hulp en bescherming hoofdzakelijk plaatsvinden in de leefomgeving, met als uitzondering de verwijdering van deze (artikel 1, 10°, eerste lid, van voormeld decreet);

Dat in geval van verwijdering, tenzij het belang van het kind zich daartegen verzet, bijzondere aandacht wordt besteed aan de eerbiediging van zijn recht om persoonlijke betrekkingen en rechtstreekse contacten met zijn ouders te onderhouden en de mogelijkheid om naar zijn ouders terug te keren regelmatig wordt geëvalueerd om de duur van de verwijdering zo kort mogelijk te houden (artikel 1, 10°, tweede lid, van voormeld decreet);

Dat de hulp en bescherming ervoor zorgen dat het recht en de plicht van de ouders inzake opvoeding worden geëerbiedigd en bevorderd (artikel 1, 10°, derde lid, van voormeld decreet);

Overwegende dat de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd geen enkele individuele steunmaatregel neemt zonder de betrokken personen vooraf bijeen te roepen en te horen, behalve in geval van een naar behoren vastgestelde onmogelijkheid, krachtens artikel 22, lid 1, van voornoemd decreet;

Dat de directeur voor hulpverlening aan de jeugd geen beslissing neemt over de individuele bescherming zonder de betrokken personen vooraf bijeen te roepen en te horen, behalve in geval van een naar behoren vastgestelde onmogelijkheid overeenkomstig artikel 40, lid 1, van bovengenoemd decreet;

Dat de wetgever van oordeel was dat het begrip "belanghebbenden" in de ruimst mogelijke zin moet worden opgevat, zodat alle personen die een emotionele band met het kind hebben, gehoord kunnen worden (commentaar op artikel 22 van voormeld decreet);

Overwegende dat een project voor het kind moet worden vastgesteld voor elk kind dat krachtens de artikelen 24 en 41 van voormeld decreet een hulpverlenings- of beschermingsmaatregel geniet, en dat er dus voor elk kind een project moet worden vastgesteld, zelfs als het een broer of zus is;

Overwegende dat het door de adviseur voor hulpverlening aan de jeugd opgestelde project voor het kind en de wijzigingen die hij daarin aanbrengt, schriftelijk moeten worden goedgekeurd door het kind, indien hij minstens veertien jaar of minstens twaalf jaar oud is en wordt bijgestaan door een advocaat, alsmede door de personen die het ouderlijk gezag over hem uitoefenen, krachtens artikel 24, tweede lid, van bovengenoemd decreet;

Dat de directeur voor hulpverlening aan de jeugd het project voor het kind in overleg met het kind en de personen die het ouderlijk gezag over het kind uitoefenen, krachtens artikel 41, tweede lid, van voormeld decreet moet vaststellen of wijzigen;

Overwegende dat, krachtens artikel 9 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, de geïndividualiseerde opvoedkundige projecten van de gemandateerde diensten die belast zijn met de opvang van het kind rekening houden met het project voor het kind;

Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de jeugd;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "decreet" verstaan het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.

Art. 2.Het project voor het kind omvat een eerste rubriek, met als opschrift "Algemene informatie", die ten minste de volgende elementen bevat: 1° het dossiernummer zoals vermeld door de adviseur of de directeur;2° de naam, voornaam, geboorteplaats en -datum, nationaliteit en het adres van de betrokken personen;3° de naam en voornaam van de adviseur of directeur die ten tijde van de vaststelling van het project voor het kind verantwoordelijk was voor het dossier en de ambtenaar van zijn afdeling die belast is met de voorbereiding van het project;4° een chronologisch overzicht van de administratieve en gerechtelijke beslissingen betreffende het kind met inbegrip van: a) de krachtens artikel 35, § 4, van het decreet genomen steunmaatregel(en);b) de door de jeugdrechtbank genomen beschermingsmaatregel(en);c) de beslissing(en) van de directeur, genomen krachtens artikel 53, § 1, van het decreet;d) de beslissing(en) van de jeugdrechtbank na een procedure tegen een beslissing van de adviseur of de directeur bedoeld in de artikelen 36 en 54 van het decreet;e) de overeenkomst(en) goedgekeurd door de Jeugdrechtbank overeenkomstig artikel 53, § 4 of § 5 van het decreet;f) de rechterlijke beslissing(en) betreffende het kind die relevant wordt (worden) geacht voor het project voor het kind;g) het (de) geïndividualiseerde onderwijsproject(en) dat (die) is (zijn) opgezet door de dienst(en) waartoe opdracht is (zijn) gegeven op grond van artikel 9 van het besluit van 5 december 2018.

Art. 3.Het project voor het kind omvat een tweede rubriek, met als opschrift "Achtergrond".

Deze rubriek reconstrueert de chronologische geschiedenis van het kind en zijn familie en presenteert zijn familie en sociale omgeving, gebaseerd op de administratieve en juridische achtergrond van het kind waarop het project steunt.

Art. 4.Het project voor het kind omvat een derde rubriek, met als opschrift "Behoeften, verwachtingen en middelen van het kind".

Deze rubriek belicht de specifieke behoeften van het kind op het gebied van fysieke, psychologische, emotionele, intellectuele en sociale ontwikkeling, evenals zijn verwachtingen en middelen.

Ze wordt vastgesteld door rekening te houden met de standpunten van: 1° het kind;2° de personen die het ouderlijk gezag over het kind uitoefenen;3° andere belangstellenden;4° de personen wier benadering van de toestand door de adviseur of de directeur nuttig wordt geacht.

Art. 5.Het project voor het kind omvat een vierde rubriek, met als opschrift "Behoeften, verwachtingen en middelen van de ouders van het kind".

Deze rubriek wordt vastgesteld door rekening te houden met de standpunten uitgedrukt door: 1° de ouders van het kind;2° de personen wier benadering van de toestand door de adviseur of directeur nuttig wordt geacht.

Art. 6.Het project omvat een vijfde rubriek, met als opschrift "Gemeenschappelijke visie op het project voor het kind en actieplan".

In deze rubriek wordt de nadruk gelegd op de convergentiepunten die voortvloeien uit de bedenking van het kind, de personen die het ouderlijk gezag over het kind uitoefenen en de adviseur of directeur.

Deze gemeenschappelijke visie wordt vertaald in een actieplan dat tegemoetkomt aan de vastgestelde behoeften en dat is vastgesteld door de adviseur, in overleg met het kind en de personen die het ouderlijk gezag over hem uitoefenen, of door de directeur in overleg met de genoemde personen.

Wanneer het project voor het kind wordt opgezet door de directeur en er geen gemeenschappelijke visie kon worden bepaald, vermeldt het in deze rubriek de belangrijkste onenigheden die het gebrek aan een gemeenschappelijke visie verklaren.

Art. 7.Het project voor het kind wordt minstens vóór elke verlenging van de ondersteunings- of beschermingsmaatregel beoordeeld en wordt zo nodig na de evaluatie aangepast.

Art. 8.Voor een kind dat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit reeds het voorwerp uitmaakt van een hulpverlenings- of beschermingsmaatregel, wordt een project voor het kind opgezet zodra de maatregel wordt verlengd.

Art. 9.De Minister stelt een leidraad op voor de ontwikkeling van het project voor het kind, die een gestandaardiseerd model bevat, en bepaalt de termijn waarbinnen het project voor het kind moet worden opgesteld.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking.

Art. 11.De Minister bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 mei 2019.

De Minister-President, belast met Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, de Justitiehuizen, Sport en de Promotie van Brussel, R. MADRANE

^