gepubliceerd op 08 maart 2019
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gespecialiseerde residentiële diensten
5 DECEMBER 2018. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gespecialiseerde residentiële diensten
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 20 van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen;
Gelet op het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, de artikels 35, § 4, 37, 51, lid 1, 52, 101, § 1, lid 1, 5°, 108, lid 2, 6°, 143 en 149;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gespecialiseerde opvangcentra;
Gelet op de `gendertest' van woensdag 14 maart 2018 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, 2e lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op advies nr. 162-10 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven in juni 2018;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2018 en 26 november 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 juli 2018;
Gelet op het advies nr. 63.993/2 van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring voor de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;
Overwegende dat de gespecialiseerde residentiële diensten kunnen worden gemandateerd door de jeugdrechtbank in het geval van de tenlasteneming van jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, krachtens artikel 101, § 1, lid 1, 5° of artikel 108, lid 2, 6°, van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming en kunnen worden gemandateerd door de adviseur bij de hulpverlening aan de jeugd of door de directeur van de jeugdbescherming in het geval van de tenlasteneming van kinderen in moeilijkheden of in gevaar, krachtens artikel 35, § 4, of artikel 53, § 1, van datzelfde decreet;
Overwegende dat de rekende diensten in Brussel rechtstreeks worden gemandateerd door de jeugdrechtbank voor de tenlasteneming van kinderen in gevaar krachtens de ordonnantie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan de jeugd en het samenwerkingsakkoord van 11 mei 2007 tussen de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie inzake hulpverlening aan jongeren en dat de gemandateerde dienst, in die gevallen, een verslag overmaakt aan de jeugdrechtbank die handelt als mandaterende overheid;
Overwegende dat de betrokkenen van de diensten waarvan sprake is in dit besluit, gebonden zijn door de geheimhouding krachtens artikel 157 van het hiervoor genoemde decreet;
Overwegende dat de gespecialiseerde residentiële diensten als erkende diensten voor de tenlasteneming van jongeren die een als misdrijf beschreven feit hebben gepleegd, verplicht zijn om de ad-hocdienst van het bestuur te informeren over hun beschikbaarheid voor tenlastenemingen overeenkomstig artikel 100 van het hiervoor genoemde decreet en het uitvoeringsbesluit ervan;
Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities
Artikel 1.Onderhavig besluit heeft als doel om de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van gespecialiseerde residentiële diensten vast te leggen, in het kader van de tenlasteneming van kinderen in moeilijkheden en in gevaar en jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd bedoeld in de artikels 20, 38 en 55 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° dienst: de gespecialiseerde residentiële dienst;2° aantal erkende mandaten: het aantal mandaten die door de dienst simultaan bekleed kunnen worden;3° besluit van 5 december 2018: het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring voor de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming. HOOFDSTUK 2. - Taken en bijzondere toekenningsvoorwaarden
Art. 3.De gespecialiseerde residentiële dienst heeft als taak een collectief onthaal organiseren voor 15 jongeren of kinderen hoofdzakelijk bedoeld voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en ondergeschikt voor kinderen in moeilijkheden en in gevaar die bijzondere en gespecialiseerde hulp nodig hebben door agressief of gewelddadig gedrag of ernstige psychologische problemen.
De dienst draagt ook bij aan de uitbreiding en omkadering van hulpprojecten die kunnen worden ingericht na het onthaal van de jongere of het kind door de dienst met het oog op een herintegratie in zijn gezin of op autonoom wonen.
Art. 4.§ 1. Het mandaat vermeldt de identiteit van de jongere of het kind, de aan de dienst toevertrouwde taak, de aard van de verstrekte hulp, de beoogde doelstellingen, de gronden en de duur.
Een mandaat mag slechts één kind of jongere betreffen. § 2. De dienst maakt binnen de twee maanden die volgen op de datum van het mandaat een verslag over aan de mandaterende overheid.
Dit verslag bevat een analyse van de situatie en de bijzonderheden van de verstrekte hulp.
De dienst maakt om de zes maanden een aanvullend verslag over aan de mandaterende overheid.
De mandaterende overheid kan op elk ogenblik een aanvullend verslag vragen.
Wanneer de dienst door de jeugdrechtbank gemandateerd wordt voor een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd, maakt hij via de directeur een kopie van de verslagen over aan de dienst voor jeugdbescherming.
Art. 5.Het aantal erkende mandaten bedraagt 15 en minstens 2/3 van de totale capaciteit is bedoeld voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
In afwijking van lid 2 is, voor diensten die uitsluitend de tenlasteneming van jonge meisjes of een gemengd onthaal organiseren, minstens 50 % van de totale capaciteit bedoeld voor jongeren die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
Art. 6.De dienst mag de tenlasteneming van een jongere of een kind alleen weigeren als dit onthaal een risico vormt voor de jongeren en kinderen die reeds ten laste genomen zijn overeenkomstig het educatief project van de dienst. HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring Afdeling 1. - Subsidies voor personeelskosten
Art. 7.De voorlopige jaarlijkse subsidies voor personeelskosten bedoeld in de artikels 53 tot 55 van het besluit van 5 december 2018, worden toegekend aan de dienst op basis van de normen voor de volgende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse equivalenten: 1° 12 opvoeders waarvan 1 coördinator uit loonschaal A;2° 1,5 psychosociaal;3° 0,5 administratief;4° 1,5 technisch;5° 1 directeur. In de gevallen bedoeld in artikel 53, § 1, lid 2, van het besluit van 5 december 2018, kan de directeur, op vraag van de inrichtende overheid, worden vervangen door een coördinator met loonschaal A. Afdeling 2. - Subsidies voor werkingskosten
Art. 8.De voorlopige jaarlijkse subsidies voor werkingskosten bedoeld in de artikels 57 tot 61 van het besluit van 5 december 2018 toegekend aan de dienst wordt vastgelegd op 76.930,90 euro. HOOFDSTUK 4. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 9.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring voor de gespecialiseerde opvangcentra, gewijzigd bij de besluiten van 8 november 2001, 24 maart 2003, 17 juni 2004, 14 mei 2009 en 23 januari 2014, wordt opgeheven.
Art. 10.De diensten die zijn erkend op de datum van de inwerkingtreding van onderhavig besluit op basis van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring voor de gespecialiseerde opvangcentra worden van rechtswege erkend op basis van onderhavig besluit, vanaf de inwerkingtreding ervan.
De diensten bedoeld in lid 1 voldoen voor ten laatste 31 december 2019 aan de bijzondere voorwaarden van dit besluit.
Art. 11.Voor de diensten bedoeld in artikel 9 die, voor de inwerkingtreding van onderhavig besluit, een aantal voltijdse equivalenten genoten dat hoger ligt dan datgene vastgelegd op basis van de normen die door dit besluit worden bepaald, wordt dit aantal gehandhaafd en wordt hiermee rekening gehouden voor de toekenning van de subsidies voor personeelskosten tot het natuurlijke vertrek van het overtollige personeel.
Art. 12.Voor de diensten erkend op basis van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029255 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de gespecialiseerde opvangcentra type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029245 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring voor de gespecialiseerde opvangcentra voor meer of minder dan 15 mandaten, wijzigt de erkenning op basis van onderhavig besluit niet het bedrag van de subsidies voor personeels- en werkingskosten die aan hen zijn toegekend.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.
Art. 14.De Minister bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 december 2018.
De Minister-President, bevoegd voor gelijke kansen en vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en de Promotie van Brussel, R. MADRANE