gepubliceerd op 11 januari 2019
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de begeleidingsdiensten
5 DECEMBER 2018. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de begeleidingsdiensten
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 20 van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;
Gelet op het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, in zonderheid op de artikelen 35, § 4, 51, eerste lid, 1° en 3°, 143 en 149;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029257 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening en educatief optreden type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029250 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor opvoedkundige voorlichting type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029248 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029251 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige of filantropische prestaties type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor vervangende voogdij type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029252 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor eerste opvang type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029254 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor observatie en oriëntering sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige voorlichting;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029257 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening en educatief optreden type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029250 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor opvoedkundige voorlichting type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029248 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029251 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige of filantropische prestaties type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor vervangende voogdij type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029252 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor eerste opvang type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029254 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor observatie en oriëntering sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de dagcentra;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 10/10/2013 pub. 21/11/2013 numac 2013029579 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de dienst voor hulpverlening en educatief optreden sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de dienst voor hulpverlening en educatief optreden;
Gelet op de "gendertest" van 14 maart 2018, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies nr. 162-03 van de Gemeenschapsraad voor hulpverlening aan de jeugd, gegeven in juni 2018;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2018 en 26 november 2018;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 juli 2018;
Gelet op het advies nr. 63.986/2 van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 2018, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;
Overwegende dat de begeleidingsdiensten kunnen worden gemachtigd door de adviseur van hulpverlening aan de jeugd of door de directeur van jeugdbescherming krachtens artikel 35, § 4 of artikel 53, § 1 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;
Overwegende dat in Brussel de erkende diensten rechtstreeks door de jeugdrechtbank worden gemachtigd om de zorg voor kinderen in gevaar op zich te nemen krachtens de ordonnantie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan jongeren en het samenwerkingsakkoord van 11 mei 2007 tussen de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, inzake hulpverlening aan jongeren en dat, in deze gevallen, de opdrachtdienst zijn verslag overmaakt aan de jeugdrechtbank, zijnde de opdrachtgever;
Overwegende dat de betrokkenen van de in dit decreet bedoelde diensten aan het beroepsgeheim zijn gebonden, krachtens artikel 157 van voornoemd decreet;
Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd, Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit heeft tot doel om de bijzondere voorwaarden te bepalen voor de erkenning en subsidiëring van de begeleidingsdiensten, in het kader van de zorg voor kinderen in moeilijkheden en in gevaar, bedoeld in de artikelen 20 en 38 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.
Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder: 3° dienst: de begeleidingsdienst;4° aantal erkende mandaten: het aantal mandaten dat de dienst tegelijk kan opnemen krachtens zijn erkenning; besluit van 5 december 2018: het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2018 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten bedoeld in artikel 139 van het decreet van 18 januari 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/01/2018 pub. 03/04/2018 numac 2018011568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming sluiten houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming.
Art. 2.De begeleidingsdienst heeft als opdracht hulp te verlenen aan het kind, zijn familie en zijn vertrouwenspersonen in de leefwereld.
De begeleiding kan verwezenlijkt worden door de uitvoering van de volgende opdrachten: 4° de psychosociale educatieve opdracht;5° de socio-educatieve opdracht;6° de intensieve opdracht. De dienst ontwikkelt een specifieke begeleidingsmethodiek in het kader van ofwel de psychosociale educatieve opdracht ofwel de socio-educatieve opdracht en eventueel bijkomend in het kader van de intensieve opdracht.
De psychosociale educatieve opdracht en de socio-educatieve opdracht zijn niet cumuleerbaar.
In het kader van de psychosociale educatieve of de socio-educatieve opdracht kan de dienst zorgen voor de overgang naar een re-integratie in de familie, georganiseerd door een andere erkende dienst.
Art. 3.§ 1. Het mandaat verduidelijkt de identiteit van het kind, de opdracht die aan de dienst werd toevertrouwd, de aard van de verleende hulp, de nagestreefde doelstellingen, de motieven en de duur.
De dienst kan geen mandaat uitoefenen waarvan het onderwerp op onderzoekactiviteiten, sociale studies of medico-psychologische onderzoekactiviteiten betrekking heeft, bedoeld om de opdrachtgever duidelijkheid te geven over de te nemen maatregel. § 2. Het erkenningsbesluit bepaalt het aantal erkende mandaten per type opdracht. § 3. De begeleidingsdienst heeft vanaf de ontvangst van het mandaat maximaal 7 werkdagen om zijn beslissing omtrent aanvaarding of weigering van het mandaat, mee te delen.
TITEL II. - Psychosociale educatieve opdracht HOOFDSTUK 1. - Opdracht en bijzondere voorwaarden voor erkenning
Art. 4.De psychosociale educatieve opdracht bestaat uit het verlenen van sociale, educatieve en psychologische begeleiding aan het kind, zijn familie en zijn vertrouwenspersonen in de leefwereld, en, desgevallend, na deze begeleiding, het aanbieden van specifieke hulpverlening aan het kind bij het zelfstandig wonen.
Deze opdracht is voornamelijk gericht op de relationele moeilijkheden die het kind, zijn familie en zijn vertrouwelingen ervaren. Zij heeft eveneens tot doel de opvoedingsvoorwaarden voor het kind te verbeteren wanneer deze worden in het gedrang gebracht worden ofwel door het gedrag van het kind zelf, ofwel door de moeilijkheden die de personen die het kind juridisch of feitelijk opvangen ondervinden in de uitvoering van hun verplichtingen.
Het aantal erkende mandaten bedraagt minstens 18.
Art. 5.De maximumduur van het mandaat is 6 maanden, meerdere malen verlengbaar.
Na 3 verlengingen kan het mandaat enkel bij wijze van uitzondering en met b gemotiveerde beslissing worden verlengd.
Art. 6.Een mandaat kan maar op een kind betrekking hebben.
De opdrachtgever kan in het kader van een opdracht tot overgang naar re-integratie in het gezin tegelijkertijd een mandaat toevertrouwen aan een andere erkende dienst en aan de begeleidingsdienst gedurende maximaal 1 maand.
Art. 7.De dienst maakt minstens een eerste verslag over aan de opdrachtgever ten laatste op de helft van het mandaat en een ander verslag ten minste 5 dagen voor de vervaldag van het mandaat.
Dit verslag bevat een analyse van de situatie en de bijzonderheden van de geboden hulp.
In geval van verlenging maakt de dienst ten minste 5 dagen voor het einde van de verlenging een verslag over aan de opdrachtgever.
De opdrachtgever kan altijd een bijkomend verslag vragen. HOOFDSTUK 2. - Subsidies voor personeelskosten
Art. 8.De provisionele jaarlijkse subsidie voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 53 tot 55 van het besluit van 5 december 2018 wordt aan de dienst toegekend op basis van de volgende normen inzake personeelsbestand: 6° voor 18 erkende mandaten: 3 voltijdse equivalenten: d) 1 directeur weddeschaal B;e) 1 administratief medewerker;f) 1 houder van een masterdiploma, 1 maatschappelijk assistent, assistent in de psychologie of opvoeder klasse 1, waarvan minstens 0,5 houder van een masterdiploma in de toegepaste psychologie of in de psychologische wetenschappen;7° voor 30 erkende mandaten: 4 voltijdse equivalenten: e) 1 directeur weddeschaal B;f) 1 administratief medewerker;g) 1 houder van een masterdiploma, waarvan minstens 0,5 houder van een masterdiploma in de toegepaste psychologie of in de psychologische wetenschappen;h) 1 maatschappelijk assistent, assistent in de psychologie of opvoeder klasse 1;8° voor 40 erkende mandaten: 5 voltijdse equivalenten: e) 1 directeur weddeschaal B;f) 1 administratief medewerker;g) 1 houder van een masterdiploma, waarvan minstens 0,5 houder van een masterdiploma in de toegepaste psychologie of in psychologische wetenschappen;h) 2 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie of opvoeders klasse 1;9° voor 52 erkende mandaten: 6 voltijdse equivalenten: e) 1 directeur weddeschaal B;f) 1 administratief medewerker;g) 1,5 houder van een masterdiploma, waarvan minstens 1 houder van een masterdiploma in de toegepaste psychologie of in de psychologische wetenschappen;h) 2,5 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie, opvoeders klasse 1 of maximum 1 opvoeder klasse 2 A die minstens 5 jaar ervaring heeft in een functie als opvoeder in een erkende dienst;10° voor 66 erkende mandaten: 7 voltijdse equivalenten: e) 1 directeur weddeschaal B;f) 1 administratief medewerker;g) 1,5 houder van een masterdiploma, waarvan minstens 1 houder van een masterdiploma in de toegepaste psychologie of in de psychologische wetenschappen;h) 3,5 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie, opvoeders klasse 1 of maximum 2 opvoeders klasse 2 A die minstens 5 jaar in een functie van opvoeder in een erkende dienst hebben. In de gevallen bedoeld in artikel 53, § 1, tweede lid, van het besluit van 5 december 2018, kan de directeur, op verzoek van de inrichtende macht, door een coördinator weddeschaal A worden vervangen. HOOFDSTUK 3. - Subsidies voor werkingskosten
Art. 9.De provisionele jaarlijkse subsidie voor werkingskosten bedoeld in de artikelen 57 tot 61 van het besluit van 5 december 2018 wordt aan de dienst toegekend op basis van de volgende normen: 6° voor 18 erkende mandaten: 27.534 euro; 7° voor 30 erkende mandaten: 29.536 euro; 8° voor 40 erkende mandaten: 37.545 euro; 9° voor 52 erkende mandaten: 52.210 euro; 10° voor 66 erkende mandaten: 56.777 euro.
TITEL III. - Socio-educatieve opdracht HOOFDSTUK 1. - Opdracht en bijzondere voorwaarden voor erkenning
Art. 10.De socio-educatieve opdracht bestaat in het aanbieden van educatieve hulpverlening aan het kind, zijn familie en zijn leeftijdgenoten in de leefwereld en het aanbieden van hulpverlening aan het kind bij het zelfstandig wonen.
Deze opdracht beoogt elke vorm van hulpverlening of educatieve actie die de educatieve voorwaarden van het kind kan verbeteren wanneer deze in het gedrang worden gebracht ofwel door het gedrag van het kind zelf, ofwel door de moeilijkheden die de personen die het kind juridisch of feitelijk opvangen ondervinden in de uitvoering van hun verplichtingen.
Het aantal erkende mandaten bedraagt minstens 13.
Art. 11.De maximumduur van het mandaat is 6 maanden, meerdere malen verlengbaar.
Na 3 verlengingen kan het mandaat enkel bij wijze van uitzondering en bij speciaal gemotiveerde beslissing worden verlengd.
Art. 12.Een mandaat kan betrekking hebben op meerdere kinderen indien ze op hetzelfde adres wonen en broers en zussen zijn, zonder dat het betrekking kan hebben op meer dan 3 kinderen.
De opdrachtgever kan in het kader van een opdracht tot overgang naar re-integratie in het gezin tegelijkertijd een mandaat toevertrouwen aan een andere erkende dienst en aan de begeleidingsdienst gedurende maximaal 1 maand.
Art. 13.De dienst maakt minstens een eerste verslag over aan de opdrachtgever ten laatste in de helft van het mandaat en een ander verslag minstens 5 dagen voor de vervaldag van het mandaat.
Dit verslag bevat een analyse van de situatie en de bijzonderheden van de geboden hulpverlening.
In geval van verlenging maakt de dienst ten minste 5 dagen voor het einde van de verlenging een verslag over aan de opdrachtgever.
De opdrachtgever kan altijd een bijkomend verslag vragen. HOOFDSTUK 2. - Subsidies voor personeelskosten
Art. 14.De provisionele jaarlijkse subsidie voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 53 tot 55 van het besluit van 5 december 2018 wordt aan de dienst toegekend op basis van de volgende normen inzake personeelsbestand: 3° voor 13 erkende mandaten: 5 voltijdse equivalenten: f) 2,5 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie of opvoeders klasse 1;g) 0,5 psychosociaal medewerker;h) 0,5 administratief medewerker;i) 0,5 technisch medewerker;j) 1 directeur weddeschaal B;4° boven 13 erkende mandaten, naast de normen die onder 1° zijn vastgesteld: e) 0,5 maatschappelijk assistent, assistent in de psychologie of opvoeder klasse 1 voor 2 mandaten, met inbegrip van 1 coördinator weddeschaal A onder de opvoeders vanaf 26 mandaten;f) 0,25 psychosociaal medewerker voor 6 mandaten;g) 0,25 administratief medewerker voor 6 mandaten;h) 0,25 technisch medewerker voor 6 mandaten, met een maximum van 0,5. In de gevallen bedoeld in artikel 53, § 1, tweede lid, van het besluit van 5 december 2018 kan de directeur worden vervangen door een coördinator weddeschaal A. HOOFDSTUK 3. - Subsidies voor werkingskosten
Art. 15.De jaarlijkse provisionele subsidie voor werkingskosten bedoeld in de artikelen 57 tot 61 van het besluit van 5 december 2018 wordt toegekend aan de dienst op basis van de volgende normen: 3° tot 13 erkende mandaten: 2.462 euro per mandaat; 4° boven 13 erkende mandaten: 1.743 euro per mandaat.
TITEL IV. - Intensieve opdracht HOOFDSTUK 1. - Opdrachten en bijzondere voorwaarden voor erkenning
Art. 16.Aanvullend op de psychosociale-educatieve opdracht of de socio-educatieve opdracht, kan de dienst een intensieve begeleidingsopdracht voor het kind, zijn familie en zijn vertrouwenspersonen in de leefwereld waarborgen, wanneer de opvang van een kind van 0 tot 6 jaar in een situatie van ernstige, potentiële of bewezen verwaarlozing of mishandeling, noodzakelijk blijkt.
Deze intensieve begeleidingsopdracht kan ook worden uitgevoerd in het kader van een noodsituatie.
Dit optreden houdt rekening met de algemene familieproblematiek en wil het volgende aanbieden: 4° een alternatieve opvang buiten de leefwereld rekening houdend met de situatie van verwaarlozing of mishandeling van het kind;5° een overgang wanneer geen enkele andere dienst in staat is om adequate hulp te bieden;6° een dringende opvang. Het aantal erkende mandaten bedraagt minstens 6.
Art. 17.§ 1. Een mandaat kan maar op een kind betrekking hebben. § 2. De dringende opvang start binnen de vierentwintig uren vanaf ontvangst van het mandaat. § 3. De maximumduur van het mandaat bedraagt 3 maanden, eenmalig verlengbaar en voor de dringende opvang maximum 15 dagen, niet verlengbaar. § 4. De opdrachtgever motiveert de intensiteit van het optreden die minstens 5 uren per week bedraagt en minstens 3 uren per week tijdens de laatste maand van de tussenkomst.
Wanneer de dienst een mandaat heeft voor meerdere kinderen die op hetzelfde adres wonen, moet de intensiteit van het optreden per gezin en niet per kind uitgedrukt worden. § 5. De dienst maakt elke maand een verslag over aan de opdrachtgever en een verslag minstens 5 dagen voor de vervaldag van het mandaat.
Dit verslag bevat een analyse van de situatie en de bijzonderheden van de geboden hulp.
In geval van verlenging maakt de dienst ten minste 5 dagen voor het einde van de verlenging een verslag over aan de opdrachtgever.
Voor de dringende opvang maakt de dienst uiterlijk op de laatste werkdag die voorafgaat aan de vervaldag van het mandaat een verslag over aan de opdrachtgever.
De opdrachtgever kan altijd een aanvullend verslag vragen.
Art. 18.Volgens de noodzaak van het educatieve project en bij wijze van uitzondering kan de minister, voor de uitvoering van de intensieve begeleidingsopdracht, een of meerdere kleine gedecentraliseerde eenheden erkennen, "antennes" genoemd. HOOFDSTUK 2. - Subsidies voor personeelskosten
Art. 19.De provisionele jaarlijkse subsidie voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 53 tot 55 van het besluit van 5 december 2018 wordt aan de dienst toegekend op basis van de volgende normen inzake personeelsbestand: 3° voor 6 erkende mandaten: c) 0,5 houder van een masterdiploma;d) 1,5 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie of opvoeders, waarvan maximum 1 houder van een diploma in kinderverzorging.4° voor 12 erkende mandaten: c) indien de opdracht uitgevoerd wordt door een antenne: iv.1 houder van een masterdiploma; v. 3 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie of opvoeders, waarvan maximum 1 houder van een diploma in kinderverzorging. vi. 0,5 redacteur; d) indien de opdracht niet door een antenne wordt uitgevoerd: iv.1 houder van een masterdiploma; v. 3 maatschappelijk assistenten, assistenten in de psychologie of opvoeders, waarvan maximum 1 houder van een diploma in kinderverzorging, met de mogelijkheid om een coördinator weddeschaal A aan te duiden. vi. 0,25 redacteur. HOOFDSTUK 3. - Subsidies voor werkingskosten
Art. 20.De provisionele jaarlijkse subsidie voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 57 tot 61 van het besluit van 5 december 2018 wordt aan de dienst toegekend ten belope van 2.843 euro per erkend mandaat.
TITEL V. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 21.§ 1. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029257 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening en educatief optreden type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029250 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor opvoedkundige voorlichting type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029248 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029251 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige of filantropische prestaties type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor vervangende voogdij type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029252 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor eerste opvang type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029254 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor observatie en oriëntering sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige voorlichting, gewijzigd bij besluit van 10 oktober 2013, wordt opgeheven. § 2. De diensten die op datum van inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn overeenkomstig het besluit bedoeld in paragraaf 1, zijn van rechtswege erkend als begeleidingsdienst die de psychosociale educatieve opdracht uitvoert, op basis van dit besluit, vanaf zijn inwerkingtreding.
Art. 22.§ 1. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 oktober 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 10/10/2013 pub. 21/11/2013 numac 2013029579 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de dienst voor hulpverlening en educatief optreden sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de dienst voor hulpverlening en educatief optreden, wordt opgeheven. § 2. De diensten die op datum van inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn overeenkomstig het besluit bedoeld in paragraaf 1, zijn van rechtswege erkend als begeleidingsdienst die de sociaal-educatieve opdracht uitvoert, op basis van dit besluit, vanaf zijn inwerkingtreding.
Art. 23.§ 1. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029257 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening en educatief optreden type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029250 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor opvoedkundige voorlichting type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029249 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvang en opvoedingshulp type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029248 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029251 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor opvoedkundige of filantropische prestaties type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor hulpverlening in open milieu type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029247 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor vervangende voogdij type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029252 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor eerste opvang type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/03/1999 pub. 01/06/1999 numac 1999029254 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de centra voor observatie en oriëntering sluiten betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de dagcentra, gewijzigd bij besluit van 17 juni 2004, wordt opgeheven. § 2. De diensten die op datum van inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn overeenkomstig het besluit bedoeld in paragraaf 1, zijn van rechtswege erkend als begeleidingsdienst die de sociaal-educatieve opdracht uitvoert, op basis van dit besluit, vanaf zijn inwerkingtreding.
Art. 24.De diensten bedoeld in de artikelen 21, § 2, 22, § 2 en 23, § 2 stellen zich uiterlijk op 31 december 2019 in regel met de bijzondere voorwaarden van dit besluit.
Art. 25.Voor de diensten bedoeld in de artikelen 21, § 2, 22, § 2 en 23, § 2, die voor de inwerkingtreding van dit besluit een hoger aantal voltijdse equivalenten genoten dan het aantal vastgelegd op basis van de normen die door dit besluit worden bepaald, wordt dit aantal gehandhaafd en wordt hiermee rekening gehouden voor de toekenning van de subsidies voor personeelskosten tot het natuurlijke vertrek van het overtollige personeel.
Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.
Art. 27.De Minister bevoegd voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 december 2018.
De Minister-President, belast met Vrouwenrechten en Gelijke Kansen, R. DEMOTTE De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, R. MADRANE