Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 juni 2017
gepubliceerd op 24 juli 2017

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017030750
pub.
24/07/2017
prom.
14/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/14/2017030750/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JUNI 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;

Gelet op het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, artikel 2, § 6, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten, artikel 2bis, § 5, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten, artikel 3, § 1 en § 2, artikel 5, vijfde en zesde lid, ingevoegd bij het decreet van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014027151 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het Waalse Landbouwwetboek sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juni 2016;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Office francophone de la Formation en Alternance, gegeven op 17 mei 2016;

Gelet de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 juni 2016;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 25 augustus 2016 binnen van het Onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de Inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde PMS-centra erkend door de Regering;

Gelet op de "gendertest" van 30 mei 2017, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies nr. 60.947/2 van de Raad van State, op 6 maart 2017 uitgebracht met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de Regering van de Franse Gemeenschap, wat betreft de artikelen 3, 4, 5 en 6 § 4, van dit besluit, overeenkomst artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, haar algemene uitvoeringsbevoegdheid wil gebruiken om, met betrekking tot dit project, een vaste basis te verlenen aan de bevoegdheid om bepalingen betreffende de volgende elementen te treffen: 1° de erkennings- en mediatiecommissie;2° de sectorale coach;3° het feit voor jongeren om hun vorming voort te zetten bij het "IFAPME" "Institut de Formation en Alternance pour les Petites et Moyennes Entreprises" (Instituut voor Alternerende Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen) of de "SFPME" "Service de Formation pour les Petites et Moyennes Entreprises (Dienst Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen), terwijl ze met deze vorming in het Onderwijs zijn begonnen, en omgekeerd; Overwegende dat, overeenkomstig artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, de Regering van de Franse Gemeenschap van haar algemene uitvoeringsbevoegdheid gebruik wenst te maken om een oplossing te bieden aan het gebrek aan wettelijke basis van het bovenvermelde kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008;

Overwegende dat de Regering van de Franse Gemeenschap en het College van de Franse Gemeenschapscommissie, in verband met een gezamenlijk besluit, ook gebruik wensen te maken van hun algemene uitvoeringsbevoegdheid;

Overwegende dat de bepalingen voor de tenuitvoerlegging van het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming op het begin van het schooljaar 2016 - 2017 in werking moeten treden;

Dat dit besluit met terugwerkende kracht op 1 september 2016 dus uitwerking moet hebben;

Dat, voor administratieve akten, van de techniek van de terugwerkende kracht gebruik kan worden gemaakt als deze terugwerkende kracht noodzakelijk is voor de continuïteit van de overheidsdienst en voor het regulariseren van een toestand in feite of in rechte, voor zover deze kracht de vereisten inzake juridische zekerheid en individuele rechten in acht neemt;

Dat de aanneming, in dit geval, van een besluit met terugwerkende kracht tot gevolg zal hebben de juridische zekerheid te verstevigen, en dit ten bate van de ondernemingen en de operatoren voor alternerende vorming die een aanvraag hebben ingediend vanaf 1 september 2016, door hun aanvraag een wettelijke basis te verlenen;

Dat, in afwezigheid van een dergelijke wettelijke basis, er vanuit zou moeten worden gegaan dat alle aanvragen die vanaf 1 september 2016 tot de aanneming van de besluiten die samen moeten worden genomen, ingediend werden, opnieuw ingediend zouden moeten worden;

Dat de terugwerkende kracht aldus gunstig is voor de betrokkenen en, dientengevolge, verantwoord;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities

Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld bij artikel 127, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008: het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;2° de Minister: de Minister bevoegd voor de vorming of het Lid van het College dat voor de vorming verantwoordelijk is; 3° de O.F.F.A.: de Office francophone de la Formation en Alternance, bedoeld bij artikel 4 van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008; 4° de operator voor alternerende opleiding, d.w.z.: a) een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, bedoeld bij het decreet van 3 juli 1991 tot regeling van het alternerend secundair onderwijs en iedere inrichting voor het onderwijs voor sociale promotie waaronder deze die met de centra voor alternerend onderwijs en vorming samenwerken;b) het "IFAPME" "Institut de Formation en Alternance pour les Petites et Moyennes Entreprises" (Instituut voor Alternerende Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen), bedoeld bij artikel 1, § 1, 2°, b) van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008;c) de "SFPME" "Service de Formation pour les Petites et Moyennes Entreprises" (Dienst Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen), bedoeld bij artikel 1, § 1, 2°, b) van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008;5° de voogd: de voogd bedoeld bij artikel 1, § 1, 6°, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008;6° de lerende: de jongere bedoeld bij artikel 1, § 1, 3°, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008, die een overeenkomst voor alternerend onderwijs en vorming heeft gesloten;7° de overeenkomst voor alternerend onderwijs en vorming: de overeenkomst bedoeld bij artikel 1, § 1, 7°, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008;8° het Bestuur: de Directie Overkoepelend Beleid Gewest-Gemeenschap van het Departement Werk en Beroepsopleiding van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst of het equivalent ervan binnen de diensten van het Bestuur van de Franse Gemeenschapscommissie;9° het vormingsjaar: de periode die begint op 1 september en die op 31 augustus eindigt;10° het sectorale opleidingsfonds: de opleidingsvereniging zonder winstoogmerk opgericht door - of in verband met - één of meerdere fondsen voor bestaanszekerheid bedoeld in de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid; 11° de sectorale coach: de coach aangeworven door een sectoraal opleidingsfonds met minimum tien jaar anciënniteit in de sector of één van de betrokken sectoren en die, voor zover hij een mandaat heeft dat verstrekt werd door de sector of de betrokken sectoren en erkend door de Minister, moet: a) in het kader van de erkenningsprocedure van de bedrijven, op initiatief of op basis van een aanvraag van een vormingsoperator, de erkenningsaanvragen van de bedrijven via minstens een bezoek ter plaatse behandelen, een advies uitbrengen over de erkenning van de bedrijven en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht binnen de O.F.F.A.; b) in het kader van de procedure voor de opschorting van de erkenning en de procedure voor de intrekking van de erkenning, op initiatief of op basis van een aanvraag van een vormingsoperator, een advies uitbrengen over opschorting of de intrekking van de erkenning en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht bij het voorgaande punt a); c) in het kader van de steun aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, op eigen initiatief of op verzoek van de vormingsoperator of de O.F.F.A., de bedrijven alsook, in voorkomend geval, de voogd, voor een raadgeving op bezoek gaan; d) in het kader van de bevordering van de alternerende vorming, de bedrijven sensibiliseren in de door hem gedekte sector(en) voor het sluiten van nieuwe overeenkomsten voor alternerende vorming; 12° de sectorvertegenwoordiger: de referentiepersoon voor één of meerdere sectoren in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, voor zover ze gemandateerd werd door de sector(en) na de Minister ervan op de hoogte te hebben gebracht, of na door deze erkend te zijn, moet: a) in het kader van de erkenningsprocedure van de bedrijven, op initiatief of op basis van een aanvraag van een vormingsoperator, de erkenningsaanvragen van de bedrijven via minstens een bezoek ter plaatse behandelen, een advies uitbrengen over de erkenning van de bedrijven en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht binnen de O.F.F.A.; b) in het kader van de procedure voor de opschorting van de erkenning en de procedure voor de intrekking van de erkenning, op eigen initiatief of op basis van een aanvraag van een vormingsoperator, een advies uitbrengen over opschorting of de intrekking van de erkenning en deelnemen aan de erkennings- en bemiddelingscommissie opgericht bij het voorgaande punt a); c) in het kader van de steun aan de partnerbedrijven in het kader van de alternerende opleiding, op eigen initiatief of op verzoek van de vormingsoperator of de O.F.F.A., de bedrijven alsook, in voorkomend geval, de voogd, voor een raadgeving op bezoek gaan; d) in het kader van de bevordering van de alternerende vorming, de bedrijven sensibiliseren in de door hem gedekte sector(en) voor het sluiten van nieuwe overeenkomsten voor alternerende vorming. HOOFDSTUK 2. - De erkenningsprocedure voor de bedrijven

Art. 3.Binnen de O.F.F.A., wordt de commissie voor erkenning en bemiddeling, hierna "de commissie", samengesteld uit: 1° vijf vertegenwoordigers van de raad van bestuur van de O.F.F.A., waaronder twee vertegenwoordigers van de sociale partners, één vertegenwoordiger van het alternerend onderwijs, één vertegenwoordiger van de alternerende vorming die onder de Franse Gemeenschapscommissie ressorteert en één vertegenwoordiger van de alternerende opleiding die onder het Waalse Gewest ressorteert; 2° één vertegenwoordiger van de operator voor alternerende vorming betrokken bij het dossier of de dossiers die op de agenda van de commissie staan;3° desgevallend, de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger betrokken bij het dossier of de dossiers die op de agenda van de commissie staan; 4° één vertegenwoordiger aangewezen door de O.F.F.A. die voor het secretariaat van de commissie zorgt; 5° één vertegenwoordiger aangewezen door het Bestuur; Er wordt een plaatsvervanger benoemd voor iedere werkende vertegenwoordiger.

Deze mandaten worden toegekend voor een hernieuwbare periode van twee jaar.

Eén van de vertegenwoordigers bedoeld bij het eerste lid, 1°, neemt het voorzitterschap van de commissie waar.

De vertegenwoordigers bedoeld bij het eerste lid, 1°, zijn stemgerechtigd.

De samenstelling van de commissie wordt op de site van de O.F.F.A. bekendgemaakt.

De commissie heeft de volgende opdrachten: 1° overeenkomstig artikel 5, tweede lid, 15°, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008, een procedure voor bemiddeling organiseren, op aanvraag van het bedrijf, wat betreft de toekenning, de opschorting of de intrekking van de erkenning en, op aanvraag van de operator voor alternerende vorming, wat betreft elk probleem verbonden met de uitvoering van de overeenkomst voor alternerende vorming;2° op de aanvraag van de vormingsoperator, een beslissing nemen indien de vormingsoperator en de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger een verschillend advies geven, overeenkomstig de artikelen 4, § 3, en 5, § 2; 3° aan de raad van bestuur van de O.F.F.A. een beslissing voorstellen in geval van betwisting van een bedrijf betreffende een beslissing die niet pedagogisch gericht is of die aan de erkenning, de opschorting van de erkenning of de intrekking van de erkenning, verbonden is en die door een vormingsoperator of de O.F.F.A. genomen werd; 4° aan de raad van bestuur van de O.F.F.A. een beslissing voorstellen in geval van betwisting van een lerende betreffende een beslissing die niet pedagogisch gericht is; 5° op eigen initiatief of op verzoek van de Minister of de O.F.F.A., aan de raad van bestuur van de O.F.F.A., die ze aan de Regeringen en aan het College zal overzenden, voorstellen maken voor het optimaliseren van de procedures voor de erkenning, de opschorting of de intrekking van de erkenning van de bedrijven; 6° jaarlijks, aan de raad van bestuur van de O.F.F.A., die het aan de Regeringen en aan het College zal overzenden, een analytisch verslag voorstellen van de dossiers die ze gedurende het opleidingsjaar zal hebben onderzocht.

De aanvragen en de betwistingen bedoeld bij het vierde lid, 1° tot 4°, worden schriftelijk aan de O.F.F.A. gericht.

De commissie vergadert op voorstel van de leidend ambtenaar van de O.F.F.A. of op aanvraag van een operator voor alternerende vorming, die, samen met het voorstel of de aanvraag om vergadering, een dossier voorleggen waarin het voorwerp dat door de commissie onderzocht zou moeten worden, uitgelegd wordt. De commissie vergadert en neemt een beslissing binnen de dertig dagen van de aanvraag om vergadering ingediend door de operator voor alternerende vorming.

Binnen de drie maanden van haar instelling, neemt de commissie haar huishoudelijke reglement aan, dat door de raad van bestuur van de O.F.F.A. wordt goedgekeurd.

Art. 4.§ 1. Binnen de dertig dagen na de indiening, door het bedrijf, van haar aanvraag om erkenning, kent de operator voor alternerende vorming de erkenning toe na verificatie van de inachtneming van de erkenningsvoorwaarden bedoeld bij artikel 2bis, § 2, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008. De operator voor alternerende vorming kan, desgevallend, een beroep doen op het advies van een sectorale coach gemandateerd door de betrokken sector(en) of van een sectorvertegenwoordiger.

De namen en de persoonlijke gegevens van de sectorale coaches of de sectorvertegenwoordigers gemandateerd door één of meerdere sectoren worden op de site van de O.F.F.A. en van het Bestuur bekendgemaakt naast de sector(en) die ze vertegenwoordigen of van het ambtsgebied waarvoor ze bevoegd zijn.

Wanneer de sectorale coaches of de sectorvertegenwoordigers betrokken bij de aanvraag om erkenning van een bedrijf door één of meerdere sectoren gemandateerd is en door de Minister erkend, zendt hem de operator voor alternerende vorming systematisch de aanvraag om erkenning toe binnen de acht dagen vanaf de indiening van deze, door het bedrijf, en kent een voorlopige erkenning van het bedrijf toe dat op erewoord verklaart dat het aan de erkenningsvoorwaarden voldoet.

De sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger bericht ontvangst van de hem toegestuurde aanvraag aan de vormingsoperator binnen de acht dagen na de ontvangst ervan.

Binnen de dertig dagen na de aanvraag van de operator voor alternerende vorming, onderzoekt de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger de aanvraag om erkenning van het bedrijf en, daartoe: 1° brengt hij een bezoek bij het betrokken bedrijf om na te gaan of het aan de erkenningsvoorwaarden bedoeld bij artikel 2bis, § 2, van het kadersamenwerkingsakkoord van 24 oktober 2008 voldoet;2° ontmoet hij de verantwoordelijke van het bedrijf of de persoon gemandateerd om het bedrijf te vertegenwoordigen alsook de voogd aangewezen om de komende lerende(n) te begeleiden; 3° stuurt hij gelijktijdig aan de operator voor alternerende vorming en aan de O.F.F.A. zijn bezoekverslag met erin zijn advies en elke informatie die nuttig zou kunnen zijn voor de operator voor alternerende vorming om over de toekenning, de bevestiging of de intrekking van de erkenning van het bedrijf te beslissen.

Indien het advies van de sectorale coach of van de sectorvertegenwoordiger en dat van de operator voor alternerende vorming eensluidend zijn, bericht de operator voor alternerende vorming binnen de veertien dagen van de ontvangst van dat advies, de O.F.F.A. en de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger, terzelfdertijd als het bedrijf, van de genomen beslissing. § 2. In het kader van zijn opdracht tot bevordering van de alternerende vorming, kan de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger op eigen initiatief de aanvraag om erkenning van een bedrijf onderzoeken en aan de O.F.F.A. zijn advies meedelen omtrent deze aanvraag om erkenning. De erkenning wordt toegekend door de eerste operator voor alternerende vorming door bemiddeling van wie een alternerende overeenkomst wordt gesloten. § 3. Om, op eigen initiatief of op aanvraag van een vormingsoperator, een aanvraag om erkenning van een bedrijf te onderzoeken, maken de sectorale coach en de sectorvertegenwoordiger gebruik van een vragenlijst en een bezoekverslag waarvan het model door de O.F.F.A vastgesteld wordt. § 4. In het kader van de procedures bedoeld bij de paragrafen 1 en 2, indien de operator voor alternerende vorming het met het advies van de sectorale coach en de sectorvertegenwoordiger niet eens is, zendt hij, binnen de veertien dagen van de ontvangst van dat advies, om beslissing, aan de commissie, alle nuttige inlichtingen in verband met de aanvraag om erkenning.

Binnen de dertig dagen vanaf het ogenblik waarop ze erom gevraagd wordt, neemt de commissie een beslissing en deelt deze aan de O.F.F.A. mee.

De O.F.F.A. geeft, binnen de acht dagen van de ontvangst van de beslissing, kennis van de beslissingen van de commissie, en de redenen van deze, aan de betrokken bedrijven en operatoren voor alternerende vorming, met vermelding desgevallend, in de berichtgevingen aan de bedrijven, van de referenties van de operatoren voor alternerende vorming betrokken bij de dossiers behandeld door de commissie.

In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, indien de erkenningsvoorwaarden van het bedrijf niet nagegaan konden worden binnen de dertig dagen van de indiening van de aanvraag om erkenning door het bedrijf, kent de operator een voorlopige erkenning toe aan het bedrijf dat op erewoord verklaart dat het aan deze voorwaarden voldoet, en beschikt hij over een aanvullende termijn van zestig dagen om een definitieve erkenning toe te kennen op basis van een verificatie of de inachtneming van deze voorwaarden via een bezoek in situ.

In afwijking van paragraaf 1, derde lid, indien de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger de aanvraag om erkenning gezonden door de operator voor alternerende vorming, binnen de dertig dagen van de overzending, niet heeft onderzocht en geen beslissing heeft genomen, kan de operator voor alternerende vorming de plaats innemen van de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger voor de erkenningsprocedure.

Art. 5.§ 1. De operator voor alternerende vorming kan, op basis van geobjectiveerde vaststellingen en na de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf te hebben gehoord, de erkenning van een bedrijf schorsen of intrekken indien minstens één van de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld wordt of indien het bedrijf niet, voortdurend, in staat is zijn verplichtingen na te komen zoals bedoeld in de overeenkomst voor alternerende vorming.

Indien het betrokken bedrijf tot een sector behoort die een sectorale coach of een sectorvertegenwoordiger heeft gemandateerd, worden ze, als ze door de Minister worden erkend, systematisch betrokken, door de vormingsoperator, bij de procedure tot opschorting of intrekking van de erkenning.

De operator voor alternerende vorming geeft bericht aan de O.F.F.A. en, desgevallend, aan de sectorale coach en de sectorvertegenwoordiger terzelfdertijd als aan het bedrijf, van de getroffen beslissing. § 2. Op eigen initiatief of binnen een maximumtermijn van twintig dagen vanaf de aanvraag van de operator voor alternerende vorming, kan de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger een bezoek brengen aan een van de bedrijven van een van de sectoren waarvoor hij gemandateerd is en, op basis van geobjectiveerde vaststellingen, aan de operator of aan de betrokken operatoren voor alternerende vorming alsook aan de O.F.F.A., een advies verlenen tot opschorting of intrekking van de erkenning en dit, indien minstens één van de erkenningsvoorwaarden niet meer vervuld wordt of indien het bedrijf niet, voortdurend, in staat is zijn verplichtingen na te komen zoals bedoeld in de overeenkomst voor alternerende vorming.

Op basis van het advies van de sectoraal coach of van de sectorvertegenwoordiger en van elke andere nuttige inlichting, beslist de operator voor alternerende vorming, na de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf te hebben gehoord, de erkenning te behouden, op te schorten of in te trekken, naargelang de ernst van de tekortkomingen.

De betrokken sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger neemt deel aan de hoorzitting van het bedrijf.

Indien het advies van de sectorale coach of van de sectorvertegenwoordiger en dat van de operator voor alternerende vorming eensluidend zijn, bericht de operator voor alternerende vorming binnen de veertien dagen van de ontvangst van dat advies, de O.F.F.A. en de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger, terzelfdertijd als het bedrijf, van de genomen beslissing.

Indien de aanvraag om schorsing of intrekking van de erkenning van een bedrijf ingediend wordt door een andere operator voor alternerende vorming die terzelfdertijd samenwerkt of op het punt staat met het betrokken bedrijf samen te werken, associeert de operator voor alternerende vorming de andere operator voor alternerende vorming aan de procedure.

De operator(en) voor alternerende vorming kan(kunnen) de erkenning niet schorsen voor meer dan 180 dagen. Deze termijn éénmaal voorbij, indien het bedrijf niet aan de voorwaarden bedoeld bij de beslissing tot schorsing heeft voldaan, trekken de bedoelde operatoren voor alternerende vorming de erkenning in van het bedrijf en lichten ze het bedrijf in over de beslissing nadat de O.F.F.A. en, desgevallend, de betrokken sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger ervan bericht heeft gekregen. § 3. In het kader van de procedure bedoeld bij de paragrafen 1 en 2, indien de operator voor alternerende vorming het advies van de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger gemandateerd door de betrokken sector en erkend door de Minister niet deelt of indien twee operatoren uiteenlopende meningen toegedaan zijn, zendt(en) de operator(en), binnen de veertien dagen van de ontvangst van het advies van de sectorale coach of de sectorvertegenwoordiger of binnen de veertien dagen van de formulering van de uiteenlopende adviezen, om beslissing, aan de commissie, alle nuttige informatie in verband met de aanvraag om schorsing van de erkenning of intrekking van de erkenning.

Binnen de dertig dagen vanaf het ogenblik waarop ze erom gevraagd wordt, neemt de commissie een beslissing en deelt deze aan de O.F.F.A. mee. De commissie kan, om deze beslissing te nemen, het betrokken bedrijf opnieuw horen.

De O.F.F.A. geeft, binnen de acht dagen van de ontvangst van de beslissing, kennis van de beslissingen van de commissie, en van de redenen van deze, aan de betrokken bedrijven en operatoren voor alternerende vorming, met vermelding desgevallend, in de berichtgevingen aan de bedrijven, van de referenties van de operatoren voor alternerende vorming betrokken bij de dossiers behandeld door de commissie. § 4. Voor elke hoorzitting, wordt de vertegenwoordiger(s) van elk bedrijf op de hoogte gebracht, minstens twintig dagen vóór de hoorzitting, van: 1° de datum van de hoorzitting en de redenen die ze verantwoorden;2° de mogelijkheid voor de vertegenwoordiger(s) van het bedrijf om zich door een mandataris te laten vertegenwoordigen;3° de mogelijkheid om toegang te krijgen tot het dossier opgemaakt in verband met deze hoorzitting. De termijnen bepaald bij de paragrafen 2 tot 4 kunnen nader bepaald worden of gewijzigd worden door de O.F.F.A. in functie van de ernst van de vastgestelde tekortkomingen.

Indien het bedrijf niet wenst te worden gehoord, kan ze haar middelen schriftelijk laten gelden ter attentie van de betrokken operator voor alternerende vorming. HOOFDSTUK 3. - Bekrachtiging met een getuigschrift

Art. 6.De lerende die voor zijn alternerende vorming slaagt bij het "IFAPME" "Institut de Formation en Alternance pour les Petites et Moyennes Entreprises" (Instituut voor Alternerende Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen) of de SFPME de Service de Formation des Petites et Moyennes Entreprises (Dienst Vorming voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen) krijgt, na de bekwaamheden te hebben verworven die bepaald worden bij de niveaus a, b en c van zijn opleidingsplan, een leergetuigschrift, een bekwaamheidsgetuigschrift CQ6 (KG6) of CQ7 (KG7), een getuigschrift van specifieke bekwaamheid, een gelijkwaardig bekwaamheidsbewijs of een gelijkwaardig getuigschrift.

Met vereenvoudiging, automaticiteit en complementariteit onder operators als doel, als dit leergetuigschrift, dit getuigschrift van specifieke bekwaamheid of dit gelijkwaardige bekwaamheidsbewijs uitgereikt wordt op basis van een opleidingsprofiel opgesteld door SFMQ of CCPQ, bepaalt de Regering van de Franse Gemeenschap de nadere regels voor de gelijkwaardigheidsverklaring van deze bekwaamheidsbewijzen met het kwalificatiegetuigschrift van het secundair onderwijs met volledig leerplan samen met het studiegetuigschrift van het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs.

De lerenden die een studiegetuigschrift van het zesde jaar van het beroepssecundair onderwijs niet kunnen laten gelden volgens de nadere regels vastgesteld bij het tweede lid zullen de mogelijkheid hebben de proeven die tot het verkrijgen van dit studiegetuigschrift via de examencommissie van de Franse Gemeenschap af te leggen. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 7.De termijnen bedoeld bij dit besluit worden in dagen berekend.

De dag van de akte die het begin is van de termijn wordt er niet meegerekend. De dag van het einde van de termijn wordt meegerekend.

Nochtans, wanneer deze dag een zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de dag van het einde overgedragen naar de eerstvolgende werkdag.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2016, met uitzondering van artikel 5.

Art. 9.De Minister bevoegd voor het onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juni 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS

^