Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 27 februari 2014
gepubliceerd op 12 mei 2014

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toepassing van artikel 15/1 van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029279
pub.
12/05/2014
prom.
27/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/27/2014029279/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toepassing van artikel 15/1 van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op artikel 15/1 van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan;

Gelet op het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 2, 5° ;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 november 2011 en 16 januari 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 7 november 2013;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en van de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra erkend door de Regering, afgesloten op 6 december 2013;

Gelet op het advies nr. 54.994/2 van de Raad van State, gegeven op 5 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 7 november 2013;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 15/1 van het decreet van 29 juli 1992 houdende organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan, wordt de berekeningswijze betreffende de aanvullende lestijden toegekend aan de onderwijsinrichtingen die, in de derde graad van de kwalificatieafdeling, één of meer gegroepeerde basisopties organiseren in het kwalificatiesysteem uitgedrukt in eenheden van leerresultaten (KEL) vanaf 1 september 2014, als volgt bepaald : 1° Men bepaalt ten eerste de kosten, in lestijden-leerkracht, van het aantal blijvenzitters in het 5de en 6de leerjaar.De berekening baseert zich op de volgende elementen : - het percentage van blijvenzitters per jaar over de schooljaren 2005-2006 tot 2010-2011 (d.w.z. 6 schooljaren) voor de schoolbevolking van het 5de jaar van het technisch kwalificatie-onderwijs, dat van het 6de jaar van het technisch kwalificatie-onderwijs, dat van het 5de jaar van het beroepsonderwijs en dat van het 6de jaar van het beroepsonderwijs, telkens ongeacht de optie; - de totale bevolking van elk van deze jaren op 15 januari 2011 (ongeacht de optie); - het gemiddelde aantal lestijden verschuldigd door een leerling ingeschreven in het 5de of in het 6de jaar van het technisch kwalificatieonderwijs en in het 5de of in het 6de jaar van het beroepsonderwijs.

Het aantal blijvenzitters wordt gegeven door de toepassing van het percentage van de gemiddelde blijvenzitters op de betrokken totale bevolking.

De kosten van het blijvenzitten wordt berekend door de vermenigvuldiging van het aantal blijvenzitters door het gemiddelde aantal lestijden; 2° de globale kosten van het blijvenzitten worden gedeeld door het aantal leerlingen die in het 5de of het 6de jaar gaan, in het technisch kwalificatieonderwijs en in het beroepsonderwijs.Om het aantal leerlingen te bepalen die in het 5de jaar gaan, baseert men zich op de bekrachtigde cijfers op 15 januari 2011. Voor de leerlingen die in het 6de jaar gaan baseert men zich op het aantal leerlingen die in het 5de jaar op 15 januari 2011 gaan, verminderd met een percentage vroegtijdige schoolverlaters (10%) en een percentage van blijvenzitters in het 5de (2%); 3° hieruit volgt een aantal lestijden per leerling dat de aanvulling is van de lestijden-leerkracht toegekend aan de inrichtingen in functie van de globale schoolbevolking van het 5de en het 6de jaar van de gegroepeerde basisopties die georganiseerd worden in het stelsel van de KEL vanaf 1 september 2014. De berekeningswijze zal herzien worden ingeval de monitoring bedoeld in artikel 3 aanleiding geeft tot de conclusie dat de besparing veroorzaakt door het blijvenzitten hoger is of lager is dan deze die geschat wordt door deze berekeningswijze.

Art. 2.Vanaf 1 september 2014 geeft de berekeningswijze een aanvullende lestijden-leerkracht die gelijk zijn aan 0,45 lestijden per ingeschreven leerling, volgens de nadere regels beschreven in artikel 15/1 van het bovenvermelde decreet.

Art. 3.Een monitoring van de uitgaven inzake het personeel in het kader van de toepassing van het decreet KEL zal vanaf het schooljaar 2014-2015 georganiseerd worden, jaar waarin de "aanvulling van de remediëring" » voor het eerst toegekend zal worden. Deze monitoring zal het functioneel kabinet, het kabinet van de Minister van Begroting, het Algemeen bestuur personeelsleden van het onderwijs en de Inspectie van Financiën groeperen. De monitoring heeft als doel ofwel het herverdelingspercentage van de "aanvulling van de remediëring » aan te passen indien de kosten ervan de besparing overstijgt dankzij het niet-blijvenzitten, ofwel de budgettaire middelen ten gunste van het kwalificerend onderwijs een nieuwe bestemming te geven. De monitoring zal betrekking hebben op de opties die georganiseerd worden in het stelsel van KEL.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2014.

Art. 5.De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 februari 2014.

De Minister-President R. DEMOTTE De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie Mevr. M.-M. SCHYNS

^