Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 07 juni 2012
gepubliceerd op 11 juli 2012

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2006 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2012203720
pub.
11/07/2012
prom.
07/06/2012
ELI
eli/besluit/2012/06/07/2012203720/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JUNI 2012. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 22/12/2006 pub. 09/03/2007 numac 2007200575 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen sluiten tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen, gewijzigd bij het besluit van 23 juni 2006, het decreet van 20 juli 2006, het decreet van 19 oktober 2007 en het decreet van 17 december 2009 en, meer specifiek, de artikelen 6, 8, 11, 13, tweede lid, en 14, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 22/12/2006 pub. 09/03/2007 numac 2007200575 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen sluiten tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 september 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 september 2011;

Gelet op het advies van de Raad voor musea, gegeven op 12 oktober 2011;

Gelet op het advies nr. 50.836/4 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de artikelen 1, 2, 5, 6, 7 en 13 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 22/12/2006 pub. 09/03/2007 numac 2007200575 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen sluiten tot uitvoering van het decreet van 17 juli 2002 betreffende de erkenning en betoelaging van de musea en andere museale instellingen, wordt het woord « driejaarlijks » telkens door het woord « vierjaarlijks » vervangen.

In hetzelfde besluit, in de artikelen 1, 4 en 5, worden de woorden « 3 jaar » of « drie jaar » telkens door de woorden « vier jaar » vervangen.

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een lid, luidend als volgt, tussen het tweede en derde lid ingevoegd : « Bij haar (zijn) aanvraag om hernieuwing van de erkenning bezorgt de museale instelling of het museum daarenboven een evaluatieverslag waarin haar (zijn) activiteiten gedurende de periode gedekt door de erkenning in verband worden voorgesteld met het strategische en operationeel meerjaarlijkse plan tot optimalisering van de museale functies bedoeld in het decreet en de geldelijke middelen en specifieke voorwaarden opgenomen in de overeenkomst ondertekend krachtens artikel 8 van dit besluit;2° na het derde lid, dat het vierde lid is geworden, wordt een lid, luidend als volgt, ingevoegd : « Het Bestuur brengt een advies uit aan de Raad over het evaluatieverslag bedoeld bij het derde lid voorafgaandelijk aan het onderzoek door deze van de aanvraag om hernieuwing.».

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij punt 10° worden, in de Franse tekst, de woorden « particulièrement de publics » vervangen door de woorden « particulièrement aux publics »;2° bij punt 15° worden de woorden « over een personeel beschikken dat » vervangen door de woorden « minstens halftijds over een personeel beschikken dat ».

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende bepaling, wordt een punt « ,2° » toegevoegd tussen « 6, eerste lid » en « ,3° »;2° bij punt 6° worden de woorden « over een meertalig communicatiebeleid beschikken door het geheel van de informatiemiddelen optimaal te gebruiken » vervangen door de woorden « over een meertalig communicatiebeleid ter bestemming van een sociaal en cultureel gediversifieerd publiek beschikken door het geheel van de informatiemiddelen optimaal te gebruiken »;3° bij punt 7° na de woorden « met een diploma van het hoger onderwijs » dienen de woorden « en van een verantwoordelijke voor de collecties en hun digitalisering met een diploma van het hoger onderwijs » toegevoegd te worden.

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 4 vervangen door « Toekenning van subsidies aan erkende musea ».

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt het opschrift « Afdeling 1 - Jaarlijkse subsidies aan erkende musea » geschrapt.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt het opschrift « Afdeling 2 - Subsidies aan erkende museale instellingen die permanente activiteiten uitoefenen voor de bewaring of de herwaardering van hun patrimonium » vervangen door het volgende opschrift : « Hoofdstuk 4/1 - Erkenning en subsidies aan erkende museale instellingen ».

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 10.- Om de erkenning bedoeld bij artikel 2 te kunnen genieten, moeten de museale instellingen aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de museale functies vermelden die ze uitoefenen in de zin van artikel 1, 2° van het decreet;2° over een collectie beschikken die roerende culturele goederen bevatten in de zin van artikel 1, § 1, a) van het decreet van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/07/2002 pub. 24/09/2002 numac 2002029469 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de roerende culturele goederen en het immaterieel patrimonium van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de roerende culturele goederen en het immaterieel patrimonium van de Franse Gemeenschap;3° voor het publiek minstens 250 dagen per jaar toegankelijk zijn;4° een plan van de lokalen bezorgen met de bestemming van deze;5° een organogram van het personeel bezorgen en van de vrijwilligers die aangewezen zijn voor de museale instelling;6° over een vrijwillige of bezoldigde persoon beschikken die houder is van een bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs en die een ervaring geniet inzake collectiebeheer;7° een samenwerkingsplan ontwikkelen met andere erkende museale instellingen of musea ».

Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 11.- § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Minister aan de erkende museale instellingen een subsidie toekennen die 40 % bedraagt van hun uitgaven met betrekking tot de permanente activiteiten voor het behoud of de herwaardering van hun erfgoed, voor zover deze subsidie niet 15.000 euro per jaar overschrijdt.

De uitgaven inzake personeel van de erkende museale instellingen worden niet in acht genomen in de berekening van deze subsidie.

Er wordt geen subsidie aan museale instellingen gedurende het jaar waarin ze voor de eerste keer erkend werd door de Minister. § 2. De erkende museale instelling dient een keer per jaar de documenten in die de uitgaven staven met betrekking tot de permanente activiteiten voor het behoud of de herwaardering van hun erfgoed bij het Bestuur ten laatste op 1 maart van het jaar dat volgt het jaar van de uitgave bedoeld bij de eerste paragraaf, eerste lid. ».

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt het opschrift « Afdeling 3. - Subsidies aan associatieve bewegingen die optreden in het belang van de musea en andere museale instellingen » vervangen door het volgende opschrift : « Hoofdstuk 4/2. - Subsidies aan associatieve bewegingen die optreden in het belang van de musea en andere museale instellingen ».

Art. 11.« In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid opgeheven en vervangen door de volgende bepaling : « De aanvraag van deze subsidie kan ieder jaar bij het Bestuur ingediend worden, ten laatste tegen 30 juni. ».

Art. 12.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, wordt een derde lid ingevoegd : « De Raad brengt een advies uit overeenkomstig artikel 9, § 2, van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector. ».

Art. 13.In artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, wordt een vierde lid ingevoegd : « De Minister geeft kennis van zijn beslissing en van het advies van de Raad aan de aanvrager per aangetekende brief binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van het advies verleend door de Raad. ».

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt het opschrift « Afdeling 4. - Subsidies voor de oprichting van een museum of een museale instelling bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het decreet - Subsidies die een instelling toelaten zich te schikken naar de vereisten om erkend te worden als museum of museale instelling » vervangen door het volgende opschrift : « Hoofdstuk 4/3. - Subsidies voor de oprichting van een museum of een museale instelling bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het decreet - Subsidies die een instelling toelaten zich te schikken naar de vereisten om erkend te worden als museum of museale instelling ».

Art. 15.In artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij punt b) worden de woorden « over ten minste een personeelslid beschikken dat » vervangen door de woorden « om een instelling toe te laten zich te schikken naar de vereisten, over ten minste een personeelslid beschikken dat »;2° punt d) wordt door de volgende bepaling vervangen : « d) een ontwikkelingsplan opstellen van de museale functies bepaald in het decreet voor een duur die overeenstemt met de aangevraagde duur, voor zover deze niet meer bedraagt dan de maximale termijn bepaald door artikel 14 van het decreet;»; 3° er wordt een punt e) toegevoegd, luidend als volgt : « e) om een instelling toe te laten zich te schikken naar de vereisten, de categorie vermelden van de erkenning die aangevraagd zal worden of de museale functies bedoeld bij artikel 1, 2°, van het decreet die na het in overeenstemming brengen uitgeoefend zullen worden.»; 4° het tweede lid wordt door het volgende lid vervangen : « De ontwerpen van werken en infrastructuuruitgaven die mogelijk opgenomen worden in de aanvraag bedoeld bij het eerste lid vallen niet onder de toepassing van dit decreet.».

Art. 16.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 opgeheven en door de volgende bepaling vervangen : « § 2. De museale instelling of het museum kunnen hun aanvraag om subisidie bij het Bestuur elk jaar, ten laatste tegen 30 juni, indienen.

Het dossier van de aanvraag bevat de stukken van de vergadering ter verantwoording van de voorwaarden opgenomen in de artikelen 10 en 13, § 1. ».

Art. 17.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt een derde paragraaf toegevoegd na de tweede paragraaf : « § 3. De Raad brengt een advies uit overeenkomstig artikel 9, § 2 van het decreet van 10 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/04/2003 pub. 09/05/2003 numac 2003029258 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector sluiten betreffende de werking van de adviesinstanties die werkzaam zijn binnen de culturele sector. ».

Art. 18.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt een vierde paragraaf toegevoegd na paragraaf 3 : « § 4. De Minister geeft kennis van zijn beslissing en het advies van de Raad aan de aanvrager via een aangetekende brief binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van het advies verleend door de Raad. ».

Art. 19.De Minister tot wier bevoegdheid Cultuur behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 juni 2012.

De Minister-president, R. DEMOTTE De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN

^