29 SEPTEMBER 2011. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze van erkenning van de verworven bekwaamheid voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging ervan in het onderwijs voor sociale promotie

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het decreet van 22 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003029614 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 24 juli 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 29/06/2004 pub. 05/10/2004 numac 2004202626 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie sluiten houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 maart 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 juni 2011;

Gelet op het overlegprotocol van 19 mei 2011 van het overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatie-organen van de inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra die door de Regering worden erkend;

Gelet op de onderhandelingsprotocollen van 19 mei 2011 van het Onderhandelingscomité van Sector IX : « Onderwijs » (Franse Gemeenschap) van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling II, en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies nr. 50167/2/V van de Raad van State, gegeven op 30 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° « het decreet » : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;2° « de overlegcommissie » : de commissie zoals bepaald in de artikelen 15 en volgende van het decreet van 16 april 1991;3° « het document 8 ter van de afdeling » : het document bedoeld in artikel 11 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten betreffende de pedagogische dossiers van de opleidingsafdelingen en -eenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;4° « de opleidingsinstelling » : a) opleidingscentra van de Dienst voor Opleiding van de Gemeenschaps- en gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling, van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;b) centra voor beroepsopleiding van de werkzoekenden en de Franstalige werkzoekenden van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;c) centra voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;d) opleidingsinstellingen erkend krachtens het Waalse decreet van 1 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/2004 pub. 01/06/2004 numac 2004201566 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming door arbeid sluiten betreffende de erkenning en de subsidiëring van de instellingen voor maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces en van de bedrijven voor vorming door arbeid, e) opleidingsinstellingen erkend krachtens het decreet van 27 april 1995 van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling, f) instellingen voor permanente opvoeding, zoals bepaald en erkend door het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding, g) de diensten voor opleiding georganiseerd door de overheidsdiensten of de privé-ondernemingen.

Art. 2.Onder de voorwaarden en volgens de nadere regels die door dit besluit worden vastgesteld, wordt de studieraad bedoeld in de artikelen 31, 48 en 66 van het decreet ertoe gemachtigd, voor de toelating tot de opleidingseenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1 en de bekrachtiging ervan, de bekwaamheid in aanmerking te nemen die verworven is : 1° in elk door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs;2° in elk onderwijs dat wordt georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap alsook in elk onderwijs dat wordt georganiseerd, gesubsidieerd of erkend door de overheid van een derde land bevoegd voor onderwijs, voor zover die raad beschikt over de noodzakelijke bewijsgegevens;3° in opleidingscentra van de Dienst voor Opleiding van de Gemeenschaps- en gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling, van de Brusselse Gewestelijke dienst voor Arbeidsbemiddeling, de centra voor beroepsopleiding van de werkzoekenden en de Franstalige werkzoekenden van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest alsook de centra voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;4° in de opleidingsinstellingen erkend krachtens het decreet van 17 juli 1987 betreffende de erkenning en de betoelaging van sommige instellingen die activiteiten uitoefenen gericht op maatschappelijke integratie en inschakeling in het arbeidsproces of op voortgezette beroepsopleiding of het besluit van 16 september 1991 betreffende de erkenning en de subsidiëring van "entreprises d'apprentissage professionnel" (ondernemingen voor het aanleren van een beroep);5° in de instellingen voor permanente opvoeding zoals bepaald en erkend door het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 26/08/2003 numac 2003029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding sluiten met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding;6° door het behalen van een bekwaamheidsbewijs uitgereikt door het Consortium voor de bekrachtiging van de bekwaamheid;7° door de beroepservaring;8° door de beroepsopleiding en/of de persoonlijke opleiding. Voor de evaluatie en de erkenning van die bekwaamheid, wordt het inrichtingshoofd ertoe gemachtigd de opleidingseenheden te gebruiken die daartoe door de overlegcommissie werden goedgekeurd. De gebruikte lestijden worden uitgetrokken op zijn lestijdendotatie.

Art. 3.Met uitzondering van de gevallen die door dit besluit uitdrukkelijk worden bepaald, wordt alleen de studieraad ertoe gemachtigd de bekwaamheid te verifiëren die vereist is voor de toelating en de eindbekwaamheid, waarbij een opleidingseenheid kan worden bekrachtigd. De beslissingen die door de studieraad worden genomen of waarvan hij akte heeft genomen, zijn definitief. Ze worden opgenomen in de processen-verbaal die door de leden van de studieraad worden ondertekend. Die processen-verbaal worden bewaard gedurende twee jaar op de zetel van de inrichting en moeten te allen tijde kunnen worden voorgesteld aan de leden van de inspectie- en verificatiediensten van het onderwijs voor sociale promotie.

Art. 4.De beslissing van de studieraad te erkennen dat de kandidaat de bekwaamheid bezit die vereist is voor de toelating tot een opleidingseenheid kan, alleen daardoor, niet leiden tot het uitreiken van een slaagattest van een andere opleidingseenheid.

Art. 5.De procedures voor de bekrachtiging van de studies die in dit besluit beschreven zijn, kunnen alleen worden gebruikt om een student één of meer slaagattest(en) uit te reiken waardoor hij het geheel van de slaagattesten van de opleidingseenheden kan verzamelen die noodzakelijk zijn voor de bekrachtiging van een afdeling.

Art. 6.Op straffe van nietigheid, moet het slaagattest van een opleidingseenheid door een gemachtigde instelling worden uitgereikt en, in het kader van het hoger onderwijs, door een instelling die gemachtigd is tot het organiseren van de afdeling die de betrokken opleiding omvat. HOOFDSTUK II. - Toelating van de studenten en bekrachtiging van de studies

Art. 7.De bekwaamheid die vereist is voor de toelating tot een opleidingseenheid van het onderwijs voor sociale promotie, of de bekwaamheidsbewijzen die gelden als bewijs daarvan, worden nader bepaald in de pedagogische dossiers van de opleidingseenheden, overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten betreffende de pedagogische dossiers van de opleidingsafdelingen en -eenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1.

Art. 8.De studieraad kan stellen dat één (verschillende) bekwaamheidsbewijs(zen) dat (die) in elk onderwijs alsook één (verschillende) bekwaamheidsbewijs(zen) dat (die) door een erkend centrum voor bekrachtiging van de bekwaamheid wordt(den) uitgereikt, kan(kunnen) gelden als bekwaamheidsbewijs(zen) bedoeld in artikel 7 van dit besluit. De studieraad controleert niet, door middel van een nieuwe proef, of de student de bekwaamheid heeft die wordt bekrachtigd door een bekwaamheidsbewijs dat wordt uitgereikt door een erkend bekrachtigingscentrum.

De documenten die worden uitgereikt door de erkende centra of instellingen voor opleiding en permanente opvoeding kunnen, bij beslissing van de studieraad, gelden als bewijs van de in het eerste lid bedoelde vereiste bekwaamheid.

Die Raad kan eveneens de documenten in aanmerking nemen die het bewijs leveren van een beroepservaring of een beroepsopleiding, om te erkennen dat de kandidaat de vereiste bekwaamheid bezit.

Bij afwezigheid van bekwaamheidsbewijzen of van documenten bedoeld in dit artikel, of wanneer de studieraad deze als onvoldoende acht ten opzichte van de bekwaamheid die vooraf wordt bepaald in het pedagogische dossier van de betrokken opleidingseenheid, verifieert hij die bekwaamheid door middel van proeven of tests.

Art. 9.§ 1. Het slaagattest van een opleidingseenheid kan worden uitgereikt door de studieraad, op grond van de vereiste bekwaamheid bedoeld in artikel 2, voor zover deze overeenstemmen met de eindbekwaamheid van de opleidingseenheid zoals die vastgesteld is in het pedagogische dossier van de betrokken opleidingseenheid. Daartoe beraadslaagt de Raad met inachtneming van : 1° de uitslag van proeven die door elk onderwijs worden afgenomen, voor zover ze betrekking hebben op de evaluatie van de bekwaamheid die gelijk is aan of hoger is dan de eindbekwaamheid van die opleidingseenheid;2° de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door de erkende bekrachtigingscentra.De studieraad controleert niet, door middel van een nieuwe proef, dat de student de bekwaamheid heeft die wordt bekrachtigd door een bekwaamheidsbewijs uitgereikt door een erkend bekrachtigingscentrum. De directie onderwijs voor sociale promotie zendt, door middel van een omzendbrief bij de instellingen, de bijgestelde lijst van de bekwaamheidsbewijzen rond alsook de lijst van de opleidingseenheden die van rechtswege worden bekrachtigd; 3° de verworven beroepskennis of bestanddelen van een professionele of persoonlijke opleiding die door de student worden geleverd;in dat geval verifieert de studieraad, door middel van een proef, de bekwaamheid die de betrokkene beweert te bezitten. § 2. De procedure die in dit artikel wordt beschreven, kan alleen worden gebruikt om een student één of meer slaagattest(en) uit te reiken waardoor hij het geheel van de slaagattesten van de opleidingseenheden die noodzakelijk zijn voor de bekrachtiging van een afdeling kan verzamelen.

De student moet ingeschreven zijn voor de opleidingseenheid « geïntegreerde proef », als deze bepaald is in document 8 ter van de betrokken afdeling. § 3. Het slaagattest van de opleidingseenheid moet worden uitgereikt door een gemachtigde instelling die, in het kader van het hoger onderwijs, gemachtigd is tot het organiseren van de afdeling die de betrokken opleidingseenheid omvat. In dat geval moet de samenstelling van de studieraad in overeenstemming zijn met deze die bepaald is voor het uitreiken van het slaagattest op het einde van de betrokken opleidingseenheid. HOOFDSTUK III. - Toelating van de studenten en bekrachtiging van de studies in het kader van de overeenkomst met opleidingsinstellingen

Art. 10.Overeenkomstig artikel 8 van het decreet, kan een overeenkomst tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de opleidingsinstellingen, na advies van de inspectiedienst en van de overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie, nadere regels bepalen voor de erkenning van het opleidingstraject dat toegang verschaft tot één of verschillende opleidigseenheid(heden) waarvan de vooraf bepaalde bekwaamheid niet door de studieraad zal worden geverifieerd.

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig artikel 8 van het decreet, kan een overeenkomst tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de opleidingsinstellingen, na advies van de inspectiedienst en van de overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie, nadere regels bepalen voor de erkenning van het opleidingstraject dat de bekrachtiging van één of verschillende opleidingseenheden mogelijk maakt, zonder dat de studieraad de eindbekwaamheid verifieert. § 2. De overeenkomst bepaalt de opleidingseenheden van de betrokken afdeling die zullen worden bekrachtigd zonder verificatie van de eindbekwaamheid. § 3. De overeenkomst moet de verbintenis van de geconventioneerde opleidingsinstelling bevatten de verschillende bijlagen van de pedagogische dossiers van de bedoelde opleidingseenheden in acht te nemen, inzonderheid deze die betrekking hebben op het niveau van de studies en op de evaluatie van de eindbekwaamheid van de opleidingseenheden die bij een overeenkomst kunnen worden bekrachtigd.

De inspectiedienst van het onderwijs voor sociale promotie moet controleren dat de geconventioneerde instellingen die verbintenis nakomen. Hij legt een verslag voor aan de Regering van de Franse Gemeenschap, die de overeenkomst kan beëindigen bij niet-naleving van die verbintenis door de opleidingsinstelling. § 4. Over de overeenkomsten die betrekking hebben op de niveaus bachelor en specialisatie moet de Algemene Raad voor Hogescholen een advies uitbrengen, als het pedagogische dossier overeenstemt, of moet het Vast Bureau een advies uitbrengen, als het betrokken pedagogische dossier een gelijkwaardig niveau heeft in de zin van artikel 75 van het decreet.

Het advies wordt aangevraagd door de overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie. Het moet de overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie worden meegedeeld tussen de 50ste en de 60ste dag volgend op de verzending van de aanvraag.

Als de algemene raad voor hogescholen of het vast bureau zijn advies niet binnen de vereiste termijn uitbrengt, dan wordt het advies als gunstig geacht. § 5. De overeenkomsten die ressorteren onder het hoger onderwijs moeten verwijzingen inhouden naar de kwaliteitsprocessen die worden gevolgd door de opleidingsverantwoordelijke die een bekrachtigingsovereenkomst inroept.

Art. 12.De overlegcommissie van het onderwijs voor sociale promotie deelt het ontwerp van overeenkomst en de daarmee verband houdende adviezen mee aan de Regering van de Franse Gemeenschap, die zich daarover binnen de twee maanden uitspreekt. Zij brengt de betrokken opleidingsinstelling en de algemene directie niet-verplicht onderwijs en wetenschappelijk onderzoek op de hoogte van haar beslissing. Die overeenkomsten worden door de minister bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie overgezonden aan de directie onderwijs voor sociale promotie om hun bijgewerkte lijst bij de instellingen via een omzendbrief rond te zenden.

Art. 13.De overeenkomsten bepaald in de artikelen 10 en 11 van dat besluit zijn toepasselijk op alle instellingen voor het onderwijs voor sociale promotie die vooraf zijn gemachtigd en die, in het hoger onderwijs, worden gemachtigd tot het organiseren van de betrokken afdelingen.

Art. 14.De afdelingen bachelor en specialisatie die ressorteren onder het hoger onderwijs voor sociale promotie kunnen niet worden opgenomen in een erkenningsovereenkomst zonder verificatie van de eindbekwaamheid voor meer dan 2/3 van het volume lestijden/leraar van de betrokken afdeling en voor meer dan de helft van de bepalende opleidingseenheden zoals bedoeld in de artikelen 8 en 11 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten betreffende de pedagogische dossiers van de opleidingsafdelingen en -eenheden van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1, buiten de stage(s) of beroepsactiviteiten inzake opleiding. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 15.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 juni 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 29/06/2004 pub. 05/10/2004 numac 2004202626 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie sluiten houdende vaststelling van de wijze van erkenning van de bekwaamheden verworven voor de toelating tot de studies, de cursus en de bekrachtiging van de studies binnen het onderwijs voor sociale promotie wordt opgeheven.

Art. 16.De Minister bevoegd voor het onderwijs voor Sociale Promotie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 september 2011.

De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET