27 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van de raad van beroep voor de administratieve personeelsleden van de Hogescholen, Hogere Kunstscholen en officiële gesubsidieerde Hogere Architectuurinstituten

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 juni 2008 betreffende de administratieve personeelsleden van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde hogescholen, inzonderheid op artikel 143, gewijzigd bij het decreet van 19 februari 2009, en op artikel 144;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 februari 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 februari 2009;

Gelet op de raadpleging van 20 februari 2009 van de meest representatieve groeperingen van de inrichtende machten;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, van 2 april 2009;

Gelet op het overleg van 23 februari 2009 met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau;

Gelet op het advies nr. 46.436/2 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen en van de Vice-President en Minister van Begroting, Sport en Ambtenarenzaken;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een raad van beroep ingesteld voor de administratieve personeelsleden van de Hogescholen, Hogere Kunstscholen en officiële gesubsidieerde Hogere Architectuurinstituten, hierna « de raad van beroep » genoemd.

Art. 2.De raad van beroep is samengesteld als volgt : 1° 6 werkende leden en 12 plaatsvervangende leden die de representatieve organisaties van de inrichtende machten van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen;2° 6 werkende leden en 12 plaatsvervangende leden die de representatieve organisaties van de personeelsleden van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen;3° een voorzitter en twee plaatsvervangende voorzitters gekozen onder de magistraten in dienstactiviteit of in ruste gesteld;4° een secretaris en twee adjunct-secretarissen gekozen onder de ambtenaren van de betrokken algemene directie(s) voor het onderwijs.

Art. 3.Vanaf 15 september 2009 worden de leden die de representatieve organisaties van de inrichtende machten van het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen, verdeeld als volgt : 1° 6 werkende leden verdeeld als volgt : 4 leden die de Hogescholen vertegenwoordigen; 1 lid dat de Hogere Kunstscholen vertegenwoordigt; 1 lid dat de Hogere Architectuurinstituten vertegenwoordigt; 2° 12 plaatsvervangende leden verdeeld als volgt : 8 leden die de Hogescholen vertegenwoordigen; 2 leden die de Hogere Kunstscholen vertegenwoordigen; 2 leden die de Hogere Architectuurinstituten vertegenwoordigen;

Art. 4.De leden van de raad van beroep worden aangesteld voor zes jaar.

Nochtans lopen de mandaten ten einde : 1° bij ontslagneming;2° bij overlijden;3° wanneer de organisatie die betrokken lid voorgedragen heeft, om zijn vervanging verzoekt. Elk lid dat de raad van beroep verlaat, moet vervangen worden binnen de drie maanden volgend op zijn vertrek.

Art. 5.De mandaten toegewezen aan de representatieve organisaties van de personeelsleden worden verdeeld als volgt, ter gelegenheid van de eerste aanstelling : - Algemene Centrale der Openbare Diensten : 3 mandaten; - Algemeen Christelijke Vakverbond van de Openbare Diensten : 2 mandaten; - Vrij syndicaat van het Openbaar ambt : 1 mandaat.

Art. 6.Er wordt aan de voorzitter van de raad van beroep een forfaitaire vergoeding van 50 euro verleend per vergadering waaraan hij deelneemt alsook de terugbetaling van de reiskosten ter waarde van een vervoerbiljet per spoorweg in eerste klasse. De leden van de raad van beroep bedoeld in artikel 2, 1° en 2° die werkelijk zitting hebben in de raad van beroep, krijgen de terugbetaling van de reiskosten ter waarde van een vervoerbiljet per spoorweg in eerste klasse.

Art. 7.De Minister van Hoger Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting, Sport en Ambtenarenzaken, M. DAERDEN