Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 mei 2009
gepubliceerd op 29 juli 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de procedures voor de erkenning, de vervroegde intrekking van de erkenning, en voor de schorsing of de beëindiging van de financiering van de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering en de gelabelde centra voor de overdracht van de herinnering bedoeld in het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029381
pub.
29/07/2009
prom.
14/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/14/2009029381/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de procedures voor de erkenning, de vervroegde intrekking van de erkenning, en voor de schorsing of de beëindiging van de financiering van de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering en de gelabelde centra voor de overdracht van de herinnering bedoeld in het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt, inzonderheid op de artikelen 11 tot 14;

Gelet op het advies nr. 46.309/2 van de Raad van State, gegeven op 22 april 2009;

Op de voordracht van de Minister-President en van de Minister van Leerplichtonderwijs;

Na beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 mei 2009, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit artikel, wordt verstaan onder : - het decreet : het decreet van 13 maart 2009 betreffende de overdracht van de herinnering aan misdaden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en verzetsdaden of bewegingen die verzet boden tegen de regimes die deze misdaden hebben veroorzaakt; - de Raad : Raad voor de overdracht van de herinnering, bedoeld in hoofdstuk II van het decreet; - de bronnencentra : de bronnencentra voor de overdracht van de herinnering, bedoeld in hoofdstuk IV van het decreet; - de gelabelde centra : de gelabelde centra voor de overdracht van de herinnering, bedoeld in hoofdstuk V van het decreet; - het dossier : het dossier bedoeld in artikel 11, § 4, van het decreet, als het gaat om de bronnencentra, en in artikel 13, § 4, als het gaat om de gelabelde centra; - de cel voor pedagogische coördinatie : de cel voor pedagogische coördinatie « Démocratie ou barbarie » van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; - een kandidaat : een vereniging zonder winstoogmerk die kandidaat is ofwel als « bronnencentrum » ofwel als « gelabeld centrum », met toepassing van het decreet. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen betreffende de bronnencentra

Art. 2.De erkenning van de bronnencentra geschiedt overeenkomstig artikel 11 van het decreet.

Ten einde na te kijken of de kandidaat beantwoordt aan de criteria betreffende de ontvankelijkheid en de grond, moet het dossier dat aan de cel voor pedagogische coördinatie door een kandidaat wordt voorgelegd, inzonderheid de volgende gegevens omvatten : 1°) de statuten van de VZW; 2°) een voorstelling van de vereniging en van de actie die ze heeft ontwikkeld gedurende de twee jaren die voorafgaan aan het jaar waarin de kandidatuur wordt ingediend; 3°) een meerjarig actieplan (prioritaire actielijnen, wijze waarop ze zullen worden ontwikkeld, detail van de ontworpen nieuwe activiteiten, enz.) in overeenstemming met het doel van het decreet en met de opdrachten en criteria voor de erkenning van de bronnencentra (artikel 11, §§ 2 en 3 van het decreet); 4°) een begrotingsplan houdende bepaling van de aanwending en de bestemming van de aangevraagde subsidie; 5°) een beschrijving van het team en van de bevoegdheden waarmee de actie van de vereniging wordt gevoerd om de opvoedings- en animatiefuncties uit te oefenen : - aantal vaste personeelsleden (opleiding, ervaring, functies), - vrijwilligers met verantwoordelijkheid (opleiding, ervaring, functies); 6°) een lijst met gepubliceerde studies, artikelen of commentaren, betreffende het doel van het decreet, in de vorm van tijdschriften, periodieken of informatiebrieven, of de beschrijving van het documentatiecentrum van de VZW, toegankelijk voor het publiek, dat geïnventariseerde werken met een wetenschappelijke, pedagogische of culturele waarde omvatten.

De cel voor pedagogische coördinatie kan een modeldocument vaststellen, dat inzonderheid op de website van het Ministerie van de Franse Gemeenschap toegankelijk is.

Art. 3.Indien het ingediende dossier onvolledig is, kan de cel voor pedagogische coördinatie de ontbrekende gegevens ervan toelaten gedurende een periode van hoogstens vijftien werkdagen na ontvangst van het dossier.

De cel voor pedagogische coördinatie kan de kandidaat om elke aanvullende informatie vragen.

De cel voor pedagogische coördinatie verwittigt per brief de kandidaten die niet in aanmerking komen.

Art. 4.De subsidies die aan de bronnencentra worden toegekend, worden in twee fasen uitbetaald.

In het eerste jaar, wordt een eerste schijf van 80 % uitbetaald op het ogenblik van de erkenning van de VZW als bronnencentrum.

De tweede schijf van 20 % wordt uitbetaald op grond van verantwoordingsstukken die worden overgelegd bij de indiening voor de cel voor pedagogische coördinatie van een dossier betreffende de jaarlijkse evaluatie, houdende inzonderheid een activiteitenverslag en een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt dat dossier en brengt verslag aan de Raad uit.

In de volgende jaren wordt een eerste schijf van 50 % uitbetaald bij het begin van het dienstjaar. De tweede schijf van 50 % wordt uitbetaald op grond van de bewijsstukken die worden overgelegd bij de indiening voor de cel voor pedagogische coördinatie van een dossier betreffende de jaarlijkse evaluatie, houdende inzonderheid een activiteitenverslag en een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt dat dossier en brengt verslag aan de Raad uit.

Art. 5.Elk jaar leggen de bronnencentra een evaluatiedossier voor aan de cel voor pedagogische coördinatie, houdende inzonderheid : a. een activiteitenverslag dat het bewijs levert van de naleving van : - de doelstellingen van het decreet; - de opdrachten van de bronnencentra; - de criteria voor de erkenning van de bronnencentra; - het activiteitenprogramma dat bepaald wordt door de VZW erkend als bronnencentrum bij de indiening van de kandidatuur; b. een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt het activiteitenverslag en het financieel verslag. Zij brengt verslag bij de Raad uit, a. indien het activiteitenverslag en het financieel verslag niet in overeenstemming zijn, wordt een voorstel tot intrekking van de erkenning en van de subsidies aan de Regering door de Raad gericht;b. indien één van de verslagen niet in overeenstemming is, wordt een voorstel tot schorsing van de erkenning en van de subsidies aan de Regering door de Raad gericht.De Raad bepaalt in zijn voorstel de duur van de schorsing van de erkenning en het bedrag voor de schorsing van de subsidies die evenredig zijn aan de graad waarin de in het activiteitenverslag opgenomen activiteiten niet in overeenstemming zijn of die evenredig zijn aan de graad waarin het financieel verslag niet in overeenstemming is.

Indien het bronnencentrum niet meer beantwoordt aan de criteria voor de erkenning of bij de uitoefening van zijn opdrachten ernstig tekort komt, kan de Raad te allen tijde de Regering een voorstel tot intrekking of schorsing van de erkenning en van de subsidies meedelen. HOOFDSTUK 3.- Bepalingen betreffende de gelabelde centra

Art. 6.De erkenning van de gelabelde centra geschiedt overeenkomstig artikel 13 van het decreet.

Ten einde na te kijken of de kandidaat beantwoordt aan de criteria betreffende de ontvankelijkheid en de grond, moet het dossier dat aan de cel voor pedagogische coördinatie door een kandidaat-vereniging wordt voorgelegd, inzonderheid de volgende gegevens omvatten : 1°) een voorstelling van de vereniging en van de actie die ze heeft ontwikkeld gedurende het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de kandidatuur wordt ingediend; 2°) een meerjarig actieplan voor de volgende 12 maanden (prioritaire actielijnen, wijze waarop ze zullen worden ontwikkeld, detail van de ontworpen nieuwe activiteiten, enz.) in overeenstemming met het doel van het decreet en met de opdrachten en criteria voor de erkenning van de gelabelde centra (artikel 11, §§ 2 en 3 van het decreet); 3°) een begrotingsplan houdende bepaling van de aanwending en de bestemming van de aangevraagde subsidie;

De cel voor pedagogische coördinatie kan een modeldocument vaststellen, dat inzonderheid op de website van het Ministerie van de Franse Gemeenschap toegankelijk is.

Art. 7.Indien het ingediende dossier onvolledig is, kan de cel voor pedagogische coördinatie de ontbrekende gegevens ervan toelaten gedurende een periode van hoogstens vijftien werkdagen na ontvangst van het dossier.

De cel voor pedagogische coördinatie kan de kandidaat om elke aanvullende informatie vragen.

De cel voor pedagogische coördinatie verwittigt per brief de kandidaten die niet in aanmerking komen.

Art. 8.De subsidies die aan de gelabelde centra worden toegekend, worden in twee fasen uitbetaald.

In het eerste jaar, wordt een eerste schijf van 80 % uitbetaald op het ogenblik van de erkenning van de VZW als gelabeld centrum.

De tweede schijf van 20 % wordt uitbetaald op grond van verantwoordingsstukken die worden overgelegd bij de indiening voor de cel voor pedagogische coördinatie van een dossier betreffende de jaarlijkse evaluatie, houdende inzonderheid een activiteitenverslag en een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt dat dossier en brengt verslag aan de Raad uit.

In het tweede jaar wordt een eerste schijf van 50 % uitbetaald bij het begin van het dienstjaar. De tweede schijf van 50 % wordt uitbetaald op grond van de bewijsstukken die worden overgelegd bij de indiening voor de cel voor pedagogische coördinatie van een dossier betreffende de jaarlijkse evaluatie, houdende een activiteitenverslag en een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt dat dossier en brengt verslag aan de Raad uit.

Art. 9.Elk jaar leggen de gelabelde centra een evaluatiedossier voor aan de cel voor pedagogische coördinatie, houdende inzonderheid : a. een activiteitenverslag dat het bewijs levert van de naleving van : - de doelstellingen van het decreet; - de opdrachten van de gelabelde centra; - de criteria voor de erkenning van de gelabelde centra; - het activiteitenprogramma dat bepaald wordt door de VZW erkend als gelabeld centrum bij de indiening van de kandidatuur; b. een financieel verslag. De cel voor pedagogische coördinatie onderzoekt het activiteitenverslag en het financieel verslag. Zij brengt verslag bij de Raad uit, a. indien het activiteitenverslag en het financieel verslag niet in overeenstemming zijn, wordt een voorstel tot intrekking van de erkenning en van de subsidies aan de Regering door de Raad gericht;b. indien één van de verslagen niet in overeenstemming is, wordt een voorstel tot schorsing van de erkenning en van de subsidies aan de Regering door de Raad gericht.De Raad bepaalt in zijn voorstel de duur van de schorsing van de erkenning en het bedrag voor de schorsing van de subsidies die evenredig zijn aan de graad waarin de in het activiteitenverslag opgenomen activiteiten niet in overeenstemming zijn of die evenredig zijn aan de graad waarin het financieel verslag niet in overeenstemming is.

Indien het gelabeld centrum niet meer beantwoordt aan de criteria voor de erkenning of bij de uitoefening van zijn opdrachten ernstig tekort komt, kan de Raad te allen tijde de Regering een voorstel tot intrekking of schorsing van de erkenning en van de subsidies meedelen.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.De Minister-President en de Minister van Leerplichtonderwijs worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leerplichtonderwijs, Ch. DUPONT

^