gepubliceerd op 02 juli 2009
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd en van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten
23 APRIL 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd en van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, artikel 44, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2001, artikel 47, gewijzigd bij de decreten van 29 maart 2001 en 1 juli 2005 en artikel 54 vervangen bij het decreet van 19 mei 2004;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 januari 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 januari 2009;
Gelet op het advies van de Gemeenschapsraad voor de Hulpverlening aan de Jeugd gegeven op 19 februari 2009;
Gelet op het advies nr. 45.963/4 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2009, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de algemene voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten bedoeld bij artikel 43 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd wordt aangevuld met een punt 17°, luidend als volgt : « 17° nieuw personeelslid : persoon die begint in de sector van de hulpverlening aan de jeugd, die een ambt uitoefent van begeleiding van de jongeren die begeleid worden door een erkende dienst of in verband met die jongeren en die in dienst genomen is met een arbeidsovereenkomst van meer dan zes maanden van bepaalde duur of ter vervanging of met een overeenkomst van onbepaalde duur binnen een erkende dienst voor hulpverlening aan de jeugd. De personen die meerdere overeenkomsten ondertekend hebben van een totale duur van meer dan zes maanden binnen de twaalf maanden volgend op de afsluiting van de eerste arbeidsovereenkomst in de sector van de hulpverlening aan de jeugd worden gelijkgesteld met nieuwe personeelsleden.
Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een § 6 luidend als volgt : « § 6. Elk nieuw personeelslid wordt ertoe gehouden de module voor basisopleiding te volgen bedoeld in artikel 2, 2e tot 4e lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten.
Het nieuwe personeelslid wordt ertoe gehouden de module voor basisopleiding te volgen binnen de twaalf maanden volgend op zijn aanwerving binnen een erkende dienst voor hulpverlening aan de jeugd.
Voor de gelijkgestelde personen loopt de termijn om de opleidingsmodule te volgen vanaf de 1e dag van de afsluiting van de laatste arbeidsovereenkomst. »
Art. 3.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld met een 4e lid : « Een subsidie van 256 EUR, indexeerbaar, wordt toegekend aan de dienst voor elke deelname van een personeelslid aan de modules voor basisopleiding bedoeld in artikel 1 en in artikel 2, 3e en 4e lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten. De dienst wordt ertoe gehouden die subsidie prioritair te besteden voor de vervanging van personen in opleiding. Indien zij niet kunnen worden vervangen, moet die subsidie, na aftrek van de reiskosten betreffende de opleiding gevolgd door het personeelslid, uitsluitend besteed worden voor de opleiding van personeelsleden van de dienst.
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt na artikel 44quater een artikel 44quinquies ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 44quinquies.Voor de toepassing van artikel 7, § 6, wordt in 2009 als nieuw personeelslid de persoon beschouwd die aangeworven wordt binnen een arbeidsovereenkomst gesloten na 1 januari 2008. ».
Art. 5.Artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juni 2004 houdende bepaling van de voorwaarden voor de erkenning van de private vormings- en vervolmakingsdiensten bedoeld bij artikel 54 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, en voor de toekenning van toelagen aan deze diensten, wordt aangevuld met een zevende en een achtste streepje, luidend als volgt : « - basisopleidingmodule : module van het leerplichtonderwijs georganiseerd door de dienst, bestemd voor de verwerving, door de nieuwe personeelsleden, van de basisbekwaamheden in de sector van de hulpverlening aan de jeugd; - nieuw personeelslid : persoon die begint in de sector van de hulpverlening aan de jeugd, die een ambt uitoefent van begeleiding van de jongeren die begeleid worden door een erkende dienst of in verband met die jongeren en die in dienst genomen is met een arbeidsovereenkomst van meer dan zes maanden van bepaalde duur of ter vervanging of met een overeenkomst van onbepaalde duur binnen een erkende dienst voor hulpverlening aan de jeugd. De personen die meerdere overeenkomsten ondertekend hebben van een totale duur van meer dan zes maanden binnen de twaalf maanden volgend op de afsluiting van de eerste arbeidsovereenkomst in de sector van de hulpverlening aan de jeugd worden gelijkgesteld met nieuwe personeelsleden. ».
Art. 6.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het 2e en het 3e lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidend als volgt : « Daarenboven wordt de dienst ertoe gehouden de modules voor basisopleiding te organiseren in samenwerking met de andere diensten. De personeelsleden, ander dan de nieuwe personeelsleden of de personen die ermee gelijkgesteld worden, hebben toegang tot de modules voor basisopleiding tegen een maximum van een derde van de deelnemers, behalve als het aantal nieuw ingeschreven personeelsleden niet toelaat twee derde van de plaatsen te bezetten. »; 2° In het 3e lid, dat het 5e lid geworden is, worden de woorden « zijn opdracht » vervangen door de woorden « zijn opdrachten ».
Art. 7.In hetzelfde besluit worden na artikel 24 een afdeling 4 en een artikel 24bis ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. De subsidie voor de kosten in verband met de modules voor basisopleiding
Art. 24bis.§ 1. De dienst geniet een jaarlijkse subsidie van 30.675 EUR, indexeerbaar, voor de uitvoering van de modules voor basisopleiding bedoeld in artikel 2, 2e lid. § 2. Deze toelage wordt vereffend aan de dienst mits inachtneming van de volgende nadere regels : als voorschot, een eerste schijf gelijk aan maximum 90 % van het bedrag van de tegemoetkoming bepaald overeenkomstig § 1, wordt toegekend aan de dienst ten laatste gedurende het eerste trimester van het betrokken jaar; het saldo wordt bepaald en aan de dienst toegekend na onderzoek door het bestuur van alle verantwoordingsstukken met betrekking tot de inkomsten en de uitgaven voortvloeiend uit de activiteit gedurende het verlopen jaar; het mogelijk teveel geïnde bedrag in vergelijking met de voornoemde voorschotten wordt teruggevorderd. § 3. De aanwending van de in § 1 bedoeld subsidie wordt verantwoord overeenkomstig de bepalingen van de bijlagen 1, 2, 3 en 4.
Worden aangenomen als verantwoording, de prestaties, op basis van degelijk opgestelde facturen, van personen (plaatsvervangend opleider, onafhankelijk deskundige, privé-operateur,...), wanneer deze verricht worden in het raam van de jaarlijkse verwezenlijking van het vormingsproject van de dienst.
Het beroep op personen of dienstbedrijven wordt slechts verantwoord wegens de bijzondere aard van de prestatie.
Worden eveneens aangenomen als verantwoording, de uitgaven bedoeld bij artikel 22, bij de punten 1°, 3° tot 7°, 10°, 11°, 13° tot 18°, 19°, 20°, 21° tot 23°, wanneer deze uitgaven in rechtstreeks verband staan met de organisatie van de modules voor basisopleiding.
Art. 8.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidend als volgt : « Het comité wordt er eveneens mee belast een advies te geven aan de Minister over de modules voor basisopleiding opgericht door de diensten. ».
Art. 9.In bijlage 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het opschrift van de bijlage wordt in de Franse tekst aangevuld met de woorden : « , et pour la fixation de la subvention pour l'organisation des modules de formation de base, conformément à l'article 24bis de l'arrêté.»; 2° In punt A worden in de Franse tekst de woorden « et de la subvention pour l'organisation des modules de formation de base est » ingevoegd tussen de woorden « provisionnelle » en « justifiée »;3° In punt B worden in de Franse tekst de woorden « et de la subvention pour l'organisation des modules de formation de base » ingevoegd tussen de woorden « provisionnelle » en « n'est pas justifiée ».
Art. 10.In bijlage 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht in de Franse tekst : 1° de woorden « et 24bis » worden ingevoegd in het opschrift van de bijlage tussen de woorden « 21 » en « du présent arrêté »;2° In de punten A en B worden de woorden « de la subvention visée à l'article 24bis de l'arrêté.» ingevoegd na de woorden « frais de personnel ».
Art. 11.In bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt in de Franse tekst het opschrift aangevuld met de woorden « et de la subvention visée à l'article 24bis. ».
Art. 12.In bijlage 4 van hetzelfde besluit wordt in de Franse tekst het opschrift aangevuld met de woorden « et pour la fixation de la subvention visée à l'article 24bis. ».
Art. 13.Voor het jaar 2009 worden de subsidies toegekend aan de diensten in het kader van de sturingsprojecten die betrekking hebben op de organisatie van modules voor basisopleiding afgetrokken van de subsidie toegekend volgens de nadere regels bepaald bij artikel 24bis van het besluit van 11 juni 2004.
Art. 14.De Minister bevoegd voor de hulpverlening aan de jeugd wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.
Brussel, 23 april 2009.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK