gepubliceerd op 05 september 2006
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap dat de voorwaarden vastlegt voor de toegang tot universitaire studies voor de houders van academische graden uitgereikt buiten de universiteit
30 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap dat de voorwaarden vastlegt voor de toegang tot universitaire studies voor de houders van academische graden uitgereikt buiten de universiteit
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, inzonderheid op artikel 51;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 dat de voorwaarden vastlegt voor de toegang tot universitaire studies voor de houders van academische graden uitgereikt buiten de universiteit;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 april 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 mei 2006;
Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau, van 11 mei 2006;
Gelet op het advies nr. 40.541/2 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : Decreet : het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten;
Overgangstabel : de rangschikking van academische graden uitgereikt buiten de universiteit die toegang geven tot de studies van de tweede cyclus aan de universiteit, in functie van de drie categorieën bedoeld in dit besluit en als bijlage bijgevoegd. De categorieën worden bepaald in termen van toegangsvoorwaarden.
Art. 2.De studenten die houder zijn van een academische overgangsgraad of van een academische graad van het korte type uitgereikt buiten de universiteit waarvan het opschrift onder de categorie I van de Overgangstabel opgenomen wordt, hebben onder de voorwaarden bedoeld in het tweede lid toegang tot de studies van de tweede cyclus aan de universiteit, vermeld in de overeenstemmende cel van de eerste kolom van de tabel.
De toegang tot de tweede cyclus aan de universiteit wordt gegeven op voorwaarde dat de student geslaagd is voor een voorbereidend studiejaar met hoogstens 60 studiepunten.
Art. 3.De studenten die houder zijn van een academische overgangsgraad of van een academische graad van het korte type uitgereikt buiten de universiteit en waarvan het opschrift onder de categorie II van de Overgangstabel opgenomen wordt, hebben onder de voorwaarden bedoeld in de tweede en derde leden toegang tot de studies van de tweede cyclus aan de universiteit, vermeld in de overeenstemmende cel van de eerste kolom van de tabel.
Tijdens de toelatingsprocedure kan de beheersing van de vereiste voorkennis voor de onderwerpen van de bedoelde studies nagekeken worden. Dit nazicht kan bestaan in een examen georganiseerd op universitair of interuniversitair niveau.
Na de toelatingsprocedure kan de examencommissie : 1° ofwel de rechtstreekse toegang toelaten van de student tot het eerste jaar van de tweede cyclus zonder dat zijn programma 75 studiepunten kan overschrijden;2° ofwel de toegang geven tot de tweede cyclus op voorwaarde dat de student geslaagd is voor een voorbereidend studiejaar met hoogstens 60 studiepunten.
Art. 4.De studenten die houder zijn van een academische graad uitgereikt buiten de universiteit en waarvan het opschrift opgenomen wordt onder categorie III van de Overgangstabel, hebben toegang tot de bovenvermelde studies van de tweede cyclus aan de universiteit, vermeld in de overeenstemmende cel van de eerste kolom van de tabel.
De universiteit kan de student één of meer bijkomende reeksen cursussen opleggen zonder dat het programma van het eerste studiejaar van de tweede cyclus van de student 75 studiepunten overschrijdt.
In afwijking van het eerste lid hebben de studenten die houder zijn van een academische overgangsgraad of een academische graad van het korte type, slechts toegang tot de studies van de tweede cyclus die leiden tot de graad van master Arbeidswetenschappen op voorwaarde dat ze voor een examen slagen waarbij nagekeken wordt dat de student de vereiste voorkennis van de onderwerpen van de bedoelde studies verworven heeft. Dit examen kan op universitair of interuniversitair niveau georganiseerd worden.
Art. 5.Voor de toepassing van dit besluit wordt de academische graad van de studies van het korte type of van de tweede cyclus uitgereikt buiten de universiteit vóór de inwerkingtreding van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, in eenzelfde vak als dat bedoeld in de cel van categorie I, II of III van de Overgangstabel, gelijkgesteld met de graad vermeld in deze cel.
Voor de toepassing van dit besluit wordt de academische graad van de studies van de eerste cyclus van het lange type uitgereikt buiten de universiteit vóór de inwerkingtreding van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, in eenzelfde vak als dat bedoeld in de cel van categorie I, II of III van de Overgangstabel, gelijkgesteld met de graad vermeld in deze cel als de gediplomeerde ook geslaagd is voor ten minste een studiejaar van de tweede cyclus in hetzelfde vak.
Onder "hetzelfde vak", in de zin van de eerste en tweede leden wordt verstaan, wat betreft het hoger onderwijs in Hogescholen, ofwel eenzelfde afdeling, ofwel een afdeling in onderafdelingen wordt ingedeeld, eenzelfde onderafdeling en, wat betreft het hoger kunstonderwijs, eenzelfde domein.
Art. 6.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 tot vaststelling van de algemene bepalingen toepasselijk op de vaststelling door de universitaire overheden van de bijkomende voorwaarden waaraan de studenten, houder van een diploma van het hoger onderwijs, moeten voldoen om universitaire studies van de tweede cyclus te mogen aanvangen en tot wijziging van het besluit van 20 maart 1996 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de academische graden die de basisstudie van de 1e en de 2e cyclus bekrachtigen, alsmede de kwalificaties van de academische graad van doctor toegekend na de verdediging van een thesis, wordt opgeheven.
Bovendien blijft dit besluit van toepassing voor de student die voor de eerste keer tot het academiejaar 2005-2006 ingeschreven is voor een voorbereidend jaar georganiseerd overeenkomstig het besluit bedoeld in het eerste lid, en die voor dit voorbereidend jaar geslaagd zal zijn ten laatste na het academiejaar 2006-2007. Ingeval het programma van de tweede universitaire cyclus waartoe dit jaar van voorbereidende studies toegang gaf, niet meer georganiseerd wordt, moet de universiteit trouwens de student toegang geven tot een overeenstemmend studieprogramma zonder hem bijkomende voorwaarden op te leggen die aanleiding geven tot een verlenging van de totale duur van de studies.
Hetzelfde geldt voor de student die geslaagd is voor het examen bedoeld in hetzelfde besluit dat tot het academiejaar 2006-2007 georganiseerd wordt.
Het besluit bedoeld in het eerste lid blijft bovendien van toepassing voor de rechtstreekse toegang, tot het academiejaar 2006-2007, tot de studies van de tweede cyclus bedoeld in artikel 4 van dit besluit.
Art. 7.Het besluit van 19 mei 2004 van de Regering van de Franse Gemeenschap dat de voorwaarden vastlegt voor de toegang tot universitaire studies voor de houders van academische graden uitgereikt buiten de universiteit, wordt opgeheven.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2006-2007.
Art. 9.De Minister tot wier bevoegdheden het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek behoren, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 juni 2006.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET