gepubliceerd op 31 januari 2006
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van de academische graad van Bachelor in de verpleegzorgen in het onderwijs voor sociale promotie voor de studenten van de afdeling Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige
9 DECEMBER 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden tot toekenning van de academische graad van Bachelor in de verpleegzorgen in het onderwijs voor sociale promotie voor de studenten van de afdeling Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957, inzonderheid op de artikelen 49, 57 en 66;
Gelet op de richtlijn 77/452/EEG van de Raad van de Europese gemeenschappen van 27 juni 1977 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, gewijzigd bij de richtlijnen 81/1057/EEG van 14 december 1981, 89/595/EEG van 10 oktober 1989, 89/594/EEG van 30 oktober 1989 en 90/658/EEG van 4 december 1990;
Gelet op de richtlijn 77/453/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, gewijzigd bij de richtlijn 89/595/EEG van 10 oktober 1989;
Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 52, 57, 75 en 137;
Gelet op het decreet van 27 februari 2003 tot vaststelling van de academische graden uitgereikt door de hogescholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en tot vaststelling van de minimale uurregelingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 31 maart 2004;
Gelet op het decreet van 31 maart 2004 ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, inzonderheid op de artikelen 1 en 7;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het diploma van vroedvrouw, verpleger of verpleegster wordt toegekend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juli 1960, 27 oktober 1961, 24 december 1966 en 16 mei 1980, bij de besluiten van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 mei 1991 en 23 april 1993 en bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 april 1994;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 1993 houdende algemene studieregeling van het secundair onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2005 houdende goedkeuring van het refertedossier van de afdeling "Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige" gerangschikt op het niveau van het hoger paramedisch onderwijs van het korte type van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 december 2005 tot vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het bekomen van de academische graad van "Bachelor in de verpleegzorgen" in het onderwijs voor sociale promotie;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 september 2005, bij toepassing van artikel 84, hoofdstuk 1, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-Presidente, belast met het leerplichtonderwijs en het onderwijs voor sociale promotie en van de Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Inrichting voor onderwijs voor sociale promotie : inrichting bedoeld in artikel 1, § 2, van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie;2° Vormingseenheid : vormingseenheid zoals bedoeld in artikel 13 van voornoemd decreet van 16 april 1991;3° Geïntegreerde proef : vormingseenheid bedoeld in de artikelen 17, 18, 19 en 20 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 1993 houdende algemene studieregeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie van het korte type en van stelsel 1;4° Afdeling : afdeling bedoeld in de artikelen 10, 11 en 12 van voornoemd decreet van 16 april 1991;5° Stage : de praktijklessen, ook "klinisch onderwijs" genoemd in voornoemde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1977 (77/453/EEG) waarbij de student aanleert hoe hij in inrichtingen en diensten binnen of buiten het ziekenhuis onder de leiding van leraars verplegers/vroedvrouwen en onder de verantwoordelijkheid van een inrichting voor onderwijs voor sociale promotie de vereiste verpleegzorgen moet verstrekken en evalueren;6° Student : student(e) ingeschreven in een constitutieve vormingseenheid van de afdeling "Bachelor in de verpleegzorgen" voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige van het paramedisch hoger onderwijs voor sociale promotie en van het korte type van stelsel 1.7° Lestijd : pedagogische activiteit van vijftig minuten. Afdeling 2. - Voorwaarden voor het uitreiken van de diploma's
Art. 2.Het onderwijs voor sociale promotie organiseert de afdeling "Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige" die leidt tot het bekomen van het diploma en de academische graad van "Bachelor in de verpleegzorgen". Die afdeling wordt georganiseerd over minstens drie studiejaren.
Art. 3.Om toegelaten te worden tot de geïntegreerde proef van de afdeling « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige » moet de student een stageboek voorleggen waardoor hij getuigt dat hij de eindbekwaamheden bereikt heeft bedoeld in de volgende refertedossiers : « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de algemene en gespecialiseerde geneeskunde »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de algemene en gespecialiseerde chirurgie »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de pediatrie »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de intensieve zorgen en spoedgevallen »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Uitbreidende stage ».
Art. 4.Het diploma bedoeld in artikel 2, waarvan het model vastgesteld wordt door de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort, wordt uitgereikt door de inrichtingen voor onderwijs voor sociale promotie, na het visum te hebben gekregen van de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort of van hun afgevaardigden.
Art. 5.Wanneer de directie van de inrichting voor onderwijs voor sociale promotie die de afdeling organiseert die de academische graad van « Bachelor in de verpleegzorgen » uitreikt, niet door een arts wordt waargenomen, wordt een wetenschappelijke raadgever die deze titel draagt, eraan verbonden.
Wanneer bovenvermelde afdeling aan een overeenkomst onderworpen is tussen meerdere inrichtingen voor onderwijs voor sociale promotie, wordt de coördinatie waargenomen door de directeur van de inrichting die de geïntegreerde proef organiseert en wordt de rol van wetenschappelijke raadgever bedoeld in het 1ste lid waargenomen door één enkele persoon.
De directeur of de wetenschappelijke raadgever bedoeld in het 1ste en het 2de lid zijn de gesprekspartners van het Bestuur Gezondheid van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
Art. 6.De pedagogische inspectie van de cursussen wordt, elk wat hem betreft, waargenomen door de inspectiediensten van de Minister tot wiens bevoegdheid het onderwijs voor sociale promotie behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort. Afdeling 3. - Toelating tot de studies
Art. 7.Niemand mag toegelaten worden tot de constitutieve eenheden van de afdeling bedoeld in artikel 2 als hij niet houder is van een « ziekenhuisbrevet » of een « brevet van ziekenhuisverpleegkundige : richting geestelijke gezondheid en psychiatrie » of van een beslissing om gelijkstelling van een bekwaamheidsbewijs dat vreemd is aan één van voornoemde bekwaamheidsbewijzen.
Art. 8.Bij de inschrijving op de vormingseenheid « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : verpleegkundige wetenschappen - strenge en ingewikkelde gezondheidsproblemen » of op de vormingseenheid « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : biomedische wetenschappen 1 » of op de vormingseenheid « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleger : vormingsproject » of op de vormingseenheid « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : verpleegkundige wetenschappen - ethiek en onderzoek » of op de vormingseenheid « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : mens- en sociale wetenschappen », dienen de studenten de volgende documenten in : 1° een getuigschrift van lichamelijke geschiktheid zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 3 november 1987 houdende algemene regeling van de studies in het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;2° een getuigschrift van goed zedelijk gedrag uitgereikt minder dan drie maanden voor de inschrijving. In afwijking van vorig lid moet de student, die afwijkingen geniet, op het moment van zijn inschrijving op de eerste vormingseenheid die hij moet volgen, die verplichting naleven. Afdeling 4. - Reglementering van de stages en sanitaire controles van
de studenten
Art. 9.De volgende regels zijn van toepassing in de eenheden met de volgende benaming : « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de algemene en gespecialiseerde geneeskunde »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de algemene en gespecialiseerde chirurgie »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleger : Stage in de pediatrie »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Stage in de intensieve zorgen en spoedgevallen »; « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige : Uitbreidende stage » : 1° er mogen maximaal 10 uren verlopen tussen het begin- en het einduur van de dagstage;2° minstens 50 % van de stages zullen georganiseerd worden volgens het uurrooster van kracht in de diensten en eenheden binnen welke de stage wordt uitgevoerd;3° er mogen slechts 6 keer stages georganiseerd worden op zaterdag en zondag op voorwaarde dat deze geïntegreerd worden in een doorlopende stageperiode van minstens vier dagen en voor zover het educatieve toezicht bedoeld in artikel 3, 2° van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 december 2005 tot vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het bekomen van de academische graad van bachelor in de verpleegzorgen in het onderwijs voor sociale promotie waargenomen wordt;4° de stages kunnen georganiseerd worden gedurende de winter-, lente- of zomervakantie, op voorwaarde dat het educatieve toezicht bedoeld in artikel 3, 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 december 2005 tot vaststelling van het programma en de geldigheidsvoorwaarden van het klinisch onderwijs voor het bekomen van de academische graad van « Bachelor in de verpleegzorgen » in het onderwijs voor sociale promotie waargenomen wordt.Die stages worden verdeeld over een periode die geen 20 dagen mag overschrijden over het geheel van de vakantieperiodes bedoeld in het 1ste lid; 5° geen enkele stage mag georganiseerd worden tussen 20 u en 6 u;6° de stages kunnen in geen geval de student verhinderen afwezig te zijn of wegens tijdsgebrek niet te kunnen deelnemen aan de theorielessen, noch de reglementering overtreden over de werkduur van kracht in de betrokken sector.
Art. 10.De studenten worden elk jaar onderworpen aan dezelfde medische controle als die bedoeld voor de verplegers. De Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale promotie behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid de Gezondheid behoort, worden belast de modaliteiten te bepalen van die controle. HOOFDSTUK II. - Het programma
Art. 11.Het studieprogramma van « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet ziekenhuisverpleegkundige » in het onderwijs voor sociale promotie moet in overeenstemming zijn met het refertedossier van de afdeling bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2005 houdende goedkeuring van het refertedossier van de afdeling « Bachelor in de verpleegzorgen voor de houders van een brevet van ziekenhuisverpleegkundige » gerangschikt op het niveau van het hoger paramedisch onderwijs van het korte type van het onderwijs voor sociale promotie van stelsel 1.
Art. 12.Het programma en de geldigheidsvoorwaarden voor het klinisch onderwijs worden bepaald door de Minister tot wiens bevoegdheid de Gezondheid behoort. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2005.
Art. 14.De Minister-Presidente, tot wier bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, en de Minister tot wier bevoegdheid de Gezondheid behoort, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 december 2005.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr . M. ARENA. De Minister belast met de Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK