Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 juli 2006
gepubliceerd op 16 augustus 2006

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2006029105
pub.
16/08/2006
prom.
14/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/14/2006029105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 tot vaststelling van de algemene regeling van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op de artikelen 23; 26; 27; 29; 30; 31; 34; 35; 39; 40 en 42;

Gelet op het advies van de Algemene Raad voor Hogescholen, gegeven op 16 februari 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 april 2006;

Gelet op het overleg met de inrichtende machten van 10 mei 2006;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen erkend op gemeenschapsniveau, van 10 mei 2006;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat het nodig is om dit besluit aan te nemen en bekend te maken voor het volgende academiejaar, dat dit besluit immers sommige maatregelen van het decreet tot modernisering van de werking en de financiering van de Hogescholen uitvoert die voor het academiejaar 2006-2007 in werking treden, dat de maatregelen bedoeld in dit besluit dus vanaf dit academiejaar uitgevoerd moeten worden; dat de overheid van de Hogeschool, aangezien deze maatregelen bovendien betrekking hebben op de organisatie van het academiejaar en op het verloop van de examens alsook op de voorwaarden van het slagen van de studenten, zo snel mogelijk erover ingelicht moet worden om het algemeen reglement van de studies en examens aan te passen door rekening te houden met de wijzigingen ervan zodat de studenten vanaf hun inschrijving erover kunnen worden ingelicht;

Gelet op het advies nr. 40.822/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 1996, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) er wordt een 3° bis ingevoegd, luidend als volgt : « 3°bis leeractiviteiten : activiteiten bedoeld in artikel 22 van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten;»; b) 4° wordt vervangen als volgt : « 4° onderwijsactiviteiten : leeractiviteiten bedoeld in artikel 22, eerste lid, 1° en 2° van het bovenvermelde decreet van 31 maart 2004; »; c) 5° wordt vervangen als volgt : « 5° academiejaar : academiejaar zoals bedoeld in artikel 24 van het bovenvermelde decreet van 31 maart 2004;d) in 10° worden de woorden « 15 november » vervangen door de woorden « 1 december »;e) het artikel wordt aangevuld met een 11° en een 12°, luidend als volgt : « 11° vrijstelling : toelating om zich niet aan te melden voor een onderwijsactiviteit voorzien in het studieprogramma van een academiejaar wegens het behalen van studiepunten die met succes gevolgde studies en gedeeltes van hogere studies bekrachtigen of wegens een persoonlijke of beroepservaring in verband met de betrokken studies;» 12° overdracht van punten : toelating verleend aan een student om tijdens twee academiejaren punten te behouden die betrekking hebben op een onderwijsactiviteit tijdens eenzelfde cursus en in eenzelfde Hogeschool.»

Art. 2.In artikel 3bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 7 juli 1998, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « In de paramedische categorie, in de afdeling Gespecialiseerde opvoeder in sociaal-sportactiviteiten van de sociale categorie en in de onderafdeling Lichamelijke opvoeding van de pedagogische categorie, kan een bijkomend medisch onderzoek opgelegd worden om te bepalen of de kandidaat geschikt is om alle onderwijs- en beroepsactiviteiten te volgen. »

Art. 3.In artikel 4bis, tweede lid, 6°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 27 augustus 1996, worden de woorden « de Inrichtende Macht » vervangen door de woorden « de overheid van de Hogeschool ».

Art. 4.In artikel 4ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 7 juli 1998, worden de woorden « de aanwezigheden » vervangen door de woorden « van de regelmatige opvolging van de onderwijsactiviteiten ».

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt opgeheven;b) het vierde lid dat het derde lid wordt, wordt vervangen als volgt : « Behalve bij overmacht, waarover de Voorzitter van de examencommissie oordeelt, is de student ambtshalve ingeschreven voor de eerste examenzittijd.»

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 2, derde lid, wordt de tweede zin vervangen als volgt : « Deze criteria worden in het examenreglement vermeld.»; b) in § 4, 2°, wordt het woord « Directiecollege » vervangen door de woorden « Voorzitter van de examencommissie »;c) in § 4, 3°, worden de woorden « en die in het examenreglement worden bepaald » ingevoegd tussen de woorden « oordelen » en « het voorwerp »;d) in § 4, 3° worden de woorden « De betrokken onderwijsactiviteiten worden in het examenreglement vermeld » toegevoegd na de woorden « naar de tweede zittijd.»

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden « de examencommissie » vervangen door de woorden « Categoriale Raad »;b) in het eerste lid worden de woorden « worden ad valvas aan de studenten meegedeeld door de categoriale directeur, uiterlijk op het einde van de eerste maand van het lopende academiejaar » vervangen door de woorden « worden in het examenreglement vermeld.» c) het derde lid wordt vervangen als volgt : « De vermeldingen zijn voldoening, onderscheiding, grote onderscheiding en de grootste onderscheiding.De onderscheiding, grote onderscheiding en de grootste onderscheiding worden over het algemeen verkregen indien de globale uitslag van de student respectievelijk 70, 80, 90 % van het maximum van de punten van de proef bereikt. »

Art. 8.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 2 juni 2004, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Een student moet niet meer proeven of examens afleggen van een studiejaar waarvoor hij minstens 10/20 behaald heeft tijdens hetzelfde academiejaar. Het examenreglement bepaalt de uiterste datum om de vrijstelling van examens op te geven. »

Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde besluit, worden de twee eerste leden vervangen als volgt : « Een student moet niet meer proeven en examens afleggen van een cursus waarvoor hij tijdens de vijf vorige academiejaren ten minste 12/20 behaald heeft, ongeacht de door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde Hogeschool waar hij zich daarna inschrijft. De student die dergelijke punten behaald heeft, geniet dus een vrijstelling. Ze geeft dus aanleiding tot een overdracht van de punten uitsluitend tijdens dezelfde cursus gevolgd in dezelfde Hogeschool. Het programma van de student wordt vastgesteld vóór de afsluiting van de inschrijvingen.

Een student die in aanmerking komt voor vrijstellingen, kan bij het Directiecollege een toelating vragen om studiepunten van het volgende studiejaar te verkrijgen tot het aantal studiepunten waarvoor hij vrijgesteld wordt. Het Directiecollege bepaalt deze voortijdige studiepunten van de student op basis van zijn aanvraag en de coherentie van zijn studieprogramma. De pedagogische raad wordt jaarlijks door het Directiecollege ingelicht over het aantal studenten die betrokken zijn bij de voortijdige studiepunten. »

Art. 10.Het opschrift van de onderafdeling VII van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Onderafdeling VII. - Slagen voor ten minste 48 studiepunten »

Art. 11.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 21 april 1999 en 14 april 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 11.De examencommissie beslist over het slagen voor een studiejaar dat niet bekrachtigd wordt met een diploma vanaf het ogenblik dat de student tijdens dit studiejaar een geheel van ten minste 48 studiepunten behaald heeft waarvoor hij voor elk ten minste 50 % van de punten behaald heeft en voor het geheel waarvoor hij in totaal minstens 60 % van de punten heeft behaald voor zover geen enkel van de 12 residuele studiepunten bepaald werd als voorkennis vereist voor het doorzetten van de studies.

De voorkennis die nodig is voor het doorzetten van de studies, wordt jaarlijks bepaald door de Categoriale raad en vermeld in het studieprogramma van het academiejaar.

In dit geval moet het saldo van de studiepunten tijdens het volgende studiejaar integraal behaald worden en over dat saldo moet met het geheel van de studiepunten van dit studiejaar beraadslaagd worden.

Bij toepassing van artikel 31 van het decreet moet het saldo van de studiepunten van het eerste programmajaar met succes behaald worden tijdens het eerste jaar bedoeld in de spreidingsprocedure.

De student kan, op basis van dit slagen, zich niet beroepen op de bepalingen bedoeld in artikel 23 van het decreet. »

Art. 12.Het opschrift van de onderafdeling VII bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van 14 april 1999, wordt vervangen als volgt : « Onderafdeling VII bis. De verlenging van de tweede zittijd van een studiejaar waarin een diploma wordt uitgereikt. »

Art. 13.Artikel 11bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 14 april 2004, wordt vervangen als volgt : «

Art. 11bis.De examencommissie beslist over de verlenging van de zittijd van een student op basis van het slagen voor een geheel van minstens 48 studiepunten waarvoor hij ten minste 50 % van de punten behaald heeft en voor het geheel waarvoor hij in totaal minstens 60 % van de punten heeft behaald voor zover geen enkel van de 12 residuele studiepunten bepaald werd als voorkennis vereist voor de beëindiging van de studies.

De voorkennis die nodig is voor de beëindiging van de studies wordt jaarlijks bepaald door de Categoriale raad en wordt in het studieprogramma van het academiejaar vermeld.

In dit geval mag de student vóór 1 februari van het volgende academiejaar ten minste de examens afleggen waarvoor hij een minimum van 50 % van de punten niet behaald heeft. »

Art. 14.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 21 april 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid worden de woorden « van artikel 5, 4e lid, en » vervangen door de woorden « van artikel ».; b) het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Bovendien kan de student die geslaagd is voor alle examens, voorkomend op het programma van het laatste studiejaar, zijn afstudeerwerk of de scriptie voorleggen en verdedigen of de stages volbrengen tot een datum die niet later mag vallen dan de 1ste februari van het volgende academiejaar. Om in aanmerking te komen voor deze mogelijkheid moet de student zijn beslissing vóór 1 oktober meedelen.

Voor deze student, gelijkgesteld met de verdaagde studenten, wordt de examenzittijd aldus tot 1 februari van het volgende academiejaar verlengd. »

Art. 15.Artikel 17, § 1, vierde lid van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 18, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « het paramedisch hoger onderwijs » vervangen door de woorden « de paramedische categorie ».

Art. 17.In artikel 22, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « ten minste 2/3e » vervangen door de woorden « de meerderheid ».

Art. 18.Artikel 23, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De beslissingen van de examencommissie worden bekend gemaakt door afkondiging en aanplakking. De namen van de secretarissen van de examencommissies worden aangeplakt bij de afkondiging.

Het aanplakken van de resultaten geldt als mededeling van de resultaten en gaat gepaard met de verzending van de gedetailleerde resultaten per gewone post voor de studiejaren die met een diploma worden bekrachtigd.

Nochtans, na de afkondiging, krijgt elke student, op gewone aanvraag, de gedetailleerde resultaten van de evaluaties van het onderwijs waarop de beraadslaging betrekking had. »

Art. 19.In artikel 28, eerste lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden « tien werkdagen vóór het begin van de 1e examenzittijd » worden vervangen door de woorden « op 15 mei »;b) de woorden « neemt de beslissing tot weigering van de inschrijving voor het examen » worden vervangen door de woorden « kan de deelname aan de examens weigeren ».

Art. 20.Bij wijze van overgangsmaatregel, voor het academiejaar 2006-2007, wordt de voorkennis die nodig is voor het doorzetten van de studies bedoeld in de artikelen 11 en 13, vóór 1 december 2006 door de Categoriale raad bepaald. Ze worden aan de studenten ad valvas meegedeeld.

Art. 21.Dit besluit treedt in werking met ingang van het academiejaar 2006-2007. De artikelen 6, 7, 8, 10, 11, 11bis, 14, 22 en 23 van het besluit van 2 juli 1996 tot vaststelling van de inrichting van het academiejaar en van de voorwaarden tot weigering van een inschrijving en houdende algemene regeling van de examens in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, zoals die opgesteld waren vóór de wijzigingen bedoeld in dit besluit, blijven van toepassing voor de studenten die niet geslaagd zijn voor de proef in de tweede zittijd van het academiejaar 2005-2006 en daarom in aanmerking komen voor dit academiejaar voor een voorwaardelijke overgang of voor een verlenging van de tweede zittijd in het laatste studiejaar.

Art. 22.De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET

^