gepubliceerd op 22 november 2001
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster"
6 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster"
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het besluit van 27 januari 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen in toepassing van artikel 53 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het besluit van 21 mei 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap genomen in toepassing van artikel 53 van voormeld decreet van 24 juli 1997;
Gelet op het besluit van 6 september 2001 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bijzondere regeling voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar secundair beroepsonderwijs dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/kinderverzorgster;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 14 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat over de bepalingen van dit besluit tussen de inrichtende machten overleg diende gepleegd zoals bedoeld bij artikel 5 van de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van het onderwijs;
Dat dit overleg niet geldig kon georganiseerd worden vóór 30 augustus 2001, datum van de inwerkingtreding van het decreet van 12 juli 2001 houdende habilitatie van de organen van vertegenwoordiging en van coördinatie bedoeld bij artikel 74 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;
Overwegende evenwel dat in het besluit van 30 maart 2000 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het repertorium van de basisopties bepaald is dat vanaf 1 september 2001 de schoolinrichtingen de studies van kinderverzorger/kinderverzorgster gespreid over drie jaar (derde kwalificatiegraad en 7e jaar) mogen inrichten;
Dat het dus past zo vlug mogelijk bepalingen aan te nemen waarbij de concrete organisatie van die studies nader wordt bepaald, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° stages : het luik van de opleiding dat als aanvulling van de op school genoten theoretische en praktische opleidingen de leerlingen toelaat in een instelling al de bevoegdheden van het opleidingsprofiel van kinderverzorgster uit te oefenen, te ontwikkelen en te beheersen die vastgesteld zijn in bijlage 8 van het decreet van 8 maart 1999 houdende goedkeuring van de opleidingsprofielen zoals bepaald bij artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 houdende regeling van het overleg in het secundair onderwijs;2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de gezondheid behoort;3° de Algemene Directie voor Gezondheid : de Algemene Directie voor Gezondheid van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;4° het besluit van 6 september 2001 : het besluit van 6 september 2001 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bijzondere regeling voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar secundair beroepsonderwijs dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van kinderverzorger/kinderverzorgster. HOOFDSTUK II. - Geldigheidsvoorwaarden
Art. 2.De stages worden georganiseerd in instellingen die zich in België bevinden of, in afwijking toegestaan door de Minister of zijn gemachtigde, in het buitenland en waar de klinische, sociale, ethische en psycho-pedagogische hulpmiddelen voorhanden zijn die vereist zijn voor de technische, psychologische, morele en sociale opleiding van de leerlingen.
De stages worden enkel in instellingen of organismen gedaan die door de bevoegde overheid daartoe werden erkend, na het akkoord van de Algemene Directie voor Gezondheid te hebben bekomen.
Art. 3.Tenzij men toelating heeft gevraagd aan de Minister of aan zijn gemachtigde, mag er geen enkele stage georganiseerd worden tijdens het winter-, lente en zomerverlof van de scholen. Deze aanvraag, uitvoerig omschreven en gemotiveerd door omstandigheden die met de wil van de leerlingen niets te maken hebben, geeft nadere uitleg over de modaliteiten voor de begeleiding van de stagiairs.
Art. 4.De bij artikel 7 van het besluit van 6 september bedoelde persoon zorgt voor de coördinatie van de stages en de band tussen de leerkrachten die de stagiairs begeleiden en de instellingen die ze opvangen. « Een leerkracht stagemeester » bevoegd t.o.v. de doelstellingen die voor elke stage vooropgesteld worden, is verantwoordelijk voor de begeleiding van de stagiairs. Hij zorgt voor de individuele pedagogische opvolging van de stagiairs en, volgens de evolutie van de stage, in samenwerking met het personeel van de opvanginstelling, bepaalt hij de te volgen lijn inzake evaluatie.
Art. 5.In geen geval mag het aantal aanwezige kinderen per stagiair niet lager zijn dan 4.
Art. 6.Op het einde van elke stage georganiseerd in een bepaalde plaats stellen de leerlingen ten minste een verslag op. Dit verslag is een document dat het bewijs moet leveren zowel dat men geleidelijk aan de gewoonte heeft aangeleerd te observeren, te analyseren en zich aan te passen en dat de voorziene stages werkelijk werden gevolgd.
Art. 7.De stagiairs moeten de opdrachten kunnen uitvoeren die met hun bevoegdheidsniveau overeenstemmen. Deze opdrachten moeten aangepast zijn aan de activiteiten beschreven in het opleidingsprofiel.
In geen geval mogen zij alleen de verantwoordelijkheid voor een groep kinderen die onder hun hoede zou staan, nemen, verantwoordelijkheid die hen alleen maar wordt aangeleerd onder het toezicht van de beroepsmensen die in de instelling werken. HOOFDSTUK III. - Indeling van de stages
Art. 8.§ 1. Op het einde van de gegroepeerde basisoptie "kinderverzorging" moet men ten minste 600 stagelestijden gevolgd hebben, naar rata van minimum 250 lestijden in het 5e studiejaar en ten minste 350 lestijden in het 6e jaar. § 2. Op het einde van de gegroepeerde basisoptie "aspirant (e) nursing" moet men ten minste 560 stagelestijden gevolgd hebben, naar rata van minimum 280 lestijden voor elk van beide studiejaren, waaronder : 1° minimum 300 lestijden bij kinderen opgevangen in crèches, gemeentelijke opvanghuizen voor jonge kinderen, peutertuinen en kinderdag- en nachtverblijven;2° minimum 150 lestijden bij kinderen die naar de kleuterschool gaan, met inbegrip van de opvangklassen. Het saldo van de lestijden kan gewijd worden ofwel aan de consolidatie van voormelde stages, ofwel aan het nastreven van specifieke doeleinden die aan het project verbonden zijn. In dat kader kunnen er ten hoogste 50 lestijden aan studiedagen worden gewijd. Die studiedagen moeten de leerlingen toelaten hun ervaringen van de stages op afstand te bekijken, naar oplossingen voor de ondervonden moeilijkheden in groepsverband te zoeken. § 3. Op het einde van de drie studiejaren die leiden tot het behalen van het kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster", moeten er ten minste 1000 stagelestijden worden gevolgd bij kinderen van ten hoogste 6 jaar, naar rata van : 1° minimum 500 lestijden bij kinderen opgevangen in crèches, gemeentelijke opvanghuizen voor jonge kinderen, peutertuinen en kinderdag- en nachtverblijven;2° minimum 150 lestijden bij kinderen die naar de kleuterschool gaan, met inbegrip van de opvangklassen.3° minimum 100 lestijden bij kinderen ondergebracht in structuren die aangepast zijn aan de tenlasteneming van specifieke behoeften zoals de ziekenhuisdiensten voor pediatrie, de medisch-pedagogische instellingen, de opvanggezinnen en het bijzonder onderwijs;deze lestijden moeten in het 7e jaar verwezenlijkt worden; 4° maximum 100 lestijden naar keuze in een moederhuis, in een dienst voor familiale hulp, in een begeleide peuteropvang, in een kinderkribbe voor kort verblijf, in een consultatiebureau voor zuigelingen, in een medische schoolinspectie, deze lestijden moeten volbracht worden gedurende het 6e of het 7e jaar;5° maximum 100 lestijden die gewijd kunnen worden aan studiedagen of aan studiebezoeken;deze zijn bestemd om een of ander aspect van het beroep te ontdekken of te illustreren. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 9.Een individuele staat van de volbrachte stages, waarvan het model gekozen wordt onder de modellen als bijlagen bij dit besluit volgens de gevolgde gegroepeerde basisoptie, wordt opgemaakt voor iedere leerling die het kwalificatiegetuigschrift heeft bekomen en wordt voor visum aan de Algemene Directie voor Gezondheid doorgezonden samen met de notulen van de beraadslagingen over het laatste studiejaar.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking dezelfde dag als het besluit van 6 september 2001.
Brussel, 6 september 2001.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, N. MARECHAL
Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 6 september 2001 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant (e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/ kinderverzorgster".
De Minister van Gezondheid, N. MARECHAL
Bijlage 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 6 september 2001 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de voorwaarden voor de geldigheid en de spreiding van de stages voor de gegroepeerde basisopties "kinderverzorging" en "aspirant(e) nursing" van de derde kwalificatiegraad van het secundair onderwijs alsook voor het 7e jaar dat leidt tot het behalen van een kwalificatiegetuigschrift van "kinderverzorger/kinderverzorgster".
De Minister van Gezondheid, N. MARECHAL