Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 17 februari 2000
gepubliceerd op 04 juli 2000

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling, in het secundair onderwijs, van de lijst van de inrichtingen en vestigingsplaatsen die voor positieve discriminatie in aanmerking komen met toepassing van artikel 4, § 7, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2000029133
pub.
04/07/2000
prom.
17/02/2000
ELI
eli/besluit/2000/02/17/2000029133/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2000. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling, in het secundair onderwijs, van de lijst van de inrichtingen en vestigingsplaatsen die voor positieve discriminatie in aanmerking komen met toepassing van artikel 4, § 7, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, inzonderheid op artikel 4, § 7;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 tot bepaling van het socio-economisch niveau en de percentages om de inrichtingen, scholen of vestigingsplaatsen voor basisonderwijs en secundair onderwijs te kunnen aanduiden die in aanmerking kunnen genomen worden voor positieve discriminatie, met toepassing van artikel 4, § 3, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 houdende bepaling van het percentage externe achterstand, per onderwijsniveau, dat een verergerende situatie vormt, bij toepassing van artikel 4, § 4, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;

Overwegende dat er rekening wordt gehouden met de inrichtingen en vestigingsplaatsen bepaald met toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 tot bepaling van het socio-economisch niveau en de percentages om de inrichtingen, scholen of vestigingsplaatsen voor basisonderwijs en secundair onderwijs te kunnen aanduiden die in aanmerking kunnen genomen worden voor positieve discriminatie, met toepassing van artikel 4, § 3, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie;

Overwegende dat het interuniversitair onderzoek, bedoeld bij artikel 4, § 2, van het voormelde decreet van 30 juni 1998, bepaalt dat het gemiddelde van de socio-economische niveaus van de wijken die aan elke leerling worden toegewezen, in rekening moet worden gebracht; dat het verschil tussen de hoogste waarde en de laagste waarde dat voor dat gemiddelde in aanmerking wordt genomen ter verantwoording ligt van de vermeerderingen, waarbij, enerzijds de verspreiding van de beschikbare middelen wordt vermeden, en, anderzijds, deze kunnen worden toegekend aan de plaatsen waar zij het meest noodzakelijk zijn;

Overwegende dat het verlenen, zonder restrictie, van het voordeel van de positieve discriminatie aan de vestigingsplaatsen die een inrichting vormen met de inrichtingen of vestigingsplaatsen bepaald met toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 tot bepaling van het socio-economisch niveau en de percentages om de inrichtingen, scholen of vestigingsplaatsen voor basisonderwijs en secundair onderwijs te kunnen aanduiden die in aanmerking kunnen genomen worden voor positieve discriminatie, met toepassing van artikel 4, § 3, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, of met de toegevoegde inrichtingen of vestigingsplaatsen, zou leiden tot de verspreiding van de beschikbare middelen en de toekenning ervan aan de plaatsen waar zij niet het meest noodzakelijk zijn; dat drie restricties beantwoorden aan deze vaststelling, waarbij een bijzondere aandacht wordt geschonken aan de vestigingsplaatsen die deze middelen het meest nodig hebben;

Overwegende dat de afdelingen van het aanvullend secundair beroepsonderwijs en de centra voor alternerend onderwijs en vorming ressorteren onder bijzondere onderwijstypen, waardoor zij verschillen van deze die bij dit besluit bedoeld zijn;

Overwegende dat de inrichtingen of vestigingsplaatsen die in toestanden verkeren die, in de zin van dit besluit, in hoofdzaak gelijk zijn, op dezelfde wijze werden behandeld;

Gelet op het voorstel van de Algemene Overlegraad voor het secundair onderwijs, gegeven op 11 februari 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 februari 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 februari 2000;

Op de voordracht van de Minister van Kinderwelzijn, tot wiens bevoegdheid de Positieve Discriminatie in het verplicht onderwijs behoort, en van de Minister van Secundair Onderwijs;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 februari 2000, Besluit :

Artikel 1.In het secundair onderwijs, aan de inrichtingen en vestigingsplaatsen die voor positieve discriminatie in aanmerking kunnen komen met toepassing van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000 tot bepaling van het socio-economisch niveau en de percentages om de inrichtingen, scholen of vestigingsplaatsen voor basisonderwijs en secundair onderwijs te kunnen aanduiden die in aanmerking kunnen genomen worden voor positieve discriminatie, met toepassing van artikel 4, § 3, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie, worden de inrichtingen en vestigingsplaatsen toegevoegd, waarvan het gemiddelde van de socio-economische niveaus van de wijken die aan elke leerling worden toegewezen, zoals bepaald bij artikel 1 van het voormelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 februari 2000, een waarde bereikt die lager is dan -0,55.

Aan de inrichtingen en vestigingsplaatsen bepaald overeenkomstig lid 1 worden de vestigingsplaatsen toegevoegd die met deze een inrichting vormen, met uitzondering van de vestigingsplaatsen waarvan : 1° ofwel, het gemiddelde van de socio-economische niveaus van de wijken die aan elke leerling worden toegewezen, een waarde bereikt die hoger ligt dan -0,30;2° ofwel, het percentage leerlingen die het technisch onderwijs of het beroepsonderwijs volgen, niet ten minste 50 % bereikt;3° ofwel, het totaal aantal leerlingen meer dan 85 % uitmaakt van het totaal aantal leerlingen van het geheel dat met één of meer bij lid 1 bedoelde vestigingsplaats(en) wordt gevormd.

Art. 2.Van de inrichtingen en vestigingsplaatsen bepaald overeenkomstig artikel 1 worden de inrichtingen en vestigingsplaatsen afgetrokken die uitsluitend een aanvullend secundair beroepsonderwijs organiseren, zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur, en de organisatie van het secundair onderwijs, en de centra voor alternerend onderwijs en vorming, georganiseerd bij het decreet van 3 juli 1991 tot regeling van het secundair onderwijs met beperkt leerplan.

Art. 3.De lijst van de inrichtingen en vestigingsplaatsen bepaald op grond van de artikelen 1 en 2 wordt gevoegd bij dit besluit.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 februari 2000.

Art. 5.De Minister tot wiens bevoegdheid de Positieve Discriminatie in het verplicht onderwijs behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid het Secundair Onderwijs behoort, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 februari 2000.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toevertrouwd aan de « ONE », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE

Bijlage Lijst van de inrichtingen en vestigingsplaatsen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 17 februari 2000 tot vaststelling, in het secundair onderwijs, van de lijst van de inrichtingen en vestigingsplaatsen die voor positieve discriminatie in aanmerking komen met toepassing van artikel 4, § 7, van het decreet van 30 juni 1998 dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie.

De Minister van Kinderwelzijn, belast met het Basisonderwijs, de Opvang en de Opdrachten toevertrouwd aan de « ONE », J.-M. NOLLET De Minister van Secundair Onderwijs, Kunsten en Letteren, P. HAZETTE

^