6 JULI 1998. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de organisatie van de leergangen alsook de toelating en de regelmatige aanwezigheid van de leerlingen van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 2 juni 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 4, 8 en 9;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financi`n, gegeven op 27 maart 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 april 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat het aangewezen is zo vlug mogelijk aan de Inrichtende Machten de instructies mede te delen die zij vanaf 1 september 1998 moeten toepassen voor de organisatie van de leergangen en de toelating van de leerlingen;

Gelet op de beraadslaging van 15 juni 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap over het verzoek om advies die de Raad van State binnen een termijn van drie dagen moet uitbrengen;

Gelet op het advies van 26 juni 1998 van de Raad van State, in toepassing van artikel 84, lid 1, 2° van de gecordineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, Besluit :

Artikel 1.Mogen op elk onderwijsgebied bedoeld bij artikel 4, § 1 van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, georganiseerd worden de basisleergangen kunstonderwijs die hierna worden vermeld : 1° op het gebied van de beeldende, visuele kunsten en de kunsten in de ruimte : a.multidisciplinaire vorming b. kunstambachten voor de specialiteiten : - kunstsmeedwerk; - schrijnwerk; - boekkunst (inbinden vergulden/typografie en studie van het letterteken); - juwelierskunst- juwelenmakerij; - brandschilderkunst; - instandhouding en restauratie van kunstwerken en kunstvoorwerpen. c. grafische en picturale opzoekingen voor de specialiteiten : - tekenen; - schilderen; - illustratie en tekenverhalen; - reclame en visuele communicatie; - infografie. d. gedrukt beeld voor de specialiteiten : - prentkunst; - lithografie; - etsdruk op zijde; - fotografie; - animatiefilm; - cinegrafie, videografie en klanktechniek; - infografie. e. geschiktmaking voor de specialiteiten : - sierkunst; - binnenhuisarchitect- decorateur; - scenografie; f. textiele creatie voor de specialiteiten : - tapijtkunst; - weverij; - bedrukte stof; - ontwerp van theaterkostuums, decors, maskers; - kantwerk. g. monumentale kunsten voor de specialiteiten : - monumentale schilderij; - monumentaal beeldhouwwerk; h. volumes voor de specialiteiten : - beeldhouwwerk; - beeldhouwceramiek; i. vuurkunsten voor de specialiteiten : - aardewerk; - ceramiek; - beeldhouwceramiek; - metaal; - glaskunst. 2° op het gebied van muziek : a.muziekopleiding b. instrumentale opleiding, klassieke intrumenten voor de specialiteiten : - accordeon; - fagot; - klarinet en saxofoon; - klavecimbel en klavieren; - contrabas; - hoorn en jachthoorn; - dwarsfluit en piccolo; - gitaar en begeleidingsgitaar; - harp (diatonische, chromatische of celtische); - hobo en Engelse hoorn; - orgel en klavieren; - slaginstrumenten; - piano en klavieren; - trombone, tuba (alto, bas, baryton, bombardon); - trompet ( bugel, kornet); - viool en alto; - cello. c. instrumentale opleiding, oude instrumenten voor de volgende specialiteiten : - klavecimbel; - doedelzak en musette; - blokfluit; - barokhoorn; - luit en mandoline; - traverso - viola da gamba; - barokviool. d. instrumentale opleiding jazz voor de volgende specialiteiten : - klavieren; - snaarinstrumenten; - slagwerk; - blaasinstrumenten. e. vocale opleiding - zang 3° op het gebied van de spreek- en toneelkunst : a.dictie, specialiteit welsprekendheid; b.voordrachtkunst, specialiteit interpretatie; c. toneelkunst, specialiteit interpretatie.4° op gebied van de danskunst : a.klassieke dans; b. hedendaagse dans;c. jazzdans.

Art. 2.Mogen op elk onderwijsgebied bedoeld bij artikel 4, § 1 van voornoemd decreet van 2 juni 1998 georganiseerd worden de aanvullende leergangen kunstonderwijs die hierna worden vermeld : 1° op het gebied van de beeldende, visuele kunsten en de kunsten in de ruimte : a.kunsttechnieken voor de specialiteiten : - architectuurtekening en maquettenmakerij; - technisch tekenen; - technologie van de fotografie; - technologie van het glaswerk; - technologie van de metalen; - technologie van de aarde en het brandschilderwerk. b. kunstgeschiedenis en vormgeving.2° op het gebied van muziek : a.samenzang; b. muziekgeschiedenis en ontleding;c. muziekschrijven en ontleding;d. algemene opleiding jazz;e. ritmiek;f. lichamelijke expressie;g. instrumentaal ensemble;h. jazz-ensemble;i. instrumentale kamermuziek;j. van het blad lezen - transpositie;k. lyrische kunst;l. vocale kamermuziek;m. klavieren.3° op het gebied van de spreek- en toneelkunst : a.dictie, voor de specialiteiten : - theoretische en praktische orthofonie - ateliers voor creatieve toepassingen en technieken voor het schouwspel; - basistechnieken. b. voordrachtkunst voor de specialiteiten : - ateliers voor creatieve toepassingen en technieken voor het schouwspel; - basistechnieken. c. dramatische kunst, voor de specialiteiten : - ateliers voor creatieve toepassingen en technieken voor het schouwspel; - basistechnieken. d. litteratuurgeschiedenis e.toneelgeschiedenis; f. lichamelijke expressie.4° op het gebied van de danskunst : a.klassieke dans, voor de specialiteiten : - choreografische expressie; - rekstok op de vloer; - karakter- of traditionele dans; - dans voor jongens; - repertorium; - spitzendans; - bewegingsleer; - geschiedenis van de danskunst. b. hedendaagse dans, voor de specialiteiten : - choreografische expressie; - rekstok op de vloer; - repertorium; - bewegingsleer; - geschiedenis van de danskunst. c. jazz-dans, voor de specialiteiten : - choreografische expressie; - rekstok op de vloer; - repertorium; - tapdansen; - bewegingsleer; - geschiedenis van de danskunst.

Art. 3.Voor elke bij artikel 1 bedoelde basisleergang zijn de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 1° en 8, § 1, 1° en 3° van het voornoemd decreet van 2 juni 1998 vastgesteld in bijlage nr. 1 bij dit besluit.

Art. 4.Voor elke bij artikel 2 bedoelde aanvullende leergang zijn de criteria bepaald in de artikelen 4, § 3, 2° en 9 van het voornoemd decreet van 2 juni 1998 vastgesteld in bijlage nr. 2 bij dit besluit.

Art. 5.Onder de bij de artikelen 1 en 2 bedoelde leergangen kunnen enkel een begeleiding bekomen : 1° op het gebied van muziek : a.de leergangen instrumentale vorming; b. de leergangen vocale vorming;c. de leergangen ritmiek;d. de leergangen lichamelijke expressie.2° op het gebied van de spreek- en de toneelkunst : a.de leergangen dictie; b. de leergangen voordrachtkunst;c. de leergangen toneelkunst;d. de leergangen lichamelijke expressie.3° op het gebied van de danskunst : a.de leergangen klassieke dans; b. de leergangen hedendaagse dans c.de leergangen jazz-dans.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1998.

Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 juli 1998.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 6 juli 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Brussel, 6 juli 1998.

De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 6 juli 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Brussel, 6 juli 1998.

De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE