gepubliceerd op 16 januari 2018
Besluit 2016/51 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling
30 NOVEMBER 2017. - Besluit 2016/51 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2001/549 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling
HET COLLEGE, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 houdende wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling;
Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van 6 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/07/2001 pub. 26/10/2001 numac 2001031344 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet tot wijziging van de verschillende bepalingen betreffende de subsidies toegekend aan de gezondheids- en welzijnssector sluiten van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en de welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling;
Gelet op het evaluatieverslag over de impact van dit besluit op de respectieve situaties van mannen en vrouwen, vereist krachtens artikel 3, lid 1, 2° van het Decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van het genderaspect in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie, uitgebracht op 20 oktober 2017;
Gelet op de adviezen van de afdelingen "Ambulante diensten", "Opvang", "Personen met een handicap" en "Thuishulp en -verpleging" van de Franstalige Brusselse Adviesraad voor bijstand aan Personen en Gezondheid, respectievelijk gegeven op 18 mei, 1 juni, 7 juni en 8 juni 2017;
Gelet op het advies van het tripartiet Comité van de sector van de socio-professionele inschakeling, gegeven op 12 juni 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 7 december 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van het Collegelid dat bevoegd is voor de Begroting, gegeven op 30/11/17;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 61.929/2/V, gegeven op 23 augustus 2017, bij toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het besluit betreffende de "non-profitsector", opeenvolgende overeenkomsten en sectorale regelingen, na ongeveer vijftien jaar van toepassing, geconsolideerd dienen te worden;
Op voorstel van de Voorzitter van het College, van het Collegelid bevoegd voor het Beleid inzake bijstand aan Personen met een Handicap, van het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en het Gezin, van het Collegelid bevoegd voor Beroepsopleiding en van het Collegelid bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens het artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art. 2.In het artikel 54, § 1 van hetzelfde besluit, wordt lid 2 vervangen door wat volgt : "Behoudens wijziging van de beslissing tot erkenning van de betrokken instelling in functie van de bepalingen van artikel 11 van het decreet "SPI", blijft de instelling in dezelfde subsidiëringscategorie voor de volledige duur van de aan de instelling toegekende erkenning.
Aan het einde van ieder jaar bevestigt het Beheerscomité van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding het activiteitenvolume van de instelling aan het Bestuur op basis van opgestelde jaarlijkse overeenkomsten. Het College legt jaarlijks bij besluit de subsidiëringscategorie van de erkende instellingen voor socio-professionele inschakeling vast. Er wordt geen enkele categoriewijziging voorgesteld zolang het activiteitenvolume van de instelling geen wijziging kent van meer dan 10 % (in stijgende of dalende lijn). In dat geval wordt de categorie herzien op basis van het gemiddelde van de laatste 3 jaar.
In geval van overgang naar een lagere categorie treedt de wijziging van de financiering van de instelling (personeelskosten en werkingskosten) slechts in werking 6 maanden na 1 januari van het jaar waarin de categoriewijziging plaatsvindt.
Elke wijziging van het basisteam die gevolgen heeft voor de financiering van de arbeidsplaatsen, dient onmiddellijk betekend te worden aan het bestuur. Zo niet, zal de tenlasteneming van de financiering aanvangen op de 1e dag die volgt op de ontvangst door het Bestuur van de brief betreffende de wijziging."
Art. 3.In het artikel 85 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 2 wordt een zin toegevoegd die luidt als volgt : "Naast de wettelijke pensioenleeftijd genereert de arbeidsduurvermindering niet langer deze subsidie."; 2° Er wordt een § 6 ingevoegd dat luidt als volgt : "De financieringsmodaliteiten van de vzw's of de fondsen die instaan voor het beheer van de compenserende aanwervingen, worden bepaald in de beheersovereenkomsten die afgesloten werden met het College."
Art. 4.In het artikel 85bis, ingevoegd door het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 september 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht : d) Punt 1° wordt vervangen door wat volgt : "1° het brugpensioen, of het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt toegekend aan werknemers die voldoen aan de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij ontslagen worden, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, en door de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende maatregelen bedoeld om werkgelegenheid te bevorderen van de paritaire subcommissies bevoegd voor de bedoelde diensten (318, 319.02, 329.2, 332,330)." e) Punt 2° wordt vervangen door wat volgt : "2° Tijdens de periode van het vervroegd pensioen of in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt de vervanging van de vervroegd gepensioneerde werknemer verzekerd door een werknemer die jonger is dan 40 jaar bij de indienstneming, behoudens individuele, door het College toegekende individuele afwijking voor de directie-, coördinatie- en geneeskundige posten." f) Punt 3° wordt vervangen door wat volgt : "3° Het bedrag van de toegekende subsidie voor de bijkomende vergoeding uitbetaald aan de werknemer die met vervroegd pensioen vertrekt of zich bevindt in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, wordt berekend in verhouding tot de betoelaagde werktijd voor de genoemde werknemer.Het bedrag van de bijkomende vergoeding dat in overweging wordt genomen voor de berekening van de toelage is geplafoneerd op een bedrag dat overeenstemt met 6 uren compenserende aanwerving voor 1 VTE voor het referentiejaar."
Art. 5.In het artikel 88bis van hetzelfde besluit, ingevoegd door het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 29 juni 2006, wordt lid 2 opgeheven en vervangen door wat volgt : "Dit aantal uren wordt jaarlijks bepaald door het bestuur, na overleg binnen het tripartiet Sturingscomité, luik FGC, op basis van het kadaster dat de FéBISP moet opstellen, krachtens punt 5, § 3, van het protocolakkoord dat de modaliteiten bepaalt voor de tenuitvoerlegging van het non-profitakkoord van 29 juni 2000 in de sector van de socio-professionele inschakeling - Luik FGC."
Art. 6.Het artikel 89 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art.89. Behoudens andersluidende sectorale bepalingen, bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten van het team, met inbegrip van zijn begeleiding, 1% van de gesubsidieerde loonmassa.
Vanaf 1 januari 2002 wordt deze subsidie onderworpen aan het opstellen van een jaarlijks opleidingsplan dat rekening houdt met alle gesubsidieerde werknemers en dat een gunstig advies heeft gekregen van de vertegenwoordigers van de werknemers. Dit plan wordt uiterlijk op 31 januari voor advies overgemaakt aan het bestuur.
Met gesubsidieerde loonmassa wordt verwezen naar alle brutolonen, met inbegrip van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en andere voordelen hernomen in bijlage V NM, met uitzondering van de verschuldigde bedragen voor de werknemers met een statuut van zelfstandige, voor de wettelijke verzekering en voor de arbeidsgeneeskunde."
Art. 7.Het artikel 97 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art.97. In afwijking van artikel 89 bedraagt de subsidie voor de voortgezette opleidingskosten 1 % van de loonmassa van het personeel van de erkende instellingen bestemd voor socio-professionele inschakelingsopdrachten, met uitzondering van het personeel van de "Lokale Opdrachten".
Deze loonmassa wordt jaarlijks bepaald door het bestuur, na overleg binnen het tripartiet Sturingscomité, luik FGC, op basis van het kadaster dat de FéBISP moet opstellen, krachtens punt 5, § 3, van het protocolakkoord dat de modaliteiten bepaalt voor de tenuitvoerlegging van het non-profitakkoord van 29 juni 2000 in de sector van de socio-professionele inschakeling - Luik FGC. In de sector van de socio-professionele inschakeling worden de uitbetalingsmodaliteiten van de subsidies voor de voortgezette opleiding jaarlijks bepaald in het subsidiebesluit ten gunste van de aangewezen vzw.
Art. 8.Het artikel 112 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "Art.112. De subsidies voor de bezoldigingskosten bedoeld in punten 1, 9 en 11 (punten a) en b) met uitzondering van de verblijfsvergoeding) van de bijlage V NM worden geïndexeerd volgens de regels die van toepassing zijn op de bezoldigingen in het openbaar Ambt".
Art. 9.Het artikel 113 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "De andere subsidies waarvan de indexatie bepaald wordt door dit besluit, worden jaarlijks op 1 januari aangepast rekening houdend met de index van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993, hierna de gezondheidsindex genoemd, volgens de formule : basisbedrag x gezondheidsindex van december van het vorig jaar/ gezondheidsindex van december 2000 (106,4 basis 1996).
De forfaitaire uurloonsubsidie waarvan de indexatie wordt voorzien in het artikel 85, wordt jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de volgende formule : basisbedrag (19,83 euro) x verhogingscoëfficiënt van de spilindex met betrekking tot het openbaar Ambt van december van het vorig jaar/ verhogingscoëfficiënt van de spilindex met betrekking tot het openbaar Ambt van december 2000 (124,34 basis 1990)".
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt de bijlage I NM, betreffende de referentieweddeschalen voor de gesubsidieerde functies, gewijzigd bij besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 23 oktober 2003, vervangen door bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art. 11.In hetzelfde besluit wordt de bijlage II NM, betreffende de tabel van de referentieweddeschalen voor de gesubsidieerde functies, gewijzigd bij besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 10 december 2009, vervangen door bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
Art. 12.In hetzelfde besluit wordt de bijlage III NM, betreffende de gesubsidieerde functies per sector - vereiste diploma's en toelatingsvoorwaarden, gewijzigd bij besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 10 december 2009, vervangen door bijlage 3 gevoegd bij dit besluit.
Art. 13.In hetzelfde besluit wordt de bijlage IV NM, betreffende de erkenning en de berekening van de anciënniteit, gewijzigd bij besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 10 december 2009, vervangen door bijlage 4 gevoegd bij dit besluit.
Art. 14.In hetzelfde besluit wordt de bijlage V NM betreffende de berekening van de subsidie voor loonkosten, werkgeverslasten en andere voordelen, gewijzigd bij besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 10 december 2009 en van 13 januari 2011, vervangen door bijlage 5 gevoegd bij dit besluit.
Art. 15.In hetzelfde besluit wordt de bijlage V NM, betreffende de documenten met betrekking tot erkenningsaanvragen, opgeheven.
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 17.De Leden van het College van de Franse Gemeenschapscommissie worden, ieder voor wat hen aanbelangt, belast met de uitvoering van dit besluit.
Opgemaakt te Brussel, 30 november 2017.
Door het College : F. LAANAN C. FREMAULT R. VERVOORT C. JODOGNE D. GOSUIN