Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021
gepubliceerd op 01 oktober 2021

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot invoering van een huurtoelage

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021032702
pub.
01/10/2021
prom.
15/07/2021
ELI
eli/besluit/2021/07/15/2021032702/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot invoering van een huurtoelage


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8;

Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003, houdende de Brusselse Huisvestingscode, artikel 166, 169 en 170;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2012 pub. 26/09/2012 numac 2012203832 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een huurtoelage sluiten tot instelling van een huurtoelage;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 13/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014031171 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 februari 2014 tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting sluiten tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/05/2019 pub. 20/06/2019 numac 2019030533 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 tot invoering van een huisvestingstoelage in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 tot invoering van een huisvestingstoelage in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de Gelijke Kansentest die op 2 september 2020 uitgevoerd is;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, uitgebracht op 29 oktober 2020;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 1 februari 2021 ;

Gelet op het advies 69.416/3 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2021, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Gelet op het advies nr 100/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 14 juni 2021 ;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting, uitgebracht op 27 april 2021;

Overwegende dat de Regering zichzelf in haar algemene beleidsverklaring voor de zittingsperiode 2019 - 2024 als doelstelling heeft gesteld erop toe te zien dat de huurtoelage ten volle operationeel wordt met een betere dekking van de beoogde doelgroepen door een vereenvoudiging van de procedures en een verminderde administratieve last;

Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Minister: de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting;2° Bestuur: Brussel Huisvesting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;3° Huurbesluit: het besluit van 26 september 1996 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de regeling van de verhuur van de woningen beheerd door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen;4° Woning: het gebouw of deel van het gebouw gebruikt of bestemd voor de huisvesting van één of meerdere gezinnen;5° Huur: de prijs die maandelijks betaald wordt voor het gebruik van de woning, met uitsluiting van bedragen verschuldigd op grond van eender welk toegevoegd contract, bijvoorbeeld met betrekking tot garages of als bijdrage voor toebehoren en diensten en voorschotten en lasten;6° Gezin: de persoon die alleen woont of de al dan niet verwante personen die onder hetzelfde dak plegen te wonen en hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen; Alle personen die in de bevolkingsregisters bedoeld in artikel 1, § 1, 1ste lid, 1° van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, ingeschreven zijn op het adres van de gehuurde woning, worden beschouwd als deel uitmakend van hetzelfde gezin; 7° Gezinsinkomen : het globale en afzonderlijke belastbare inkomen van alle volwassen leden van het gezin;8° Kind: minderjarige persoon alsook elke meerderjarige persoon voor wie het bewijs geleverd is dat die recht heeft op kinderbijslag;9° Eénoudergezin: gezin dat, op de dag waarop de aanvraag wordt ingediend, of bij hernieuwing op de dag volgend op de laatste dag van de vervallen periode, uit maximum één volwassene bestaat die niet beschouwd kan worden als kind, en uit minimum één kind;10° Persoon erkend als gehandicapte: persoon van wie, ten laatste op de dag van indiening van de aanvraag of bij hernieuwing ten laatste op dag volgend op de laatste dag van de verlopen periode, de gezondheidstoestand een beperking van de zelfstandigheid veroorzaakt van minimaal 9 punten, of die definitief voor meer dan 66% erkend is als gehandicapte door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid of door een mutualiteit;11° Begeleid zelfstandig wonend minderjarige: persoon die jonger dan achttien jaar is en die een maatregel voor begeleid zelfstandig wonen geniet die werd vastgesteld door de bevoegde diensten van jeugdbijstand, de Jeugdrechtbank of het OCMW;12° Woning die gehuurd wordt: de woning bewoond door de aanvrager en gehuurd via een huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats op naam van de aanvrager of diens echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende;13° Gemachtigde ambtenaar : de Directeur-generaal van Brussel Huisvesting, of bij afwezigheid of verhindering : de Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris-generaal of een Directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ;14° Referentiejaar: het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend, of, in geval van aanvraag tot hernieuwing, het jaar van de eerste dag die volgt op de vervallen periode;15° Kandidaat-huurder: de persoon zoals bepaald door artikel 2, 8°, van het Huurbesluit;16° Gewestelijke gegevensbank: de groepering van alle registers van kandidaat-huurders in de zin van artikel 4, § 3, van het Huurbesluit, beheerd door de BGHM ;17° Referentiepersoon: de kandidaat-huurder ingeschreven als vertegenwoordiger van het gezin in de Gewestelijke gegevensbank;18° "AVG": de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. HOOFDSTUK 2. - Principe en toekenningsvoorwaarden van een huurtoelage

Art. 2.Binnen de beperkingen van de kredieten die hiervoor ingeschreven zijn in de uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan een huurtoelage worden toegekend.

De huurtoelage is een financiële tussenkomst toegekend aan eenieder die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 3, voor een hernieuwbare periode van 5 jaar.

Art. 3.§ 1. De huurtoelage wordt toegekend aan de aanvrager die, op de dag van de indiening van zijn aanvraag, voldoet aan de voorwaarden in dit artikel. § 2. Voorwaarden met betrekking tot de aanvrager: 1° de aanvrager maakt deel uit van een gezin dat beschikt over inkomsten die lager zijn dan of gelijk zijn aan de drempels bepaald in § 4;2° de aanvrager moet minstens 18 jaar zijn, ontvoogd minderjarige zijn of begeleid zelfstandig wonend minderjarige zijn;3° geen enkel lid van het gezin van de aanvrager bezit, in volle eigendom, in erfpacht, opstalrecht of in vruchtgebruik, een onroerend goed, bestemd voor huisvesting of professioneel gebruik, in België en in het buitenland;4° de aanvrager is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister en gedomicilieerd op het adres van de gehuurde woning;5° de aanvrager is als referentiepersoon ingeschreven in de Gewestelijke gegevensbank, en geniet van ten minste 6 voorkeurrechten zoals bepaald in artikel 8 van het Huurbesluit;6° in afwijking van voorgaande bepaling moet de aanvrager-gezinshoofd van een éénoudergezin ingeschreven zijn als referentiepersoon in de Gewestelijke gegevensbank en genieten van ten minste 2 voorkeurrechten zoals bepaald in artikel 8 van het Huurbesluit;7° de aanvrager mag niet reeds genoten hebben van een toelage zoals bedoeld in artikel 2;8° geen enkel lid van het gezin van de aanvrager mag, op de dag waarop de aanvraag wordt ingediend, genieten van een tussenkomst of tegemoetkoming in de huur in uitvoering van artikels 11, § 1, 165 en/of 166 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode. § 3. Voorwaarden met betrekking tot de woning die gehuurd wordt: 1° de woning wordt gehuurd door middel van een huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats op naam van de aanvrager, of van de begunstigde, diens echtgen(o)t(e) of diens wetteljike samenwonende;2° de woning is gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;3° de woning wordt niet beheerd door een Openbare Vastgoedmaatschappij of een sociaal verhuurkantoor;4° de woning behoort niet toe aan een ouder of verwant tot de 2de graad van de aanvrager of van één van de leden van zijn gezin;5° de woning wordt niet gelijkgesteld met een sociale woning van een openbare vastgoedbeheerder waarvoor de aanvrager een gesocialiseerde huurprijs ontvangt die wordt berekend volgens de bepalingen toegepast bij een sociale woning. § 4. Voorwaarden met betrekking tot het inkomen: 1° het gezinsinkomen van de in artikel 3, § 2, 5°, bedoelde aanvragers moet lager zijn dan of gelijk zijn aan de drempels opgenomen in artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie: - voor een gezin bestaande uit slechts één persoon, is de drempel opgenomen in 2° van toepassing; - voor een gezin samengesteld uit meer dan één persoon is de drempel opgenomen in 3° van toepassing. 2° het gezinsinkomen van van de in artikel 3, § 2, 6°, bedoelde aanvragers moet lager zijn dan of gelijk zijn aan de drempels opgenomen in artikel 21 van het koninklijk besluit van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2014022013 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994. De drempel die van toepassing is, is het basisplafond, geïndexeerd, niet verhoogd. 3° De bedragen van de drempels bedoeld in 1° en 2° zijn diegene die van toepassing zijn op de dag waarop de oorspronkelijke aanvraag wordt ingediend en, bij hernieuwing, diegene die van toepassing zijn de eerste dag volgend op de vervallen periode.4° Het inkomen waarmee rekening gehouden wordt op het moment van de oorspronkelijke aanvraag, en in geval van hernieuwing, om na te gaan of deze lager dan of gelijk zijn aan de drempels bedoeld in 1° en 2°, is het inkomen van de leden van het gezin ontvangen tijdens het op twee na laatste jaar voorafgaand aan het referentiejaar, zoals opgenomen in hun respectieve aanslagbiljetten. In geval het gezinsinkomen, berekend op basis van deze aanslagbiljetten, de drempels bedoeld in 1° en 2° overschrijdt, consulteert het Bestuur de Gewestelijke gegevensbank om kennis te nemen van de inkomens bedoeld in artikel 31 van het huurbesluit. Enkel de inkomens lager dan of gelijk aan de bedragen van de drempels bedoeld in 1° en 2° laten toe om te voldoen aan deze toekenningsvoorwaarde van de huurtoelage. 5° Voor het punt 4°, eerste lid, enkel de inkomens van de gezinsleden die op 1 januari van het op twee na laatste jaar voorafgaand aan het referentiejaar meerderjarig waren, worden in rekening genomen.Voor het punt 4°, tweede lid, dit betreft de geglobaliseerde inkomens zoals opgenomen in de Gewestelijke gegevensbank. HOOFDSTUK 3. - Bedragen en periodiciteit van de huurtoelage Afdeling 1. - Bedragen

Art. 4.§ 1. Het bedrag van de huurtoelage zoals bedoeld in artikel 2 is een basisbedrag dat verhoogd wordt op basis van het aantal kinderen waaruit het gezin samengesteld is. § 2. Basisbedrag 1° voor de in artikel 3, § 2, 5°, bedoelde aanvragers is het basisbedrag 160 euro per maand;2° voor de in artikel 3, § 2, 6°, bedoelde aanvragers is het basisbedrag 160 euro per maand, indien het inkomen van het gezin lager is dan of gelijk is aan de drempel opgenomen in artikel 14, § 1, 3°, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie;3° voor de in artikel 3, § 2, 6°, bedoelde aanvragers is het basisbedrag 120 euro per maand, indien het inkomen van het gezin hoger is dan de drempel opgenomen in artikel 14, § 1, 3°, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie; § 3. Verhogingen 1° de in de vorige paragraaf bedoelde basisbedragen moeten verhoogd worden met 20 euro per kind dat deel uitmaakt van het gezin op de dag van de indiening van de oorspronkelijke aanvraag om toelage, of, in geval van hernieuwing, op de eerste dag die volgt op de verlopen periode;2° in afwijking van de vorige bepaling bedraagt de verhoging, voor de in artikel 3, § 2, 6°, bedoelde aanvragers, 40 euro per kind dat deel uitmaakt van het gezin op de dag van de indiening van de oorspronkelijke aanvraag om toelage, of, in geval van hernieuwing, op de eerste dag die volgt op de verlopen periode; § 4. In geen enkel geval kan het bedrag van de huurtoelage, verhogingen inbegrepen, hoger zijn dan het huurbedrag zoals vermeld in het huurcontract op de afsluitingsdatum. Afdeling 2. - Periodiciteit

Art. 5.§ 1. De huurtoelage wordt toegekend voor een periode van vijf jaar, vanaf de datum van indiening van de aanvraag. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde periode is één keer hernieuwbaar voor dezelfde duurtijd indien de begunstigde voldoet aan alle voorwaarden vastgesteld in artikel 3 van dit besluit, na verloop van de periode waarin de toelage werd uitgekeerd.

In afwijking van het vorige lid is het aantal hernieuwingen voor een periode van vijf jaar niet beperkt indien, vóór de indiening van de aanvraag of tijdens de periode waarin de toelage wordt uitgekeerd, de aanvrager of een lid van het gezin de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, of indien de begunstigde of een lid van het gezin gehandicapt is.

Het recht op een onbepaald aantal hernieuwingen eindigt op het einde van de lopende periode waarin de toelage wordt uitgekeerd wanneer geen enkel lid van het gezin meer de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft of gehandicapt is. Afdeling 3. - Oorzaken van uitdoving en opschorting van het recht op

de huurtoelage

Art. 6.§ 1. Het recht op de huurtoelage vervalt van rechtswege in de volgende gevallen: 1° wanneer de begunstigde zich in één van de volgende gevallen bevindt: i) de begunstigde of een lid van diens gezin wordt eigenaar van een onroerend goed bestemd voor huisvesting of professioneel gebruik; ii) de begunstigde of een lid van diens gezin verwerft een recht van erfpacht, een recht van opstal of een vruchtgebruik op een onroerend goed bestemd voor huisvesting of professioneel gebruik; iii) de begunstigde is niet meer gedomicilieerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; iv) de begunstigde of een lid van diens gezin wordt begunstigde van een toelage toegekend op basis van een ander besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in uitvoering van artikels 11, § 1, 165 of 166 van de Brusselse Huisvestingscode. 2° wanneer de woning die gehuurd wordt tijdens de periode waarin de huurtoelage wordt uitgekeerd : i) beheerd wordt door een Openbare Vastgoedmaatschappij of door een sociaal verhuurkantoor; ii) eigendom is van een ouder of een verwante tot de 2de graad van de aanvrager of van één van de leden van diens gezin; iii) niet gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 3° Wanneer de woning niet meer gehuurd wordt middels een huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats op naam van de begunstigde, diens echtgeno(o)t(e) of diens wettelijke samenwonende. § 2. Het recht op de huurtoelage wordt opgeschort in de volgende gevallen: i) de begunstigde is geschrapt uit de Gewestelijke gegevensbank; ii) bij overlijden van de begunstigde; iii) de begunstigde beschikt niet meer over het vereiste aantal voorkeurrechten; § 3. De opschorting wordt opgeheven in de volgende gevallen: i) indien de schrapping uit de Gewestelijke gegevensbank geannuleerd wordt; ii) indien een ander lid van het gezin referentiepersoon wordt in de Gewestelijke gegevensbank en het Bestuur hiervan op de hoogte stelt binnen de in § 5 bepaalde termijn; iii) indien de begunstigde opnieuw over het vereiste aantal voorkeurrechten beschikt; § 4. In geval van opheffing van de opschorting hernemen de betalingen : i) op de datum van de oorspronkelijke opschorting voor de gevallen opgenomen in § 3, i) en ii); ii) vanaf de datum waarop de begunstigde opnieuw over het vereiste aantal voorkeurrechten beschikt voor het geval opgenomen in § 3, iii);

Een opschorting van het recht op de huurtoelage verlengt de termijn vermeld in artikel 5 niet. § 5. Indien de opschorting gehandhaafd blijft gedurende negen opeenvolgende maanden, dooft het recht op de huurtoelage van rechtswege uit, en is de begunstigde gehouden de toelagen terug te betalen die ontvangen werden nadat één van de gebeurtenissen vermeld in § 2 zich voorgedaan hebben. HOOFDSTUK 4. - Indiening van de aanvragen

Art. 7.§ 1. De aanvragen worden ingediend, op straffe van niet-ontvankelijkheid, door middel van een formulier vastgesteld door het Bestuur, per aangetekend schrijven of door afgifte aan het loket van het Bestuur tegen ontvangstbevestiging. § 2. De aanvragen kunnen ook ingediend worden via een elektronisch formulier.

Art. 8.De Minister legt de lijst van bewijsstukken vast die bij het aanvraagformulier om toelage moeten gevoegd worden indien de consultatie door het Bestuur van de in artikel 27 van huidig besluit bedoelde gegevensbronnen niet mogelijk is. HOOFDSTUK 5. - Behandeling van de aanvragen

Art. 9.§ 1. Om een uitspraak te doen over de toekenning van een huurtoelage onderzoekt het Bestuur of aan de toekenningsvoorwaarden voldaan is. § 2. Binnen de 30 dagen die volgen op de indiening van de aanvraag deelt het Bestuur de beslissing tot toekenning of verwerping mee aan de aanvrager, of vraagt zij de aanvrager om aanvullingen indien de consultatie door het Bestuur van de in artikel 27 van huidig besluit bedoelde bronnen niet mogelijk is. § 3. De vraag tot aanvullingen wordt verzonden per aangetekend schrijven, en verduidelijkt welke documenten of informatie ontbreken.

De aanvrager mag de gevraagde bewijsstukken overmaken via eender welke weg. Het bewijs van verzending is ten laste van de aanvrager. § 4. Zodra het Bestuur ontbrekende documenten ontvangen heeft, deelt ze binnen 30 dagen de beslissing tot toekenning of verwerping mee aan de aanvrager, of vraagt zij de aanvrager om aanvullingen. § 5. Indien de aanvrager de gevraagde bewijsstukken niet heeft overgemaakt binnen 60 dagen na de verzendingsdatum van de brief voorzien in paragraaf 2 of 4, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard.

De beslissing tot onontvankelijkheid wordt aan de aanvrager betekend via een aangetekend schrijven. § 6. De onontvankelijkheid van de aanvraag belemmert de latere indiening van een nieuwe aanvraag niet. § 7. Indien een of meerdere toekenningsvoorwaarden niet gerespecteerd worden, wordt de aanvraag door het Bestuur verworpen.

De beslissing tot verwerping wordt aan de aanvrager betekend via een aangetekend schrijven.

De verwerping van de aanvraag belemmert de latere indiening van een nieuwe aanvraag niet. HOOFDSTUK 6. - Wijziging in gezinssamenstelling en verhuis tijdens de periode waarin de huurtoelage wordt uitgekeerd

Art. 10.In geval van feitelijke scheiding, echtscheiding of verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoning tussen de begunstigde en diens echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende, tijdens de periode waarin de huurtoelage wordt uitgekeerd, worden de betalingen verder overgemaakt aan de referentiepersoon.

Art. 11.In geval van verhuis in de loop van de periode waarin de toelage wordt uitgekeerd en indien deze verhuis niet werd aangegeven bij het Rijksregister, betekent de begunstigde binnen de drie maanden volgend op de datum waarop de nieuwe woning gehuurd werd, aan het Bestuur het adres van zijn nieuwe woonst, op straffe van het verliezen van de toelage, te dateren vanaf de start van de huur van de nieuwe woning of, als men die datum niet kent, via alle middelen die het Bestuur ter beschikking heeft om die datum te kunnen bepalen.

Art. 12.De procedure die van toepassing is op de oorspronkelijke aanvraag, zoals bedoeld in artikel 9, §§ 2 tot en met 5 en § 7, eerste en tweede lid isvan toepassing in geval van verhuis.

In geval van verhuis dient aan de bepalingen van artikel 3, § 3 te worden voldaan.

Art. 13.Tijdens het onderzoek naar het respecteren van de toekenningsvoorwaarden wordt de betaling van de toelage gehandhaafd.

De verhuis van de begunstigde tijdens de periode waarin de toelage wordt uitgekeerd verlengt noch de duurtijd van de steun die genoten wordt, noch het aantal hernieuwingen. HOOFDSTUK 7. - Hernieuwing van de toelagetoekenning

Art. 14.§ 1. De hernieuwing van de toelagetoekenning zoals bedoeld in artikel 2 wordt onderzocht door het Bestuur na afloop van de periode van 5 jaar waarin de toelage werd uitgekeerd.

De voorwaarden die gerespecteerd moeten worden, zijn identiek aan de voorwaarden die gerespecteerd moeten worden bij de oorspronkelijke indiening, bedoeld in artikel 3, met uitzondering van de inkomsten die in rekening genomen moeten worden.

De inkomens die in rekening genomen moeten worden, zijn deze die ontvangen werden door de gezinsleden tijdens het op twee na laatste jaar voorafgaand aan de eerste dag die volgt op de vervallen begunstigingsperiode zoals vermeld op hun respectieve aanslagbiljetten.

Enkel de inkomens van de op 1 januari van het op twee na laatste jaar voorafgaand aan het referentiejaar meerderjarige gezinsleden, worden in rekening genomen.

Artikel 3, § 4, tweede lid is niet van toepassing in geval van hernieuwing van toelagetoekenning. § 2. Indien de aanvrager aan de voorwaarden voldoet en het Bestuur over alle vereiste informatie beschikt, wordt de hernieuwing automatisch toegekend. § 3. Indien het onderzoek van de hernieuwing het vereist, en indien de consultatie door het Bestuur van de gegevensbronnen bedoeld in artikel 27 van het huidig besluit niet mogelijk is, wordt een vraag om aanvullende documenten, met verduidelijking van de bewijsstukken die overgemaakt moeten worden, per aangetekend schrijven naar de begunstigde verzonden.

Artikel 9, §§ 2 tot en met 5 en § 7, eerste en tweede lid is van toepassing bij de behandeling van de hernieuwingen.

De beslissing tot verwerping van de hernieuwing wordt per aangetekend schrijven betekend. § 4. Indien, na onderzoek, de begunstigde voldoet aan alle toekenningsvoorwaarden, wordt de hernieuwing van de toelage hem toegekend voor een nieuwe periode die start de eerste dag die volgt op de vervallen periode. HOOFDSTUK 8. - Betalingen

Art. 15.§ 1. De huurtoelage is verschuldigd vanaf de dag van indiening van de aanvraag bij het Bestuur.

De toelage wordt betaald na de verschuldigde periode volgens een periodiciteit bepaald door de Minister. Deze mag de drie maanden niet overschrijden. § 2. De betaling gebeurt uitsluitend via bankoverschrijving op een rekening geopend op naam van de aanvrager. HOOFDSTUK 9. - Beroep

Art. 16.§ 1. De aanvrager, of de begunstigde, beschikt, op straffe van niet-ontvankelijkheid, over een termijn van dertig dagen vanaf de betekening van de beslissing van het Bestuur over de aanvraag tot toekenning, de hernieuwing, de opschorting, het verval van het recht of de vraag tot terugbetaling, om via aangetekend schrijven een beroep in te dienen bij de gemachtigde ambtenaar. § 2. De gemachtigde ambtenaar kan de aangevochten beslissing bevestigen of vernietigen. § 3. De gemachtigde ambtenaar doet uitspraak binnen zestig dagen na ontvangst van het beroep. § 4. Deze termijn wordt met dertig dagen verlengd in geval er om aanvullingen wordt gevraagd. Deze vraag om aanvullingen wordt verzonden per aangetekend schrijven aan de aanvrager of de begunstigde en verduidelijkt welke documenten of informatie ontbreken. § 5. Bij gebrek aan een beslissing binnen de termijn, wordt de aangevochten beslissing vernietigd. § 6. In geval van vernietiging van de beslissing, neemt het Bestuur binnen zestig dagen een nieuwe beslissing. HOOFDSTUK 1 0. - Verbintenissen en sancties

Art. 17.De aanvrager onderschrijft de volgende verbintenissen: 1° de gehuurde woning niet onderverhuren, volledig noch gedeeltelijk;2° het Bestuur van elke wijziging in zijn situatie op de hoogte brengen die een effect kan hebben op de huurtoelage indien deze wijziging niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een registratie door een van de gegevensbronnen bedoeld in artikel 27 van huidig besluit, en alle nodige documenten bezorgen voor de behandeling van zijn dossier;3° het Bestuur inlichten over elke verhuis tijdens de periode waarin de toelage wordt uitgekeerd indien deze verhuis niet het voorwerop heeft uitgemaakt van een registratie door een van de gegevensbronnen bedoeld in artikel 27 van huidig besluit.

Art. 18.In geval van een onjuiste of onvolledige verklaring of de niet-naleving van de voorwaarden en verplichtingen die voortvloeien uit dit besluit vervalt het recht op de toelage, en dit ten laatste op de datum van het vaststellen van de gebreken door het Bestuur.

De onrechtmatig ontvangen toelagen worden terugbetaald conform artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.

Een verklaring wordt beschouwd als onjuist of onvolledig als de begunstigde niet ingaat op de vraag van het Bestuur om bewijsstukken te bezorgen.

Art. 19.Het Bestuur kan een administratieve boete van tien percent van het totale terug te betalen bedrag opleggen aan eenieder aan wie de huurtoelage ten onrechte betaald werd, als bewezen kan worden dat die persoon frauduleus gehandeld of gelogen heeft, in het kader van de toekenning of het behoud van deze toelage. § 3. Tegen deze administratieve boete kan beroep worden aangetekend volgens de modaliteiten vermeld in artikel 16. HOOFDSTUK 1 1. - Verwerking van de persoonsgegevens

Art. 20.Met het oog op de verwerkingen van de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, is het Bestuur de verwerkingsverantwoordelijke van de persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van de AVG.

Art. 21.De categorieën van personen op wie de verwerking betrekking heeft, betreft burgers die een aanvraag tot huurtoelage hebben ingediend, de begunstigden van de huurtoelage, en diens gezinsleden.

Art. 22.De doeleinden van de verwerking zijn de volgende: 1° de aanvragen tot toelage verwerken, met de bedoeling te beslissen over de toekenning van de toelage;2° het toezicht op de naleving van de toekenningsvoorwaarden gedurende de periode tijdens dewelke de toelage wordt uitbetaald, met toepassing van artikels 92 tot 95 van de Organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle ;3° de terugvordering van ten onrechte uitbetaalde toelagen, in toepassing van artikels 92 tot 95 van de Organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;4° het opleggen van een administratieve boete, in toepassing van artikel 19 van huidig besluit.

Art. 23.§ 1. De volgende categorieën van persoonsgegevens worden in het kader van het huidige besluit verwerkt: 1° burgeridentiteit;2° contactgegevens;3° gegevens betreffende de gezinssamenstelling ;4° gegevens betreffende het belastbaar gezinsinkomen;5° adresgegevens en gegevens betreffende de hoofdverblijfplaats;6° informatie volgens dewelke de referentiepersoon kandidaat-huurder is van een sociale woning, alsook het aantal voorkeurrechten waarover deze beschikt;7° informatie volgens dewelke een gezinslid van de aanvrager of de begunstigde van de huurtoelage beschikt over zakelijke rechten op een onroerend goed, en zo ja, de identificatie van het betreffende onroerend goed;8° het aantal meerderjarige kinderen, jonger dan 25 jaar, die deel uitmaken van het gezin van de aanvrager of begunstigde van de huurtoelage die recht hebben op kinderbijslag;9° het aantal gezinsleden van de aanvrager of begunstigde van de huurtoelage die erkend zijn als gehandicapte;10° het bankrekeningnummer van de aanvrager of de begunstigde van de huurtoelage;11° het bedrag van de huur zoals vermeld in het huurcontract op de afsluitingsdatum;12° het aantal personen van 65 jaar of ouder die deel uitmaken van het gezin van de aanvrager of de begunstigde van de huurtoelage;13° informatie volgens dewelke een gezinslid van de aanvrager of de begunstigde van de huurtoelage geniet van een andere toelage toegekend in toepassing van artikels 11, § 1, 165 en 166 van de Brusselse Huisvestingscode;14° informatie volgens dewelke de woning die gehuurd wordt toebehoort aan een ouder of verwant tot de tweede graad van de aanvrager of begunstigde van de huurtoelage of een van diens gezinsleden;15° informatie volgens dewelke de woning die gehuurd wordt beheerd wordt door een Openbare Vastgoedmaatschappij of door een sociaal verhuurkantoor;16° het rijksregisternummer.

Art. 24.Met het oog op de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, maakt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij de volgende gegevens over aan het Bestuur: : 1° het referentienummer, dit wil zeggen de identificatiecode van de kandidaat-huurder, bestaande uit het identificatienummer van de maatschappij van inschrijving en een volgnummer in de Gewestelijke gegevensbank ;2° het aantal voorkeurrechten;3° de gezinsinkomsten zoals bepaald in artikel 3, § 4, tweede lid van huidig besluit;4° de datum van schrapping van de kandidatuur, evenals de datum van intrekking van de schrapping, in geval van intrekking van de schrapping.

Art. 25.§ 1. De bewaringstermijn voor de persoonsgegevens die op grond van dit besluit worden verwerkt, bedraagt: 1° vijf jaar, vanaf de beslissing van het Bestuur tot verwerping van de van de aanvraag tot toelage, en desgevallend het einde van de beroepsprocedure;2° twee jaar, vanaf de verjaring van de beroepstermijn van gemeen recht, en, in voorkomend geval, de definitieve stopzetting van het beroep voor de gegevens verwerkt door het Bestuur die noodzakelijk zijn voor het nemen van beslissingen die een einde stellen aan het recht op toelage. § 2. Om te voldoen aan de bepalingen van artikel 3, § 2, 7°, zal het gegeven dat een toelage werd toegekend alsook de periode tijdens dewelke deze werd toegekend op zijn minst bewaard tot uitdoving of intrekking van het huidig besluit.

Art. 26.De gegevens worden aan geen enkele instantie doorgegeven, met uitzondering van de gevallen die door de wet zijn voorzien.

Art. 27.De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 2°, 3°, 5° en 12° zullen verzameld worden bij het Rijksregister, via de gewestelijke dienstenintegrator, met het oog op de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1°, 2°, 3° en 4° van het huidig besluit. De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 3° en 5° zullen uitsluitend bij het Rijksregister verzameld worden.

De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 9° zullen uitsluitend worden verzameld bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid met het oog op de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1° en 2° van het huidig besluit.

De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 8° zullen verzameld worden bij de gewestelijke organen bevoegd voor de kinderbijslag voor de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1° en 2° van het huidig besluit.

De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 7° zullen uitsluitend worden verzameld bij de Federale Overheidsdienst Financiën voor de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1° en 2° van het huidig besluit.

De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 4° en 11° zullen worden verzameld bij de Federale Overheidsdienst Financiën voor de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1° en 2° van het huidig besluit.

De gegevens bedoeld in artikel 23, § 1, 6° en 15° en artikel 24 zullen verzameld worden bij de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappijv via de gewestelijke dienstenintegrator met het oog op de verwezenlijking van de doeleinden bedoeld in artikel 22, 1°, 2° en 3° van het huidig besluit.

De gegevensverzameling bedoeld in dit artikel zal beperkt worden tot een niveau van detail benodigd voor de vereiste controles, desgevallend in samenwerking met de gewestelijke dienstenintegrator.

Art. 28.Iedere beslissing tot toekenning of verwerping van de aanvraag tot toelage bevat de gegevens betreffende de toekenningsvoorwaarden en de overheidsdiensten waarbij deze gegevens bekomen werden, alsmede de gegevens van de contactpersoon bij wie in dit verband een klacht kan worden ingediend. HOOFDSTUK 1 2. - Diverse bepalingen

Art. 29.De bedragen waarvan sprake is in artikel 4 van dit besluit zijn gekoppeld aan de index bedoeld in artikel 1728 bis, § 1, 4de lid, van het Burgerlijk Wetboek zoals ingevoegd door artikel 16 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 16 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen.

Ze worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van het indexcijfer voor de maand augustus die aan de herziening voorafgaat.

Die indexering wordt toegepast op het bedrag van de toelage bij de beslissing van toekenning of hernieuwing, en blijft van kracht gedurende de hele periode waarin de toelage wordt uitgekeerd.

De basisindex is die van de maand waarin dit besluit verschijnt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 30.§ 1. Elke communicatie tussen de aanvrager, de begunstigde of hun wettelijke vertegenwoordigers, en het Bestuur kan via elektronische weg gebeuren, voor zover de bestemmeling daar uitdrukkelijk mee ingestemd heeft. De bestemmeling wordt geïnformeerd over de te volgen procedures en de rechtsgevolgen. De bestemmeling kan op elk moment terugkomen op zijn akkoord om te communiceren via elektronische weg. § 2. Na instemming gebeurt elke communicatie in het kader van dit besluit uitsluitend via elektronische weg. § 3. Elke communicatie per aangetekend schrijven is ook mogelijk op eender welke manier die een vaste datum toekent aan de zending.

Art. 31.Het bestuur informeert via een gewoon schrijven de potentiële begunstigden die ze heeft kunnen identificeren.

De persoon die in voorgaand lid bedoelde brief heeft ontvangen, bevestigt dat ze voldoet aan alle toekenningsvoorwaarden door een aanvraag in te dienen volgens de modaliteiten bedoeld in hoofdstuk 4 van het huidig besluit. HOOFDSTUK 1 3. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 32.§ 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 juni 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/06/2012 pub. 26/09/2012 numac 2012203832 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot instelling van een huurtoelage sluiten tot instelling van een huurtoelage wordt opgeheven. § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel, blijft voormeld besluit van toepassing op aanvragen die zijn ingediend en princiepsakkoorden die zijn verzonden vóór de in werkingtreding van het huidige besluit, en dit tot 31 december van het vijfde jaar dat volgt op de in werkingtreding van huidig besluit. § 3. Het bedrag van de huurvermindering dat tijdens deze periode wordt toegepast, bedraagt hetzelfde bedrag als dit waar de begunstigde recht op had tijdens het jaar van inwerkingtreding van het huidig besluit, en dit vanaf 1 januari van het jaar volgend op de inwerkingtreding van het huidig besluit. § 4. In geval van verhuis, van opzeg van het lopende huurcontract of in geval van opmaak van een nieuw huurcontract tijdens deze periode, vervalt voorgaande bepaling op de laatste dag van het lopende huurcontract, en wordt het princiepsakkoord op die datum ingetrokken.

Art. 33.§ 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 13/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014031171 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 februari 2014 tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting sluiten tot instelling van een huurtoelage voor de kandidaat-huurders die ingeschreven staan op de lijsten van de sociale huisvesting wordt opgeheven. § 2. Het Bestuur kent een huurtoelage toe aan de begunstigden van een toelage toegekend op basis van het besluit bedoeld in § 1, die op datum van het in werking treden van huidig besluit voldoen aan de in artikel 3 bedoelde voorwaarden.

Het Bestuur kan aanvullende informatie opvragen, met toepassing van de bepalingen voorzien in artikel 9, §§ 2 tot en met 5 en § 7. § 3. Indien alle toekenningsvoorwaarden verenigd zijn, wordt een huurtoelage toegekend. Deze toekenning geldt voor een eerste periode van vijf jaar. De hernieuwing van de huurtoelage gebeurt conform de in artikel 15 bedoelde bepalingen. § 4. Indien de in artikel 3 bedoelde voorwaarden niet verenigd zijn, vervalt de toegekende toelage in het kader van het besluit geciteerd in § 1 op de datum waarop huidig besluit in voege treedt.

Art. 34.§ 1. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/05/2019 pub. 20/06/2019 numac 2019030533 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 tot invoering van een huisvestingstoelage in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 december 2018 tot invoering van een huisvestingstoelage in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.

Art. 35.De Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 21.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT

^