Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 februari 2020
gepubliceerd op 04 maart 2020

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen, wijzigen en opheffen van de bijzondere bestemmingsplannen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020030198
pub.
04/03/2020
prom.
20/02/2020
ELI
eli/besluit/2020/02/20/2020030198/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen, wijzigen en opheffen van de bijzondere bestemmingsplannen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, artikel 15, gewijzigd bij de ordonnantie van 30 november 2017;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 mei 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 03/08/2006 numac 2006031364 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006031288 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen sluiten houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 15 mei 2019;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 20 januari 2020;

Gelet op het evaluatieverslag, genaamd `gelijkekansentest', vereist door artikel 2, § 1°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentestin de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en door artikel 1 van het besluit van 22 november 2018 over de uitvoering van die ordonnantie, waarvan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 31/01/2019 kennis heeft genomen;

Gelet op het advies 66.383/2/V van de Raad van State, gegeven op 30 juli 2019 in toepassing van artikel 84, § 1, alinea 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie van 20 december 2019;

Overwegende dat de werklast voor een gemeente om een BBP te wijzigen of op te heffen al naargelang het geval even groot kan zijn als de werklast om een BBP op te stellen. Dat bovendien, volgens de interpretatie van het Hof van Justitie van de Europese Unie van richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, de opheffing van plannen en programma's, net zoals de opmaak en de wijziging ervan, aanzienlijke gevolgen kan inhouden voor het milieu. Dat het derhalve aangewezen is de regeling voor de gewestelijke subsidiëring van de gemeenten voor het opmaken van hun BBP's uit te breiden tot de eventuele wijziging en opheffing ervan, dat die uitbreiding ingesteld wordt door de ordonnantie van 30 november 2017, waarvan dit besluit de uitvoering nader bepaalt;

Overwegende dat voornoemde ordonnantie ook wijzigingen aanbracht aan artikel 41 van het BWRO betreffende de inhoud van de bijzondere bestemmingsplannen, waarvan een deel optioneel wordt;

Dat voornoemde ordonnantie de uitwerkingsprocedure voor het opstellen, wijzigen en opheffen van een bijzonder bestemmingsplan harmoniseert;

Dat deze wijzigingen nopen tot een herziening van de berekeningswijze van de subsidie opgenomen in hoofdstuk II van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 mei 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 03/08/2006 numac 2006031364 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006031288 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen sluiten, zoals gewijzigd door het Regeringsbesluit van 1 april 2010;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling, en in het bijzonder Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In de zin van dit besluit moet verstaan worden onder :- BWRO : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Regering van 9 april 2004 en bekrachtigd door de ordonnantie van 13 mei 2004; - Minister : de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening; - het Bestuur : het Bestuur belast met territoriale planning; ? BBP : bijzonder bestemmingsplan; ? MER : milieueffectenrapport.

Art. 2.Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Regering aan de gemeenten een subsidie verlenen voor het opmaken van nieuwe bijzondere bestemmingsplannen of voor het wijzigen of opheffen van plannen, overeenkomstig de artikelen 40 tot 57/1 van het BWRO. HOOFDSTUK II. - Berekening van de subsidie

Art. 3.Het subsidiebedrag is gelijk aan vijftig percent van de kostprijs van de door de Minister goedgekeurde werkzaamheden voor het opmaken, wijzigen of opheffen van het plan. HOOFDSTUK III. - Subsidiëringsprocedure

Art. 4.Elke aanvraag om subsidie wordt naar het Bestuur gestuurd, samen met de volgende documenten en inlichtingen, in tweevoud en in elektronisch formaat : 1° de met redenen omklede beslissing van de gemeenteraad om een bijzonder bestemmingsplan op te maken, te wijzigen of op te heffen, vergezeld van het dossier bedoeld in artikel 44, § 1, van het BWRO.2° een plan van de beoogde perimeter op DIN A4-formaat, met vermelding van de schaal;dat plan wordt tevens bijgevoegd op elektronische drager in tekenformaat "shp", "dgn", "dwg". 3° de aanvraag van het subsidiebedrag, vergezeld van de gedetailleerde berekening van de kostprijs van opmaak, wijziging of opheffing van het plan : een analyse, een motivering en een opgave van de te realiseren werkzaamheden, hun gedetailleerde prijs, post per post berekend;4° indien een externe dienstverlener aangesteld wordt, de identiteit en de gegevens van de natuurlijke of rechtspersonen gemandateerd door de gemeente om haar bij te staan bij de opmaak, wijziging of opheffing van het BBP en/of bij de opmaak van het MER, alsook alle documenten en beslissingen inzake de overheidsopdracht, in voorkomend geval het vastleggen van de voorwaarden van de overheidsopdracht, de keuze van de procedure, de schatting van de uitgave, de aankondiging van de opdracht, het speciaal lastenboek, de ingediende offertes, de inventaris van de prijzen, het analyseverslag van de offertes, de kwalitatieve selectie en de toewijzingsbeslissing, de prijs gedetailleerd per onderdeel;5° een raming van de termijn die nodig is om het bijzonder bestemmingsplan op te maken, te wijzigen of op te heffen, vergezeld van een ordonnanceringsplan dat melding maakt van het bedrag van de gevraagde schijven en de begrotingsjaren waarin om uitbetaling hiervan kan worden verzocht, conform de bepalingen van artikel 7 van dit besluit.

Art. 5.De Minister bepaalt de datum vanaf dewelke de documenten met betrekking tot dit besluit enkel nog in elektronisch formaat gecommuniceerd worden.

Art. 6.§ 1. Binnen de perken van de beschikbare middelen, wordt het subsidiebedrag bepaald en vastgelegd op basis van de berekening van de kostprijs van de werkzaamheden, goedgekeurd door de Minister. § 2. Bij de berekening van de subsidie verifieert de Minister of de kosten voor subsidie in aanmerking komen en kan ze, mits motivering, een maximum bedrag per post voorziene werken vastleggen dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de subsidie, of bepaalde posten weigeren, op basis van één of meerdere van volgende criteria : de bedragen voorzien in de schatting of in de offerte(s) in geval van beroep op een externe dienstverlener, de gewoonlijk gehanteerde prijzen voor dergelijke werkzaamheden, het nut van de werkzaamheden in functie van de doelstellingen, de elementen opgenomen in het advies van de administraties, gegeven in het kader van artikel 44 van het BWRO. § 3. De Minister spreekt zich binnen vier maanden uit door de subsidie te verlenen of te weigeren en in voorkomend geval het toegekend bedrag vast te stellen.

Art. 7.§ 1 Wanneer het ontwerp van BBP, van wijziging of van opheffing van het BBP noopt tot bijzondere bijkomende onderzoekingen, die tijdens het verloop van de procedure noodzakelijk blijken en die onvoorzienbaar waren in het begin ervan en niet het gevolg van verzuim van de gemeente, kan de Regering, na een met redenen omklede vraag van de gemeente, uitzonderlijk de toegekende subsidie verhogen rekening houdend met de omvang van deze bijkomende onderzoekingen en hun kostprijs. § 2. Om in aanmerking te komen voor subsidie, bedraagt deze bijkomende kost minimum 5 % van de initieel goedgekeurde totale kostprijs. § 3. Indien deze bijkomende kost voor subsidie in aanmerking komt, dan bedraagt deze 50 % ervan.

Art. 8.§ 1. De subsidie wordt op vraag van de gemeente uitgekeerd in vier schijven, op voorlegging van ondertekende en voor waar verklaarde schuldvorderingen, vergezeld van bewijsstukken en dit telkens in twee exemplaren en in elektronisch formaat, uitgesplitst als volgt : 1° een eerste schijf van dertig percent kan al onmiddellijk na de ontvangst van de bekendmaking van het subsidiebesluit gevraagd worden;2° een tweede schijf van dertig percent kan gevraagd worden wanneer het ontwerpplan ter openbaar onderzoek wordt voorgelegd;3° een derde schijf van dertig percent kan gevraagd worden wanneer het BBP, de wijziging of de opheffing ervan definitief is aangenomen door de gemeenteraad;als dit het geval is, dient de vraag vergezeld te zijn van de beslissing van de gemeenteraad; 4° het resterende deel kan gevraagd worden na de goedkeuring van het plan door de Regering. Bij het verzoek tot uitbetaling van het resterende deel worden de volgende documenten gevoegd : -de definitieve gedetailleerde berekening van de reële kostprijs van de uitwerking, wijziging of opheffing van het BBP; - de documenten die de prijs verantwoorden, gedetailleerd per post; - in voorkomend geval, de documenten van de bijzondere onderzoekingen vermeld in artikel 7; - het plan op elektronische drager in tekenformaat "shp", "dgn", "dwg". § 2 Elke subsidieaanvraag of uitbetalingsaanvraag wordt bij het Bestuur ingediend binnen het jaar na goedkeuring van het plan door de Regering.

Art. 9.Indien door verzuim van de gemeente het plan, zijn wijziging of opheffing niet binnen een termijn van vier jaar vanaf de bekendmaking van het subsidiebesluit aan de Regering ter goedkeuring wordt voorgelegd, is de gemeente verplicht de helft van de reeds gestorte subsidies terug te betalen.

Deze terugbetaling gebeurt binnen twee maanden nadat de vaststelling van de vertraging door de Minister werd betekend.

De Minister kan de in het eerste lid bedoelde termijn verlengen met twee jaar op met redenen omkleed verzoek van de gemeenteraad, dat bij het bestuur dient toe te komen ten laatste drie maanden voor het verstrijken van de periode van vier jaar vermeld in het eerste lid.

Indien door verzuim van de gemeente het plan, zijn wijziging of opheffing niet binnen de volgens het derde lid toegekende termijn aan de Regering ter goedkeuring wordt voorgelegd, is de gemeente verplicht de helft van de reeds gestorte subsidies terug te betalen.

Deze terugbetaling gebeurt binnen twee maanden nadat de vaststelling van de vertraging door de Minister werd betekend.

Na het verstrijken van de in het tweede of vijfde lid vermelde terugbetalingstermijn zijn op het terug te betalen bedrag van de subsidie van rechtswege en zonder ingebrekestelling intresten verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet, vanaf de dag volgend op het verstrijken van de termijn. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 10.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 mei 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 03/08/2006 numac 2006031364 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/05/2006 pub. 16/06/2006 numac 2006031288 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen sluiten houdende organisatie van de gewestelijke financiële tegemoetkoming in de kosten voor het opstellen van de bijzondere bestemmingsplannen, gewijzigd bij de besluiten van 7 december 2006, 1 april 2010 en 31 maart 2017, wordt opgeheven.

De subsidiëringsprocedures die nog lopen wanneer dit besluit in werking treedt, worden voortgezet overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regering van 18 mei 2006.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking 10 dagen na zijn bekendmaking.

Art. 12.De Minister bevoegd voor ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 februari 2020.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT

^