Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 2020
gepubliceerd op 20 november 2020

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2020016079
pub.
20/11/2020
prom.
29/10/2020
ELI
eli/besluit/2020/10/29/2020016079/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, gewijzigd door de wet van 24 december 2002;

Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, artikel 8, tweede lid;

Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, gewijzigd bij de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003;

Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, de artikelen 23, lid 3 en 34;

Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Innoviris, artikel 9 ;

Gelet op artikel 40 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingcode, toegevoegd door de ordonnantie van 1 april 2004;

Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe, de artikelen 6, § 2, en 9, eerste lid ;

Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Brussels Planningsbureau, artikel 10;

Gelet op het Koninklijk Besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten houdende de oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 1 § 2, bekrachtigd bij artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de Gelijke kansentest, uitgevoerd op 20 maart 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 6 maart 2019 ;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Gewestelijke Vennootschap van de Haven van Brussel van 24 mei 2019;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 20 juni 2019 Gelet op het advies van het beheerscomité van Actiris van 27 juni 2019;

Gelet op de protocol nr. 2020/3 van 9 juni 2020 van het Sectorcomité XV ;

Gelet op advies 67.799/2/V van de Raad van State, gegeven op 28 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Artikel 1.In artikel 2 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 21/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011465 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden de 2de en de 3de paragraaf opgeheven.

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "2/1. § 1. De kennisgeving of de betekening van een stuk in dit besluit geschiedt, behoudens uitzondering: - Hetzij middels de afgifte tegen een gedateerd en getekend ontvangstbewijs; - Hetzij middels aangetekende zending; - Hetzij middels aangetekende zending met ontvangstbewijs. § 2. Elke termijn wordt berekend, behoudens uitzondering: - Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij afgifte tegen een getekend en gedateerd ontvangstbewijs, de dag volgend op de afgifte, en deze dag is inbegrepen in de termijn; - Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gewone brief of bij aangetekende zending, vanaf de derde werkdag die volgt op de verzending van de brief, en is die dag inbegrepen in de termijn; - Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op de ontvangst van de brief en deze eerste dag is inbegrepen in de termijn.

Het postmerk geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst of de weigering.

Wanneer dit besluit voorziet in een termijn, wordt deze berekend in kalenderdagen, met inbegrip van zaterdagen, zondagen en de feestdagen bepaald in artikel 186, § 1.

Wanneer dit besluit voorziet in een termijn uitgedrukt in werkdagen, dan omvat deze termijn alle dagen van de week behalve zaterdagen, zondagen en feestdagen bepaald in artikel 186, § 1.

De termijn omvat de vervaldag. Wanneer de vervaldag evenwel een zaterdag, een zondag of een feestdag is, zoals bedoeld in artikel 1186, § 1, wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. Als deze dag valt tussen 25 december en 1 januari, wordt hij verplaatst naar de eerst volgende werkdag na 1 januari.

Indien dit besluit voorziet in de versturing via aangetekende zending met of zonder ontvangstbewijs wordt het versturen via een elektronische procedure, die op een aantoonbare wijze en aangepast aan de omstandigheden, de authenticiteit en de integriteit van de inhoud van de communicatie waarborgt, beschouwd als equivalent. Het gebruik van de elektronische identiteitskaart of de elektronische vreemdelingenkaart kan verplicht worden opgelegd.

Art. 3.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Indien voor de intraregionale of de externe mobiliteit gekozen wordt, zal de betreffende instelling van openbaar nut de vergelijkende selectie alleen organiseren.

Indien voor de aanwerving werd gekozen, zal de selectiecommissie bestaan uit: een voorzitter, afgevaardigd door SELOR; twee bijzitters."

Art. 4.In artikel 37 van de Franse versie van hetzelfde besluit worden de woorden "Service public régional de Bruxelles" vervangen door de woorden "au sein de l'organisme".

Art. 5.Artikel 57, lid 4, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "De directieraad beslist of de verlenging van de stage wordt toegestaan of geweigerd.".

Art. 6.In artikel 60 van hetzelfde besluit wordt het 2de lid opgeheven.

Art. 7.In artikel 65 van hetzelfde besluit wordt het woord "minister" vervangen door de woorden "benoemende overheid".

Art. 8.In artikel 66, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de woorden " functioneel bevoegde minister" vervangen door de woorden "benoemende overheid".

Art. 9.In artikel 71 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Enkel kandidaatstellingen die aan de voorzitter van de directieraad middels aangetekende brief werden gericht binnen een termijn van twintig dagen worden in aanmerking genomen. Deze termijn begint te lopen op de dag die volgt op de publicatie in het Belgisch Staatsblad voor kandidaten die niet tot de instelling behoren".

Art. 10.In artikel 82 van hetzelfde besluit wordt het 4de lid opgeheven.

Art. 11.In artikel 90 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het 4de lid wordt opgeheven.2° in de Franse versie, in het 3de lid worden de woorden "de la commission de promotion" vervangen door de woorden "président du Conseil de direction".3° in de Franse versie, in 5de lid worden de woorden "la commission de promotion " vervangen door de woorden "le Conseil de direction".

Art. 12.In artikel 98 van hetzelfde besluit wordt de zin "Aan de graden attaché, assistent, adjunct, klerk en beambte zijn de weddeschalen 101, 102 en 103 verbonden." vervangen door de zin "Aan de graden attaché, assistent, adjunct en klerk zijn de weddeschalen 101, 102 en 103 verbonden.".

Art. 13.In artikel 115, § 1, lid 1, van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen als volgt: "3° hetzij door te antwoorden op een oproep tot kandidaatstelling in het kader van een selectie die open staat voor kandidaten extern aan de instelling.In dat geval is de ambtenaar vrijgesteld van de in artikel 34, § 2 bedoelde vergelijkende selectie."

Art. 14.In artikel 116 van de Franse versie van hetzelfde besluit worden de woorden " à aux articles 34, § 3." vervangen door de woorden "à l'article 34, § 3.".

Art. 15.In artikel 132 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "Deze bevindingen worden ter kennis van de ambtenaar gebracht, hetzij door persoonlijke afgifte tegen ontvangstbewijs, gedateerd en ondertekend, hetzij per aangetekende brief.De ambtenaar maakt zijn eventuele opmerkingen binnen de 15 dagen over. "; 2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "De ambtenaar kan een document met een gunstige beoordeling betreffende de uitvoering van zijn werk aan zijn evaluatiedossier toevoegen, na zijn evaluator hiervan op de hoogte te hebben gebracht.".

Art. 16.In artikel 133 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 2 worden de woorden "een tussentijdse evaluatie" vervangen door "een tussentijds onderhoud".2° in lid 5 worden de woorden "binnen de 15 dagen na kennisname" vervangen door "binnen de 15 dagen na kennisname van het verslag".

Art. 17.In artikel 136, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zin "Binnen vijftien dagen na het evaluatiegesprek stelt de evaluator een evaluatieverslag op en kent hij de vermelding "gunstig", "onder voorbehoud" of "onvoldoende" toe, vergezeld van een motivering" vervangen door de zin "Behalve in geval van overmacht stelt de evaluator binnen de 15 dagen na het evaluatiegesprek een evaluatierapport op en kent hij de vermelding "gunstig", "onder voorbehoud" of "onvoldoende" toe, vergezeld van een motivering.".

Art. 18.Artikel 141 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Er wordt aan de ambtenaar een ontvangstbewijs van het beroep gegeven.".

Art. 19.Artikel 142 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 20.In artikel 181, lid 1, van de Franse versie van hetzelfde besluit wordt het woord "reporté" vervangen door het woord "reportés" ".

Art. 21.In artikel 183, eerste lid, 2°, laatste streepje van de Nederlandse versie van hetzelfde besluit, wordt de zin: "- voor ouderschapsverlof behalve loopbaanonderbreking bedoeld in de artikelen 191 en 192" vervangen door "voor ouderschapsverlof buiten loopbaanonderbreking bedoeld in de artikelen 191 en 192."

Art. 22.In artikel 191 lid 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "drie maanden" vervangen door de woorden "vier maanden".

Art. 23.In artikel 204, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "een medisch attest" vervangen door de woorden "een getuigschrift voor verstrekte hulp".

Art. 24.In artikel 220 van hetzelfde besluit wordt lid 2 vervangen als volgt: " § 2. Het verlof wordt evenwel bezoldigd wanneer de ambtenaar wordt aangewezen als nationaal deskundige krachtens de beschikking van 26 juli 1988, van 7 januari 1998 of van 12 november 2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van de regeling die geldt voor nationale deskundigen die bij de diensten van de Commissie gedetacheerd zijn.

Het kan eveneens worden bezoldigd met instemming van de Regering wanneer de opdracht in het kader van de programma's van de Europese Unie wordt toegewezen.

Het is eveneens bezoldigd wanneer de ambtenaar, overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 31/05/2018 numac 2018012383 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad van Financiën sluiten betreffende de Hoge Raad van Financiën, wordt aangesteld als lid van het secretariaat van de afdeling Financieringsbehoeften van de Hoge Raad van Financiën.".

Art. 25.Artikel 234, 1ste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Het ministerieel besluit van 20 juni 2016Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 20/06/2016 pub. 01/12/2016 numac 2016031661 bron service public regional de bruxelles Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor de medische controle van toepassing op de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type ministerieel besluit prom. 20/06/2016 pub. 01/12/2016 numac 2016031662 bron gewestelijke overheidsdienst brussel Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels voor de medische controle van toepassing op de personeelsleden van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel sluiten tot vaststelling van de regels voor de medische controle van toepassing op de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is eveneens van toepassing op de operatoren van de noodcentrale van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp. Artikel 7 van dit ministerieel besluit is op hen echter niet van toepassing."

Art. 26.In artikel 254 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen noch voorzitter van een raad voor maatschappelijk welzijn is, lid van een raad voor maatschappelijk welzijn of van een bijzonder comité voor de sociale dienst dat noch voorzitter noch lid van het vast bureau is of lid van een districtsraad dat noch voorzitter noch lid van het bureau is, van een gemeente: a) tot 80.000 inwoners: 2 dagen per maand; b) meer dan 80.000 inwoners: 4 dagen per maand;" 2° Punt 2° wordt vervangen door wat volgt: "2° schepen, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, voorzitter van een bijzonder comité voor de sociale dienst of lid van het bureau van een districtsraad van een gemeente: a) tot 30.000 inwoners: 4 dagen per maand; b) van 30.001 tot 50.000 inwoners: een kwart van een voltijdse baan; c) van 50.001 tot 80.000 inwoners: de helft van een voltijdse baan;".

Art. 27.In artikel 276, paragraaf 2, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 28.Artikel 290 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 29.Artikel 301 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een 2de lid dat luidt als volgt: "Deze termijn gaat in op de eerste werkdag volgend op de dag dat de aangetekende brief houdende het beroep aan de postdiensten overhandigd werd."

Art. 30.In artikel 305 van hetzelfde besluit wordt het 5de lid opgeheven.

Art. 31.In artikel 311 van hetzelfde besluit wordt het laatste lid vervangen door de volgende bepaling: "Een kennisgeving aan de ambtenaar volgt op de schorsingsbeslissing.".

Art. 32.Artikel 325, § 1, 1ste lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende zin: "Voor wat betreft de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, wordt geen rekening gehouden met het operationeel personeel opgenomen op het personeelsplan om het percentage te berekenen."

Art. 33.In artikel 331, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "die aan de dienstplichtwetten niet meer voldoet" geschrapt.

Art. 34.In artikel 332 van hetzelfde besluit wordt het 1ste lid vervangen door wat volgt: "1° het vrijwillig ontslag. In deze situatie mag de ambtenaar zijn post niet eerder verlaten dan minimaal dertig dagen na kennisgeving van zijn ontslag per aangetekend schrijven aan de directeur-generaal of de adjunct-directeur-generaal. Deze termijn kan verkort worden in onderling akkoord."

Art. 35.In hetzelfde besluit wordt in boek II, titel II, hoofdstuk III, een afdeling 5 ingevoegd die de artikelen 364/1 tot 364/6 bevat, luidende: "Afdeling 5. - Specifieke bepalingen ten gunste van de leden van het administratief personeel toegewezen in de hoedanigheid van operator aan de centrale 100-112 van de DBDMH Art. 364/1 De ambtenaar dat als operator is toegewezen aan het hulpcentrum 100/112 geniet een forfaitaire vergoeding als compensatie voor nacht-, zaterdag- en zondagswerk tegen de hierna vermelde voorwaarden.

Art. 364/2.Elke effectieve gepresteerde wacht van 12 uur geeft recht op een forfaitaire vergoeding van 5 uur. Voor personeelsleden die geen nachten mogen presteren vanaf 20 uur en die alleen tussen 8 uur en 20 uur presteren bedraagt de forfaitaire vergoeding 4 uur.

Art. 364/3.Er dient te worden verstaan onder nachtprestaties, de prestaties tussen 18 en 8 uur.

Art. 364/4.Het bedrag per uur prestatie van de toelage wordt vastgesteld op 1/1850 van het salaris vermeerderd met de haard- of standplaatstoelage en/of de toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt.

Art. 364/5.Een verantwoordelijkheidstoelage wordt toegekend aan de ambtenaren die als operator zijn toegewezen aan de centrale 100-112 van de Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.

Deze toelage bedraagt € 1.365 op jaarbasis.

Zij is gekoppeld aan de schommelingen van de spilindex 138.01.

Art. 364/6.De toelagen worden maandelijks uitbetaald, na het vervallen van de termijn."

Art. 36.In hetzelfde besluit wordt in boek II, titel II, hoofdstuk V, een afdeling 3 ingevoegd die het artikel 366/1 bevat, luidende: "Afdeling 3. - Het maximumbedrag van de toelagen

Art. 366/1.Het bedrag van de toelagen bedoeld in artikel 365 en 366 uitbetaald aan een ambtenaar mag de hoogste toelage niet overschrijden."

Art. 36.In artikel 376, § 1, 1ste lid van de Franse versie van hetzelfde besluit wordt het woord "euro" vervangen door het woord "euros".

Art. 37.In artikel 402 van de Franse versie van hetzelfde besluit worden de woorden "son domicile" vervangen door de woorden "sa résidence".

Art. 38.In artikel 405, § 2, lid 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel " vervangen door de woorden "de instelling".

Art. 39.Artikel 443 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 40.In artikel 449, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "een hernieuwbare periode van zes maanden" vervangen door de woorden "een periode van maximum zes maanden die hernieuwd kan worden".

Art. 41.In artikel 466 van hetzelfde besluit wordt het 2de lid opgeheven.

Art. 42.In artikel 489 van de Franse versie van hetzelfde besluit wordt het woord "entamé" vervangen door het woord "conclu".

Art. 43.In hetzelfde besluit wordt een artikel 489/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: " § 2. Ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit een schaalanciënniteit van ten minste 15 jaar hebben, berekend overeenkomstig artikel 421, hebben recht op weddeschaal 103, 113 of 220, afhankelijk van hun graad, onder voorbehoud van artikels 99, 2° en 3°.

Ambtenaren die op de datum van inwerktreding van dit besluit een schaalanciënniteit van 6 tot 15 jaar hebben, berekend overeenkomstig artikel 421, hebben vanaf 15 jaar schaalanciënniteit recht op weddeschaal 103, 113 of 220, afhankelijk van hun graad, onder voorbehoud van artikels 99, 2° en 3°. "

Art. 44.In bijlage I, hoofdstuk I, niveau B, bij hetzelfde besluit, wordt een punt 9) ingevoegd, dat als volgt luidt: "Getuigschrift hoger onderwijs van de 1e cyclus uitgereikt door het hoger onderwijs voor sociale promotie.". HOOFDSTUK II. - Overgangsbepaling

Art. 45.De vergelijkende selectieprocedures en de selectieprocedures voor de per mandaat te plannen functies, waarvoor de functies vacant verklaard werden voor de inwerkingtreding van dit besluit worden voortgezet op basis van de bepalingen die op deze procedure van toepassing waren voor deze datum. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 46.Dit besluit treedt in werking op de 15de dag die volgt op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 47.Het artikel 44 heeft uitwerking met ingang 1 april 2018.

Art. 48.De minister bevoegd voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 oktober 2020.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn, B. CLERFAYT

^