4 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanduiding van de besturen en instanties die verzocht worden hun advies uit te brengen in het kader van de door titels II en III van het BWRO bepaalde procedures met betrekking tot de plannen en de stedenbouwkundige verordeningen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de artikelen 18, § 4, 25, § 4, 30/5, § 1, 35, § 1, 48, § 3, 89/3, § 2, en 92 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen;

Gelet op de vier besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 september 2010 tot aanduiding van de adviesorganen die verzocht worden hun advies uit te brengen : * over het ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan en over het milieu-effectenrapport; * over het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en over het milieu-effectenrapport; * over het ontwerp van gemeentelijk ontwikkelingsplan en over het milieu-effectenrapport; * over het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 september 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 30/09/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010031471 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanduiding van de besturen en organen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van bijzonder bestemmingsplan en, in voorkomend geval, het milieu-effectenrapport sluiten tot aanduiding van de besturen en organen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van bijzonder bestemmingsplan en, in voorkomend geval, het milieu-effectenrapport;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie van 29 maart 2018;

Gelet op het evaluatieverslag betreffende de gelijke kansen, "gelijke kansentest" genoemd, zoals vereist door artikel 2, § 1, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest en door artikel 1, § 1, van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis heeft genomen op 4 juli 2019;

Gelet op advies 63.722/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2018, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de wezenlijke inhoud van de hierboven vermelde besluiten naar aanleiding van de hervorming van het BWRO opgenomen is in de tekst van het BWRO zelf; dat die besluiten dus opgeheven moeten worden en enkel voorzien moet worden in de uitvoeringsbepalingen die vereist zijn door de artikelen 48, § 3 en 92 van het Wetboek, die respectievelijk verband houden met de bijzondere bestemmingsplannen en de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling, en in het bijzonder Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De besturen die overeenkomstig artikel 48 § 3 van het BWRO verzocht worden een advies uit te brengen over het ontwerp van uitwerking, wijziging of opheffing van een bijzonder bestemmingsplan, en in voorkomend geval over het bij dat ontwerp gevoegde milieueffectenrapport, zijn : * het bestuur belast met stedenbouw; * het bestuur belast met monumenten en landschappen; * het bestuur belast met mobiliteit.

Art. 2.De besturen die overeenkomstig artikel 92 van het BWRO verzocht worden een advies uit te brengen over het ontwerp van uitwerking, wijziging of opheffing van een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, en in voorkomend geval over het bij dat ontwerp gevoegde milieueffectenrapport, zijn : * het bestuur belast met territoriale planning; * het bestuur belast met monumenten en landschappen; * het bestuur belast met mobiliteit.

Art. 3.De volgende besluiten worden opgeheven : 1° het besluit van 9 september 2010 tot aanduiding van de adviesorganen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan en over het milieu-effectenrapport;3° het besluit van 9 september 2010 tot aanduiding van de adviesorganen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan en over het milieu-effectenrapport;4° het besluit van 9 september 2010 tot aanduiding van de adviesorganen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van gemeentelijk ontwikkelingsplan en over het milieu-effectenrapport;5° het besluit van 9 september 2010 tot aanduiding van de adviesorganen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van gewestelijke stedenbouwkundige verordening;5° het besluit van 30 september 2010 tot aanduiding van de besturen en organen die verzocht worden hun advies uit te brengen over het ontwerp van bijzonder bestemmingsplan en, in voorkomend geval, het milieu-effectenrapport.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De procedures die officieel werden opgestart vóór die datum, blijven onder de vroegere regelgeving vallen.

Art. 5.De Minister die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 juli 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT