25 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het commercieel vervoer van dieren

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97, inzonderheid 10, 11, 13, lid 1, 17, lid 2, en 18.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid artikel 13;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/02/2007 pub. 13/03/2007 numac 2007022304 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren sluiten betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2010 pub. 25/06/2010 numac 2010024219 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren sluiten betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 5/06/2018;

Gelet op het akkoord van de minister van begroting van 13/07/2018;

Gelet op het evaluatieverslag in uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies nr. 64.971 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister bevoegd voor het dierenwelzijn;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de verordening : Verordening (EG) nr.1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97. 2° Vergunning "type 1": vergunning voor vervoerders zoals bedoeld in artikel 10 van de verordening.3° Vergunning "type 2": vergunning voor vervoerders voor lange transporten zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening.4° Leefmilieu Brussel : bevoegde autoriteit zoals vermeld in artikel 2, f) van de verordening.5° Opleidingsinstituut : een onafhankelijke publieke of private instelling die erkend is door de bevoegde overheid om opleidingen te verstrekken. § 2. Voor de interpretatie van huidig besluit, wordt verwezen naar de definities van artikel 2 van de verordening.

Art. 2.Huidig besluit is van toepassing op het vervoer van dieren zoals gedefinieerd in de artikelen 1 en 2 van de Verordening. HOOFDSTUK 2. - Vervoerders Afdeling 1. - Vergunning voor de vervoerder

Art. 3.§ 1. De door de aanvrager ingevulde en ondertekende aanvraag voor een vergunning "type 1" of "type 2" wordt per post of elektronisch ingediend bij Leefmilieu Brussel door middel van het formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel.

De aanvrager betaalt de kosten verbonden aan de aanvraag per overschrijving op het rekeningnummer IBAN: BE14 0912 3109 8283 Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Vooruitgangstraat 80,1035 Brussel.

Het bedrag van deze kosten wordt forfaitair bepaald op 75 EUR. § 2. Naargelang de aanvraag van het type vergunning Type 1 of Type 2, worden de documenten zoals bepaald in de artikelen 10 en 11 van de verordening toegevoegd aan het aanvraagformulier voor vergunning. § 3. Iedere wijziging of stopzetting van activiteiten of iedere wijziging van de coördinaten moet zonder vertraging per post of per elektronische weg aan Leefmilieu Brussel betekend worden. § 4. Binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst, stuurt Leefmilieu Brussel een ontvangstbevestiging waarin : De aanvrager geïnformeerd wordt over de bepaling van § 5, eerste en tweede alinea van dit artikel;

De aanvrager geïnformeerd wordt dat zijn dossier volledig is of, indien noodzakelijk, uitgenodigd wordt om het te vervolledigen. § 5. Leefmilieu Brussel kent de vergunning toe binnen een termijn van vier maanden die volgt op de ontvangst van de volledige aanvraag. De vergunning kan het voorwerp uitmaken van beperkingen betreffende de soorten en het aantal dieren.

De vergunning is geldig voor maximaal vijf jaar.

De aanvraag tot hernieuwing van de vergunning moet door de vervoerder worden ingediend bij Leefmilieu Brussel tussen de zevende en de vierde maand voor de vervaldatum van de vergunning. Ter ondersteuning van zijn aanvraag tot hernieuwing, moet de vervoerder de documenten opgesomd in de verordening in functie van het type vervoer toevoegen.

Indien de toelating geweigerd wordt, wordt de aanvrager hier zo snel mogelijk over geïnformeerd. § 6. Leefmilieu Brussel kan de vergunning voor de vervoerder intrekken of schorsen overeenkomstig artikel 26 van de verordening. De betrokkene wordt per aangetekende zending geïnformeerd van het opstarten van deze procedure. Deze beschikt over een termijn van 15 dagen vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende zending om zijn opmerkingen aan Leefmilieu Brussel over te maken. De beslissing tot intrekking of schorsing van de vergunning kan niet genomen worden voor het verstrijken van voornoemde termijn. Afdeling 2. - Certificaat van goedkeuring van het wegvervoermiddel

Art. 4.§ 1. De door de aanvrager ingevulde en ondertekende aanvraag voor certificaat van goedkeuring wordt per post of elektronisch ingediend bij Leefmilieu Brussel middels het formulier dat beschikbaar is op de website/het portaal van Leefmilieu Brussel. Ze moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 18 van de verordening. § 2. De inspectie van het vervoermiddel bedoeld in artikel 18 van de verordening wordt uitgevoerd door de met het toezicht belaste personeelsleden van Leefmilieu Brussel bedoeld in artikel 34, § 1 van de wet van 14 augustus 1986. § 3. De aanvrager betaalt de kosten verbonden aan de aanvraag per overschrijving op het rekeningnummer IBAN: BE14 0912 3109 8283 Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel.

Het bedrag van deze kosten wordt forfaitair bepaald op 25 EUR per vervoermiddel. § 4. Leefmilieu Brussel kent het certificaat van goedkeuring toe binnen een termijn van vier maanden die volgt op de ontvangst van de volledige aanvraag.

Indien het certificaat van goedkeuring geweigerd wordt, wordt de aanvrager hier zo snel mogelijk over geïnformeerd. § 5. Het certificaat van goedkeuring is geldig voor maximaal vijf jaar. De aanvraag tot hernieuwing van het certificaat van goedkeuring moet worden ingediend bij Leefmilieu Brussel tussen de zevende en de vierde maand voor zijn vervaldatum. Zij wordt behandeld overeenkomstig de bepalingen van huidig artikel. § 6/ Leefmilieu Brussel kan het certificaat van goedkeuring intrekken of schorsen overeenkomstig artikel 26 van de verordening. De betrokkene wordt per aangetekende zending geïnformeerd van het opstarten van deze procedure. Deze beschikt over een termijn van 15 dagen vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende zending om zijn opmerkingen aan Leefmilieu Brussel over te maken. De beslissing tot intrekking of schorsing van het certificaat van goedkeuring kan niet genomen worden voor het verstrijken van voornoemde termijn. Afdeling 3. - Getuigschrift van vakbekwaamheid

Art. 5.§ 1. De opleiding omvat ten minste de technische en administratieve aspecten van de Europese wetgeving met betrekking tot de dierenbescherming tijdens het vervoer zoals vermeld in bijlage IV van de verordening alsook : a) de administratieve verplichtingen;b) de identificatie en de registratie;c) het schoonmaken en desinfecteren. De opleiding wordt gegeven door een persoon die over een aantoonbare expertise in het domein van het dierenwelzijn/de bescherming van dieren tijdens het vervoer beschikt en/of door een opleidingsinstituut, op basis van een cursus goedgekeurd door Leefmilieu Brussel. § 2. Het examen vermeld in bijlage IV van de verordening wordt georganiseerd door een opleidingsinstituut. Het bestaat uit minstens 15 algemene vragen en 10 vragen per diersoort waarvoor de kandidaat het examen wenst af te leggen, op basis van een lijst goedgekeurd door Leefmilieu Brussel. De vragenlijst zal geactualiseerd worden gelet op de wettelijke en reglementaire evoluties en de wetenschappelijke literatuur.

Om in het examen te slagen moet de kandidaat minstens 60% van de punten behalen.

Indien de kandidaat niet geslaagd is op het examen, wacht hij minstens een week alvorens het examen opnieuw af te leggen.

Indien de kandidaat is geslaagd op het examen, wordt het getuigschrift van vakbekwaamheid afgegeven door de opleidingsinstituut. § 3. Het getuigschrift van vakbekwaamheid is geldig voor een periode van vijf jaar. Bij het verstrijken van de geldigheidsduur, moet de vervoerder die zijn getuigschrift wil verlengen, het examen overeenkomstig de §§ 1 tot 4 opnieuw afleggen. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 6.Het koninklijk besluit van 13 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2010 pub. 25/06/2010 numac 2010024219 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren sluiten betreffende het getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van landbouwhuisdieren wordt opgeheven.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 14 februari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/02/2007 pub. 13/03/2007 numac 2007022304 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren sluiten betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren wordt opgeheven.

Art. 8.De minister van Dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 april 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek, Openbare Netheid, Vuilnisophaling en -verwerking en Gemeentelijke sportinfrastructuur, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met het Dierenwelzijn, P. SMET