gepubliceerd op 13 maart 2007
Koninklijk besluit betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren
14 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren, inzonderheid op artikel 13, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de bescherming van dieren tijdens het vervoer en de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, halteplaatsen en verzamelcentra, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 december 2000, 27 april 2005 en 16 januari 2006;
Overwegende de verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van verordening (EG) nr. 1255/97, inzonderheid artikelen 10 en 11;
Gelet op het advies nr. 41.461/3 van de Raad van State, gegeven op 24 oktober 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het vervoer van dieren zoals gedefinieerd in verordening (EG) nr. 1/2005 met uitzondering van landbouwhuisdieren.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° landbouwhuisdier : dier behorend tot een van onderstaande soorten : - rund; - varken; - pluimvee (kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, loopvogels (ratites), fazanten, duiven en patrijzen); - schaap; - geit; - hertachtige; - paard; 2° de Dienst : de Federale Overheidsdienst belast met het dierenwelzijn;3° de verordening : verordening (EG) nr.1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van verordening (EG) nr. 1255/97. HOOFDSTUK II. - Vervoerders
Art. 3.§ 1. De vergunning bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de verordening wordt aangevraagd bij de Dienst door middel van het formulier opgenomen in bijlage.
De Dienst verleent de vergunning binnen een maand na ontvangst van het volledig ingevulde aanvraagformulier indien aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 10 en 11 van de verordening is voldaan.
Aan de vergunning kunnen beperkingen met betrekking tot de soorten en het aantal dieren worden verbonden.
De vergunning is geldig voor een periode van vijf jaar. § 2. De Dienst kan op ieder ogenblik de vergunning intrekken van een vervoerder die niet langer voldoet aan de voorwaarden bepaald in de verordening. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 februari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 februari 2007 betreffende het commercieel vervoer van dieren andere dan landbouwhuisdieren.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE