Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2017
gepubliceerd op 21 augustus 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017040456
pub.
21/08/2017
prom.
19/07/2017
ELI
eli/besluit/2017/07/19/2017040456/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd bij de Ordonnantie van 8 september 1994, artikelen 3, 4, 2° en 3°, en 6, § 2;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, artikel 93;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031562 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031573 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op de gendertest, opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 maart 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2017;

Gelet op het advies 61.649/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 houdende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (OJ L 352 van 24 december 2013, p. 1-8);

Overwegende het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 18 mei 2017;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Buitenlandse Handel, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder : 1° ordonnantie : de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° Minister : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Buitenlandse Handel;3° BEW : Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;4° BAOB : het Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven;5° subsidie : de toegekende financiële steun volgens de voorwaarden voorzien in dit besluit;6° onderneming : de entiteit bedoeld in artikel 1 van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, met uitzondering van de publieke ondernemingen, de ondernemingen die behoren tot de social profitsector of die opdrachten van openbaar nut vervullen;7° micro-onderneming: de onderneming bedoeld in artikel 2, derde lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen;8° kleine onderneming: de onderneming bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro-onderneming is;9° middelgrote onderneming : de onderneming bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de bijlage bij de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, die geen micro- of kleine onderneming is;10° starter : de onderneming die sinds minder dan vier jaar ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen;11° begunstigde : de natuurlijke of rechtspersoon die de subsidie aanvraagt of ontvangt;13° beurs : manifestatie met commercieel en internationaal karakter, meer bepaald beurs, salon, tentoonstelling, markt, ontmoeting met partners, met inbegrip van beroepscongressen, virtuele beurzen, pressdays en showrooms, die plaats heeft buiten het Belgisch grondgebied.

Art. 2.Om een subsidie voorzien in dit besluit te kunnen genieten, beantwoordt de onderneming aan de volgende voorwaarden : 1° een in het Brussels Hoofdstedelijk gelegen vestigingseenheid hebben, er een economische activiteit uitoefenen en er beschikken over menselijke middelen en goederen die specifiek voor haar bestemd zijn;2° niet actief zijn in een van de economische activiteitensectoren die in bijlage 1 opgenomen zijn;3° niet actief zijn in de social profit sector of geen opdrachten van openbaar nut uitvoeren;4° geen overheidsbedrijf of vereniging zonder winstoogmerk zijn in de zin van de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen. De onderneming bezorgt bovendien een beleidsplan met het oog op de bevordering van de buitenlandse handel waarin het initiatief waarvoor ze een subsidie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vraagt kadert.

Art. 3.Worden uitgesloten van het genot van subsidies : 1° de uitgaven die intern in de onderneming worden verricht, met uitzondering van de subsidie als bedoeld in hoofdstuk VI van dit besluit;2° de normale en terugkerende werkingsuitgaven van de onderneming;3° alle uitgaven met een overbodig karakter;4° de externe diensten die op regelmatige basis in onderaanneming gepresteerd worden;5° de uitgaven die een rechtstreeks verband hebben met een permanente of periodieke activiteit van de onderneming.

Art. 4.De uitgaven waarmee rekening wordt gehouden in het kader van de berekening van de subsidie zijn de uitgaven btw niet-inbegrepen. De btw kan slechts in aanmerking genomen worden indien ze effectief en definitief door de begunstigde gedragen wordt. In dit laatste geval levert de begunstigde hiervan bewijs.

Art. 5.BEW deelt de beslissing tot toekenning van de subsidie mee aan de begunstigde door middel van een beslissingsfiche die inlichtingen over alle toekenningsmodaliteiten geeft.

Art. 6.De begunstigde vermeldt het bedrag van de subsidie uitdrukkelijk in zijn jaarrekeningen.

Art. 7.De begunstigde dient gedurende een periode van drie jaar die begint te lopen vanaf de datum waarop de beslissing tot toekenning van de subsidie genomen werd waarvan sprake in artikel 5 : 1° de toekenningsmodaliteiten van de subsidie zoals ze in de beslissingsfiche bedoeld in artikel 5 staan, na te leven;2° haar economische activiteiten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te handhaven;3° geen andere subsidie aan te vragen bij een internationale, federale, gewestelijke, gemeenschaps- of lokale overheid voor dezelfde uitgaven;4° in regel te zijn met alle normen die op haar van toepassing zijn, meer bepaald de normen van fiscale, sociale en milieuaard.

Art. 8.BEW brengt de begunstigde bij elke beslissing tot toekenning op de hoogte dat de subsidie wordt verleend overeenkomstig het stelsel van de-minimissteun zoals bepaald door de Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun, of om het even welke andere regelgeving die het vervangt, opdat ze een boekhouding zou kunnen voeren van de aldus ontvangen steun. Elke soortgelijke nieuwe steun wordt slechts toegekend nadat de begunstigde onderneming een verklaring op eer heeft overgemaakt, aan de hand waarvan ze verklaart dat de gevraagde steun er niet voor zorgt dat de som van de volgens dat stelsel al verleende steun, met inbegrip van de steun verkregen krachtens een andere wetgeving, het maximumbedrag overschrijdt dat gedurende de door de de-minimis Verordening voorgeschreven periode is toegelaten.

Art. 9.De begunstigde bezorgt al zijn mogelijke vacatures aan Actiris. HOOFDSTUK II. - Subsidie voor de verwezenlijking van informatiedragers ter bevordering van de buitenlandse handel

Art. 10.De Minister kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen voor het verwezenlijken van informatiedragers die voor de promotie van de buitenlandse handel bestemd zijn.

Art. 11.De subsidieerbare uitgaven voor de verwezenlijking van informatiedragers zijn de uitgaven met betrekking tot promotionele dragers in een andere taal dan een van beide gewesttalen voor de individuele presentatie van activiteiten, referenties, producten of diensten van de onderneming zoals brochures, folders, catalogi, websites, filmproductie, logo's, vertaalkosten in een andere taal dan één van beide gewesttalen, uitgezonderd de stalen en websites, e-commerce platforms of om het even welke andere digitale drager.

Art. 12.De informatiedragers worden verwezenlijkt door een onafhankelijke professionele dienstverlener van de begunstigde en worden rechtstreeks gefactureerd aan de begunstigde.

Art. 13.Het percentage van de subsidie bedraagt 50 % van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 11, met een minimale tussenkomst van 500 euro en een maximale tussenkomst van 5.000 euro per kalenderjaar.

Het maximaal bedrag van 5.000 euro wordt berekend op basis van de beslissingen van BEW zoals betekend aan de begunstigde.

Indien de begunstigde een starter is, wordt het percentage van tussenkomst van de in het eerste lid bedoelde subsidie verhoogd tot 75 %.

Art. 14.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

BEW ontvangt de aanvraag vóór aanvang van het ontwerp van de drager.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De betaling van de subsidie heeft plaats na verwezenlijking van de betrokken promotionele drager op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven, vergezeld gaande van een exemplaar van de gerealiseerde drager.

Enkel de facturen na de datum van ontvangst van de aanvraag zullen in aanmerking genomen worden, met uitzondering van de voorschotfacturen.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van de verwezenlijking van de drager in het bezit van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK III. - Subsidie voor de commerciële prospectie van markten die in het buitenland gelegen zijn

Art. 15.De Minister kan binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten een subsidie toekennen aan micro-, kleine of middelgrote ondernemingen voor commerciële prospectieopdrachten in het buitenland voor nieuwe markten.

Een markt wordt als nieuw beschouwd wanneer de verkoop van de onderneming er niet 10% van de gemiddelde totale omzet van de onderneming over de twee jaren voorafgaand aan de aanvraag overschrijdt.

Indien de begunstigde een starter is, wordt de in het eerste lid bedoelde subsidie toegekend zonder dat de voorwaarde van nieuwe markt nageleefd moet worden.

Art. 16.De subsidieerbare uitgaven voor de commerciële prospectie van markten gelegen in het buitenland zijn de volgende : 1° de uitgaven betreffende de verblijf- en reiskosten in het kader van zakenreizen in het buitenland voor de verkenning van de markten, de selectie van invoerders of tussenpersonen, de contacten met buitenlandse agenten of kopers;2° de uitgaven betreffende de huisvestings- en reiskosten in het kader van de deelname aan evenementen in het buitenland zoals missies, congressen, contactdagen en seminaries en dit met het oog op een gunstige impact op de exportactiviteiten van de onderneming op de betrokken markten;3° de uitgaven voor de hulp van een derde die minimum twee jaar beroepservaring heeft en een lijst met relevante referenties kan voorleggen waaruit zijn goede reputatie naar voor komt en onafhankelijk is van de onderneming, waardoor de prospectie van de buitenlandse markten kan verricht worden;4° de administratieve kosten voor registratie, homologatie en certificering op de buitenlandse markten met als doel de commercialisering van producten of diensten, uitgezonderd de kosten voor homologatie en certificering als dusdanig. De subsidieerbare uitgaven dekken de kosten van maximum tien opeenvolgende dagen.

Indien de begunstigde een starter is, wordt de subsidie toegekend voor de in het eerste lid bedoelde uitgaven binnen en buiten de Europese Unie.

Indien de begunstigde geen starter is, wordt de subsidie enkel toegekend voor de in het eerste lid bedoelde uitgaven buiten de Europese Unie.

Art. 17.De uitgaven die verband houden met de huisvestingskosten tijdens de prospectieopdracht in het buitenland worden slechts in aanmerking genomen ten belope van het forfaitair bedrag zoals bepaald door de Minister.

De uitgaven die verband houden met de reiskosten per vliegtuig tijdens de prospectieopdracht worden slechts in aanmerking genomen ten belope van het forfaitair bedrag zoals bepaald door de Minister.

Art. 18.Het percentage van de subsidie bedraagt 50 % van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 16, met een minimale tussenkomst van 500 euro en een maximale tussenkomst van 12.500 euro per kalenderjaar.

Het in het eerste lid bedoelde percentage van subsidie bedraagt 75 % bij een prospectieopdracht die plaatsheeft binnen de achttien maanden volgend op : 1° de deelname van de begunstigde aan een actie van het BAOB in het land betrokken door de steunaanvraag;2° het succesvol afronden door de begunstigde van het opleidingsprogramma bestemd voor ondernemingen die hun activiteiten wensen te internationaliseren, georganiseerd door het BAOB of door elk ander opleidingsprogramma erkend door de Minister.

Art. 19.Het aantal gesubsidieerde commerciële prospectiereizen naar het buitenland wordt beperkt tot vijf per begunstigde, per kalenderjaar.

Art. 20.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

BEW ontvangt de aanvraag uiterlijk een dag voor de aanvang van de prospectieopdracht, bepaald op basis van de vertrekdatum vermeld op de vervoersbewijzen.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven, en een uitvoeringsverslag van de prospectie.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van afloop van de commerciële prospectiereis in het bezit van alle bewijsstukken, met inbegrip van het uitvoeringsverslag van de prospectie. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK IV. - Subsidie voor de uitnodiging van prospecten afkomstig uit markten die buiten de Europese Unie gelegen zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 21.De Minister kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen zodat ze op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest prospecten kunnen uitnodigen afkomstig uit markten die buiten de Europese Unie gelegen zijn. De komst van prospecten volgt op een deelname van de begunstigde aan een door BEW gesubsidieerde beurs of op een door BEW gesubsidieerde commerciële prospectiereis in een land waar de prospecten hun activiteit uitoefenen.

Art. 22.De subsidieerbare uitgaven voor de uitnodiging van prospecten afkomstig uit markten die buiten de Europese Unie gelegen zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn kosten die verband houden met de huisvesting van maximaal twee prospecten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedurende een verblijf van maximaal twee nachten en de kosten die verband houden met hun verplaatsingen.

De uitgaven die verband houden met de reizen per vliegtuig en de huisvesting worden niet in aanmerking genomen overeenkomstig artikel 17.

Art. 23.Het percentage van tussenkomst van de subsidie bedraagt 50 % van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 22, met een minimale tussenkomst van 500 euro en een maximale tussenkomst van 3.000 euro per aanvraag.

Art. 24.Het aantal gesubsidieerde uitnodigingen van prospecten afkomstig uit markten die buiten de Europese Unie gelegen zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt beperkt tot twee per begunstigde, per kalenderjaar.

Art. 25.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

BEW ontvangt de aanvraag uiterlijk een dag voor de aankomst van de prospecten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven en een uitvoerig verslag van de resultaten met betrekking tot de komst van de prospecten.

BEW moet binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van het afsluiten van het gesubsidieerde bezoek van de prospecten in het bezit zijn van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK V. - Subsidie voor de deelname aan beurzen in het buitenland

Art. 26.De Minister kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen met het oog op het aanmoedigen van hun deelname aan beurzen in het buitenland.

Art. 27.De subsidieerbare uitgaven voor de deelname aan beurzen in het buitenland zijn de uitgaven die voortvloeien uit de huur, de oprichting en het beheer van een fysieke of virtuele stand op de beurs, reis- en verblijfkosten, met uitzondering van de personeelskosten.

De uitgaven die verband houden met de reizen per vliegtuig en de huisvesting, worden in aanmerking genomen overeenkomstig artikel 17.

Overigens, wat betreft de verblijfkosten, zijn enkel de uitgaven te tellen vanaf de dag voor aanvang van de beurs tot de dag na afloop van de beurs subsidieerbaar.

Enkel de onderneming die een fysieke of virtuele stand op de beurs neemt, kan van de subsidie genieten.

De huurkosten van een fysieke of virtuele stand komen niet in aanmerking wanneer deze slaan op een gemeenschappelijke stand die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd wordt.

De ondernemingen die aan een collectieve stand tijdens internationale beurzen in het buitenland deelnemen, kunnen eveneens genieten van de subsidie als bedoeld in artikel 26, in zover dat er geen andere vorm van steun voor deze beurs voorzien is.

Art. 28.De onderneming neemt onder zijn eigen naam of die van een van zijn merken deel aan de beurs en stuurt vanuit België haar eigen afgevaardigden die haar vertegenwoordigen.

De onderneming die aan beurzen deelneemt onder de naam van haar agent, van haar invoerder of van haar buitenlandse distributeur of onder de naam van het moederbedrijf of van buitenlandse filialen, kan niet van een subsidie genieten, zelfs al worden de facturen aan de onderneming gericht.

Art. 29.Het percentage van de subsidie bedraagt 50 % van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 27, met een minimale tussenkomst van 500 euro en een maximale tussenkomst van 12.500 euro per kalenderjaar.

Het maximaal bedrag van 12.500 euro wordt berekend op basis van de beslissingen van BEW zoals betekend aan de begunstigde.

Indien de begunstigde een starter is, bedraagt het percentage van tussenkomst van de in het eerste lid bedoelde subsidie 75 %.

Art. 30.Het aantal gesubsidieerde deelnames wordt beperkt tot vier beurzen per begunstigde, per kalenderjaar.

Het aantal gesubsidieerde deelnames aan eenzelfde beurs wordt voor eenzelfde begunstigde tot vier beperkt, met inbegrip van de deelnames aan eenzelfde beurs die al eerder werden gesubsidieerd in het kader van de artikelen 23 tot 28 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031562 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031573 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 31.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

BEW ontvangt de aanvraag uiterlijk een dag voor de opening van de beurs.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van afloop van de beurs in het bezit van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK VI. - Subsidie bij deelname aan aanbestedingen voor markten buiten de Europese Unie

Art. 32.De Minister kan, binnen de perken van de begrotingskredieten, een subsidie aan de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen toekennen voor de deelname aan internationale aanbestedingen buiten de Europese Unie.

Art. 33.De subsidieerbare uitgaven voor de deelname aan aanbestedingen voor markten die buiten de Europese Unie gelegen zijn : 1° de uitgaven met betrekking tot de aankoop van het lastenkohier;2° de uitgaven met betrekking tot de reizen verricht na publicatiedatum van de aanbesteding om de offerte voor te bereiden;3° de loonkosten pro rata de gepresteerde uren voor de indiening van een offerte. De uitgaven die verband houden met de reiskosten per vliegtuig en de huisvestingskosten worden in aanmerking genomen overeenkomstig artikel 17.

Art. 34.Het percentage van de subsidie bedraagt 50 % van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 33, met een minimale tussenkomst van 1.000 euro per aanvraag en een maximale tussenkomst van 10.000 euro per kalenderjaar.

Art. 35.Het aantal subsidieerbare deelnames aan een aanbesteding voor markten buiten de Europese Unie wordt beperkt tot drie per begunstigde, per kalenderjaar.

Art. 36.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

BEW ontvangt de aanvraag voor de datum van indiening van de offerte.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van afloop van de indiening van de offerte in het bezit van alle bewijsstukken.

De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld.

De begunstigde bezorgt BEW de resultaten van de toekenning van de markt zodra hij hiervan kennis heeft genomen. Bij niet-naleving van deze bepaling behoudt BEW zich het recht om geen gevolg te geven aan elke latere aanvraag voor elk initiatief bedoeld in artikel 32. HOOFDSTUK VII. - Subsidie voor de opening van een prospectiekantoor buiten de Europese Unie

Art. 37.De Minister kan binnen de perken van de begrotingskredieten een subsidie ten gunste van de opening van prospectiekantoren in landen buiten de Europese Unie toekennen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen.

Onder prospectiekantoor verstaat men elke vorm van rechtstreekse vestiging van de exporterende onderneming op een buitenlandse markt die een permanente of tijdelijke aanwezigheid verzekert. Het prospectiekantoor mag geen facturatie-plichtige handelsactiviteit hebben. Het prospectiekantoor mag in geen geval een eenheid voor opslag, productie van goederen of diensten of verkooppunt hebben.

Art. 38.De subsidieerbare uitgaven voor de opening van een prospectiekantoor gelegen buiten de Europese Unie zijn de uitgaven voor de bezetting van de lokalen van het prospectiekantoor.

De lokalen van het prospectiekantoor zijn gelegen binnen een zakencentrum of een incubator en worden bezet door het bedrijf in het kader van een schriftelijke overeenkomst.

De subsidie mag enkel de kosten dekken voor een periode van minimaal drie maanden en maximaal twaalf opeenvolgende maanden.

Art. 39.De subsidie wordt enkel toegekend voor een kantoor dat geopend wordt in een land dat een nieuwe markt vertegenwoordigt in de zin van artikel 15, tweede lid.

De subsidie wordt slechts toegekend voor een eerste prospectiekantoor per onderneming, per geografische zone.

Het aantal gesubsidieerde openingen van prospectiekantoren wordt beperkt tot één per begunstigde, per kalenderjaar.

Art. 40.De subsidie voor de opening van een prospectiekantoor buiten de Europese Unie is een forfaitaire subsidie van maximaal 1.500 euro per maand ter dekking van de subsidieerbare uitgaven zoals bepaald in artikel 38.

Art. 41.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

De onderneming voegt bij haar aanvraag een business plan en een studie over het potentieel van de beoogde markt.

BEW ontvangt de aanvraag twee maanden voor de opening van het prospectiekantoor.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De toekenning van de subsidie wordt voor gunstig advies voorgelegd aan het BAOB. Het BAOB maakt aan BEW haar advies over binnen de veertien dagen volgend op het ontvangstbewijs.

De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven en van een uitvoerig verslag van de resultaten met betrekking tot de opening van een prospectiekantoor.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van afloop van de gesubsidieerde periode in het kader van een project van opening van een prospectiekantoor in het bezit van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld.

De opening van het prospectiekantoor waarvoor een subsidie wordt toegekend heeft plaats binnen een termijn van negentig dagen te tellen vanaf de betekening van de beslissing tot toekenning van de subsidie. HOOFDSTUK VIII. - Subsidie voor het beroep op diensten van externe consultancy voor merkdepot, registratie en certificering in het buitenland

Art. 42.De Minister kan binnen de perken van de begrotingskredieten een subsidie toekennen aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen om een beroep te doen op diensten van externe consultancy voor merkdepot, registratie en certificering in het buitenland.

Art. 43.Het percentage van de subsidie bedraagt 50 % van het bedrag van de dienst voor externe consultancy, met een minimale tussenkomst van 500 euro en een maximale tussenkomst van 10.000 euro per kalenderjaar.

Art. 44.Het aantal gesubsidieerde beroepen op de diensten voor externe consultancy voor merkdepot, registratie en certificering in het buitenland wordt beperkt tot vijf per begunstigde, per kalenderjaar.

Art. 45.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

Binnen de veertien dagen na ontvangst van de aanvraag bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De adviesopdracht begint na de datum van ontvangst van bevestiging door BEW. De betaling van de subsidie heeft plaats op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum na afloop van de adviesopdracht in het bezit van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK IX. - Subsidie voor de aanwerving in het kader van een specifiek project voor export

Art. 46.De Minister kan binnen de perken van de begrotingskredieten een subsidie toekennen aan micro- en kleine ondernemingen die minstens twee jaar zijn ingeschreven in het Kruispuntbank van Ondernemingen en die een nieuwe voltijdse werknemer aanwerven met het oog op de uitvoering van een specifiek project voor export van hun goederen en/of diensten.

Art. 47.De begunstigde stelt een eindverslag op na afloop van de periode tijdens dewelke hij van de subsidie heeft genoten.

Art. 48.De subsidie voor de aanwerving in het kader van een specifiek project voor export omvat een forfaitaire subsidie van 20.000 euro per kalenderjaar.

Art. 49.Het aantal aanwervingen in het kader van een door BEW gesubsidieerde specifiek project voor export wordt beperkt tot één per begunstigde over een periode van drie kalenderjaren.

Art. 50.De onderneming dient haar steunaanvraag in bij BEW met behulp van een typeformulier dat is opgesteld door BEW en beschikbaar is op zijn website.

De onderneming voegt bij haar aanvraag een business plan en een studie over het potentieel van de beoogde markt. Ze maakt bovendien verantwoording van een groei van 5 % van haar omzet in de twee voorafgaande boekjaren op basis van BTW-verklaringen.

Binnen de veertien dagen volgend op de ontvangst van de aanvraag, bevestigt BEW de ontvangst ervan.

De aanwerving heeft plaats binnen de zes maanden volgend op de datum van ontvangstbevestiging door BEW. De toekenning van de subsidie wordt onderworpen aan het gunstig advies van het BAOB. Het BAOB maakt haar advies over aan BEW binnen de veertien dagen volgend op het ontvangstbewijs.

De betaling van de eerste schijf van 50 % van de subsidie heeft plaats na ontvangst van een kopie van de arbeidsovereenkomst door BEW. De betaling van de tweede schijf van 50 % heeft plaats op basis van de ontvangst van de andere bewijsstukken.

BEW is binnen de negentig dagen te tellen vanaf de datum van afloop van de gesubsidieerde periode voor de aanwerving in het kader van een specifiek project voor export in het bezit van alle bewijsstukken. De aard van de bewijsstukken wordt in het typeformulier vermeld. HOOFDSTUK X. - Modaliteiten in verband met de controle

Art. 51.De ambtenaren van de Directie Economische Inspectie van BEW die zijn aangesteld voor inspectieopdrachten controleren de aanwending van de toegekende subsidies.

Bij de uitoefening van hun opdrachten maken de ambtenaren zich kenbaar aan de hand van een legitimatiekaart als bepaald in bijlage 2.

Art. 52.Met het oog op het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de ordonnantie en dit besluit hebben de in artikel 52 bedoelde ambtenaren de volgende bevoegdheden: 1° zich tijdens de gewone openings- of werkuren toegang verschaffen tot of zich toegang laten verschaffen tot alle plaatsen waarvan zij op redelijke gronden van oordeel zijn dat de betreding ervan voor het vervullen van hun taak noodzakelijk is, tenzij het bewoonde lokalen betreft, die niettemin kunnen worden betreden na de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de bewoner.2° alle nuttige vaststellingen doen, alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle informatie verzamelen die zij noodzakelijk achten voor het verzekeren van een daadwerkelijke naleving van de bepalingen van de ordonnantie en van dit besluit;3° elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis ervan nuttig is voor de opsporing of de vaststelling;4° zich alle inlichtingen, documenten, stukken, boeken, bescheiden, gegevensbestanden en geïnformatiseerde dragers van gegevens laten verstrekken die zij tot het volbrengen van hun taken nodig achten en hiervan gratis afschrift nemen, of ze gratis meenemen tegen afgifte van een ontvangstbewijs;5° vaststellingen doen door middel van het maken van beeld- en geluidsmateriaal, ongeacht de drager ervan, en beeldmateriaal van derden gebruiken, voor zover deze personen dit materiaal rechtmatig hebben gemaakt of verkregen. HOOFDSTUK XI. - Eindbepalingen

Art. 53.Worden opgeheven : 1° artikel 5, 2°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2008 betreffende de steun inzake aanwerving;2° het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031562 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 05/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012031573 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Echter, de in het eerste lid bedoelde bepalingen blijven van toepassing voor de aanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 54.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 55.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.

Brussel, 19 juli 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN

Bijlage 1 : De ondernemingen uit de economische activiteitensectoren die hieronder opgenomen zijn, kunnen geen aanspraak maken op de toelagen van dit besluit.

NACEBEL code - Beschrijving A : Landbouw, bosbouw en visvangst, uitgezonderd de ondersteunende activiteiten (01.610 + 01.620).

B : Winning van delfstoffen.

In code C (industrie) : ? 19.100 : Steenkoolindustrie ? 20.600 : Sector van de synthetische vezels ? 24.100 : Staalindustrie ? 30.110 + 30.120 + 33.150 : Scheepsbouwindustrie.

In code G (Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen) : ? 47.730: Apotheken.

In code M (Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten) : ? 69.102 Activiteiten van notarissen ? 69.103 Activiteiten van deurwaarders.

O : Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen.

P : Onderwijs.

Q : Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.

R : Kunst, amusement en recreatie met uitzondering van activiteiten die voornamelijk een commerciële finaliteit hebben.

In code S (Overige diensten): ? 94 : Verenigingen.

T : Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik.

U : Extraterritoriale organisaties en lichamen.

Gezien om toegevoegd te worden aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van xx maand 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Brussel, 19 juli 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om toegevoegd te worden aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 13 januari 1994 betreffende de bevordering van de buitenlandse handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Brussel, 19 juli 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN

^