gepubliceerd op 12 december 2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de aanstelling van ambtenaren in het kader van de overname van de dienst onroerende voorheffing op 1 januari 2018
30 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de aanstelling van ambtenaren in het kader van de overname van de dienst onroerende voorheffing op 1 januari 2018
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Wetboek Inkomstenbelasting van 1992, artikelen 298, 299, 316, 315, 315bis, 315ter, 318, 319, 319bis, 322, 323, 323/1, 324, 327, 331, 333, 333/1, 333/2, 334, 335, 336, 337, 338bis, 339/1, 340, 341, 344, 344/1, 346, 351, 352, 352bis, 355, 356, 358, 366, 367, 374, 375, 376, 376ter, 376quater, 376quinquies, 379, 397, 398, 399bis, 410, 413bis, 413quater, 413quinquies, 413sexies, 413septies, 417, 420, 421, 421bis, 427, 428, 429, 430, 431, 433, 434,435, 440, 441, 442, 442bis, 442quater, 443 en 443bis;
Gelet op de bij toepassing van artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitgevoerde gendertest;
Overwegende de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, artikel 5;
Overwegende de ordonnantie van van 23 maart 2017 houdende de overname van de dienst van de onroerende voorheffing;
Overwegende de ordonnantie houdende diverse bepalingen in het licht van de overname van de dienst onroerende voorheffing en van de wijziging van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikelen 2 tot 9;
Overwegende het besluit van 20 juli 2014 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/12/2016 pub. 23/12/2016 numac 2016031850 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de oprichting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit sluiten betreffende de oprichting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;
Overwegende dat de ontwerpen van besluit die de organisatie van een ministerieel departement betreffen of die bepaalde uitvoerende bevoegdheden delegeren aan de ambtenaren, geen reglementaire voorschriften bevatten in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten van de Raad van State van 12 januari 1973, zodat deze ontwerpen van besluit niet onderworpen zijn aan het advies van de Raad van State, afdeling Wetgeving.
Op voordracht van de Minister belast met Financiën en Budget, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De bevoegde dienst zoals bedoeld in de artikelen 299, 315, eerste en tweede lid, 315bis, eerste, derde en vijfde lid, 316, 318, eerste lid, 322, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid, 323, 323/1, § 1, eerste lid, 324, 331, tweede lid, 333, eerste lid, 333/1, § 1, eerste lid, 333/2, 334, 335, eerste en tweede lid, 337, eerste lid, 338bis, § 2, tweede lid, 339/1, 340, eerste lid, 341, tweede lid, 344, § 1 en 2, 344/1, eerste en tweede lid, 346, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 351, eerste en tweede lid, 352, tweede lid, 352bis, 356, eerste en tweede lid, 358, § 1, 2°, a) en b), 4°, § 2, 3° en § 3, 376, § 1, 1° en § 3, 1° en 2°, 376quater, tweede lid en 397 van het Wetboek Inkomstenbelasting van 1992, is telkens de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 2.De bevoegde ambtenaren zoals bedoeld in artikelen 315bis, derde lid, 315ter, eerste lid, 327, § 1, eerste lid, 336, 337, tweede, derde en vierde lid, 379 en 398 van hetzelfde Wetboek, zijn telkens de statutaire of contractuele ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 3.De bevoegde ambtenaar bedoeld in de artikelen 318, (begin) tweede lid, 322, § 2, (begin) tweede en derde lid, § 3, tweede en derde lid, 3°, § 4, 2°, tweede lid, en § 5, eerste en tweede lid, 356, eerste lid, 366, eerste, tweede en derde lid, 367, 375, § 1, eerste lid, 376ter, eerste lid, 376quinquies, § 1, 410, derde lid, en 417 van hetzelfde Wetboek, is telkens de directeur- generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval de functie van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet bekleed wordt, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval van afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 4.De bevoegde ambtenaar bedoeld in de artikelen 298, § 1, 355, eerste lid, en 376, § 1, eerste lid en § 3 van hetzelfde Wetboek, is telkens de directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval de functie van de Directeur van de Directie Inkohiering niet bezet is, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de hoogste anciënniteit binnen deze Directie.
Art. 5.De dienst bevoegd zoals voorzien in artikel 355, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, is de Directie Inkohiering van de Gewestelijk Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 6.De bevoegde ambtenaar zoals voorzien in de artikelen 298, § 2, eerste lid, 399bis, 413bis, § 1, eerste en tweede lid, en § 4, 413ter, § 2, 413quinquies, § 1, eerste lid, 413sexies, eerste lid, 413septies, 2°, 420, § 1, 421, § 1, 421bis, §§ 1 et 2, 427, eerste lid, 428, 429, 430, 431, 433, § 1, 2°, 435, § 1, tweede lid, 441, eerste lid, 442, § 1, eerste en tweede lid, en § 3, eerste, tweede en derde lid, 442quater, § 5, eerste en tweede lid en 443bis, § 2, 3°, van hetzelfde Wetboek is telkens de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 7.De bevoegde ambtenaren bedoeld in de artikelen 434, 435, § 1, tweede lid, 440, tweede lid, 442bis, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, zijn telkens de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 8.De bevoegde ambtenaar bedoeld in de artikelen 413bis, § 3, 413quater, § 1, et 443, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, is telkens een statutaire of contractuele ambtenaar van de Directie Financieel Beheer van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 9.De ambtenaar bedoeld in de artikelen 318, (eind) tweede lid 322, § 2, (eind) tweede lid en 374, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, is telkens de statutaire of contractuele ambtenaar van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit hiertoe aangesteld door de directieraad van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 10.De bevoegde ambtenaren zoals vermeld in de artikelen 319, eerste en tweede lid en 319bis, eerste en tweede lid van hetzelfde Wetboek, zijn telkens de statutaire of contractuele ambtenaren van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit hiertoe aangesteld door de directie raad van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 11.De bevoegde dienst bedoeld in artikel 335, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, is elke dienst van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en elke openbare instelling of inrichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 12.De bevoegde dienst bedoeld in het artikel 376quinquies, § 1, van hetzelfde Wetboek, is de dienst aangeduid voor dit doeleinde door de directieraad van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 14.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 november 2017.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Financiën, Begroting, Externe betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL