Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2014
gepubliceerd op 17 april 2015

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toewijzing van het deel van de inkomsten afkomstig van de tarifering van water voor doeleinden inzake internationale solidariteit

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031173
pub.
17/04/2015
prom.
23/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/23/2015031173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toewijzing van het deel van de inkomsten afkomstig van de tarifering van water voor doeleinden inzake internationale solidariteit


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, met name de artikelen 2 en 38, § 5;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, met name artikelen 92 tot 95;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bekrachtigd bij artikel 41 van de wet van 16 juni 1989, artikel 3, § 3;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 mei 2011;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 19 mei 2011;

Gelet op advies nr. 50.052/1/V van de Raad van State, gegeven op 9 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op advies nr. 56.006/1 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister bevoegd voor Waterbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Definities In dit besluit wordt verstaan onder : 1° "de ordonnantie": de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;2° "de Operator" : de operator aangeduid met het letterwoord 'BIWD' in de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid;3° "het Instituut": het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten.

Art. 2.Voorwerp § 1. Het gedeelte van de ontvangsten uit de watertarifering dat voor doeleinden inzake internationale solidariteit moet worden bestemd krachtens artikel 38, § 5, van de ordonnantie, wordt toegewezen aan een fonds dat beheerd wordt door de Operator, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. § 2. Jaarlijks wordt een selectie van projecten inzake ontwikkelingshulp die verband houden met de watersector, georganiseerd door een selectiecomité, overeenkomstig de artikelen 3, 4, 6, 7 en 8 van dit besluit. § 3. Het selectiecomité selecteert jaarlijks minimaal drie en maximaal vijftien projecten. Die projecten worden gecofinancierd voor een bedrag van 10.000 tot 100.000 euro, binnen de grenzen van de beschikbare bedragen, voor een periode van een tot drie jaar, en voor zover de door dit mechanisme toegekende financiële bijdrage niet meer bedraagt dan 80 % van het totaalbudget van het project. § 4. De overeenkomst bedoeld in artikel 4, 5°, van dit besluit regelt met name de modaliteiten voor de uitbetaling van de bedragen en de voorwaarden waaronder deze bedragen zijn verleend aan de verschillende geselecteerde projectdragende organisaties met naleving van de bepalingen van dit besluit. § 5. Het saldo van de ontvangsten die op het einde van het begrotingsjaar niet zijn aangewend, wordt automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar, en kan vanaf het begin van het nieuwe begrotingsjaar worden aangewend. § 6. Uitzonderlijk, en na een gemotiveerd advies van het selectiecomité, kan het saldo bedoeld in paragraaf 5, worden vrijgemaakt en gebruikt voor humanitaire noodhulp.

Art. 3.Samenstelling van de comités § 1. Het selectiecomité is samengesteld uit: 1° voor de openbare sector : a) een vertegenwoordiger van het Instituut;b) een vertegenwoordiger van de Operator;c) een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Waterbeleid, die het voorzitterschap waarneemt;2° voor de verenigingssector actief in het domein van het water en de internationale samenwerking : a) ten minste een vertegenwoordiger van de Franstalige verenigingssector;b) ten minste een vertegenwoordiger van de Nederlandstalige verenigingssector;3° voor de sociale partners : twee vertegenwoordigers van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.4° De vertegenwoordigers van kandidaat-organisaties voor de projectenoproep mogen geen zitting hebben in het selectiecomité. § 2. Voor elk van de geselecteerde projecten zal een begeleidingscomité worden opgericht, samengesteld uit : a) een vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Waterbeleid;b) een vertegenwoordiger van de Minister-voorzitter;c) een vertegenwoordiger van de Minister bevoegd voor Externe Relaties;d) een (of twee) vertegenwoordiger(s) van de organisatie die het project draagt;e) een (of meerdere) vertegenwoordiger(s) van het Instituut.f) een (of meerdere) vertegenwoordigers van de Operator. § 3. De uitoefening van een mandaat in een van de bovenvermelde comités gebeurt gratis en kan niet het voorwerp van een bijzondere vergoeding uitmaken. § 4. De duur van het mandaat van de leden van het selectiecomité bedraagt drie jaar. Het comité blijft bestaan totdat het volledig is vernieuwd. § 5. De groep van vertegenwoordigers van de openbare sector bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, selecteert de vertegenwoordigers van de verenigingssector bedoeld in artikel 3, § 1, 2°. Hij stelt een huishoudelijk reglement op voor het selectiecomité. § 6. Het Instituut organiseert de installatie van het selectiecomité en het begeleidingscomité en staat in voor het secretariaat. Het kan sommige van zijn opdrachten delegeren aan een derde instelling. In dat geval zal een deel van het fonds voor internationale solidariteit, dat niet meer hoger is dan 10 % van de totale inkomsten mag bedragen, aan de gemachtigde derde instelling worden toegekend.

Art. 4.Opdrachten van het selectiecomité De opdrachten van het selectiecomité, bedoeld in artikel 3, § 1, zijn : 1° de opstelling en de uitvoering van een reglement voor de projectenoproep, in naleving van de criteria vermeld in de artikelen 7, 8 en 9 van dit besluit;2° de actualisering van het huishoudelijk intern reglement bedoeld in artikel 3, § 5, van dit besluit;3° de jaarlijkse organisatie van een projectenoproep;4° de kennisgeving van de selecties, de opvolgingen, de beoordelingen en de verslagen van de projecten overeenkomstig dit besluit;5° de uitwerking van een overeenkomst tussen het Instituut, de operator en de organisatie die het gefinancierde project draagt;6° de opstelling van een jaarverslag dat aan de minister bevoegd voor Waterbeleid moet worden voorgelegd, overeenkomstig artikel 10 van dit besluit.

Art. 5.Algemene beginselen De projecten bedoeld in artikel 2, § 2, moeten de volgende principes respecteren : a) bijdragen tot de verwezenlijking van de 7e doelstelling van de Millenniumontwikkelings-doelstellingen (MOD) die door de Verenigde Naties zijn vastgelegd, namelijk : `Tegen 2015 het aantal personen dat geen duurzame toegang heeft tot drinkwater en tot adequate sanering met de helft terugdringen en daardoor het recht op water voor iedereen bevorderen';b) indien mogelijk, deelnemen aan de instelling, voor de lokale collectiviteiten van de ontwikkelingslanden en in het kader van hun bevoegdheden, van plaatselijke openbare diensten voor kwantitatief en kwalitatief voldoende water en sanering, waarbij iedereen voor een aanvaardbare en eerlijke prijs toegang krijgt tot deze diensten, die aan de verschillende gebruiksvormen zijn aangepast;c) aansluiten bij zowel de principes van duurzame ontwikkeling, duurzaamheid en toe-eigening door de begunstigden, als de versterking van de bekwaamheid van de plaatselijke actoren.

Art. 6.Procedure van de jaarlijkse projectenoproep § 1. De kandidaatsdossiers worden ingediend bij het selectiecomité, dat hun ontvankelijkheid onderzoekt in het licht van de ontvankelijkheidscriteria opgesomd in artikel 7 van dit besluit. Het selectiecomité brengt de dragers van kandidaat-projecten schriftelijk op de hoogte van zijn beslissing betreffende de ontvankelijkheid van de kandidaatsdossiers. § 2. Het selectiecomité onderzoekt de ontvankelijke kandidaturen op basis van de selectiecriteria opgesomd in artikel 8 van dit besluit en formuleert een voorstel van te financieren projecten. Het comité kan zich baseren op het advies van deskundigen. Het comité stelt de Operator officieel op de hoogte van de geselecteerde projecten en het bedrag van de subsidies voor die projecten. Gelijktijdig legt het selectiecomité de overeenkomst bedoeld in artikel 4, 5°, ter ondertekening voor aan de Operator en aan de organisatie die het geselecteerde project draagt. § 3. Door de ondertekening van deze overeenkomst, aanvaardt de dragende organisatie ook de verplichting om een jaarlijks activiteitenverslag eigen aan het ondersteunde project en een financiële balans van de inkomsten en uitgaven van dit project met bewijsstukken aan het begeleidingscomité te bezorgen, waarbij een controle ter plaatse van alle nodige documenten mogelijk is, overeenkomstig de artikelen 92 tot en met 95 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.

Art. 7.Ontvankelijkheidscriteria van de projecten § 1. Om ontvankelijk te zijn, moet het project beantwoorden aan alle volgende principes : 1° Het project wordt gedragen door een vereniging zonder winstoogmerk, een overheids-, onderwijs- of onderzoeksinstelling, een syndicale organisatie, een federatie van niet-gouvernementele organisaties voor ontwikkelingssamenwerking of door een Brusselse gemeente;2° De dragende organisatie is actief in de watersector of heeft aantoonbare ervaring in de uitvoering van projecten met betrekking tot water of sanering;3° De dragende organisatie is rechtstreeks verantwoordelijk voor de voorbereiding en het beheer van het project en voor de synergie met zijn eventuele partner(s);4° Het project wordt uitgevoerd in van de partnerlanden van het Belgisch Ontwikkelingsagentschap (BTC) of in een van de landen vermeld op de lijst van minst ontwikkelde landen opgesteld door de Verenigde Naties;5° Het project wordt voor minimaal 20 % gefinancierd door de organisatie die het project draagt en haar eventuele partners ofwel via het eigen vermogen, ofwel via openbare steun die niet uitgaat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.De administratieve kosten zijn beperkt tot 10 % van het totaalbedrag van het project; 6° De dragende organisatie leeft de fundamentele beginselen en rechten inzake arbeid na, die de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) heeft gedefinieerd. § 2. Op basis van de in paragraaf 1 vermelde principes, bepaalt het selectiecomité vrij de ontvankelijkheidscriteria die het zal toepassen in een lijst die in het reglement van de jaarlijkse projectenoproep wordt opgenomen.

Art. 8.Selectiecriteria van de projecten § 1. Om geselecteerd te worden, moet het project beantwoorden aan ten minste een groot deel van de volgende criteria : 1° overeenstemmen met de algemene beginselen opgesomd in artikel 5 van dit besluit;2° worden uitgevoerd door personen met bekwaamheid en relevante ervaring in dit domein;3° indien mogelijk, bijdragen tot het globale en geïntegreerde beheer van de waterkringloop door de openbare sector, in het kader van een duurzame ontwikkeling en het algemeen belang, door verschillende betrokken plaatselijke spelers en actoren hierbij te betrekken;4° de noden en de middelen van de plaatselijke bevolking precies inschatten;5° technische en financiële oplossingen voorstellen die zo nauw mogelijk aansluiten bij de noden en middelen;6° voor zover mogelijk partnerships aangaan met de bevolking, de plaatselijke overheden en hun vertegenwoordigers, met het oog op het garanderen van hun actieve participatie, en modaliteiten voor hun participatie in de investeringen, de levering en het beheer van de diensten en hun tarifering overeenkomen;7° indien mogelijk, de instelling ondersteunen van een plaatselijk overheidsbeleid en van institutionele kaders die de duurzaamheid, de kwaliteit van de geleverde diensten en het democratische karakter van de besluitvorming garanderen;8° rekening houden met de verschillende vormen van watergebruik, zowel sociaal als economisch (in het bijzonder water valoriseren als een mensenrecht en een goed van vitaal belang);9° water beheren en tegelijk het leefmilieu beschermen en de hernieuwing voor de toekomstige generaties garanderen;10° garanderen dat de wateronttrekkingen en de lozingen van afvalwater die worden uitgevoerd bij de uitvoering van het project de kwaliteit, de natuurlijke functies en het voortbestaan van deze rijkdom niet in gevaar brengen;11° regelmatig de resultaten van de projecten beoordelen, om de interventiestrategieën en de investeringskeuzen op de reële, soms evoluerende, noden van de begunstigden af te stemmen;12° garanderen dat projecten van algemeen belang zijn, zonder commerciële ontwikkelingsdoelstelling van een of meerdere private operatoren;13° voorzien in een synergie tussen de dragende organisatie en ten minste een partner bij voorkeur afkomstig uit het land waar het project wordt uitgevoerd;14° voorzien in een uitwisseling van ervaring tussen de partners van het Noorden en het Zuiden en een toe-eigening door de plaatselijke partners van die ervaring en het project;15° de continuïteit van de beschikbaarheid van water en sanering garanderen door een grotere verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen, in het bijzonder de gebruikers, de plaatselijke overheden en de beheerders in het betrokken land;16° de verbeterde toegang tot drinkwater gepaard laten gaan met bewustmakings- en opleidingsinspanningen rond hygiëne en de terbeschikkingstelling van aangepaste sanitaire infrastructuur.17° de fundamentele beginselen en rechten inzake arbeid naleven, die de IAO(Internationale Arbeidsorganisatie) heeft gedefinieerd. § 2. Het selectiecomité kan de selectiecriteria preciseren en somt alle selectiecriteria op in een lijst die wordt opgenomen in het reglement van de jaarlijkse projectenoproep.

Art. 9.Opdrachten van de begeleidingscomités § 1. Voor elk geselecteerd project is het begeleidingscomité bedoeld in artikel 3, § 2, belast met de controle op de uitvoering en het goede verloop ervan. Daartoe kan in de overeenkomst bedoeld in artikel 4, 5° worden voorzien in de ondersteuning door een externe beoordelaar. § 2. Het comité keurt het activiteitenverslag en de financiële balans goed die overeenkomstig artikel 6, § 3, van dit besluit door de dragende organisatie worden ingediend. Het beoordeelt de relevantie, de samenhang, de efficiëntie, de doelmatigheid, de effectieve uitvoering, de transparantie van het beheer en de duurzaamheid van het project naarmate het wordt uitgevoerd en het resultaat aan het einde van de financiering. § 3. In de gevallen en onder de voorwaarden vermeld in artikel 94 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, kan het begeleidingscomité de terugbetaling aan het fonds voor internationale solidariteit eisen van een gedeelte of het geheel van de bedragen toegekend aan de organisatie. § 4. Het comité komt samen op vraag van een van de partijen aan de in artikel 4, 5° bedoelde overeenkomst en ten minste een keer per jaar. § 5. Elke beoordeling wordt uitgevoerd met respect voor de projectdrager en de begunstigde bevolking, volgens criteria aangepast aan het voorwerp van het project en aan zijn kenmerken en via een transparant proces waarin alle standpunten tot uitdrukking kunnen komen. § 6. Het begeleidingscomité betekent de beoordeling per brief of via elektronische weg aan de projectdrager en aan het selectiecomité.

Art. 10.Jaarverslag Op basis van de beoordelingen van de begeleidingscomités, bezorgt het selectiecomité jaarlijks aan de minister bevoegd voor Waterbeleid een samenvattend verslag van alle geselecteerde projecten met onder meer : a) de nuttige elementen die aantonen dat de vastgelegde doelstellingen en de overeenkomst zijn nageleefd;b) de technische en financiële uitvoeringsstaat van de projecten;c) de operationele staat van het project;d) een algemene beoordeling van de vooruitgang van de projecten.

Art. 11.Informatie De Operator informeert het publiek via de geëigende kanalen over het feit dat een deel van de ontvangsten uit de watertarifering is bestemd voor doeleinden inzake internationale solidariteit. Hij brengt het ook op de hoogte van de geselecteerde projecten die in het kader van de projectoproep zijn geselecteerd.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de 30 juni 2015.

Art. 13.De minister bevoegd voor Waterbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2014.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK

^