Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2013
gepubliceerd op 08 juli 2013

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 mei 1991 betreffende de bemiddelingsdienst opgericht bij de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2013031585
pub.
08/07/2013
prom.
27/06/2013
ELI
eli/besluit/2013/06/27/2013031585/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 JUNI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 mei 1991 betreffende de bemiddelingsdienst opgericht bij de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder artikel 19, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 1991 betreffende de bemiddelingsdienst opgericht bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 8 februari 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;

Gelet op het advies nr. 52.989/4 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2013, overeenkomstig artikel 84 § 1er, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Vervoer, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het Nederlandstalige opschrift van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 30 mei 1991 betreffende de bemiddelingsdienst opgericht bij de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel wordt het woord « bemiddelingsdienst » vervangen door het woord « ombudsdienst ».

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 2° wordt in het Nederlands vervangen als volgt : « 2° dienst : ombudsdienst;» 2° het 3° worden vervangen als volgt : « 3° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;» 3° in het 4° en 6° wordt het woord « december » vervangen door het woord « november ».

Art. 3.Het opschrift van hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk I. - Samenstelling van de dienst en benoemingswijze van de ombudsman »

Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De dienst wordt vertegenwoordigd door een ombudsman, aangewezen door de Regering voor een tweemaal hernieuwbare termijn van drie jaar, op voordracht van het lid van de Regering dat bevoegd is voor Openbaar Vervoer. »

Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt in het nederlands het woord « bemiddelaar » vervangen door het woord « ombudsman ».

Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « bemiddelaar » wordt in het Nederlands vervangen door het woord « ombudsman »;2° het 4° wordt geschrapt;3° in 5° en 6° wordt het woord « Executieve » vervangen door het woord « Regering ».

Art. 7.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt in het Nederlands het woord « bemiddelaar » vervangen door het woord « ombudsman ».

Art. 8.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 7.Aan de functie van ombudsman is een weddenschaal van A200 verbonden.

De weddeschaal die geldt is opgenomen in bijlage I van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het loon is bepaald overeenkomstig de bepalingen van hoofdstukken I en III van titel I van boek II van het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De bezoldiging van de ombudsman valt ten laste van de begroting van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De Maatschappij zal maandelijks de bezoldiging uitkeren en een maandelijkse factuur indienen bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. »

Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt in het nederlands het woord « bemiddelaar » vervangen door het woord « ombudsman » en worden de woorden « lid van de Executieve dat bevoegd is voor Verkeerswezen » vervangen door de woorden « lid van de Regering bevoegd voor Openbaar Vervoer ».

Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de eerste en twee leden vervangen als volgt : « Bij ontvankelijkheid van de klacht, doet de dienst zich door de bevoegde dienst van de Maatschappij het verslag overhandigen betreffende deze klacht.

Ingeval de Maatschappij voornoemd verslag niet heeft laten opstellen, kan de dienst de maatschappij aanmanen om hem binnen de termijn van tien dagen dit verslag te overhandigen. »

Art. 11.In artikel 13 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Hij kan hierin worden bijgestaan door een personeelslid van de Maatschappij dat hiertoe speciaal is aangewezen door de Bestuurder-Directeur-generaal van de Maatschappij. »

Art. 12.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. Bij ontvankelijkheid van de klacht, binnen de voor het onderzoek vastgestelde termijn, als het geschil al door een van de partijen naar het Gerecht werd gedragen, meldt de dienst aan de klager dat hij zich onbevoegd moet verklaren. § 2. Bij ontvankelijkheid van de klacht, binnen de voor het onderzoek vastgestelde termijn, kan de dienst melden aan de klager dat de klacht ongegrond is. § 3. Bij ontvankelijkheid van de klacht, binnen de voor het onderzoek vastgestelde termijn, als de dienst geen melding geeft van haar onbevoegdheid volgens § 1 of van de ongegrondheid van de klacht volgens § 2, doet de dienst voorstellen in een verslag dat hij schriftelijk stuurt naar de klager en de Maatschappij. § 4. De Maatschappij en de klager beschikken over een termijn van vijftien dagen vanaf de datum van de verzending van het verslag bedoeld in § 3 van dit artikel om desnoods aanmerkingen te maken betreffende de voorstellen van de dienst. § 5. Ingeval van aanmerkingen bedoeld in § 4, probeert de dienst tot een minnelijke schikking te komen. Binnen de maand na het verstrijken van de termijn bedoeld in § 4, betekent de ombudsman aan beide partijen de getroffen schikking. Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, geeft de dienst advies uit aan de Maatschappij. § 6. De klacht wordt afgesloten in de volgende gevallen : - melding van de onontvankelijkheid; - melding van de onbevoegdheid; - melding van de ongegrondheid; - afwezigheid van de aanmerkingen bedoeld in § 4; - betekening van minnelijke schikking; - advies aan de Maatschappij als geen minnelijke schikking kan worden getroffen.

Art. 13.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 14.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: «

Art. 16.Zodra de dienst de klacht heeft afgesloten hoeven de dienst en de Maatschappij geen gevolg meer te geven aan eventuele latere klachten van de klager voor dezelfde feiten. »

Art. 15.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « lid van de Executieve dat bevoegd is voor verkeerswezen » vervangen door de woorden « lid van de Regering bevoegd voor Openbaar Vervoer » en wordt het woord « Executieve » vervangen door het woord « Regering ».

Art. 17.De Minister bevoegd voor openbare werken en vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 juni 2013.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS

^