gepubliceerd op 28 juni 2013
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ten einde de voorwaarden te bepalen waaronder de mandatarissen bij de instellingen van openbaar nut worden aangewezen, ter uitvoering van artikel 35 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap
2 MEI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ten einde de voorwaarden te bepalen waaronder de mandatarissen bij de instellingen van openbaar nut worden aangewezen, ter uitvoering van artikel 35 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gezien de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, inzonderheid artikel 28;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 7 juli 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 mei 2013;
Gelet op het protocol nr. 2012/4 van Sectorcomité XV van 25 januari 2012;
Gelet op het advies nr. 51.256/4 van de Raad van State, gegeven op 11 juni 2012, in toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de minister van Openbare werken en vervoer en van de minister van Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;2° het statuut van het Parkeeragentschap : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;3° externe kandidaten: de kandidaten bedoeld in artikel 35, tweede lid van het statuut van het Parkeeragentschap. HOOFDSTUK 2. - Toegankelijkheidsvoorwaarden van de mandaatbetrekkingen
Art. 2.De mandaatbetrekkingen van het Parkeeragentschap die overeenstemmen met de graden van rang A4, A4+ en A5 zijn toegankelijk voor externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Toelatingsvoorwaarden van de kandidaturen
Art. 3.Om zich kandidaat te stellen voor een mandaatbetrekking van het Parkeeragentschap, moeten de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit, voldoen aan de volgende voorwaarden: - voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden als bedoeld in artikel 22, § 2 van het statuut van het Parkeeragentschap; - houder zijn van een diploma dat toegang verleend tot niveau A; - ten minste zes jaar ervaring hebben in een leidinggevende functie.
Onder leidinggevende ervaring wordt verstaan ervaring inzake het beheer in een overheidsdienst of in een organisatie uit de privésector. HOOFDSTUK 4. - Selectieprocedure
Art. 4.De mandaatbetrekkingen worden door de Regering toegekend aan de externe kandidaten als bedoeld in artikel 1 van dit besluit volgens dezelfde voorwaarden en dezelfde regels vastgelegd in boek 1, titel IV, hoofdstuk III van het statuut van het Parkeeragentschap, artikel 83 tot 93, met uitzondering van artikels 86, eerste lid, 87, derde lid, 88, 89, eerste lid en 90, vierde lid. HOOFDSTUK 5. - Regime van het mandaat Afdeling 1. - Regime onder arbeidscontract
Art. 5.Een arbeidscontract wordt afgesloten tussen het Parkeeragentschap, door het gemachtigd orgaan om dit te doen, en de mandataris aangeduid ter uitvoering van dit besluit.
Het contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur. Het wordt verbroken ingeval van zware fout van de mandataris of wanneer het mandaat wordt afgebroken bij vrijwillig ontslag, afwezigheid door ziekteverlof langer dan zes maanden, na een evaluatie « ongunstig » bedoeld in art. 133, § 2, derde lid van het statuut van het Parkeeragentschap of bij de niet-verlenging van het mandaat bedoeld in art. 133, § 2, tweede en derde lid van het statuut van het Parkeeragentschap. Afdeling 2. - Arbeidsregime
Art. 6.De mandatarissen aangeduid volgens de regels van dit besluit worden onderworpen aan dezelfde regels van het statuut van het Parkeeragentschap als degene die worden toegepast op de statutaire mandatarissen van de bovengenoemd instelling, met uitzondering van het artikel 332 van het geldelijk statuut en de regels die betrekking hebben op het ziekteverlof.
Ze beschikken over dezelfde rechten en prerogatieven verbonden aan deze functie als degene die worden toegekend aan de statutaire mandatarissen van het Parkeeragentschap.
Ze moeten de verplichtingen en arbeidsvoorwaarden respecteren die in de instellingen worden opgelegd, onder andere de plichten, onverenigbaarheden, uurroosters en verlofregime.
Ze worden eveneens onderworpen aan de evaluatieregels die toepasbaar zijn op de houders van een mandaat bij het Parkeeragentschap.
Indien de geselecteerde kandidaten reeds personeelslid zijn van een overheidsdienst, behouden zij de geldelijke anciënniteit die ze hebben verkregen in hun oorspronkelijke instelling, maar ze verliezen hun voordelen, van welke aarde deze ook moge zijn en die werden toegepast in hun oorspronkelijke instelling.
In geval van ontslag wegens dringende redenen wordt het betrokken personeelslid, begeleid door de persoon van zijn keuze gehoord door de voorzitter van de Raad van Bestuur en de directeur-generaal of hun vervangers. Deze stellen ter plaatse een proces-verbaal op van de hoorzitting zodanig dat het betrokken personeelslid onmiddellijk zijn opmerkingen kan laten gelden. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 7.De minister die bevoegd is voor Openbaar Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 mei 2013.
Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, B. GROUWELS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G.VANHENGEL