gepubliceerd op 16 juni 2009
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende bepaling van de opdrachttoelage van de opdrachthouders bij BRUGEL
14 MEI 2009. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende bepaling van de opdrachttoelage van de opdrachthouders bij BRUGEL
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 30octies, § 7;
Gelet op het voorstel over de opdrachttoelage van de opdrachthouders, op 28 januari 2008 goedgekeurd door de raad van bestuur van BRUGEL;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 mei 2008;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 mei 2008;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris belast met Ambtenarenzaken, gegeven op 26 maart 2009;
Gelet op het protocol van het Sectorcomité XV nr. 2009/03 van 28 januari 2009;
Gelet op het advies 46.165/3 van de Raad van State, gegeven op 24 maart 2008, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Aan de opdrachthouders bedoeld in artikel 30octies, § 2, van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een jaarlijkse opdrachttoelage toegekend die vier procent van hun jaarlijks brutobarema bedraagt. § 2. De opdrachthouders van niveau A genieten ook een bijkomende jaarlijkse opdrachttoelage waarvan het forfaitaire bedrag vastgesteld is op 3.500 euro. De opdrachttoelage bedoeld in artikel 1, § 2 kan niet gecumuleerd worden met de ingenieurspremie bedoeld in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.De toelage bedoeld in artikel 1, § 2, is gebonden aan de schommelingen van het prijsindexcijfer bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993; daartoe wordt ze gekoppeld aan het indexcijfer 138,01.
Art. 3.De toelagen bedoeld in artikel 1 worden betaald samen met de wedde van de maand waarop ze betrekking hebben. Ze worden betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten als de wedde, indien deze niet voor de gehele maand verschuldigd is.
Art. 4.De opdrachttoelagen bedoeld in artikel 1 kunnen niet gecumuleerd worden met het presentiegeld bedoeld in artikel 7 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden tot aanstelling en van ontslag van de leden van de Reguleringscommissie voor energie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun statuut.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.
Art. 6.De Minister die bevoegd is voor Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 mei 2009.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid;
Mevr. E. HUYTEBROECK